PZC
Valse oase
trijfel
Succes voor HALT-bureaus
tegen onbestraft vandalisme
Thuis bevallen is
veel gezelliger
opinie en achtergrond
DONDERDAG 11 JANUARI 1990
1 I I II I I IITT
Europa
Ml
Aanzuigend
Schijnzekerheid
Concurrentie
Goedkoper
Handen af van het kabelaanbod
i Van onze rtv-redacteur
René T'Sas)
TV10 had, om te kunnen
overleven, in een vroeger
stadium voor een buitenlandse
constructie moeten kiezen. Dat
vindt drs. H.B. Eenhoorn, voor
zitter van de vereniging van ka
belexploitanten Vecai. „Het
was duidelijk dat het wachten
op de 'koninklijke weg' een zaak
van lange adem zou worden. Ik
heb al geruime tijd geleden te
gen de mensen van TV10 ge
zegd: ik weet niet hoe lang jullie
financiële polsstok is, maar die
moet wel erg lang zijn om de ko
mende periode te kunnen over
bruggen. En dat is ook wel ge
bleken. Ik denk dat ze eerder
hadden moeten kiezen."
Over de contracten die door de
kabelexploitanten met Esselte,
namens TV10, werden gesloten
zegt Eenhoorn: „Er waren twee
soorten contracten. Sommige
zouden vervallen wanneer TV10
niet zou uitzenden, bij de andere
verplicht Esselte zich ertoe voor
een vervangend, gelijksoortig,
programma-aanbod te zorgen.
Als dat niet lukt kan ik me voor
stellen dat Esselte voorstelt een
afkoopsom te betalen. Tot nu
toe hebben we met Esselte altijd
prima samen kunnen werken,
dus ik denk dat we er in goed
overleg uitkomen. Maar dat
neemt niet weg dat de opheffing
van TV10 voor de exploitanten
teleurstellend is en dat het in fi
nanciële zin ook een verminde
ring van de gedachte inkomsten
betekent."
Of TV10 en Veronique naast el
kaar hadden kunnen bestaan?
Volgens Eenhoorn is dat moei
lijk te zeggen. „Dat had de tijd
wel geleerd. Maar nu is het niet
de zender met de beste program
mering die heeft overleefd, maar
diegene die de beste juridische
constructie heeft gekozen. Het
aanbod is nu niet mee bepaald
door de kijkersmarkt maar door
archaïsche juridische regeltjes
die tot doel hadden een muur
rond Nederland te bouwen."
De rijksoverheid, meent Een
hoorn, doet er goed aan zich niet
langer te bemoeien met het ka
belaanbod. „De kabel moet hele
maal vrij zijn zodat we zelf, aan
de hand van een behoefte-onder
zoek, het pakket kunnen aan
passen en zo gevarieerd moge
lijk houden. Het rijk heeft vijf
tien jaar geleden niet in de aan
leg van kabelnetten willen in
vesteren. Gemeenten en parti
culieren hebben de risico's geno
men. Er is een prima netwerk op-
Op de Vakdag van de Vakan
tiebeurs in Utrecht mocht ik
als jurylid voor de Persprijs Toe
risme 1989 het juryrapport voor
lezen en derhalve ook de win
naar bekend maken voor een
publiek van journalisten, tour
operators en andere mensen die
beroepshalve met het toerisme
te maken hebben. Tevoren had
ik er op gewezen dat de winnaar
van mij slechts een 'lege hand
druk zou krijgen, omdat de prijs
zelf later zou worden uitgereikt
door mr. Pieter van Vollenho
ven. Dat leek Fief van Drumpt,
die de perszaken van de Jaar
beurs behartigt, wel een aardige
geste jegens Pieter van Vollen
hoven, maar ook jegens de win
naar, die daardoor allicht wat
meer publiciteit zou trekken, al
was het maar via foto's. Zo'n
prijs wordt door de schrijvers
van toeristische artikelen graag
gewonnen, hoorde ik na afloop
van enkelen die hem niet gewon
nen hadden, niet vanwege het
bijbehorende geldbedrag, maar
Het kopstation van de kabel tv in Goes (foto Willem Mieras)
Vecai-voorzitter drs H. B. Eenhoorn ifoto Peter Senteur/GPD)
gebouwd en er wordt nog steeds
geïnvesteerd. Op het moment
dat zich nu allerlei interessante
zenders aanbieden gaat de over
heid bepalen wat we wel of niet
mogen doorgeven. Dat vind ik
heel treurig."
Kabelexploitanten moeten hun
eigen koers kunnen bepalen, zo
aindt Eenhoorn, mede omdat er
op het moment ook een „leven
dige handel" in kabelnetten is
ontstaan. „Gezien de toekomsti
ge ontwikkelingen kon de kassa
best eens gaan rinkelen in deze
sector. In Duitsland wordt voor
miljarden geïnvesteerd in de
aanleg van kabelnetten. En er
opereert al een groot Fins bedrijf
dat overal in Europa netten op
koopt."
Om te kunnen inspelen op de be
hoeften zouden de kabelexpoi-
tanten, naast een basispakket,
ook uitgebreide 'pluspakketten'
moeten aanbieden en zouden
abonnees ook de mogelijkheid
moeten hebben om individueel
voor bepaalde zenders te kiezen,
zo meent de Vecai-voorzitter.
„Technisch is dat best te realise
ren. Het kost vrij veel geld maar
ik denk dat we daar naar toe
moeten."
Eenhoorn ontkent niet dat forse
investeringen voor kleine ex
ploitanten problemen kunnen
opleveren, „maar we werken er
hard aan om te komen tot regio
nale kabelbedrijven. Dat is ook
makkelijk bij onderhandelingen
met programma-aanbieders.
Bovendien geeft het je meer mo
gelijkheden bij het opzetten van
nieuwe diensten op het terrein
van het data-verkeer."
Over dat laatste is de Vecai in
gesprek met de PTT. „We moe
ten in principe op ons eigen ter
rein blijven, maar tussen het ge
wone data- en telefoonverkeer
enerzijds en het aanbieden van
radio- en tv-signalen anderzijds
ontstaat een gebied met nieuwe
mogelijkheden. We proberen
daar nu afspraken over te ma
ken, want anders krijgen we oor
log met de PTT en die verliezen
we want we zijn gewoon niet zo
sterk."
Dat proeven met het aanbieden
van een goedkoop en een duur
der programmapakket in een
aantal gemeenten niet zo'n suc
ces is geworden, is volgens Een
hoorn niet onlogisch. „Men
dacht: er zijn mensen met weinig
geld en die moeten we een goed
koop basispakket bieden. Wat
bleek nu? Veel mensen met een
minder hoog inkomen kiezen
toch voor het uitgebreide pak
ket. Bejaarden of werklozen kij
ken vaak veel tv en willen dus
toch een groot aanbod. Mis
schien is het beter om, als je toch
verschillende pakketten wil, te
zorgen voor meer individuele
keuzemogelij kheden.
Om te voorkomen dat de kabel
abonnee in de toekomst met for
se prijsverhogingen wordt ge
confronteerd moeten de exploi
tanten voor extra inkomsten
kunnen zorgen, stelt Eenhoorn.
„Dat kan wanneer hen. via een
aanpassing van de mediawet, de
mogelijkheid wordt geboden om
programma's in te kopen of door
te geven met daarin een aantal
'blanco' minuten. Die minuten
kan de exploitant dan verkopen
aan regionale adverteerders. Ik
denk dat daar een markt voor is.
Exploitanten kunnen eventueel
voor de advertentiewerving een
organisatie opzetten, samen
met de regionale dagbladpers."
In Nederland kan best een dis
cussie worden gevoerd over het
mogelijke aantal commerciële
zenders, maar dat neemt niet
weg dat in de toekomst vooral
Europese commerciële zenders
van groot belang zullen worden,
zegt Eenhoorn.
„Daarbij zullen in verschillende
landen dezelfde programma's te
zien zijn, van commentaar voor
zien of ondertiteld in de taal van
het land. We zullen kleine pu
blieke nationale omroepen hou
den en misschien nog een enkele
commerciële landelijke omroep,
maar daarnaast komen er grote
Europese commerciële omroe
pen die allemaal op doelgroepen
gericht zullen zijn. Ik ben ervan
overtuigd dat kabelexploitan
ten een belangrijke rol kunnen
vervullen om dat op den duur
voor elkaar te krijgen."
Eenhoorn ziet een ontwikkeling
waarbij het televisie-aanbod
wordt gedomineerd door (com
merciële) regionale zenders
enerzijds en internationale zen
ders anderzijds, als onafwend
baar.
„Of een zender succes kent
hangt af van de kijkers. Kun je
geen kijkers aan je binden, dan
verlies je je adverteerders. Maar
dat hoort bij de vrije ontwikke
ling van de markt. Een komen en
gaan van zenders, dat vind ik he
lemaal geen punt. Als er maar
een kleine publieke omroep
blijft, gefinancierd door belas
tinggelden of omroepbijdragen.
Ik behoor niet tot de denkers die
zeggen: wat op de vrije markt
ontstaat deugt niet. Er wordt
vaak verwezen naar de Verenig
de Staten maar het is absoluut
niet zo dat daar alleen kwalita
tief slechte televisie te zien is, in
tegendeel. Nederlanders zijn
vaak zo hautain, maar zijn onze
publieke omroepen zo fantas
tisch, grandioos en gewild?"
■••r.v
Nico Scheepmaker
omdat zo'n prijs de kans op ver
dere opdrachten naar verre
vreemde landen sterk vergroot.
"De jury vermeldt met res
pect het feit dat vijf van de negen
'genomineerde' artikelen waar
uit gekozen moest worden in de
ANWB-bladen 'Reizen' en 'Op
pad' verschenen, en wil ook een
bijzonder compliment maken
aan het tweemaandelijks maga
zine 'Azië', dat bij uitgeverij De
Vrijbuiter B .Val zijn derde jaar
gang ingaat." las ik op. En ik
vervolgde: "Zulke speciale
vermeldingen zijn doorgaans
een voorafspiegeling van het feit
dat zij de grote prijs niet gekre
gen hebben, en dat geldt ook
voor de runners-up Marjo Visser
en Gerrit Overdijkink. De Pers
prijs Toerisme 1989 gaat name
lijk naar Frenk van der Linden
voor diens Jordanië-reportage
"De valse oase van het Mid
den-Oosten" in Avenue, met
fotografie van Lineke Rippen.
Een uitstekend geschreven stuk,
columnistisch van opzet, ook
wat de inbreng van de eigen per
soon betreft, met een goed oog
voor details en situaties, en met
een portie cynisme die twee van
de juryleden minder hinderde
dan het derde jurylid..."
Applaus, Frenk van der Linden
kwam naar voren, ik gaf hem
een lege handdruk, en hoorde
tien minuten later, toen iedereen
zich al naar de lopende lunch be
gaf, dat de Rijksvoorlichtings
dienst zojuist gebeld had dat mr.
Pieter van Vollenhoven de prijs
winnaar gaarne wilde ontmoe
ten, maar niet de prijs zou uitrei
ken, omdat er in het bekroonde
artikel enkele minder vleiende
dingen over het bevriende
staatshoofd koning Hussein
stonden!
Als gewoon mens sta je daar niet
bij stil, maar gelukkig waakt de
Rijksvoorlichtingsdienst als een
Cerberus over het wel en wee
van het binnen- en buitenlandse
blazoen van de leden van ons ko
ninklijk huis, dus die eervolle
handeling van de prijsuitreiking
moest mr. Pieter laten schieten.
En inderdaad, Frenk van der
Linden citeert een Jordaanse
journalist van Palestijnse origi
ne, die zegt: "De vorst heeft zo
zijn manieren om notoire dwars
liggers onder de duim te krijgen.
Radicale Palestijnen laat hij
vastzetten om hun na verloop
van jaren belangrijke posten
aan te bieden: minister, direc
teur van Aqaba-haven, ambas
sadeur. Een oude truc, maar me
nigeen tuint erin."
En ook: "Hij onderdrukt alles
wat een bedreiging kan vormen:
communistische cellen, Pale
stijns verzet, fundamentalis-
tisch-islamitische
bewegingen!' Politieke par
tijen zijn verboden, en de Muk-
habarat ('onze eigen versie van
de CIA') is overal,
"waarschijnlijk zelfs in het
sleutelgat hier."
Koning Hussein blijkt de bur
gers ook overal toe te lachen,
"de lippen op elkaar geperst,
in de ogen dat Vaderlijke. Zijn
portret hangt boven de kassa's
van discotheken, achter banklo
ketten, naast de lopende band
van een plastic-bekertjesfabriek
en het gestoelte van de parle
mentsvoorzitter. Hussein Ibn
Talal, Groot Roerganger van
Jordanië."
En tot slot: "Het is verleide
lijk hem het etiket van despoot
op te plakken. Te simpel: lave
rend tussen Palestijns, Iraans,
Syrisch en Israëlisch extremis
me poogt de monarch compro
missen te sluiten om het vredes
proces te stimuleren - zij het nim
mer ten koste van de staat Jor
danië en z'n eigen aspiraties.
Voor een man die in het Westen
heeft gestudeerd wellicht een
vanzelfsprekende houding, in
dit deel van de wereld een zeld
zaam positieve attitude. Onder
wijl ontwikkelt Hussein, te vaak
met harde hand, zijn land."
Dat was het wel zo'n beetje. Als
Hussein Pieter dezer dagen op
belt met de vraag wat er nu ei
genlijk in dat artikel van Frenk
stond, dan kan Pieter het beste
die laatste alinea voorlezen en
verder maar wat mompelen van
'en dat soort dingen'. Dan komt
het allemaal wel goed.
(Van onze juridisch medewerker
Gijs Schreuders)
Hinder en schade als gevolg
van vandalisme lijken on
stuitbaar toe te nemen. Maar
een rapport over de zogeheten
HALT-projecten ter bestrijding
van baldadige vernielzucht
geeft een lichtpuntje te zien.
De afkorting HALT staat voor
Het ALTernatief. In 1981 is Rot
terdam er als eerste mee begon
nen. Jongeren die door de politie
werden gepakt wegens het ver
nielen of bekladden van ander
mans eigendom of gemeen-
schapsbezit. verplichten zich de
schade te herstellen of andere
bezigheden te verrichten die ver
band houden met het gepleegde
feit. Als de officier van justitie de
overeenkomst goedkeurt, ziet
hij af van vervolging. De afgelo
pen twee jaar zijn zo circa drie
duizend gevallen afgehandeld.
Onderzoekers van het ministe
rie van justitie noemen deze aan
pak van het vandalisme effec
tief. Niet dat er aan het vandalis
me een halt is toegeroepen,
maar jongeren die via HALT „lik
op stuk" krijgen, vervallen min
der of in ieder geval minder snel
in herhaling dan andere van-
daaltjes die van de rechter een
boete moeten betalen of een be
risping krijgen.
De afgelopen jaren heeft het
aantal HALT-bureaus een
stormachtige groei doorge
maakt. Inmiddels zijn er al zo'n
vijftig tot stand gekomen, aan
gemoedigd door een speciale sti
muleringsregeling van het mi
nisterie van justitie. Staatsse
cretaris A. Kosto heeft de con
clusie van de onderzoekers on
derschreven, dat in het gehele
land dergelijke instellingen
moeten komen. Het ministerie
kan dit bevorderen door de tijde
lijke ondersteuning die gemeen
ten voor het opzetten van een
HALT-project ontvangen, een
permanent karakter te geven.
Het gunstige rapport over
HALT is gebaseerd op een steek
proef in drie gemeenten, .Dor
drecht, Rotterdam en Eindho
ven. De onderzoekers onder
vroegen 179 jongeren die zich
schuldig hadden gemaakt aan
bekladden, vernielen, graffiti,
ruiten ingooien, en brandstich
ting. De ondervraagden, gemid
deld vijftien jaar oud, behoren
niet tot een uitzonderlijke pro
bleemgroep. Een meerderheid
van de jongelui die aan de slag
zijn gezet om de aangerichte
schade te herstellen komt niet
op korte termijn opnieuw met de
politie in aanraking. De „tradi
tioneel" bestraften vervielen
Een mededeling, die geen toelichting behoeft foto Ruben Oreei)
voor tachtig procent in herha
ling.
Deze uitkomst van het onder
zoek stemt overeen met de be
doeling om vooral de mentaliteit
van jeugdige vandalen te bein-
vloeden. Om hen te confronte
ren met de gevolgen van het
wangedrag, wordt een bezigheid
gezocht die zo goed mogelijk
aansluit bij het gepleegde feit.
Bijvoorbeeld het schoonschrob-
ben van met graffiti bewerkte
gebouwen. Zij merken dan pas
goed wat zij hebben aangericht.
Er zit een voordeel aan voor de
betrokkenen: als de dader het
overeengekomen werk uitvoert,
blijft opneming in de justitiële
documentatie („strafblad") ach
terwege. Ook de benadeelden
kunnen baat hebben bij deze
aanpak van het vandalisme.
HALT bemiddelt namelijk - zij
het nog te weinig - bij de betaling
van schadevergoeding aan de
benadeelden. Dat is doelmatiger
dan wanneer de gedupeerden al
leen maar een schadevergoe
ding kunnen krijgen indien zij
zich als beledigde partij voegen
in een strafproces. Ook de politie
is tevreden, omdat er via HALT
snel en zichtbaar actie volgt op
een proces-verbaal.
In alle opzichten valt de vergelij
king met de traditionele bestraf
fing van vandalisme door jonge
ren - een geldboete of een beris
ping - dus gunstig uit. Vooral de
snelheid van de reactie en het
duidelijke verband tussen de op
gelegde werkzaamheden en de
gepleegde feiten dragen bij tot
een gedragsverandering.
Het gaat namelijk meestal om
strafbare feiten die vroeger hele
maal niet zouden zijn vervolgd.
AJle gevallen van vandalisme bij
elkaar leveren een enorm maat
schappelijk euvel op: grote scha
debedragen, verloedering van
straten en buurten, vergroting
van het gevoel van onveiligheid.
Maar de zaak tegen een betrapte
14-jarige die een ruit ingooit, zal
normaal gesproken worden ge
seponeerd. HALT biedt overi
gens geen alternatief voor een
bestraffing door de rechter,
maar voor helemaal niets doen.
Vanuit de reclassering wordt
met enige zorg gewezen op de
„aanzuigende werking" die de
alternatieve aanpak van straf
bare feiten met zich mee kan
brengen. „Hoe zachtaardiger,
aantrekkelijker en succesvoller
een sanctie lijkt, hoe vaker deze
zal worden gebruikt en hoe meer
mensen ermee geconfronteerd
zullen worden," schreven twee
medewerkers van de reclasse
ring in het blad Justitiële Ver
kenningen. Een onderzoeker
van het ministerie van justitie,
drs. P.H. van der Laan, wees er
op dat meer jongeren dan voor
heen te maken krijgen met sanc
ties van „autoriteitsfiguren". Zij
blijven wel buiten het strafrecht,
maar komen toch in een „offi
cieel circuit" terecht.
Het succes van de HALT-projec
ten zal naar nu al valt te voor
spellen, leiden tot soortgelijke
alternatieven in de bestrijding
van andere veel voorkomende
criminaliteit, zoals winkeldief
stal of het stelen van fietsen. Een
regeling van de rechtspositie
van verdachten, die niet met een
onafhankelijke rechter te ma
ken krijgen, mag niet te lang op
zich laten wachten. Weliswaar
kiezen deze verdachten vrijwil
lig voor een „alternatieve straf',
maar zij mogen daarmee niet het
recht verspelen beklag te doen.
Alternatieve straffen zijn niet al
leen in de vorm van HALT-pro
jecten, maar ook in het straf
recht zelf in opmars. Dat is een
gunstige ontwikkeling, omdat er
zo een zinnig verband kan wor
den gelegd tussen het strafbare
gedrag en de sanctie. Van ouds
her hebben de voorstanders van
alternatieve straffen (dienstver
lening en in het jeugdstrafrecht
ook leerprojecten) gehoopt dat
zij daarmee de toepassing van
vrijheidsstraffen zouden kunnen
terugdringen. In werkelijkheid
blijkt dit nog nergens te zijn ge
beurd. Integendeel, de vrijheids
straf wordt juist vaker toege
past. Daar bovenop komen de
alternatieve straffen voor geval
len die voorheen onbestraft ble
Thuis en baby krijgen moet worden gestimuleerd, vindt de
Tweede Kamer foto Roland de BruinIGPD)
(Van onze verslaggeefster
Anje Romein)
Het aantal vrouwen dat
thuis bevalt, schom
melt al een aantal jaren
rond de 35 procent. Was het
in de jaren '70 trend om in
het ziekenhuis een baby ter
wereld te brengen, nu baren
weer meer vrouwen in hun
eigen bed. Maar dat aantal
zou nog best wat omhoog
mogen.
Onlangs sprak de Tweede
Kamer zich uit voor het sti
muleren van thuis bevallen.
Het moet nu maar eens afge
lopen zijn met de medicalise-
ring van dit natuurlijke pro
ces, dat prima begeleid kan
worden door een vroed
vrouw. Pas als er sprake is
van een afwijkende situatie
kan de gynaecoloog in het
ziekenhuis ingeschakeld
worden, zo vindt de Kamer.
Toch zitten er nogal wat ha
ken en ogen aan de suggestie
van de Kamer. Zoals de keu
zevrijheid van de vrouw, het
grote verschil tussen verste
delijkte gebieden en het
platteland en de manier
waarop gynaecologen, huis
artsen en vroedvrouwen
(slechts drie procent van de
verloskundigen is man) sa
menwerken.
Een zwangere vrouw komt
over het algemeen eerst bij
de huisarts terecht. Die kan
haar doorverwijzen naar de
gynaecoloog in het zieken
huis of naar een verloskundi
ge, die de bevalling thuis
leidt of in de polikliniek. Als
er geen complicaties lijken
te zijn, zou dat laatste het ge
val moeten zijn.
„Een grote groep artsen acht
het werk van de verloskundi
gen hoog. Deze zijn immers
goed opgeleid en kunnen
zelfstandig een praktijk uit
oefenen. Maar er zijn artsen
die spreken over 'onnodig lij
den' als iemand thuis bevalt.
Zij menen dat een bevalling
in het ziekenhuis veel pro-
bleemlozer verloopt", zegt
Jannie Zwart, algemeen se
cretaris van de Nederlandse
Organisatie van Verloskun
digen.
Bij de keuze tussen de ver
loskundige thuis of de gy
naecoloog in het ziekenhuis,
de regio's waar geen verlos
kundigen-praktijk is even
daar gelaten, spelen ook nog
andere argumenten een rol.
Zwart: „In sommige gebie
den is er sprake van een ge
vecht om de patiënt. Sommi
ge artsen verwijzen door
naar de gynaecoloog omdat
deze een goede vriend van
hen is. Ook de financiën van
de specialist spelen een rol".
Daarnaast is de aard van de
vrouw zelf van doorslagge
vende betekenis bij de keus
tussen het eigen bed en dat
in een ziekenhuiskamer.
Sommige aanstaande moe
ders zijn zo zenuwachtig dat
ze rustiger worden bij het
idee dat er, mocht er wat mis
gaan, in ieder geval allerlei
apparatuur aanwezig is.
Toch biedt bevallen in het
ziekenhuis volgens Zwart
slechts 'schijnzekerheid'.
Als het ernaar uitziet dat
vrouw en kind gezond zijn, is
een bevalling in het zieken
huis met een specialist erbij
volgens haar niet nodig.
„Thuis in de eigen omgeving
voelen de meeste vrouwen
zich het prettigst. Ze zijn er
vrij in hun doen en laten en
kunnen zelf een houding be
palen. Soms wil een echt
paar graag dat de andere
kinderen er ook bij zijn, veel
ziekenhuizen laten dat niet
toe", aldus Jannie Zwart.
Blijken er tijdens de zwan
gerschap of de bevalling
toch complicaties te zijn,
dan kan de aanstaande moe
der altijd nog besluiten in
het ziekenhuis te bevallen.
„Met een ambulance ben je
er zo. In het ziekenhuis kan
natuurlijk ook best een goe
de sfeer zijn. Maar er zijn er
genoeg met niet meer dan
een krukje voor de vader".
Schijnzekerheid of niet, 65
procent van de vrouwen be
valt in het ziekenhuis. Iets
minder dan de helft (43 pro
cent) van hen doet dat op ad
vies van huisarts of gynaeco
loog. Bij de rest is het de vrije
keuze van de vrouw. Omdat
ze zelf onzeker is of omdat er
geen verloskundige in de
woonplaats woont en de
huisarts het liever niet zelf
doet.
Ook dat is nog een punt van
discussie: moet de huisarts
zelf bevallingen blijven
doen, ook als er een verlos
kundigenpraktijk in de
buurt is. Staatssecretaris Si
mons (volksgezondheid)
vindt dat noodzakelijk, om
ervoor te zorgen dat zij de
kunst niet verleren. Een mi
nimum van tien bevallingen
per jaar lijkt hem wel het
minste.
Jannie Zwart is het niet met
hem eens: „Ik vindt het on
nodige concurrentie voor de
vroedvrouw. Bovendien zijn
tien of vijftien bevallingen
per jaar veel te weinig. Een
goede verloskundige moet
minstens veertig bevalling
per jaar leiden".
Uiteindelijk bevalt gemid
deld 35 procent van de vrou
wen thuis. Opvallend daar
bij is het grote verschil tus
sen de provincies in het wes
ten en bij voorbeeld Lim
burg, waar 80 procent van de
vrouwen in het ziekenhuis
bevalt. „De invloed van gy
naecologen is in die provin
cie groter. De keuze van de
vrouw wordt toch voor een
groot deel beïnvloed door de
huisarts. Het is maar net hoe
hij over vroedvrouwen
denkt", is de verklaring van
Jannie Zwart daarvoor.
In de genoemde percentages
zit de laatste vijfjaar nauwe
lijks verandering meer. Toch
wil de Tweede Kamer het
thuis bevallen meer stimule
ren.
„Men gaat ervan uit dat
thuis bevallen goedkoper is.
Maar nog nooit heeft iemand
eens uitgerekend of het nou
écht voordeliger is. Als heel
Nederland en masse in het
ziekenhuis zou bevallen, zou
weieens kunnen blijken dat
we goedkoper uit zijn. Maar
ach, het moet geen kwestie
van geld zijn. Het moet ver
antwoord zijn watje doet".
Dat zegt Geert Berghs, arts
en onderzoeker bij het Nivel,
het Nederlands Instituut
voor Verloskunde in de Eer
ste Lijn. Twee jaar geleden is
hij - samen met Esmeralda
Spanjaards - gepromoveerd
aan de Katholieke Universi
teit in Nijmegen op een on
derzoek naar de veiligheid
van thuisbevallen.
Daaruit bleek dat er verschil
is tussen vrouwen die thuis
en die in het ziekenhuis hun
kind ter wereld brengen. De
vrouwen die, zonder bijzon
dere reden, kozen voor het
ziekenhuis, hadden over het
algemeen een lager oplei
dingsniveau en behoorden
tot een 'ongunstige groep':
bij voorbeeld omdat ze meer
rookten en geneesmiddelen
gebruikten. De 'thuisgroep'
betrof veel meer academici
en studerende echtparen.
„Studenten lopen altijd iets
voor op de rest. Daarom
denk ik dat het aantal thuis
bevallingen nog best toe kan
nemen".
Ook bleek dat in het zieken
huis sneller naar de appara
tuur gegrepen werd. Er wer
den meer kunstverlossingen
verricht met behulp van tan
gen, vacuümpompen en er
werden vaker baby's met de
keizersnee gehaald. „Een gy
naecoloog gebruikt meer ap
paratuur. De gelegenheid
maakt nou eenmaal de dief.
Een verloskundige houdt als
het ware liever haar handen
op de rug".
'j