PZC Valse oase trijfel Succes voor HALT-bureaus tegen onbestraft vandalisme Thuis bevallen is veel gezelliger opinie en achtergrond DONDERDAG 11 JANUARI 1990 1 I I II I I IITT Europa Ml Aanzuigend Schijnzekerheid Concurrentie Goedkoper Handen af van het kabelaanbod i Van onze rtv-redacteur René T'Sas) TV10 had, om te kunnen overleven, in een vroeger stadium voor een buitenlandse constructie moeten kiezen. Dat vindt drs. H.B. Eenhoorn, voor zitter van de vereniging van ka belexploitanten Vecai. „Het was duidelijk dat het wachten op de 'koninklijke weg' een zaak van lange adem zou worden. Ik heb al geruime tijd geleden te gen de mensen van TV10 ge zegd: ik weet niet hoe lang jullie financiële polsstok is, maar die moet wel erg lang zijn om de ko mende periode te kunnen over bruggen. En dat is ook wel ge bleken. Ik denk dat ze eerder hadden moeten kiezen." Over de contracten die door de kabelexploitanten met Esselte, namens TV10, werden gesloten zegt Eenhoorn: „Er waren twee soorten contracten. Sommige zouden vervallen wanneer TV10 niet zou uitzenden, bij de andere verplicht Esselte zich ertoe voor een vervangend, gelijksoortig, programma-aanbod te zorgen. Als dat niet lukt kan ik me voor stellen dat Esselte voorstelt een afkoopsom te betalen. Tot nu toe hebben we met Esselte altijd prima samen kunnen werken, dus ik denk dat we er in goed overleg uitkomen. Maar dat neemt niet weg dat de opheffing van TV10 voor de exploitanten teleurstellend is en dat het in fi nanciële zin ook een verminde ring van de gedachte inkomsten betekent." Of TV10 en Veronique naast el kaar hadden kunnen bestaan? Volgens Eenhoorn is dat moei lijk te zeggen. „Dat had de tijd wel geleerd. Maar nu is het niet de zender met de beste program mering die heeft overleefd, maar diegene die de beste juridische constructie heeft gekozen. Het aanbod is nu niet mee bepaald door de kijkersmarkt maar door archaïsche juridische regeltjes die tot doel hadden een muur rond Nederland te bouwen." De rijksoverheid, meent Een hoorn, doet er goed aan zich niet langer te bemoeien met het ka belaanbod. „De kabel moet hele maal vrij zijn zodat we zelf, aan de hand van een behoefte-onder zoek, het pakket kunnen aan passen en zo gevarieerd moge lijk houden. Het rijk heeft vijf tien jaar geleden niet in de aan leg van kabelnetten willen in vesteren. Gemeenten en parti culieren hebben de risico's geno men. Er is een prima netwerk op- Op de Vakdag van de Vakan tiebeurs in Utrecht mocht ik als jurylid voor de Persprijs Toe risme 1989 het juryrapport voor lezen en derhalve ook de win naar bekend maken voor een publiek van journalisten, tour operators en andere mensen die beroepshalve met het toerisme te maken hebben. Tevoren had ik er op gewezen dat de winnaar van mij slechts een 'lege hand druk zou krijgen, omdat de prijs zelf later zou worden uitgereikt door mr. Pieter van Vollenho ven. Dat leek Fief van Drumpt, die de perszaken van de Jaar beurs behartigt, wel een aardige geste jegens Pieter van Vollen hoven, maar ook jegens de win naar, die daardoor allicht wat meer publiciteit zou trekken, al was het maar via foto's. Zo'n prijs wordt door de schrijvers van toeristische artikelen graag gewonnen, hoorde ik na afloop van enkelen die hem niet gewon nen hadden, niet vanwege het bijbehorende geldbedrag, maar Het kopstation van de kabel tv in Goes (foto Willem Mieras) Vecai-voorzitter drs H. B. Eenhoorn ifoto Peter Senteur/GPD) gebouwd en er wordt nog steeds geïnvesteerd. Op het moment dat zich nu allerlei interessante zenders aanbieden gaat de over heid bepalen wat we wel of niet mogen doorgeven. Dat vind ik heel treurig." Kabelexploitanten moeten hun eigen koers kunnen bepalen, zo aindt Eenhoorn, mede omdat er op het moment ook een „leven dige handel" in kabelnetten is ontstaan. „Gezien de toekomsti ge ontwikkelingen kon de kassa best eens gaan rinkelen in deze sector. In Duitsland wordt voor miljarden geïnvesteerd in de aanleg van kabelnetten. En er opereert al een groot Fins bedrijf dat overal in Europa netten op koopt." Om te kunnen inspelen op de be hoeften zouden de kabelexpoi- tanten, naast een basispakket, ook uitgebreide 'pluspakketten' moeten aanbieden en zouden abonnees ook de mogelijkheid moeten hebben om individueel voor bepaalde zenders te kiezen, zo meent de Vecai-voorzitter. „Technisch is dat best te realise ren. Het kost vrij veel geld maar ik denk dat we daar naar toe moeten." Eenhoorn ontkent niet dat forse investeringen voor kleine ex ploitanten problemen kunnen opleveren, „maar we werken er hard aan om te komen tot regio nale kabelbedrijven. Dat is ook makkelijk bij onderhandelingen met programma-aanbieders. Bovendien geeft het je meer mo gelijkheden bij het opzetten van nieuwe diensten op het terrein van het data-verkeer." Over dat laatste is de Vecai in gesprek met de PTT. „We moe ten in principe op ons eigen ter rein blijven, maar tussen het ge wone data- en telefoonverkeer enerzijds en het aanbieden van radio- en tv-signalen anderzijds ontstaat een gebied met nieuwe mogelijkheden. We proberen daar nu afspraken over te ma ken, want anders krijgen we oor log met de PTT en die verliezen we want we zijn gewoon niet zo sterk." Dat proeven met het aanbieden van een goedkoop en een duur der programmapakket in een aantal gemeenten niet zo'n suc ces is geworden, is volgens Een hoorn niet onlogisch. „Men dacht: er zijn mensen met weinig geld en die moeten we een goed koop basispakket bieden. Wat bleek nu? Veel mensen met een minder hoog inkomen kiezen toch voor het uitgebreide pak ket. Bejaarden of werklozen kij ken vaak veel tv en willen dus toch een groot aanbod. Mis schien is het beter om, als je toch verschillende pakketten wil, te zorgen voor meer individuele keuzemogelij kheden. Om te voorkomen dat de kabel abonnee in de toekomst met for se prijsverhogingen wordt ge confronteerd moeten de exploi tanten voor extra inkomsten kunnen zorgen, stelt Eenhoorn. „Dat kan wanneer hen. via een aanpassing van de mediawet, de mogelijkheid wordt geboden om programma's in te kopen of door te geven met daarin een aantal 'blanco' minuten. Die minuten kan de exploitant dan verkopen aan regionale adverteerders. Ik denk dat daar een markt voor is. Exploitanten kunnen eventueel voor de advertentiewerving een organisatie opzetten, samen met de regionale dagbladpers." In Nederland kan best een dis cussie worden gevoerd over het mogelijke aantal commerciële zenders, maar dat neemt niet weg dat in de toekomst vooral Europese commerciële zenders van groot belang zullen worden, zegt Eenhoorn. „Daarbij zullen in verschillende landen dezelfde programma's te zien zijn, van commentaar voor zien of ondertiteld in de taal van het land. We zullen kleine pu blieke nationale omroepen hou den en misschien nog een enkele commerciële landelijke omroep, maar daarnaast komen er grote Europese commerciële omroe pen die allemaal op doelgroepen gericht zullen zijn. Ik ben ervan overtuigd dat kabelexploitan ten een belangrijke rol kunnen vervullen om dat op den duur voor elkaar te krijgen." Eenhoorn ziet een ontwikkeling waarbij het televisie-aanbod wordt gedomineerd door (com merciële) regionale zenders enerzijds en internationale zen ders anderzijds, als onafwend baar. „Of een zender succes kent hangt af van de kijkers. Kun je geen kijkers aan je binden, dan verlies je je adverteerders. Maar dat hoort bij de vrije ontwikke ling van de markt. Een komen en gaan van zenders, dat vind ik he lemaal geen punt. Als er maar een kleine publieke omroep blijft, gefinancierd door belas tinggelden of omroepbijdragen. Ik behoor niet tot de denkers die zeggen: wat op de vrije markt ontstaat deugt niet. Er wordt vaak verwezen naar de Verenig de Staten maar het is absoluut niet zo dat daar alleen kwalita tief slechte televisie te zien is, in tegendeel. Nederlanders zijn vaak zo hautain, maar zijn onze publieke omroepen zo fantas tisch, grandioos en gewild?" ■••r.v Nico Scheepmaker omdat zo'n prijs de kans op ver dere opdrachten naar verre vreemde landen sterk vergroot. "De jury vermeldt met res pect het feit dat vijf van de negen 'genomineerde' artikelen waar uit gekozen moest worden in de ANWB-bladen 'Reizen' en 'Op pad' verschenen, en wil ook een bijzonder compliment maken aan het tweemaandelijks maga zine 'Azië', dat bij uitgeverij De Vrijbuiter B .Val zijn derde jaar gang ingaat." las ik op. En ik vervolgde: "Zulke speciale vermeldingen zijn doorgaans een voorafspiegeling van het feit dat zij de grote prijs niet gekre gen hebben, en dat geldt ook voor de runners-up Marjo Visser en Gerrit Overdijkink. De Pers prijs Toerisme 1989 gaat name lijk naar Frenk van der Linden voor diens Jordanië-reportage "De valse oase van het Mid den-Oosten" in Avenue, met fotografie van Lineke Rippen. Een uitstekend geschreven stuk, columnistisch van opzet, ook wat de inbreng van de eigen per soon betreft, met een goed oog voor details en situaties, en met een portie cynisme die twee van de juryleden minder hinderde dan het derde jurylid..." Applaus, Frenk van der Linden kwam naar voren, ik gaf hem een lege handdruk, en hoorde tien minuten later, toen iedereen zich al naar de lopende lunch be gaf, dat de Rijksvoorlichtings dienst zojuist gebeld had dat mr. Pieter van Vollenhoven de prijs winnaar gaarne wilde ontmoe ten, maar niet de prijs zou uitrei ken, omdat er in het bekroonde artikel enkele minder vleiende dingen over het bevriende staatshoofd koning Hussein stonden! Als gewoon mens sta je daar niet bij stil, maar gelukkig waakt de Rijksvoorlichtingsdienst als een Cerberus over het wel en wee van het binnen- en buitenlandse blazoen van de leden van ons ko ninklijk huis, dus die eervolle handeling van de prijsuitreiking moest mr. Pieter laten schieten. En inderdaad, Frenk van der Linden citeert een Jordaanse journalist van Palestijnse origi ne, die zegt: "De vorst heeft zo zijn manieren om notoire dwars liggers onder de duim te krijgen. Radicale Palestijnen laat hij vastzetten om hun na verloop van jaren belangrijke posten aan te bieden: minister, direc teur van Aqaba-haven, ambas sadeur. Een oude truc, maar me nigeen tuint erin." En ook: "Hij onderdrukt alles wat een bedreiging kan vormen: communistische cellen, Pale stijns verzet, fundamentalis- tisch-islamitische bewegingen!' Politieke par tijen zijn verboden, en de Muk- habarat ('onze eigen versie van de CIA') is overal, "waarschijnlijk zelfs in het sleutelgat hier." Koning Hussein blijkt de bur gers ook overal toe te lachen, "de lippen op elkaar geperst, in de ogen dat Vaderlijke. Zijn portret hangt boven de kassa's van discotheken, achter banklo ketten, naast de lopende band van een plastic-bekertjesfabriek en het gestoelte van de parle mentsvoorzitter. Hussein Ibn Talal, Groot Roerganger van Jordanië." En tot slot: "Het is verleide lijk hem het etiket van despoot op te plakken. Te simpel: lave rend tussen Palestijns, Iraans, Syrisch en Israëlisch extremis me poogt de monarch compro missen te sluiten om het vredes proces te stimuleren - zij het nim mer ten koste van de staat Jor danië en z'n eigen aspiraties. Voor een man die in het Westen heeft gestudeerd wellicht een vanzelfsprekende houding, in dit deel van de wereld een zeld zaam positieve attitude. Onder wijl ontwikkelt Hussein, te vaak met harde hand, zijn land." Dat was het wel zo'n beetje. Als Hussein Pieter dezer dagen op belt met de vraag wat er nu ei genlijk in dat artikel van Frenk stond, dan kan Pieter het beste die laatste alinea voorlezen en verder maar wat mompelen van 'en dat soort dingen'. Dan komt het allemaal wel goed. (Van onze juridisch medewerker Gijs Schreuders) Hinder en schade als gevolg van vandalisme lijken on stuitbaar toe te nemen. Maar een rapport over de zogeheten HALT-projecten ter bestrijding van baldadige vernielzucht geeft een lichtpuntje te zien. De afkorting HALT staat voor Het ALTernatief. In 1981 is Rot terdam er als eerste mee begon nen. Jongeren die door de politie werden gepakt wegens het ver nielen of bekladden van ander mans eigendom of gemeen- schapsbezit. verplichten zich de schade te herstellen of andere bezigheden te verrichten die ver band houden met het gepleegde feit. Als de officier van justitie de overeenkomst goedkeurt, ziet hij af van vervolging. De afgelo pen twee jaar zijn zo circa drie duizend gevallen afgehandeld. Onderzoekers van het ministe rie van justitie noemen deze aan pak van het vandalisme effec tief. Niet dat er aan het vandalis me een halt is toegeroepen, maar jongeren die via HALT „lik op stuk" krijgen, vervallen min der of in ieder geval minder snel in herhaling dan andere van- daaltjes die van de rechter een boete moeten betalen of een be risping krijgen. De afgelopen jaren heeft het aantal HALT-bureaus een stormachtige groei doorge maakt. Inmiddels zijn er al zo'n vijftig tot stand gekomen, aan gemoedigd door een speciale sti muleringsregeling van het mi nisterie van justitie. Staatsse cretaris A. Kosto heeft de con clusie van de onderzoekers on derschreven, dat in het gehele land dergelijke instellingen moeten komen. Het ministerie kan dit bevorderen door de tijde lijke ondersteuning die gemeen ten voor het opzetten van een HALT-project ontvangen, een permanent karakter te geven. Het gunstige rapport over HALT is gebaseerd op een steek proef in drie gemeenten, .Dor drecht, Rotterdam en Eindho ven. De onderzoekers onder vroegen 179 jongeren die zich schuldig hadden gemaakt aan bekladden, vernielen, graffiti, ruiten ingooien, en brandstich ting. De ondervraagden, gemid deld vijftien jaar oud, behoren niet tot een uitzonderlijke pro bleemgroep. Een meerderheid van de jongelui die aan de slag zijn gezet om de aangerichte schade te herstellen komt niet op korte termijn opnieuw met de politie in aanraking. De „tradi tioneel" bestraften vervielen Een mededeling, die geen toelichting behoeft foto Ruben Oreei) voor tachtig procent in herha ling. Deze uitkomst van het onder zoek stemt overeen met de be doeling om vooral de mentaliteit van jeugdige vandalen te bein- vloeden. Om hen te confronte ren met de gevolgen van het wangedrag, wordt een bezigheid gezocht die zo goed mogelijk aansluit bij het gepleegde feit. Bijvoorbeeld het schoonschrob- ben van met graffiti bewerkte gebouwen. Zij merken dan pas goed wat zij hebben aangericht. Er zit een voordeel aan voor de betrokkenen: als de dader het overeengekomen werk uitvoert, blijft opneming in de justitiële documentatie („strafblad") ach terwege. Ook de benadeelden kunnen baat hebben bij deze aanpak van het vandalisme. HALT bemiddelt namelijk - zij het nog te weinig - bij de betaling van schadevergoeding aan de benadeelden. Dat is doelmatiger dan wanneer de gedupeerden al leen maar een schadevergoe ding kunnen krijgen indien zij zich als beledigde partij voegen in een strafproces. Ook de politie is tevreden, omdat er via HALT snel en zichtbaar actie volgt op een proces-verbaal. In alle opzichten valt de vergelij king met de traditionele bestraf fing van vandalisme door jonge ren - een geldboete of een beris ping - dus gunstig uit. Vooral de snelheid van de reactie en het duidelijke verband tussen de op gelegde werkzaamheden en de gepleegde feiten dragen bij tot een gedragsverandering. Het gaat namelijk meestal om strafbare feiten die vroeger hele maal niet zouden zijn vervolgd. AJle gevallen van vandalisme bij elkaar leveren een enorm maat schappelijk euvel op: grote scha debedragen, verloedering van straten en buurten, vergroting van het gevoel van onveiligheid. Maar de zaak tegen een betrapte 14-jarige die een ruit ingooit, zal normaal gesproken worden ge seponeerd. HALT biedt overi gens geen alternatief voor een bestraffing door de rechter, maar voor helemaal niets doen. Vanuit de reclassering wordt met enige zorg gewezen op de „aanzuigende werking" die de alternatieve aanpak van straf bare feiten met zich mee kan brengen. „Hoe zachtaardiger, aantrekkelijker en succesvoller een sanctie lijkt, hoe vaker deze zal worden gebruikt en hoe meer mensen ermee geconfronteerd zullen worden," schreven twee medewerkers van de reclasse ring in het blad Justitiële Ver kenningen. Een onderzoeker van het ministerie van justitie, drs. P.H. van der Laan, wees er op dat meer jongeren dan voor heen te maken krijgen met sanc ties van „autoriteitsfiguren". Zij blijven wel buiten het strafrecht, maar komen toch in een „offi cieel circuit" terecht. Het succes van de HALT-projec ten zal naar nu al valt te voor spellen, leiden tot soortgelijke alternatieven in de bestrijding van andere veel voorkomende criminaliteit, zoals winkeldief stal of het stelen van fietsen. Een regeling van de rechtspositie van verdachten, die niet met een onafhankelijke rechter te ma ken krijgen, mag niet te lang op zich laten wachten. Weliswaar kiezen deze verdachten vrijwil lig voor een „alternatieve straf', maar zij mogen daarmee niet het recht verspelen beklag te doen. Alternatieve straffen zijn niet al leen in de vorm van HALT-pro jecten, maar ook in het straf recht zelf in opmars. Dat is een gunstige ontwikkeling, omdat er zo een zinnig verband kan wor den gelegd tussen het strafbare gedrag en de sanctie. Van ouds her hebben de voorstanders van alternatieve straffen (dienstver lening en in het jeugdstrafrecht ook leerprojecten) gehoopt dat zij daarmee de toepassing van vrijheidsstraffen zouden kunnen terugdringen. In werkelijkheid blijkt dit nog nergens te zijn ge beurd. Integendeel, de vrijheids straf wordt juist vaker toege past. Daar bovenop komen de alternatieve straffen voor geval len die voorheen onbestraft ble Thuis en baby krijgen moet worden gestimuleerd, vindt de Tweede Kamer foto Roland de BruinIGPD) (Van onze verslaggeefster Anje Romein) Het aantal vrouwen dat thuis bevalt, schom melt al een aantal jaren rond de 35 procent. Was het in de jaren '70 trend om in het ziekenhuis een baby ter wereld te brengen, nu baren weer meer vrouwen in hun eigen bed. Maar dat aantal zou nog best wat omhoog mogen. Onlangs sprak de Tweede Kamer zich uit voor het sti muleren van thuis bevallen. Het moet nu maar eens afge lopen zijn met de medicalise- ring van dit natuurlijke pro ces, dat prima begeleid kan worden door een vroed vrouw. Pas als er sprake is van een afwijkende situatie kan de gynaecoloog in het ziekenhuis ingeschakeld worden, zo vindt de Kamer. Toch zitten er nogal wat ha ken en ogen aan de suggestie van de Kamer. Zoals de keu zevrijheid van de vrouw, het grote verschil tussen verste delijkte gebieden en het platteland en de manier waarop gynaecologen, huis artsen en vroedvrouwen (slechts drie procent van de verloskundigen is man) sa menwerken. Een zwangere vrouw komt over het algemeen eerst bij de huisarts terecht. Die kan haar doorverwijzen naar de gynaecoloog in het zieken huis of naar een verloskundi ge, die de bevalling thuis leidt of in de polikliniek. Als er geen complicaties lijken te zijn, zou dat laatste het ge val moeten zijn. „Een grote groep artsen acht het werk van de verloskundi gen hoog. Deze zijn immers goed opgeleid en kunnen zelfstandig een praktijk uit oefenen. Maar er zijn artsen die spreken over 'onnodig lij den' als iemand thuis bevalt. Zij menen dat een bevalling in het ziekenhuis veel pro- bleemlozer verloopt", zegt Jannie Zwart, algemeen se cretaris van de Nederlandse Organisatie van Verloskun digen. Bij de keuze tussen de ver loskundige thuis of de gy naecoloog in het ziekenhuis, de regio's waar geen verlos kundigen-praktijk is even daar gelaten, spelen ook nog andere argumenten een rol. Zwart: „In sommige gebie den is er sprake van een ge vecht om de patiënt. Sommi ge artsen verwijzen door naar de gynaecoloog omdat deze een goede vriend van hen is. Ook de financiën van de specialist spelen een rol". Daarnaast is de aard van de vrouw zelf van doorslagge vende betekenis bij de keus tussen het eigen bed en dat in een ziekenhuiskamer. Sommige aanstaande moe ders zijn zo zenuwachtig dat ze rustiger worden bij het idee dat er, mocht er wat mis gaan, in ieder geval allerlei apparatuur aanwezig is. Toch biedt bevallen in het ziekenhuis volgens Zwart slechts 'schijnzekerheid'. Als het ernaar uitziet dat vrouw en kind gezond zijn, is een bevalling in het zieken huis met een specialist erbij volgens haar niet nodig. „Thuis in de eigen omgeving voelen de meeste vrouwen zich het prettigst. Ze zijn er vrij in hun doen en laten en kunnen zelf een houding be palen. Soms wil een echt paar graag dat de andere kinderen er ook bij zijn, veel ziekenhuizen laten dat niet toe", aldus Jannie Zwart. Blijken er tijdens de zwan gerschap of de bevalling toch complicaties te zijn, dan kan de aanstaande moe der altijd nog besluiten in het ziekenhuis te bevallen. „Met een ambulance ben je er zo. In het ziekenhuis kan natuurlijk ook best een goe de sfeer zijn. Maar er zijn er genoeg met niet meer dan een krukje voor de vader". Schijnzekerheid of niet, 65 procent van de vrouwen be valt in het ziekenhuis. Iets minder dan de helft (43 pro cent) van hen doet dat op ad vies van huisarts of gynaeco loog. Bij de rest is het de vrije keuze van de vrouw. Omdat ze zelf onzeker is of omdat er geen verloskundige in de woonplaats woont en de huisarts het liever niet zelf doet. Ook dat is nog een punt van discussie: moet de huisarts zelf bevallingen blijven doen, ook als er een verlos kundigenpraktijk in de buurt is. Staatssecretaris Si mons (volksgezondheid) vindt dat noodzakelijk, om ervoor te zorgen dat zij de kunst niet verleren. Een mi nimum van tien bevallingen per jaar lijkt hem wel het minste. Jannie Zwart is het niet met hem eens: „Ik vindt het on nodige concurrentie voor de vroedvrouw. Bovendien zijn tien of vijftien bevallingen per jaar veel te weinig. Een goede verloskundige moet minstens veertig bevalling per jaar leiden". Uiteindelijk bevalt gemid deld 35 procent van de vrou wen thuis. Opvallend daar bij is het grote verschil tus sen de provincies in het wes ten en bij voorbeeld Lim burg, waar 80 procent van de vrouwen in het ziekenhuis bevalt. „De invloed van gy naecologen is in die provin cie groter. De keuze van de vrouw wordt toch voor een groot deel beïnvloed door de huisarts. Het is maar net hoe hij over vroedvrouwen denkt", is de verklaring van Jannie Zwart daarvoor. In de genoemde percentages zit de laatste vijfjaar nauwe lijks verandering meer. Toch wil de Tweede Kamer het thuis bevallen meer stimule ren. „Men gaat ervan uit dat thuis bevallen goedkoper is. Maar nog nooit heeft iemand eens uitgerekend of het nou écht voordeliger is. Als heel Nederland en masse in het ziekenhuis zou bevallen, zou weieens kunnen blijken dat we goedkoper uit zijn. Maar ach, het moet geen kwestie van geld zijn. Het moet ver antwoord zijn watje doet". Dat zegt Geert Berghs, arts en onderzoeker bij het Nivel, het Nederlands Instituut voor Verloskunde in de Eer ste Lijn. Twee jaar geleden is hij - samen met Esmeralda Spanjaards - gepromoveerd aan de Katholieke Universi teit in Nijmegen op een on derzoek naar de veiligheid van thuisbevallen. Daaruit bleek dat er verschil is tussen vrouwen die thuis en die in het ziekenhuis hun kind ter wereld brengen. De vrouwen die, zonder bijzon dere reden, kozen voor het ziekenhuis, hadden over het algemeen een lager oplei dingsniveau en behoorden tot een 'ongunstige groep': bij voorbeeld omdat ze meer rookten en geneesmiddelen gebruikten. De 'thuisgroep' betrof veel meer academici en studerende echtparen. „Studenten lopen altijd iets voor op de rest. Daarom denk ik dat het aantal thuis bevallingen nog best toe kan nemen". Ook bleek dat in het zieken huis sneller naar de appara tuur gegrepen werd. Er wer den meer kunstverlossingen verricht met behulp van tan gen, vacuümpompen en er werden vaker baby's met de keizersnee gehaald. „Een gy naecoloog gebruikt meer ap paratuur. De gelegenheid maakt nou eenmaal de dief. Een verloskundige houdt als het ware liever haar handen op de rug". 'j

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1990 | | pagina 4