PZC ZATERDAG 30 DECEMBER 1989 9 Keerpunt Werkelijkheid Henk Postma Wanhoop Onverstoorbaar Dikdoend en doemdenkend door de Gouden Delta broodnodig geachte aandrang tot ver nieuwing. ,.Tot nu toe zie ik weinig van die heroriëntatie. Het lijkt er soms op of ook enkele grote ondernemers de ogen voor de toekomst hebben gesloten. Waar zijn de nieuwe ontwikkelingen? Ondernemingen die zich op gunstige plaatsen in het Zeeuwse hebben gevestigd, een sociaal- economisch beleid hebben bevorderd, kunnen zich bij het keren van het tij voor hun produkt niet zomaar als een fazant te rugtrekken. Zij dragen medeverantwoor delijkheid voor hun omgeving." Kaland doet die oproep tijdens een sym posium dat - achteraf gezien - een keer punt markeert: Zeeland na(ar) 2000. El ders in het land is het doemdenken dan al ingeruild voor dikdoenerij. Vanuit de Randstad Holland verspreidt zich het ge loof in de zichzelf vervullende profetie van het optimisme. Wat aanvankelijk als pro bleemgebied is onderkend, heeft plotse ling ontwikkelingsperspectief. De Rijks Planologische Dienst bijvoorbeeld, roept de Randstad uit tot motor van de nationa le economie. Ten koste van Zeeland dat als witte vlek op de kaarten verschijnt, welvarend genoeg om de eigen boontjes te doppen. Hoog tijd, vindt het Zeeuws departement van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, om het voortouw te nemen. Het symposium Zeeland na(ar) 2000 moet aangeven wat de provincie te doen staat om bij alle gesignaleerde te genwind 'ook na de eeuwwisseling nog in de vaart mee te kunnen'. Middelburgs kersverse burgemeester mr Chr. Rutten, die de gasten in zijn stadsschouwburg mag ontvangen, zet onmiddelijk de toon. Er moet tegengas worden gegeven, er dient op aanvallend voetbal te worden overgegaan. „Welkom", roept hij in de mi crofoon, welkom „in de stad die in en na het jaar 2000 als één der aantrekkelijkste congressteden van Europa is uitgeroepen door onze Europese regering." En hij doopt de schouwburg alvast om tot een congresgebouw dat straks met flitsende aluminium pui aller aandacht zal trekken. Een flitsende aluminium pui. Op de drem pel van de jaren negentig hebben we nog steeds niets van serieuze plannen voor een dergelijk geveltje vernomen. En het laat zich - gezien het resultaat van een recente verbouwing - niet aanzien dat zulks in een komend decennium zal worden gereali seerd. Maar het geeft wel precies aan ach ter welke fa<;ade bestuurlijk en onderne mend Zeeland zich, in navolging van de rest van de wereld, heden ten dage so ciaal-economisch voortbeweegt: die van het wervend jargon, waarmee concurren ten elkaar proberen af te troeven. Ook in Zeeland, dat tegenwoordig kwali teitsprovincie heet, compleet met een Scheldemond-Eurohaven en een groen blauwe long, manifesteert het ronkend taalgebruik zich aan het eind van de jaren tachtig in vele varianten. Zo zou, naar de Goese wethouder L. H. de Leeuw heeft waargenomen, een magisch vierkant zijn ontstaan, gemarkeerd door de stedelijke hoekpunten Goes, Terneuzen, Vlissingen en Middelburg. Die laatste twee gemeen ten, de één bruisend als de branding en de ander actief als totaal-stad, houden er op hun beurt weer een geheel eigen vorm van city-marketing op na: eendrachtig racen ze langs het station concentratiekern om naar de eretitel stadsgewest te dingen. Een Zeeuws bestuurder die niet naar een beetje high-tech-park streeft, telt bij al dit verbaal geweld niet eens meer mee. Maar is al dit opgepoetst positivistisch ac teren ook succesvol? Of gaan er achter de flitsende puien die men hier en daar in het eertijds zo open landschap ziet verschij nen niet een aantal rottende planken schuil? „Het herstel", meldt de Regionaal Economische Verkenning 1989 van het provinciebestuur, „is dermate krachtig verlopen dat de bijdrage van Zeeland aan een aantal welvaartsbepalende factoren in Nederland verder is toegenomen." En: „Landelijk was vorig jaar de omvang van de werkgelegenheid weer terug op het ni veau van 1980. Zeeland zit daar inmiddels enige procenten boven." De provincie telt op dit moment minder dan 9.500 werklo zen. Dat zijn er, ook al is het werkloos heidspercentage de afgelopen maanden opvallend tot beneden de 9 procent ge daald, altijd nog zo'n 4.500 meer dan tien jaar terug. En dan is er nog het vertrekoverschot. De afgelopen vijf jaar zijn ongeveer 5.000 Zeeuwen, vooral jongeren, uit de provin cie weggetrokken, zonder dat daar nieuwe inwoners voor in de plaats zijn gekomen. Het werpt niet alleen een ander licht op de daling van het werkloosheidscijfer. Het toont, aldus de provinciale economische verkenning, ook aan dat het imago van Zeeland veel minder positief is dan de ogenschijnlijk bovenmodale stabiliteit van de economische werkelijkheid. Het herinnert aan een moment van hilari teit tijdens een forumdiscussie, halfweg 1988, van de Zeeuwse Zomeruniversiteit, wanneer opnieuw 'de toekomst van Zee land' centraal staat. De voorzitter van de Zeeuwse Maatschappij voor Nijverheid en Handel, A. M. Kannekens, laat zich bij die gelegenheid verleiden tot een zo rooskleu rige lofzang op de economische mogelijk heden van deze provincie, dat menigeen ervan schrikt. Zeeland, meent spreker, be schikt over zoveel ontwikkelingspoten- tieel dat de provincie in staat moet wor den geacht om de schatten die via de Wes- terschelde naar België varen al bij Vlissin gen voor de neus van Antwerpen weg te kapen. Zelfs forumleider drs M. Verburg - in zijn vroegere gedaante als Gouden Del taboy toch altijd haantje de voorste als het erom ging dit gewest groots en meesle pend aan de man te brengen - meent het enthousiasme enigszins te moeten tempe ren. Het heeft er veel van weg, suggereert hij, dat spreker 'oorsmeer voor marmela de probeerde te verkopen'. En daarmee staat Zeeland, na alle doemdenk- en dik doenerij weer met beide benen op de vette grond, waarop uitglijden zo gemakkelijk is. Impulsen tot vernieuwing. Hoezeer wordt daar, halfweg de jaren tachtig, als het economisch elan van de wederop bouw in crisis lijkt te zijn gesmoord, naar gehunkerd. De fraaie beloften uit een na bij verleden lijken te hebben afgedaan. Dus vluchten de planologen, economen en ontwerpers fantasierijk een verre toe komst tegemoet. Een stichting Neder land Nu exposeert in Amsterdam hoe Zeeland er halfweg de volgende eeuw zou kunnen uitzien: high-tech in de Voordel ta als nieuw 'trekpaard' van de econo mie: zeehaven- en industriegebieden be bost tot recreatief woonoord. Hoe anders is in de eerste helft van de ja ren tachtig de harde werkelijkheid. Een extreem hoge werkloosheid noopt onder nemers en overheidsbestuurders om de franjes van de welvaart af te knippen. Men ontdekt dat economische roofbouw tot overbelasting van bodem, water en lucht heeft geleid. „Cultureel", meldt Neder land Nu, „is het centrale probleem het ver lies aan oriëntatie op de toekomst. De weg leidde tot hier. Maar hoe nu verder?" Eind 1982 al hebben de geachte afgevaar digden in de Zeeuwse statenzaal zich door diezelfde vraag tot pure wanhoop laten brengen. Heeft de Gouden Delta.dan nu al, na nauwelijks twintig jaar industriële ont- wikkelingsdrang, alle glans verloren? Werkgelegenheidsfondsen, banenplan nen, arbeidsplaatsenplannen en terug- ploegregelingen moeten redden wat te redden valt. Zeeland lijkt ondergedom peld in een poel van zwartgalligheid. „Het doemdenken lijkt zich als een godde lijke vervloeking in onze hoofden en har ten vast te zetten, een fatalisme waarte gen niets lijkt te worden ondernomen", meldt mevrouw C. C. van Zanten-Leijsen, leidster van de PvdA-statenfractie tijdens de algemene beschouwingen over de pro vinciebegroting 1983. Haar rest nog slechts een pathetisch beroep op laatste restjes creativiteit: „Het zal de kracht van de menselijke geest, de inventiviteit, de scheppende arbeid van onze cultuur zijn, die bepaalt op welke wijze wij de crisis kunnen overwinnen." Haar CDA-collega J. H. Roose daarente gen oordeelt dat de politici een gepast zwijgen in acht zouden moeten nemen. „Niemand", zegt hij, „mag bij deze tragiek het behalen van publicitaire winst voorop stellen. Daarom onzerzijds geen moties, geen voorstellen." En VVD-woordvoerder L. Elenbaas maakt zich vooral ernstig zor gen over de bedreiging van de mobiliteit. Er moeten, bepleit hij, fietspaden worden aangelegd. Immers, 'de slechter wordende economie zorgt voor meer fietsenden'. Het zou nog heel veel erger worden. Begin 1984 zijn 16.500 Zeeuwen werkloos, 15,5 procent van de beroepsbevolking. Hoe kort geleden nog maar, zinderde het in 1987 Vergaande onachtzaamheid, zal het verwijt later zijn. Bij het vertrek uit de haven van Zeebrugge op de avond van de zesde maart zijn de boegdeu ren van het Britse autoveer Herald of Free Enterprise niet gesloten. De 7900 ton metende veerboot kapseist, 188 van de 459 passagiers en 79 beman ningsleden komen om. De ontvoering van Gerrit Jan Heijn op 9 september houdt de gemoederen maandenlang bezig. De dader wordt pas op 6 april van het daaropvolgende jaar gearresteerd. Dan blijkt dat Heijn meteen op de eerste dag van de ontvoering in de bossen bij Ooster beek is vermoord. Een ontuchtzaak in Oude Pekela, waarbij zeventig kinderen betrokken zouden zijn, zorgt vanaf 8 juni voor commotie. De clowns worden niet ge vonden. Rellen in Oost-Berlijn op 6 juni, als enkele duizenden jongeren naar een popconcert aan de andere kant van de muur willen, lijken nog een incident. De Russische partijleider Gorbatsjov roept in het begin van het jaar al op tot democratisering van de Russische samenleving. Tijdens zijn eerste be zoek aan de Verenigde Staten op 9 de cember besluit hij samen met Ronald Reagan alle middellange afstandsra ketten op land te vernietigen. In Rus land opteren de Baltische staten voor een grotere zelfstandigheid. De lan ding van een Duits sportvliegtuigje op het Rode Plein op 28 mei blijkt een mislukte vredesmissie van de 19-jari- ge Mathias Rust. De bedreigde ozonlaag krijgt interna tionale aandacht in Montreal, waar 32 landen besluiten aan een verbod op de schadelijke CFK-gassen te gaan werken. Onderzoek in Europa wijst uit, dat 26 van de 37 soorten kleine zangvogels met uitsterven worden bedreigd. Nederland neemt afscheid van cur siefjes-schrijver Simon Carmiggelt en ex-premier Joop den Uyl. Fons Ra demakers krijgt een Oscar voor zijn film De Aanslag. Fotografie Wim Riemens diezelfde statenzaal van hooggestemde verwachtingen. De nota De ontwikkeling van Zuid-West-Nederland, in 1971 uitge bracht door de Rijks Planologische Com missie, had voorspeld dat zeehavenindus trie 4.000 ha grond in beslag zou nemen. Dat was al 3.000 ha minder dan in de jaren zestig nog werd gedacht. Het is nog geen 1.700 hectare geworden. Twee mondiale oliecrises halen een streep door de de stij gende lijnen op de grafieken. Begin jaren tachtig is de stroom basisindustrieën, waar Zeeland de zinnen op had gezet, vol ledig opgedroogd. Een wereldwijd inzak ken van investeringen verergert de pro blemen. De oud-onderkoning van het Zeeuws in- dustrialiseringsbeleid lijkt één van de wei nigen die bij alle rumoer over rampspoed het hoofd onverstoorbaar boven water houdt. Elders in den lande, zal hij, A. J. Kaland, bijna drie jaar later (eind 1986) memoreren, is het nog erger. En hij schroomt niet op de eigen borst te klop pen. Zeeland, beweert hij dan, is waar schijnlijk één van de weinige gebieden waar het regionaal sociaal-economisch beleid succes heeft opgeleverd. „De inves- teringscijfers. de exportcijfers en de werk loosheidscijfers bevestigen dat. Wat hoog behoort te zijn, is hoger dan elders, en wat laag behoort te zijn is lager dan elders." Het economisch tij is dan alweer gekeerd. Dankzij een opleving van de wereldecono mie is in Zeeland, exportprovincie bij uit stek. een herstel op gang gekomen, een jaar eerder dan landelijk. Op het moment dat Kaland zijn opbeu rende woorden spreekt, is het aantal werklozen in Zeeland met 5.000 afgeno men en het werkloosheidspercentage be neden de 11 gekomen. Maar zelfs Kaland ziet in Zeeland nog lang niet overal de Foto Camile Schelstraete De veerboot Herald of Free Enterprise ligt gekapseisd voor de haven van Zeebrugge.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 33