PZC ;pmÈÊÊ ZATERDAG 30 DECEMBER 1989 8 Scenario's V lï Mobiliteit Energie Telecommunicatie lost autoprobleem niet op In Nederland zijn vijf miljoen voertuigen geregistreerd. Daarmee heeft ons land de groot-, ste autodichtheid ter wereld. Als de huidige ontwikkeling door gaat, dan rijden er in de nieuwe eeuw zo'n acht miljoen automo bilisten rond: bumper aan bum per in de file; zoekend naar een parkeerplaats in verstopte ste den. Hoewel de auto nog steeds een heilige koe is (immers: de vervulling van een collectieve wensdroom), kan 1989 de ge schiedenis ingaan als het anti- autojaar. Meer en meer klinkt de roep dat de auto weg moet. De vraag is alleen: hoe? Openbaar vervoer biedt - zeker in Zeeland - geen écht soelaas. Veel maatre gelen - rekening rijden, hogere brandstofprijzen, speciale belas tingen - zijn eerder onvriende lijk dan ontmoedigend. Kan tele communicatie een oplossing le veren? Niet meer de mensen naar het werk, maar het werk naar de mensen. Het lijkt prachtig, maar telecommunicatie in de plaats van woon-werkverkeer heeft zo wel voor- als nadelen. Meteen maar een domper op al te grote verwachtingen. Vooral in technologische vooruitgang gelovende politici beweren dat telecommunicatie hèt wondermiddel is voor overdadig autogebruik en de daar aan gekoppelde milieunadelen. Zo simpel is het niet, zegt dr ir E. Mot - medewerker van TNO, de Nederlandse organisatie voor toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek. TNO onderzocht de invloed van telecommunicatie op verkeer en ver voer en de gevolgen voor energie en mi lieu. Mot, verbonden aan de hoofdgroep maatschappelijke technologie, was pro jectleider. Zijn algemene conclusie: „Er is geen spra ke van dat telecommunicatie tot een ver mindering van verplaatsingen kan leiden. Het verkeer blijft dramatisch groeien, maar een ietsje minder door de toepassing van telecommunicatie." Telecommunica tie kan verplaatsingen vervangen; dat is 1986 Het achtste wereldwonder? In ieder geval een imposant bouwwerk, dat de aandacht van de gehele wereld trekt: de pijlerdam in de monding van de Oosterschelde. Die vierde oktober vlagt Zeeland uitbundig. I>e provin cie wordt officieel veilig verklaard als koningin Beatrix op die voor Zee land historische zonnige zaterdag in gezelschap van een groot aantal bin nen- en buitenlandse prominenten de stormvloedkering (bouwkosten bijna 6 miljard) in bedrijf stelt. Het is óók het jaar van TsjernobyL Daar, in eefi kerncentrale 130 kilome ter ten noorden van de Oekraïense hoofdstad Kiev, voltrekt zich 26 april een ramp. Er komen grote hoeveelhe den radioactiviteit vrij. Minstens 30 mensen sterven direct aan te hoge stralingsdoses. Ruim 135.000 mensen worden geëvacueerd. De schrik zit er goed in. Ook in Nederland. Plannen om het aantal kerncentrales in ons land uit te breiden verdwijnen voor lopig achter de horizon. Oók het jaar van de Challenger. Mil joenen televisiekijkers zijn er 28 ja nuari getuige van hoe het ruimteveer een minuut na de lancering explo deert. Opgetogen beelden uit Manilla, waar 25 februari de dictator Marcos wordt verdreven door Corazon Aquino. Drie dagen later wordt in het centrum van Stockholm de Zweedse premier Olof Palme vermoord. De hoog opgelopen spanningen tussen de VS en Libië escaleren. Amerikaan se bommenwerpers vallen in april Li bische steden aan. Eén van de doelen ;s het hoofdkwartier van de Libische aider Gaddafi. Deze blijft ongedeerd. een duidelijk gegeven. Maar het roept te gelijk nieuwe vervoersstromen op; ook dat is een gegeven. Simpel gesteld: min der werkverkeer, meer recreatieverkeer. De studie van TNO komt uit op een be scheiden positief saldo. Door telecommu nicatie tot het jaar 2000 een lichte afname van het aantal kilometers; na de eeuwwis seling aanzienlijker effecten. Er is geen rekening gehouden met even tuele politieke maatregelen om het ver keer terug te dringen. Het is zeer de vraag of daardoor het autogebruik wezenlijk kan worden teruggedrongen. Duurder maken van het autogebruik sorteert vol gens dr Mot alleen effect bij zeer grote kos tenstijgingen. Hij wijst er wel op dat de in vloed van telecommunicatie verder reikt dan een vermindering van het aantal au tokilometers op zich. Het gedragspatroon verandert. Zo kan het verkeer in de spitsu ren afnemen en dat levert al forse voorde len op, voor mens en milieu. De studie van TNO (in opdracht van de Nederlandse Maatschappij voor Energie en Milieu, NOVEM BV) gaat uit van drie scenario's. Berekend wordt voor de jaren 2000 en 2025 welke verplaatsingen door toepassing van telecommunicatie kun nen worden vervangen en welke nieuwe verplaatsingen er opduiken. Mot beklem toont dat het onderzoek is gegrond op aannames: de verwachte verplaatsingen en de elektronica-ontwikkelingen. De sce nario's houden rekening met verschillen de veranderingen in de maatschappij. Het gaat daarbij om zaken als toename van de beroepsbevolking, groei van het aantal al leenstaanden en tweepersoonshuishou dens en uitbreiding van de vrije tijd. Van veel belang is de economische groei: hoe meer groei, hoe meer verplaatsingen. In de TNO-studie wordt ervan uitgegaan dat richting 2025 de volgende ontwikkelingen opdoemen: internationalisering van de cultuur, meer werkenden, meer deeltijd banen, concentratie van scholen, schaal vergroting en concentratie van winkel voorzieningen, toename recreatief winke len, meer vrije-tijdverplaatsingen. De internationalisering van de cultuur leidt tot meer kennis van en uitwisseling met het buitenland. Dit uit zich in meer lange-afstandverplaatsingen, zowel voor vrije tijd als zakelijke doeleinden. De de mografische en maatschappelijke ontwik kelingen resulteren in een aanzienlijke groei van de beroepsbevolking, onder meer door grotere deelname van vrouwen aan het betaalde arbeidsproces, die ge paard gaat met meer deeltijdwerk. Het te ruglopende aantal jongeren en de verdere concentratie van onderwijsvoorzienin gen, zorgen voor vergroting van de onder- wijsafstanden. Ook de woon-winkelaf- standen zullen toenemen. Meer vrije tijd heeft meer winkelverplaatsingen tot ge volg (winkelen als recreatie), naast andere vormen van vrije tijdbesteding. Massale belangstelling voor de opening van de Stormvloedkering Oosterschelde op 4 oktober. Bij telecommunicatie hebben de onder zoekers van TNO als uitgangspunt geno men: het geheel van middelen om langs elektronische of elektromagnetishe weg informatie over te dragen tussen twee of meer personen en/of systemen. Daarbij is kenmerkend de uiterst sterke groei in ca paciteit (bits per seconde) van de informa tie-overdracht en toepassing van compu tergebruik in vrijwel alle sectoren van de samenleving. In verband met verkeer en vervoer is vooral de koppeling van syste men van belang: in hoeverre zijn bedrij ven, instellingen en particulieren aange sloten op telecommunicatie-faciliteiten, opdat ze met elkaar kunnen communice ren. In de studie zijn de effecten meegenomen van elektronisch kaartlezen, routepla- ning, verkeersgeleiding en autonavigatie. Als telecommunicatie-activiteiten wor den, met meer en minder gevolgen voor het autogebruik, genoemd: thuiswerken; werken in bedrijfsverzamelgebouwen; te lefonisch vergaderen; uitwisselen van in formatie, geschreven teksten en beelden; thuis onderwijs volgen via de personal computer; thuis bankieren; thuis infor matie verzamelen; thuis afhandelen van administratieve verplichtingen; telewin kelen; hobby's thuis via de computer in plaats van elders. Voor het personenvervoer wijzen de bere keningen uit dat tot 2000 de mobiliteit (aantal kilometersi met 14 tot 35 procent toeneemt. Bij lage economische groei is de invloed van telecommunicatie te ver waarlozen; bij hogere economische groei zorgt toepassing van telecommunicatie voor minder kilometers. Op langere ter mijn, tot 2025, groeit het aantal kilome ters zonder de invloed van telecommuni catie met 43 dage groei) tot 77 procent (ho ge groei); mèt telecommunicatie 40 pro cent of 69 procent. Telecommunicatie blijkt wel veel verplaatsingen te vervan gen. maar tegelijk ook nieuwe op te roe pen. Het totale effect is zodoende gering. Ook voor het goederenvervoer zijn de ef fecten nagegaan; per saldo 3 tot 7 procent minder kilometers. Vooral in het terug dringen van lege ritkilometers kunnen re sultaten worden geboekt (20 tot 25 pro cent besparing). Foto Wim Riemens Vervoermiddelen verbruiken energie. Het aandeel van verkeer en vervoer omgere kend in zogenaamde primaire energie be draagt 12,5 procent. De studie van TNO komt tot interessante conclusies. Tele communicatie kan een bijdrage leveren aan energiebesparing of een geringere groei van het energieverbruik. Vooral de ontwikkeling van het wegvervoer (82 pro cent van het totaal) is van invloed. Tot 2025 wordt enerzijds een sterke mobili teitsgroei verwacht; anderzijds zullen ver dergaande energiebesparingen per verre den kilometer worden verwezenlijkt: 15 a 20 procent tot 2000 en 30 tot 35 procent tot 2025. Telecommunicatie levert hieraan een extra bijdrage. Dr ir Mot geeft aan dat er verschillende milieugevolgen van de invloed van tele communicatie op verkeer en vervoer zijn aan te wijzen. Hij noemt als belangrijkste luchtverontreiniging, en ook geluidhin der, versnippering van natuur en land schap en sloopafval (autowrakken). Bij luchtverontreiniging gaat het om de uit stoot van koolmonoxide, koolwaterstof fen, stikstofoxiden, a- rosolen, zwaveldio xide en loodverbindingen. Daarnaast spe len de uitstoot van polycyclische aromati sche koolwaterstoffen (uitlaatgassen en bandenslijtage) en zware metalen (uit laatgassen) een rol. TNO voorspelt dat de uitstoot van aëroso- len en zwaveldioxide (vrachtverkeer) toe neemt of gelijk blijft; de emissie van ande re stoffen neemt af. De invloed van tele communicatie zorgt voor extra verminde ringen: 5 procent in 2000 en 10 procent in 2025 (hoge scenario's). Mot tekent aan dat de studie ermee rekent dat het gebruik van fossiele brandstof als krachtbron voor verkeer en vervoer doorgaat. Hij heeft daar inmiddels enige twijfel over. „Men heeft het broeikaseffect ontdekt. De poli tiek beseft ineens dat het een wezenlijke bedreiging vormt en dat men zich het niet kan veroorloven er niets aan te doen." Volgens de TNO-medewerker betekent het nemen van maatregelen tegen het broeikaseffect dat het gebruik van fossiele brandstoffen voor verkeer onder druk komt te staan. Hij erkent dat alternatie ven nog niet op volwaardige wijze voor handen zijn (elektriciteit, waterstof via brandstofstofcellen, ethanol uit biomas sa). Ze zijn duurder en geven voertuigen een beperkte actieradius. Maar Mot is er van overtuigd dat de fossiele brandstoffen terrein verliezen, al kost dat tijd. „Veran deringen gaan altijd langzamer dan je denkt." Het totaaleffect van meer telecommuni catie is in bescheiden mate positief voor het energieverbruik en het milieu, stelt dr Mot. Vooral het effect van andere ver plaatsingspatronen is van belang. Woon werkverkeer - dat voor de spitsuren zorgt - zal minder toenemen: 89 procent tot 2025 zonder telecommunicatie en 45 pro cent mèt. Er staat tegenover dat het ver keer in de vrije tijd flink toeneemt: met 100 procent zonder telecommunicatie en met 127 procent mèt. Deze verplaatsingen vallen echter grotendeels buiten de spits uren en dat is vooral voor het (randstede lijke verkeer van groot belang. Minder file vorming, beter gebruik van de wegen en een verdere versnippering van natuur en landschap ten behoeve van de auto kan worden tegengegaan. Rinus Antonisse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 32