Dit is niemandsland, wij horen nergens bij Esperantisten op zoek naar een instruisto streek TANNY VAN WIJCK IN SLUISKIL-OOST: WOENSDAG 13 DECEMBER 1989 Onzekerheid Decibels ESPERANTA LABORA GRUPO ZELANDA FLANDRUJO Zeeuws-Vlamingen Logisch Dun gezaaid Elf in blik Luchtje Brand Record SLUISKIL/TERNEUZEN - Het gezin woont naast een oude, verontreinigde stortplaats, niet ver verwijderd van het woonwagencentrum en kijkt uit op de puinhopen van wat tot voor kort Sluiskil-Oost was. „Als we 's nachts in bed liggen, is het net of er een helikopter boven ons huis hangt. Een enorm lawaai. Vroeger, toen die wijk er nog was, hoorden we hoegenaamd niets. Ja, de schepen die op het Kanaal Gent-Terneuzen voorbij varen, hoor je natuurlijk altijd. Maar verder was het stil. Maar door de sloop van 'Oost' zijn wij nu plotseling die geluidsbuffer kwijt..." Tannie van Wijck en haar man Gert namen meer dan tien jaar geleden hun intrek in een fraai boederijtje aan de Oostkade, pal naast de wijk Sluiskil- Oost. „We woonden er aanvankelijk prachtig. Maar door de jaren heen is het allemaal achteruit gevlogen. We zagen de kranen van August de Meyer verrijzen, toen kwam Engelhard, daar na begonnen ze met de bouw van dat zuiveringsstation. Ja...en toen kwam dat gedoe rond Sluiskil-Oost. Nu dat grotendeels gesloopt is, is in één klap ook de gezelligheid weg. We zitten hier volkomen geisoleerd. En kennelijk weet de gemeente ook niet goed raad met ons." Dat bleek. Toen in december '87 de knoop werd doorgehakt en b en w, na intensief overleg met 'Den Haag', be sloten tot sloop van de probleemwijk 'onder de rook' van de Cokesfabriek en de Nederlandse Stikstof Maatschappij (nu Hydro Agri Sluiskil), viel de boer derij van Van Wijck net buiten het plangebied. Dat had te maken met de vastgestelde geluidszone, hoorden de Van Wijckjes later. Tannie van Wijck: „Dat verhaal van destijds klopt wel. Want wij zaten hier onder de vastge stelde normen. Maar die deskundigen zijn wel mooi vergeten dat dat vooral te danken was aan die woonwijk, die een soort buffer vormde tussen de fa brieken en ons huis. Dat van die heli kopter is geen verzinsel. Je hoort dat geluid van de fabrieken op een meter of vijf hoogte of zoiets. Dus het is net of er iets boven je huis hangt." Als het aan een van de laatste bewoonsters van Sluiskil-Oost ligt, worden er zo snel mogelijk nieuwe metingen ver richt. Eerdere pogingen om gemeente en provincie zover te krijgen, leverden nauwelijks resultaat op. Vandaar dat de familie Van Wijck beide instanties weer een brief heeft gestuurd. Is Tannie van Wijck eigenlijk wel de laatste bewoonster van Sluiskil-Oost? „Ik vind zelf van wel. Maar toen de mensen van de Oostkade destijds door de gemeente werden uitgenodigd voor een gesprek over de toekomst van 'Oost', was ik daar niet bij. 'U woont niet op de Oostkade', zeiden ze. Nee, nee. Maar kijk eens in het telefoonboe- k...en als er rekeningen moeten wor den verstuurd, komen ze toch ook aan, op de Oostkade? En kennelijk horen wij ook niet bij Terneuzen. Want we vallen buiten het bord. Je zou op den duur gaan denken dat we hier in een soort 'niemandsland' zitten. Met een verontreinigde stortplaats en die geluidsoverlast." Sluiskil-Oost in volle gang was, had Tannie van Wijck een gesprek met wethouder W. Gosselaar (openbare werken en volkshuisvesting) van Ter- neuzen. Maar die wist ook niet precies wat hij met de zaak aan moest. „En wij wilden weten waar we aan toe waren. We wilden bijvoorbeeld de keuken ver bouwen. Maar dan wil je toch weten of dat nog zin heeft. Later was er een bij eenkomst, belegd door dé provincie. Dat ging toen over dat project Ge biedsgerichte Benadering Kanaalzo ne. Ik vroeg daar aan zo'n man van de provincie hoe het er met ons voor stond. Die wist niet eens dat wij daar nog altijd woonden..." En zo leeft de familie Van Wijck al ja ren in onzekerheid. Ze lazen in de krant dat het woonwagencentrum Blikweide moet verdwijnen. Ze lazen dat er misschien een insteekhaven zou worden aangelegd (maar dat is in middels weer van de baan) en ze lazen ook dat de Cokesfabriek uitbreidings plannen heeft. Bovendien liggen er plannen voor de aanleg van een tun nel, die de kanaalbrug bij Sluiskil moet vervangen. En jawel, die tunnel zou dan toch op nauwelijks een steen worp afstand van de woning van Van Wijck onder het kanaal duiken. Tan nie van Wijck: „Dat hoor je dus alle maal via-via. En dan weet ik wel dat sommige plannen nog erg vaag zijn, maar waarom laten ze ons overal bui ten? Waarom neemt niemand ooit contact met ons op. Je praat met een ambtenaar en daarna hoor je tijden niets meer. Je schrijft brieven, maar ook dan laat het antwoord ontzettend lang op zich wachten." Eigenlijk is Tannie van Wijck dat wachten meer dan zat. Maar ze houdt zich nog in. Nog wel. Ze heeft inmid dels wel contact gezocht met voorzit De puinhopen van 'Oost', wachten op de puinruimer. ter Jan Dubbeldam van het Contact orgaan Sluiskil. Die kende ze nog van de tijd dat hij als lid van de bewoners commissie Sluiskil-Oost als belangen behartiger van de tientallen gezinnen daar optrad. Dubbeldam is het volko men met haar eens: aan die onduide lijkheid rond de woning van de familie Van Wijck moet een einde komen. Het Contactorgaan zelf kan echter weinig uitrichten. Dubbeldam: „Maar we la ten geen gelegenheid voorbij gaan om aandacht voor de situatie te vragen. Trouwens, het is dus gebleken dat de geluidsoverlast hier nu minstens zo groot is als destijds in 'Oost'. Daarom zou er inderdaad opnieuw gemeten moeten worden. En verder is het dom weg afwachten tot alle mogelijke on derzoeksresultaten op tafel liggen. Die geluidszonering, die gebiedsgerichte benadering..." Tannie van Wijck maakt zich intussen ook ernstig zorgen over de komst van de puinbreker van de Centrale Vuil- verwerkende Industrie (CVI) naar Sluiskil-Oost. Die moet het puin van de gesloopte woningen verder verma len. Omwonenden hebben daar al te gen geprotesteerd, maar b en w heb ben de slopers desondanks toestem ming gegeven de puinbreker daar te gebruiken. Wethouder J. van Rooijen (milieu): „Maar we hebben wel hele duidelijke voorwaarde gesteld. Die puinbreker mag niet langer dan twee weken in bedrijf zijn. En het puin mag niet langer dan een halfjaar op de ter reinen blijven liggen. Tja, soms is het moeilijk een stukje overlast te vermij den. Dat is ook hier het geval." Tannie van Wijck met hond: „Het is hier niet gezellig meer" Tannie van Wijck heeft gehoord dat die puinbreker een enorm lawaai maakt. „Iets van 105 decibel of iets dergelijks. Nou, als dat zo is, weet ik nog niet wat ik doe. Misschien neem ik dan wel een taxi naar het stadhuis. Ga ik daar een dagje of wat zitten. En als ze dan 's avonds klaar zijn, ga ik terug..." Wethouder Gosselaar, geconfronteerd met de problematiek: „Die is me hele maal bekend. Er is trouwens ambtelijk overleg met de familie Van Wijck ge weest; ze hebben toen hun klachten geventileerd. Het wachten is nu op een rapportage. Ik denk overigens niet dat er binnen een paar weken een pasklaar antwoord kan worden gegeven. Dat wordt een zaak van langere adem. Het is in elk geval ontzettend vervelend dat die familie wat tussen wal en schip is terecht gekomen. Men viel destijds inderdaad buiten de geluidszone van Sluiskil-Oost. In elk geval vatten we deze zaak heel serieus op." Wout Bareman TERNEUZEN - Goedenavond is in het Esperanto bonan vesperon en schoenwinkel kan in het Esperanto worden aangeduid als suobutiko, met een dakje op de 's'. De tekstverwerker waarop dit verhaal is geschreven heeft dat combinatietekentje jam- mergenoeg niet in zijn letterbak. Even behelpen dus, ook al is de over kapte 's' nogal gangbaar in het Espe ranto. Hij klinkt als 'sj' en wie met de ze kennis gewapend zaterdagavond op pad ging, was èn beleefd, èn ver staanbaar èn op het juiste adres voor (ie allereerste bijeenkomst van de Es peranto-werkgroep Zeeu wsch-Vl aan- deren. Pardon, Esperanta Labora Grupo Zelanda Flandrujo. Die samen komst was namelijk in schoenwinkel Den Toonder aan de Axelsestraat in Terneuzen. Uitbater J. den Toonder is sinds twee jaar enthousiast Esperan- to-spreker en trad daarom graag eens als gastheer voor zijn taalgenoten op. Zijn vrouw had voor de kafo (=koffie) gezorgd en de gazetisto (=journalist) met zijn kajero (^blocnootje) waren ook welkom. De winkelbel bleef rinkelen. Het raak te vol. Esperantisten van de overkant, dat wil zeggen Walcheren en de Beve- landen, versterkten de gelederen en ook die van de labora grupo 'La Pro- gresa' uit Gento in Belgujo waren ook van de partij om de Zeeuws-Vlaamse Esperantisten-club in oprichting een handje te helpen. De vier Zeeuws-Vlamingen, Den Toonder, M. Jansen en het echtpaar D. en J. Koning zijn degenen op wie de werkgroep nu drijft. Zij volgen trou wens in dat zelfde Gent cursussen om hun kennis en geoefendheid in deze bijzondere taal te vergroten. Indien ze de animo voor de taal in dit deel van Zeeland wat kunnen opvijzelen be gint in januari in Terneuzen een be ginnerscursus Esperanto. „De burge meester van Bergen, Noord-Holland zei dat ze de taal in drie weken had geleerd, maar dat geloof ik niet", al dus een bescheiden Den Toonder, die zelf al, zoals gezegd, twee jaar oefent in de 'kunsttaal' of 'plantaal' die ruim honderd jaar geleden werd bedacht door de Poolse oogarts L. L. Zamen- hof. „Maar het is wel heel makkelijk", en vervolgens opent de schoenwinke- her de vergadering in een voor leke- oren in ieder geval vloeiend Esperan to: bonan vesperon! Hoofdschotel is een lezing met dia's van een mevrouw uit Antwerpo die een trektocht door Nigero (in Afrikujo) heeft gemaakt. De Belgische blijkt de taal, zo verzekeren haar toehoorders, magnifiek te spreken. In de klanken (voor een belangrijk deel ontleend aan Romaanse talen, in mindere mate aan Germaanse en Slavische talen) zijn bij haar in ieder geval geen Vlaamse spo ren te horen. En ze is redelijk makke lijk te begrijpen. 'Jes' is gewoon ja, en 'ne' is nee. En met nog een paar andere utilaj vortoj nuttige woorden, één nuttig woord is een utila vorto) kom je als nieuweling toch een heel eind. Als je maar weet dat het in Niger (want over dat West-Afrikaanse land spre ken wij) altijd varma (=warm) is en nooit malvarma (=niet warm oftewel koud) is. Zet 'mal' voor een woord en je hebt het tegenovergestelde. Bijvoor beeld: de oude man is ziek. Daarvan maak je eerst: de niet jonge man is niet gezond. En dan in Esperanto: la malju- na viro estas malsana. Zo zijn er in het Esperanto nog meer van die voor- en achtervoegsels die altijd één en dezelf de werking hebben. Dat is het voordeel van Esperanto, afgezien van het ge mak datje hebt van al die eensluiden de achtervoegsels bij het schrijven van een mooi Sinterklaasgedicht. Nederlands is een mooie taal, maar het is wel eens lastig dat 'ont' in het geval van 'ontknopen' een heel andere effect op het aangehechte werkwoord heeft dan in het woord 'ontdooien'. Zulke onlogica kent het Esperanto niet. Wie graag uiterst consequent in alles is moet vooral Esperantist wor den. Toch heerste er op dat eerste Zeeuws- Vlaamse Esperantisten-avond een ontspannen sfeertje. Vrienden onder elkaar, die niet schoolmeesterig 'Espe ranto graag!' riepen toen de Belgische het juiste woord voor 'sprinkhanen' niet kon vinden en dat dus maar op z'n Nederlands zei. Dat moet mogen. Ove rigens: lokustoj was in dit geval het goede woord geweest. De spreekster zei het te betreuren dat de diverse stammen in Niger wel acht geheel verschillende talen spreken en dat Esperanto daar goede diensten zou kunnen bewijzen. Die glansrol is evenwel nog altijd weggelegd voor het Frans, de taal van de kolonisator van destijds. Zoals het Engels in veel ande re derde wereldlanden wordt gebruikt ter bevordering van de onderlinge ver staanbaarheid. De ware Esperantist verfoeit deze gemakzucht. Met bij voorbeeld Engels te kiezen tot algeme ne wereld-hulptaal bevoordeel je de Engelsen en benadeel je alle anderen. De Esperantisten werkgroep bijeen. De heer J. Koning tl), tiveede van links mevrouw D. Koning achter haar de heer M. Toonder. want Engels is allesbehalve makke lijk. Luister maar naar een Nederland se minister van buitenlandse zaken. De Zeeuwse Esperantisten zijn dun gezaaid. Den Toonder komt tot zes in Zeeuwsch-Vlaanderen en mevrouw S. Mensen uit Middelburg, ook van de partij in Terneuzen, kent er vijf op Walcheren en vier op de Bevelanden. Tot hen behoort Rob Wertheim uit Kloetinge, een van de weinige jonge ren. Hij bestudeert cognitieve kunst matige intelligentie aan de Wijsbe geerte-faculteit van de Universiteit van Utrecht. In sommige vertaalcom- puters, zo meldt hij, blijkt Esperanto goede diensten te bewijzen als brug- taal. Echt van een leien dakje gaat het nog niet, maar de proefnemingen zijn hoopvol. Klassiek is de moeilijkheid van de zin die voor meerderlei uitleg vatbaar is: „De mannen zagen het meisje met de verrekijker." In het Nederlands kun nen aan deze zin vier verschillende be tekenissen worden gehecht. Het is na melijk onduidelijk wie de verrekijker heeft, de mannen of het meisje, en het is niet helemaal zeker wat er gedaan wordt: wordt het meisje bekeken of doormidden gezaagd? Wie eenmaal de juiste betekenis van de zin correct naar de Esperanto-brug heeft ge bracht kan er in ieder geval zeker van zijn dat er daarna niets meer fout kan gaan, want woorden hebben in deze taal altijd slechts één betekenis. Zien is vidi en het bijbehorende zagen is vi- dis. Dat andere zagen is segi. Wertheim vindt het jammer dat er op Esperanto-samenkomsten zo weinig aan deze wetenschappelijke kant van de taal wordt gedacht. Toepassing van de taal in de conversatie van alle dag geeft hij geen voorrang. Het ge Jansen. Rechts met bril de heer J. den niale concept van ZamenhoPs vin ding is belangrijker. „Het is op dit soort bijeenkomsten soms teveel ge zelligheid. Ik wil het wel eens an ders." Mevrouw Mensen is het niet met hem eens. „Zonder gezelligheid waren we met Esperanto nooit zover gekomen als we nu zijn." Want er zit volgens haar nog altijd groei in de schare Esperanto-aanhangers. In ieder geval zijn ze in Zeeuwsch- Vlaanderen nog niet zover. Eerst moet een eigen leraar worden gevonden, een instruisto dus. Joost van Leeuwen LUIK - De politie, brandweer en andere hulpverleners waren snel ter plaatse toen het afgelo pen weekeinde op de Place Co- ronmeuse in Luik een personen auto over de kop was geslagen. Met gezwinde spoed werd begon nen aan het reddingswerk, want in de wrakstukken bevonden zich een flink aantal mensen. Hoeveel, dat werd pas duidelijk toen de vernielde auto volledig ivas opengezaagd. De hulpverle ners en de vele toeschouwers konden hun ogen niet geloven. Niet twee, drie, vier...maar elf personen kwamen een voor een uit het blik gekropen. Alle inzit tenden waren familie van de 45- jarige bestuurder S. T. uit Mon- tegnée. Een deel van het elftal werd met verwondingen overge bracht naar een plaatselijk zie kenhuis. BREE - „Een zaak met een lucht je aan", zo noemde een woord voerder van de Tongerse ge meentepolitie de handel van vier inwoners uit Bree en Zutendaal en de Nederlander J. P. De vier werden de afgelopen week aan gehouden wegens oplichterij. De Nederlander, de spil waar alles rond draaide, is spoorloos. Deze P. kocht in Nederland nage maakte parfumflesjes in en dui zenden liters minderwaardig geurwater. Die voerde hij op le gale wijze uit naar België, waar de goederen terechtkwamen in Bree, bij het viertal. Boven een frituur werden de flesjes gevuld met de inferieure parfum, wer den er etiketten van prestigieuze merken opgeplakt en verpakt in nagemaakte doosjes. Vervol gens ging het viertal door heel België en Nderland op pad om de 'exclusieve parfums' aan de man of vrouw te brengen tegen woe kerprijzen. Dat lukte wonderwel, want de afgelopen maanden re gende het klachten bij de politie diensten. De politiebeambten die zich met de zaak gingen bezig houden hadden geen moeite om de oplichters op te sporen. Ze lie ten door heel Antwerpen, Lim burg, Luik, Brabant en Zuid- Ne derland een 'reukspoor' achter. Toen de politie van Tongeren vo rige week in Bree een inval deed werd voor miljoenen franks aan 'parfum' in beslag genomen. De inval kwam net op tijd. Met het oog op de komende feestdagen hadden de mannen de produktie van valse parfums opgetrokken van 12.000 tot 40.000 flesjes per maand. MENEN - Ze stonden erbij en ke ken ernaar. Twee jongemannen van 22 jaar. Met veel interesse sloegen zij de verrichtingen van de Menense brandweer gaande. Slangen werden uitgerold, aan gesloten en het spuitwerk begon. „Moet je die vlammen zien", zei de een tegen de ander. „Gaat lek ker, hè", slaakte de andere. De vlammen sloegen uit de gymzaal van het Sint-Vincentiusinstituut en ze vonden het prachtig. Ze gingen een pint drinken in een nabijgelegen café. Even later wa ren ze weer terug. Geboeid door de spelende vlammen en de drukte. Een rijkswachter maak te notitie van het gedrag van het tweetal. Hij vertrouwde het zaakje niet en gelijk had hij. Technisch onderzoek wees uit dat de brand in de school was aangestoken. Toen dat bekend was raasde een busje van de rijkswacht naar de woningen van de jongelieden. Ze werden van het bed gelicht en meegeno men naar het bureau. Daar kwam de aap uit de mouw. De twee werkloze jongens hadden ingebroken in de school, nadat ze eerst een lijkwagen die voor het instituut geparkeerd stond hadden proberen pikken. Omdat ze in het schoolgebouw niets naar hun gading vonden, staken ze uit pure frustratie wat vodden in de fik in de gymzaal. Wat er daarna volgde werd ...met veel belangstelling gevolgd. De jon gens zijn na het afleggen van hun bekentenissen op last van de Kortrijkse onderzoeksrechter overgebracht naar de gevange nis HASSELT - „Een triest record." De Hasseltse strafrechter had geen andere woorden over voor het strafblad van F. L. De man moest voor de rechter verschij nen voor het rijden onder in vloed. De rijkswacht had hem onlangs van de weg geplukt toen hij dronken achter het stuur zat. Een bloedtest wees uit dat L. 2,5 promille alcohol in zijn bloed had. Het was de tiende keer dat L. bij een alcoholcontrole positief bevonden werd. Evenveel keren was de man door de rechter ver oordeeld tot een rijontzegging. De laatste keer kreeg hij een rij verbod van vijfjaar opgelegd. Iets waaraan de man zich in het geheel niet stoorde. De rechter achtte deze keer enige clementie misplaatst en veroordeelde de man tot een gevangenisstraf van drie maanden en een rijontzeg ging van zeven jaar.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 37