PZC
Cd-fabrikanten wringen zich in
bochten om aan vraag te voldoen
Bij regen en wind
slaan de meters uit
Van bouwvakker
tot koningin
Muurspechten kloppen
de Berlijnse Muur kapot
GROTE BESTELLINGEN SINTERKLAAS EN KERSTMAN
ZORG OVER ZWARTE HANDEL
varia
RADIO-ACTIEVE STRALING
WOENSDAG 22 NOVEMBER 1989
os ten rijk
Achtergrondstraling
Stofvrij
Vraag
Dierelantijnen
Air-conditioning
Door Theo Haerkens)
Eigenlijk heb ik geen tijd". Be
drijfsleider C. Stam van com-
pact disc-fabriek Dureco in Weesp
staat gejaagd op uit zijn stoel. De cd-
fabriek die sinds een paar maanden
zes dagen in de week 24 uur per et-
maai draait, eist al zijn aandacht op,
want Sinterklaas en de kerstman zijn
van plan de nieuwste geluiddrager
ruimhartig te schenken.
De vraag naar de zilverkleurige schijf
jes is nog nooit zo groot geweest. Zelfs
de meest optimistische verwachtin
gen zijn overtroffen. Meer mensen dan
verwacht hebben zich de afgelopen
tijd een cd-speler aangeschaft, zodat
nu bij veertig procent van de huishou
dens zo'n apparaat staat. Duidelijk is,
dat wie zo'n ding koopt, gelijk een
handvol plaatjes aanschaft. De ver
wachting is dat over een jaar achter de
helft van de Nederlandse voordeuren
jeen cd-speler is te vinden. Daarna zal
de groei niet meer zo stormachtig zijn,
waarna de cd-verkoop zich stabili
seert.
Zover is het echter nog niet. Voor de
(medewerkers van de fabriek in Weesp,
de grootste van het land, is het nog een
paar weken flink buffelen. Elke acht
seconden rolt er een cd van de band,
zodat er aan het eind van de dag een
jdikke twintigduizend klaar staan voor
(afnemers in binnen- en buitenland.
(Bedrijfsleider Stam wurmt zich in een
piepkleine ruimte langs een serie ma
chines die via pijpen en dikke kabels
met elkaar verbonden zijn. De oorver
dovende herrie die er wordt geprodu
ceerd, doet in niets denken aan mu-
iek. Hier staat de cd-pers, het hart
an de fabriek. In een gestaag ritme
malt de matrijs die de plaatjes hun
orm geeft, met een kracht van zestig
,on tegen een aambeeld dat bedekt is
et transparant polycarbonaat (plas
je).
nder die enorme kracht krijgt de
troperige massa, die een tempera
tuur heeft van 360 graden Celsius,
exact de vorm van het glazen prototy
pe waar met behulp van een laser
straal de putjes in zijn aangebracht
die de cd-speler zo fraai omzet in ge
luid, muziek dus.
Van het model wordt via een ingewik
keld chemisch proces een aantal nik
kelen matrijzen gemaakt waarmee de
cd's uiteindelijk worden geperst. Dat
gebeurt onder 'overdruk' om stofjes en
andere ongerechtigheden weg te bla-
(Door Asing Walthaus
f n de Noordzeeduinen bij Petten
Lstaat een wit kastje, ongeveer een
Jneter hoog. Er is een bliksemschicht
In het metaal gestanst, het zou van het
kabelnet kunnen zijn. „Dan laten jon-
leren het met rust", grinnikt drs
Henk Evers van het ministerie van
pinnenlandse Zaken. Met enige moei-
legt Charles Deurwaarder van het
Energiecentrum Nederland (ECN) in
Petten het inwendige van de kast
floot. Die bevat een glanzende meta
len cilinder, met daarin een twintig
lentimeter lange detector. De kast is
Ie eerste van wat uiteindelijk een net
werk wordt van driehonderd meet-
ondes voor radioactieve straling; het
pndelijk meetnet nucleaire inciden-
pn (LMNI). Als alles naar wens ver-
bopt, is in 1991 het LMNI gespreid
[ver heel Nederland.
de Tweede Wereldoorlog werkten
Jeleerden en technici in het Ameri
kaanse Los Alamos naarstig aan een
Japen dat een vernietigende kracht
pu hebben die aan het ongelooflijke
lensde. De verwoestende kracht zou
portkomen uit de splijting van de
(toomkern. Dat apparaat bleek aan de
[sen te voldoen; Hiroshima en Naga-
pki werden er grondig mee in de as ge-
d. De atoombom had bij-effecten
Ee misschien nog wel meer schrik aan
legen: radioactieve straling. Na de
priog stak dan ook de angst de kop
dat de grote mogendheden derge-
|ke wapens zouden gebruiken.
kwam er ook in Nederland een
leetnet, eindjaren vijftig, dat bedoeld
las om in oorlogstijd te gebruiken,
peciaal opgeleide noodwachters van
- Bescherming Bevolking bedienden
Ie meetposten.
[et de BB verdwenen ook de nood-
achters. Een soortgelijk meetnet in
land houden, met bemande posten,
Ju te duur worden. De noodzaak
leef: dat bleek wel in april 1986 en
pama, toen een kernenergiecentrale
J Tsjernobyl in brand vloog en een
(ote hoeveelheid radioactiviteit uit
lootte. De radioactieve wolken
Ireidden zich ook over ons land uit.
[eikvee mocht niet meer buiten gra
in, 225 ton verse spinazie werd door-
ldraaid, er kwam een invoerverbod
I bepaalde levensmiddelen uit Oost-
propa. De schrik sloeg menigeen om
[t hart.
'jernobyl gaf voor het LMNI niet de
orslag, onderstreept Evers, omdat
Plannen ervoor uit de tijd zijn van
opheffing van de BB. Zo'n vier jaar
leden kregen de plannen vaste
1 rm. Evers werd projectontwikke-
u' voor Binnenlandse zaken, Deur-
>arder voor het ECN als technisch
viseur. In de 43 Nederlandse regio's
Hen driehonderd meetpunten ko
la - evenveel als in de tijd van de
Jf he ervaring in Oostenrijk (waar
I vijftien jaar zo'n netwerk is) en re-
■umodellen maken duidelijk, dat
1 het optimale resultaat oplevert,
'nneer de posten 12 tot 15 kilometer
een staan. „Een dekking van onge-
er 92 procent", tekent Deurwaarder
n.
Ieerste zeven meetposten werden in
I u geplaatst. De detectorkastjes zijn
I °gen van het systeem. Ze staan,
waar mogelijk, vrij om ongestoord de
radioactiviteit te meten. Uitgangs
punt is de plek, waar voorheen het
meetpunt van de BB was. Dat kan niet
altijd: de projectleiders verwachten
dat ze in de stad soms op een groot plat
dak geplaatst moeten worden. De
meetsondes meten onafgebroken en
geven de waarden door aan een meet
postcomputer. Die computer, een
DG-14, zit er met een kabel aan vast
die niet langer mag zijn dan 100 meter.
De DG-14 hakt de gegevens in brokjes
van tien minuten, waar hij het gemid
delde van bepaalt. Onder normale om
standigheden stuurt de computer de
gegevens eens per dag door het tele
foonnet naar een regionaal werksta
tion, op de kazerne van de regionale
brandweer. „Dat is geen extra belas
ting voor de brandweer, want die ka
zernes zijn vierentwintig uur per dag
bezet. Enkel als er iets bijzonders aan
de hand is gaat er een bel", verklaart
Evers.
In de kelders van een der ECN-gebou-
wen staat een werkstation opgesteld.
Een gewone personal computer, zij
het met een groot kleurenscherm. Met
een druk op de knop roep Deurwaar
der de verschillende meetpunten op:
een sidderend lijntje geeft de straling
aan. „Achtergrondstraling is er al
tijd", licht hij toe. Hij toont, dat die
achtergrondstraling op zandgrond
iets lager is dan op kleigrond. „Gra
niet zou nog hoger zijn", vult Evers
geestdriftig aan. „Daar zit meen ik
nogal wat kobalt in."
Zo stijgt de achtergrondstraling bij be
paalde weertypen. Oostenwind brengt
bijvoorbeeld radon mee, dat een lichte
verhoging tot gevolg heeft. Gaat het
bij oostenwind bovendien regenen,
dan belanden de radioactieve deeltjes
op de grond en slaan de meters verder
uit. Er is daarom een ondergrens in het
systeem aangebracht, om te voorko
men dat bij elke regenbui met land
wind de alarmbel overgaat. „Als er
werkelijk iets aan de hand is, is de uit
slag wel een factor honderd hoger" ver
telt Evers.
Om de commissaris van de koningin
en diens bestuurders inzicht te geven,
gaan de gegevens van de regionale
brandweer door naar een provinciaal
werkstation. Helemaal bovenaan, in
Den Haag, huist het landelijk coördi
natiecentrum, waar het werkstation
voor de zekerheid dubbel is uitge
voerd. Voor het geval er dan toch iets
misgaat, is er nog een derde werksta
tion in een „schaduw-coördinatiecen-
trum." De beheerder van het meetnet
- naar verwachting het ECN - krijgt er
ook een, evenals het rijksinstituut
voor de volksgezondheid en milieuhy
giëne in Bilthoven.
Hoeveel het kost vertelt Evers niet,
„maar het is een miljoenenproject,
dat wel. Je verdient het wel terug
door de besparing aan mankracht.
Maar de vraag of het zijn geld waard
is is uiteindelijk een politieke." Het
zal natuurlijk een geruststellend idee
voor velen zijn, dat we radio-actieve
wolken in de toekomst nauwlettend
in de gaten kunnen houden. Evers:
„Of de mensen worden juist ongerust.
Die denken: er komt zo'n meetnet, het
zal dan ook wel een stuk gevaarlijker
worden."
De doorzichtige plaatjes die uit de pers
rollen, zijn pas bruikbaar als ze bedekt
zijn met een laagje aluminium. Het
metaal reflecteert de laser, zodat de
cd-speler die kan 'lezen'. Zonder het
aluminium zou de laserstraal er dwars
doorheen schieten.
Het hele produktieproces wordt ge
stuurd vanuit een stofvrije ruimte die
slechts toegankelijk is voor enkele
medewerkers. Elk stofje kan de cd's
waardeloos maken en dat moet wor
den voorkomen. Pas als het alumi
nium bedekt is met een beschermend
laklaagje, is de cd klaar en kan er
niets meer mee gebeuren.
Nu hoeven de plaatjes alleen nog be
drukt te worden, zodat de consument
ziet welke hij in handen heeft. Het
stempel wordt op de achterkant van
het zilverkleurige schijfje aange
bracht. De voorkant blijft onbedrukt.
Meestal worden teksten in één of twee
kleuren aangebracht, maar een foto in
vierkleurendruk kan ook: op de zomer
hit 'Chica Cabana' figureert zangeres
Tatjana in een minuscuul maar kleur
rijk rokje. Stam is geen liefhebber van
deze aanpak. Als er iets misgaat met
het drukwerk, moet het plaatje - ook al
Acht paar vrouwenhanden pakken
dagelijks 20.000 cd's in.
is het geluid perfect - alsnog naar de
afvalbak. „Hoe meer drukgangen, hoe
meer er fout kan", formuleert de be
drijfsleider bondig.
Bij elke etappe van het produktiepro
ces wordt gecontroleerd of de plaatjes
voldoen. Foutloos zijn ze nooit. Maar
dat hoeft ook niet, want de cd-speler is
in staat het een en ander te corrigeren.
Maar het moet natuurlijk niet te gek
worden. Als er in één minuut speeltijd
meer dan 220 foutjes moeten worden
verdoezeld, lukt het niet meer.
De ijle klassieke muziek die uit een
boxje in de controlekamer komt, is
nauwelijks hoorbaar. Het geweld van
de machines smoort alle muzikaal ge
not. „Dat geeft niets. Wij luisteren
niet naar die muziek. Wij zijn alleen
geïnteresseerd in cijfers", stelt Stam
zakelijk terwijl hij naar een rijtje
computerschermen wijst.
Een printer tekent een keurig grafiekje
waarop precies te zien is, hoeveel
foutjes er zitten in de eerste schijfjes
van een nieuwe serie. Als het er te veel
zijn, moet er een nieuw prototype wor
den gemaakt en dat betekent zo'n 2500
gulden extra kosten.
Aan het eind van de produktielijn wor
den de compact discs nog eens gecon
troleerd. Van elke serie van 300 worden
de eerste en de laatste cd beproefd.
Omdat niet elk plaatje apart wordt ge
test, zijn de marges smaller. Bij meer
dan 120 foutjes per minuut, gaat de
alarmbel. Aan de hand van extra
steekproeven wordt dan bepaald of de
hele serie rijp is voor de prullenbak.
„Eén ingebet stofje op een matrijs kan
een hele serie bederven. Het komt ook
voor dat de mal na intensief gebruik
versleten is", legt Stam uit. „Maar het
kan van alles zijn. Dat moet je elke
keer weer uitzoeken". Over het alge
meen blijft de uitval beperkt tot drie a
vier procent en dat stemt hem tevre
den.
Jaarlijks worden in Weesp bijna 7
miljoen cd's gemaakt, maar de vraag
groeit en dus moet de produktie nog
verder omhoog. Vanaf april verwacht
Stam een kwart meer te kunnen pro
duceren, onder meer door zeven da
gen in de week, non-stop door te
draaien. Het wachten is op nieuwe
machines voor het lakken en bedruk
ken van de cd's. De huidige pers kan
nog wel wat sneller draaien, maar dat
heeft geen zin, zolang de andere ma
chines dat tempo niet halen.
Terwijl in de drukkerij de 'Love Songs'
van Abba van een stempel worden
voorzien, pakken acht paar vrouwen
handen plaatjes in met de titel 'Te
Deum, Koninklijk Kerstconcert'. Uit
een eenvoudig transistorradiootje
schalt 'Material girl' van Madonna,
maar voor wie meer dan drie stappen
verderop staat, is dat niet te horen.
Onrustig beent Stam door de fabriek
waar overigens ook nog steeds lang
speelplaten worden gefabriceerd.
Voortdurend wordt hij weggeroepen.
„Ik ben niet de enige die het zo druk
heeft. Niemand heeft dit succes voor
zien", zegt hij. Nog in januari van dit
jaar was het vrij rustig. Dureco draaide
toen zelfs nog met een twee- in plaats
van drieploegendienst.
„Over een maandje is de topdrukte
achter de rug. Hoogstens komt er in
verband met carnaval nog een uitloper
naar januari". Daarna wordt de twee
ploegendienst hersteld en is er tijd de
machines een onderhoudsbeurt te ge
ven. De muziekindustrie is vertrouwd
met toppen en dalen. In maart en april
trekt de markt weer wat aan. De arties
ten weten ook wel dat het grote geld
tegen het eind van het jaar moet wor
den verdiend en houden daar rekening
mee bij het uitbrengen van hun mu
ziek. In juli en augustus gebeurt er vrij
wel niets. „Hoogstens als het flink re
gent, want dan komt er wel iemand
met een zomerhit".
In uw onaangenaam koude
schuurtje is vast nog wel een
wesp te vinden, die voor dood aan
een uitsteeksel hangt en, zo te zien,
de kou niet zal overleven. Deze wesp
heeft echter alles in zich om een
nieuw volk te stichten, zodra de
temperatuur weer wat prettiger is
geworden.
Als het voorjaar zijn intrede heeft ge
daan, wordt de in coma verkeren
de wesp als de prinses in het
sprookje wakker gekust door de zon.
Deze wesp is werkelijk een prinses,
want zij is voorbestemd de moeder te
worden van een nieuw volk, dat haar
als koningin zal dienen.
Eenmaal ontwaakt gaat de wesp op
onderzoek uit naar een plaats, die
haar geschikt voorkomt om het nieu
we gezin te huisvesten. Is dit hol ge
vonden, dan breekt voor het dier een
drukke tijd aan. Het huis moet ge
bouwd worden en daartoe heeft zij
bouwstof nodig. Die maakt zij zelf
door hout fijn te knagen en met
speeksel te vermengen tot een soort
cement. Ontelbare keren moet zij
heen en weer vliegen, want een wes-
pemond is snel gevuld. Zij plakt ie
der mondjevol houtbrei tegen de bo
venkant van het door haar goedbe-
vonden hol en legt zo laag na laag
van het nieuwe verblijf aan tot er een
soort stammetje is gemaakt.
Onder aan het stammetje maakt zij
dan nog een kraamkamer in de vorm
van een omgekeerde paraplu om
haar nakomelingen te huisvesten.
Het wordt een modern huis, want de
cellen waarin zij haar eitjes zal leg
gen zijn ook opgebouwd uit gekauwd
hout, dat een sterk isolerende wer-
(Door Hans Hoogendijk)
Berlijn heeft een nieuwe attrac
tie: de Muurspecht. Wie in dezer
dagen langs de eens zo dodelijke
grens loopt, kan ze overal zien en
vooral horen. Tientallen mannen en
vrouwen, hele schoolklassen, gaan
de Muur met hamer en beitel te lijf
en kloppen en slaan tot er een stuk-
(je) beton afvliegt.
Fanatieke kloppers keren dag in dag
uit terug naar hun favoriete stek om
net zolang te hameren tot ze hun ei
gen doorbraak hebben.
De 47-jarige Willy is een bezeten
specht. „Ik kom elke dag na mijn
werk en hak verder aan mijn eigen
gat. Het is een soort verslaving." Wil
ly verkoopt niks. Hij beitelt uit idea
lisme. Verderop is een Canadese toe
rist bezig. „Ik haat die muur en daar
om hak ik. Ik verkoop niks, alles gaat
mee voor vrienden thuis. Wil je ook
een stukje?" Hij gaat een blauwe
Muurschildering te lijf en slaat kei
hard op zijn vinger. Zijn Franse
vriendin legt de kreet en het pijnlijk
vertrokken gezicht vast met haar vi
deocamera. We krijgen een stukje
Muur inclusief bloedige Canadese
vingerafdruk. Een hele kleuterklas
verschijnt. Maar met hun hamertje-
tik zijn ze kansloos tegen het Oost-
duitse beton.
Bijna professionele spechten zijn
overal in de weer. Zij verkopen de
historische brokken. Maar ook hier
doet het kapitalistische marktme
chanisme van vraag en aanbod zijn
werk: de prijzen zijn gedaald van 10
naar 1 mark per stuk.
Een paar journalisten, die nog steeds
wachten op het vallen van de Muur
bij de Brandenburger Poort hebben
waarschijnlijk uit verveling aardige
dingen bedacht. In hun kranten is de
hoofdprijs bij prijsvragen een brok
Muur. Een Amerikaanse zakenman
kocht voor de symbolische prijs van
1 dollar per ton meteen ruim duizend
kilo, die hij per vliegtuig liet over ko
men. Hij wil het als souvenir verko
pen.
Soms wordt het gehak de Westber-
lijnse politie te dol. „Zijn ze al te
professioneel bezig, dan grijpen we
in. We sommeren ze op te houden,
maar veel helpt het niet", zegt een
bereden agent.
De Muur zit vol gaten. De Oostber-
lijnse autoriteiten beginnen zich be
hoorlijk veel zorgen te maken over
de illegale handel die via de 22 grens
overgangen mogelijk wordt. De be
schuldigende vinger gaat richting
Polen. Duizenden Polen kopen in
Oost-Berlijn zwaar gesubsidieerde
waren om die in West-Berlijn op de
illegale, maar getolereerde, vlooien-
Een handelaar uit Chicago kocht tien ton steen van de Berlijnse Muur. De
brokken beton werd in kisten verpakt van Hamburg naar de Verenigde Sta
ten gevlogen. Personeel van het vliegveld 'controleert' de lading.
markt tegen Westmarken van de
hand te doen.
De harde marken worden zwart ge
wisseld tegen een koers van een op
twintig en met dat geld gaat de han
del verder. Vaak schakelen ze in de
DDR werkende Vietnamezen in om
in de wankels in de rij te staan om
produkten te kopen. In Oostberlijn-
se kranten wordt daar nu over ge
schreven. „Ik kwam in een waren
huis aan de Alex en er stond een lan
ge rij voor een kassa. Ik dacht: daar
moet iets bijzonders te koop zijn,
maar het waren Vietnamezen die
truien kochten", vertelt een Oost-
berlijnse in de krant van de Oost-
CDU.
De krant noemt prijzen. Een trui
kost 57,50 mark aan produktiekos-
ten, maar doordat de Staat het pro-
dukt met 18,50 mark subsidieert, is
de winkelprijs 39 Ostmarken. De
zwarthandelaar die een op twintig
heeft gewisseld betaalt omgerekend
minder dan twee Westmarken voor
die trui.
Andere voorbeelden. Op kinder
schoenen, winkelprijs 18 mark, zit
21,72 mark subsidie, een kilo salami
kost aan produktiekosten 24,59
mark maar is in de winkel te koop
voor 10 Ostmarken. Een eldorado
voor handelaars, die profiteren van
het absurde subsidiestelsel.
Nóg wordt er alleen op kleine schaal
gesmokkeld, zo blijkt uit de partij
krant Neues Deutschland. „Een
Poolse burger probeerde 100 kilo ha
zelnootpasta, 16 hengels, 26 visnet
ten en 60 rollen snoer illegaal uit de
DDR uit te voeren. Een andere Pool
se burger had 136 plakken chocolade
en 10 kilo paprika in zijn bagage."
Zo staan er nog veel meer voorbeel
den in de krant. „Maar", zo vervolgt
Neues Deutschland, „ook DDR-bur-
gers proberen de reisregeling te
misbruiken. Bij een controle aan de
Potzdammerplatz werd bij een
DDR-burger een videorecorder ge
vonden. Om die te kopen had hij
7000 mark illegaal uitgevoerd." De
man had dus ongeveer een op tien
gewisseld, geen al te slechte koers.
Maar mocht deze ontwikkeling zich
voortzetten, dan dreigt de grote uit
verkoop van de DDR.
king heeft. De nakomelingen krijgen
dus ieder een eigen kamer.
De bouwvakker-wesp wordt dan
moeder. Zij legt in iedere cel een
eitje, waaruit na enkele dagen bleek-
gekleurde larven komen, die onmid
dellijk blijk geven van hun grote
honger door met hun monddelen
langs de papier-maché wanden van
hun cel te schrapen. Dit betekent dat
moeder op voedseltocht moet, waar
door opnieuw een drukke tijd aan
breekt. Alles wat eetbaar is voor
haar kinderen en behapbaar voor
haar kaken maalt zij fijn en slaat ze
op in haar krop. Nectar van bloemen,
maar vooral kleinere insekten zijn
het hoofddoel van de strooptochten.
Bijna twee weken lang vliegt zij af en
aan om haar begerige larven te voe
den tot zij bijna uit hun cel barsten.
De larven sluiten zelf hun cellen af
door de bovenkant dicht te spinnen.
In de cel vindt dan een wonder
plaats, want uit de bleke en vormlo
ze larven ontstaan wespen met een
rank lijf en een fraai gekleurd li
chaam.
Het hele proces duurt ongeveer veer
tien dagen. Dan worstelen de vol
groeide wespen zich uit hun cel door
het deksel stuk te knagen. Zij lijken
dan op hun moeder, maar zijn veel
kleiner. Door de voeding, die moeder
hen bracht, zijn het allemaal vrouw
tjes geworden. Steriele vrouwtjes,
die nooit tot voortplanting zullen ko
men en voorbestemd zijn om te
werken tot zij er letterlijk dood bij
neervallen.
Op hetzelfde moment verandert
moeder in een luie en vadsige konin
gin, die zich nog slechts door haar
dochters laat voeden en de rest van
haar leven zal besteden aan het leg
gen van eieren. Om aan die nietafla-
tende stroom van eieren plaats te
bieden, moeten de steriele dochters
van Hare Majesteit niet alleen zor
gen voor de bevrediging van de bijna
onstilbare honger van de koningin
moeder, maar ook nog zorgdragen
voor uitbreiding van het aantal cel
len in de kolonie.
Raat na raat wordt horizontaal ge
bouwd, van boven naar beneden en
opgehangen aan de oorspronkelijke
pilaar, die inmiddels vele malen is
verstevigd. Er is een perfecte werk
verdeling, die ons, zogenaamde effi
ciënte mensen, jarloers maakt.
Maar het leven van de werksters be
staat niet alleen uit hard werken. In
een sociale staat zoals bij de wes
pen, doet men ook aan klimaatbe
heersing. Als het te warm is zorgen
zij voor de aanvoer van water, dat
mondjesmaat wordt meegebracht
en over de cellen wordt uitgespuwd.
Ter afkoeling gaan zij de vochtige
cellen dan met hun vleugels bewaai-
eren.
Hoewel de nesten door het materiaal
waarvan zij zijn gebouwd over het al
gemeen redelijk temperatuurver
schillen kunnen opvangen, kan het
soms toch te koud worden. Diezelfde
werksters zorgen dan voor warmte,
die zij opwekken door met hun vleu
gels te trillen. Zij gebruiken dan
energie die door het trillen als warm
te vrij komt.
De koningin leeft langer dan haar on
derdanen. Zij is inmiddels oud ge
worden, want zij heeft al ruim een
jaar geleefd. Aan het eind van de vo
rige zomer heeft zij met een man
netje gepaard. Van het opgeslagen
sperma heeft zij inmiddels alle eitjes
bevrucht.
Nu gaat zij echter ook een aantal on
bevruchte eijes leggen in aanzienlijk
grotere cellen, die inmiddels door de
werksters zijn gebouwd.
De bevruchte en onbevruchte eitjes
in de grote cellen worden goed ge
voed en groeien uit tot enorme pop-
pe. Uit de bevruchte poppen komen
dieren die sprekend op de koningin
lijken. De onbevruchte poppen leve
ren slanke mannetjes af. Als de tijd
ertoe rijp is zwermen zij uit en zoeken
de liefde met partners uit de eigen en
uit andere kolonies.
Ze beleven een gouden tijd tot het te
koud wordt. Dan sterven de man
netjes en de kleumende vrouwtjes
zoeken een plekje om te overwinte
ren. In uw schuur bij voorbeeld. Om
volgend jaar weer voor een nieuwe
wespenfamilie te zorgen. Wie denkt
daar nou aan als hij zo'n wesp in co
ma in zijn koude schuur aantreft?
Iz. M. de Klerk
1