PZC Cd-fabrikanten wringen zich in bochten om aan vraag te voldoen Bij regen en wind slaan de meters uit Van bouwvakker tot koningin Muurspechten kloppen de Berlijnse Muur kapot GROTE BESTELLINGEN SINTERKLAAS EN KERSTMAN ZORG OVER ZWARTE HANDEL varia RADIO-ACTIEVE STRALING WOENSDAG 22 NOVEMBER 1989 os ten rijk Achtergrondstraling Stofvrij Vraag Dierelantijnen Air-conditioning Door Theo Haerkens) Eigenlijk heb ik geen tijd". Be drijfsleider C. Stam van com- pact disc-fabriek Dureco in Weesp staat gejaagd op uit zijn stoel. De cd- fabriek die sinds een paar maanden zes dagen in de week 24 uur per et- maai draait, eist al zijn aandacht op, want Sinterklaas en de kerstman zijn van plan de nieuwste geluiddrager ruimhartig te schenken. De vraag naar de zilverkleurige schijf jes is nog nooit zo groot geweest. Zelfs de meest optimistische verwachtin gen zijn overtroffen. Meer mensen dan verwacht hebben zich de afgelopen tijd een cd-speler aangeschaft, zodat nu bij veertig procent van de huishou dens zo'n apparaat staat. Duidelijk is, dat wie zo'n ding koopt, gelijk een handvol plaatjes aanschaft. De ver wachting is dat over een jaar achter de helft van de Nederlandse voordeuren jeen cd-speler is te vinden. Daarna zal de groei niet meer zo stormachtig zijn, waarna de cd-verkoop zich stabili seert. Zover is het echter nog niet. Voor de (medewerkers van de fabriek in Weesp, de grootste van het land, is het nog een paar weken flink buffelen. Elke acht seconden rolt er een cd van de band, zodat er aan het eind van de dag een jdikke twintigduizend klaar staan voor (afnemers in binnen- en buitenland. (Bedrijfsleider Stam wurmt zich in een piepkleine ruimte langs een serie ma chines die via pijpen en dikke kabels met elkaar verbonden zijn. De oorver dovende herrie die er wordt geprodu ceerd, doet in niets denken aan mu- iek. Hier staat de cd-pers, het hart an de fabriek. In een gestaag ritme malt de matrijs die de plaatjes hun orm geeft, met een kracht van zestig ,on tegen een aambeeld dat bedekt is et transparant polycarbonaat (plas je). nder die enorme kracht krijgt de troperige massa, die een tempera tuur heeft van 360 graden Celsius, exact de vorm van het glazen prototy pe waar met behulp van een laser straal de putjes in zijn aangebracht die de cd-speler zo fraai omzet in ge luid, muziek dus. Van het model wordt via een ingewik keld chemisch proces een aantal nik kelen matrijzen gemaakt waarmee de cd's uiteindelijk worden geperst. Dat gebeurt onder 'overdruk' om stofjes en andere ongerechtigheden weg te bla- (Door Asing Walthaus f n de Noordzeeduinen bij Petten Lstaat een wit kastje, ongeveer een Jneter hoog. Er is een bliksemschicht In het metaal gestanst, het zou van het kabelnet kunnen zijn. „Dan laten jon- leren het met rust", grinnikt drs Henk Evers van het ministerie van pinnenlandse Zaken. Met enige moei- legt Charles Deurwaarder van het Energiecentrum Nederland (ECN) in Petten het inwendige van de kast floot. Die bevat een glanzende meta len cilinder, met daarin een twintig lentimeter lange detector. De kast is Ie eerste van wat uiteindelijk een net werk wordt van driehonderd meet- ondes voor radioactieve straling; het pndelijk meetnet nucleaire inciden- pn (LMNI). Als alles naar wens ver- bopt, is in 1991 het LMNI gespreid [ver heel Nederland. de Tweede Wereldoorlog werkten Jeleerden en technici in het Ameri kaanse Los Alamos naarstig aan een Japen dat een vernietigende kracht pu hebben die aan het ongelooflijke lensde. De verwoestende kracht zou portkomen uit de splijting van de (toomkern. Dat apparaat bleek aan de [sen te voldoen; Hiroshima en Naga- pki werden er grondig mee in de as ge- d. De atoombom had bij-effecten Ee misschien nog wel meer schrik aan legen: radioactieve straling. Na de priog stak dan ook de angst de kop dat de grote mogendheden derge- |ke wapens zouden gebruiken. kwam er ook in Nederland een leetnet, eindjaren vijftig, dat bedoeld las om in oorlogstijd te gebruiken, peciaal opgeleide noodwachters van - Bescherming Bevolking bedienden Ie meetposten. [et de BB verdwenen ook de nood- achters. Een soortgelijk meetnet in land houden, met bemande posten, Ju te duur worden. De noodzaak leef: dat bleek wel in april 1986 en pama, toen een kernenergiecentrale J Tsjernobyl in brand vloog en een (ote hoeveelheid radioactiviteit uit lootte. De radioactieve wolken Ireidden zich ook over ons land uit. [eikvee mocht niet meer buiten gra in, 225 ton verse spinazie werd door- ldraaid, er kwam een invoerverbod I bepaalde levensmiddelen uit Oost- propa. De schrik sloeg menigeen om [t hart. 'jernobyl gaf voor het LMNI niet de orslag, onderstreept Evers, omdat Plannen ervoor uit de tijd zijn van opheffing van de BB. Zo'n vier jaar leden kregen de plannen vaste 1 rm. Evers werd projectontwikke- u' voor Binnenlandse zaken, Deur- >arder voor het ECN als technisch viseur. In de 43 Nederlandse regio's Hen driehonderd meetpunten ko la - evenveel als in de tijd van de Jf he ervaring in Oostenrijk (waar I vijftien jaar zo'n netwerk is) en re- ■umodellen maken duidelijk, dat 1 het optimale resultaat oplevert, 'nneer de posten 12 tot 15 kilometer een staan. „Een dekking van onge- er 92 procent", tekent Deurwaarder n. Ieerste zeven meetposten werden in I u geplaatst. De detectorkastjes zijn I °gen van het systeem. Ze staan, waar mogelijk, vrij om ongestoord de radioactiviteit te meten. Uitgangs punt is de plek, waar voorheen het meetpunt van de BB was. Dat kan niet altijd: de projectleiders verwachten dat ze in de stad soms op een groot plat dak geplaatst moeten worden. De meetsondes meten onafgebroken en geven de waarden door aan een meet postcomputer. Die computer, een DG-14, zit er met een kabel aan vast die niet langer mag zijn dan 100 meter. De DG-14 hakt de gegevens in brokjes van tien minuten, waar hij het gemid delde van bepaalt. Onder normale om standigheden stuurt de computer de gegevens eens per dag door het tele foonnet naar een regionaal werksta tion, op de kazerne van de regionale brandweer. „Dat is geen extra belas ting voor de brandweer, want die ka zernes zijn vierentwintig uur per dag bezet. Enkel als er iets bijzonders aan de hand is gaat er een bel", verklaart Evers. In de kelders van een der ECN-gebou- wen staat een werkstation opgesteld. Een gewone personal computer, zij het met een groot kleurenscherm. Met een druk op de knop roep Deurwaar der de verschillende meetpunten op: een sidderend lijntje geeft de straling aan. „Achtergrondstraling is er al tijd", licht hij toe. Hij toont, dat die achtergrondstraling op zandgrond iets lager is dan op kleigrond. „Gra niet zou nog hoger zijn", vult Evers geestdriftig aan. „Daar zit meen ik nogal wat kobalt in." Zo stijgt de achtergrondstraling bij be paalde weertypen. Oostenwind brengt bijvoorbeeld radon mee, dat een lichte verhoging tot gevolg heeft. Gaat het bij oostenwind bovendien regenen, dan belanden de radioactieve deeltjes op de grond en slaan de meters verder uit. Er is daarom een ondergrens in het systeem aangebracht, om te voorko men dat bij elke regenbui met land wind de alarmbel overgaat. „Als er werkelijk iets aan de hand is, is de uit slag wel een factor honderd hoger" ver telt Evers. Om de commissaris van de koningin en diens bestuurders inzicht te geven, gaan de gegevens van de regionale brandweer door naar een provinciaal werkstation. Helemaal bovenaan, in Den Haag, huist het landelijk coördi natiecentrum, waar het werkstation voor de zekerheid dubbel is uitge voerd. Voor het geval er dan toch iets misgaat, is er nog een derde werksta tion in een „schaduw-coördinatiecen- trum." De beheerder van het meetnet - naar verwachting het ECN - krijgt er ook een, evenals het rijksinstituut voor de volksgezondheid en milieuhy giëne in Bilthoven. Hoeveel het kost vertelt Evers niet, „maar het is een miljoenenproject, dat wel. Je verdient het wel terug door de besparing aan mankracht. Maar de vraag of het zijn geld waard is is uiteindelijk een politieke." Het zal natuurlijk een geruststellend idee voor velen zijn, dat we radio-actieve wolken in de toekomst nauwlettend in de gaten kunnen houden. Evers: „Of de mensen worden juist ongerust. Die denken: er komt zo'n meetnet, het zal dan ook wel een stuk gevaarlijker worden." De doorzichtige plaatjes die uit de pers rollen, zijn pas bruikbaar als ze bedekt zijn met een laagje aluminium. Het metaal reflecteert de laser, zodat de cd-speler die kan 'lezen'. Zonder het aluminium zou de laserstraal er dwars doorheen schieten. Het hele produktieproces wordt ge stuurd vanuit een stofvrije ruimte die slechts toegankelijk is voor enkele medewerkers. Elk stofje kan de cd's waardeloos maken en dat moet wor den voorkomen. Pas als het alumi nium bedekt is met een beschermend laklaagje, is de cd klaar en kan er niets meer mee gebeuren. Nu hoeven de plaatjes alleen nog be drukt te worden, zodat de consument ziet welke hij in handen heeft. Het stempel wordt op de achterkant van het zilverkleurige schijfje aange bracht. De voorkant blijft onbedrukt. Meestal worden teksten in één of twee kleuren aangebracht, maar een foto in vierkleurendruk kan ook: op de zomer hit 'Chica Cabana' figureert zangeres Tatjana in een minuscuul maar kleur rijk rokje. Stam is geen liefhebber van deze aanpak. Als er iets misgaat met het drukwerk, moet het plaatje - ook al Acht paar vrouwenhanden pakken dagelijks 20.000 cd's in. is het geluid perfect - alsnog naar de afvalbak. „Hoe meer drukgangen, hoe meer er fout kan", formuleert de be drijfsleider bondig. Bij elke etappe van het produktiepro ces wordt gecontroleerd of de plaatjes voldoen. Foutloos zijn ze nooit. Maar dat hoeft ook niet, want de cd-speler is in staat het een en ander te corrigeren. Maar het moet natuurlijk niet te gek worden. Als er in één minuut speeltijd meer dan 220 foutjes moeten worden verdoezeld, lukt het niet meer. De ijle klassieke muziek die uit een boxje in de controlekamer komt, is nauwelijks hoorbaar. Het geweld van de machines smoort alle muzikaal ge not. „Dat geeft niets. Wij luisteren niet naar die muziek. Wij zijn alleen geïnteresseerd in cijfers", stelt Stam zakelijk terwijl hij naar een rijtje computerschermen wijst. Een printer tekent een keurig grafiekje waarop precies te zien is, hoeveel foutjes er zitten in de eerste schijfjes van een nieuwe serie. Als het er te veel zijn, moet er een nieuw prototype wor den gemaakt en dat betekent zo'n 2500 gulden extra kosten. Aan het eind van de produktielijn wor den de compact discs nog eens gecon troleerd. Van elke serie van 300 worden de eerste en de laatste cd beproefd. Omdat niet elk plaatje apart wordt ge test, zijn de marges smaller. Bij meer dan 120 foutjes per minuut, gaat de alarmbel. Aan de hand van extra steekproeven wordt dan bepaald of de hele serie rijp is voor de prullenbak. „Eén ingebet stofje op een matrijs kan een hele serie bederven. Het komt ook voor dat de mal na intensief gebruik versleten is", legt Stam uit. „Maar het kan van alles zijn. Dat moet je elke keer weer uitzoeken". Over het alge meen blijft de uitval beperkt tot drie a vier procent en dat stemt hem tevre den. Jaarlijks worden in Weesp bijna 7 miljoen cd's gemaakt, maar de vraag groeit en dus moet de produktie nog verder omhoog. Vanaf april verwacht Stam een kwart meer te kunnen pro duceren, onder meer door zeven da gen in de week, non-stop door te draaien. Het wachten is op nieuwe machines voor het lakken en bedruk ken van de cd's. De huidige pers kan nog wel wat sneller draaien, maar dat heeft geen zin, zolang de andere ma chines dat tempo niet halen. Terwijl in de drukkerij de 'Love Songs' van Abba van een stempel worden voorzien, pakken acht paar vrouwen handen plaatjes in met de titel 'Te Deum, Koninklijk Kerstconcert'. Uit een eenvoudig transistorradiootje schalt 'Material girl' van Madonna, maar voor wie meer dan drie stappen verderop staat, is dat niet te horen. Onrustig beent Stam door de fabriek waar overigens ook nog steeds lang speelplaten worden gefabriceerd. Voortdurend wordt hij weggeroepen. „Ik ben niet de enige die het zo druk heeft. Niemand heeft dit succes voor zien", zegt hij. Nog in januari van dit jaar was het vrij rustig. Dureco draaide toen zelfs nog met een twee- in plaats van drieploegendienst. „Over een maandje is de topdrukte achter de rug. Hoogstens komt er in verband met carnaval nog een uitloper naar januari". Daarna wordt de twee ploegendienst hersteld en is er tijd de machines een onderhoudsbeurt te ge ven. De muziekindustrie is vertrouwd met toppen en dalen. In maart en april trekt de markt weer wat aan. De arties ten weten ook wel dat het grote geld tegen het eind van het jaar moet wor den verdiend en houden daar rekening mee bij het uitbrengen van hun mu ziek. In juli en augustus gebeurt er vrij wel niets. „Hoogstens als het flink re gent, want dan komt er wel iemand met een zomerhit". In uw onaangenaam koude schuurtje is vast nog wel een wesp te vinden, die voor dood aan een uitsteeksel hangt en, zo te zien, de kou niet zal overleven. Deze wesp heeft echter alles in zich om een nieuw volk te stichten, zodra de temperatuur weer wat prettiger is geworden. Als het voorjaar zijn intrede heeft ge daan, wordt de in coma verkeren de wesp als de prinses in het sprookje wakker gekust door de zon. Deze wesp is werkelijk een prinses, want zij is voorbestemd de moeder te worden van een nieuw volk, dat haar als koningin zal dienen. Eenmaal ontwaakt gaat de wesp op onderzoek uit naar een plaats, die haar geschikt voorkomt om het nieu we gezin te huisvesten. Is dit hol ge vonden, dan breekt voor het dier een drukke tijd aan. Het huis moet ge bouwd worden en daartoe heeft zij bouwstof nodig. Die maakt zij zelf door hout fijn te knagen en met speeksel te vermengen tot een soort cement. Ontelbare keren moet zij heen en weer vliegen, want een wes- pemond is snel gevuld. Zij plakt ie der mondjevol houtbrei tegen de bo venkant van het door haar goedbe- vonden hol en legt zo laag na laag van het nieuwe verblijf aan tot er een soort stammetje is gemaakt. Onder aan het stammetje maakt zij dan nog een kraamkamer in de vorm van een omgekeerde paraplu om haar nakomelingen te huisvesten. Het wordt een modern huis, want de cellen waarin zij haar eitjes zal leg gen zijn ook opgebouwd uit gekauwd hout, dat een sterk isolerende wer- (Door Hans Hoogendijk) Berlijn heeft een nieuwe attrac tie: de Muurspecht. Wie in dezer dagen langs de eens zo dodelijke grens loopt, kan ze overal zien en vooral horen. Tientallen mannen en vrouwen, hele schoolklassen, gaan de Muur met hamer en beitel te lijf en kloppen en slaan tot er een stuk- (je) beton afvliegt. Fanatieke kloppers keren dag in dag uit terug naar hun favoriete stek om net zolang te hameren tot ze hun ei gen doorbraak hebben. De 47-jarige Willy is een bezeten specht. „Ik kom elke dag na mijn werk en hak verder aan mijn eigen gat. Het is een soort verslaving." Wil ly verkoopt niks. Hij beitelt uit idea lisme. Verderop is een Canadese toe rist bezig. „Ik haat die muur en daar om hak ik. Ik verkoop niks, alles gaat mee voor vrienden thuis. Wil je ook een stukje?" Hij gaat een blauwe Muurschildering te lijf en slaat kei hard op zijn vinger. Zijn Franse vriendin legt de kreet en het pijnlijk vertrokken gezicht vast met haar vi deocamera. We krijgen een stukje Muur inclusief bloedige Canadese vingerafdruk. Een hele kleuterklas verschijnt. Maar met hun hamertje- tik zijn ze kansloos tegen het Oost- duitse beton. Bijna professionele spechten zijn overal in de weer. Zij verkopen de historische brokken. Maar ook hier doet het kapitalistische marktme chanisme van vraag en aanbod zijn werk: de prijzen zijn gedaald van 10 naar 1 mark per stuk. Een paar journalisten, die nog steeds wachten op het vallen van de Muur bij de Brandenburger Poort hebben waarschijnlijk uit verveling aardige dingen bedacht. In hun kranten is de hoofdprijs bij prijsvragen een brok Muur. Een Amerikaanse zakenman kocht voor de symbolische prijs van 1 dollar per ton meteen ruim duizend kilo, die hij per vliegtuig liet over ko men. Hij wil het als souvenir verko pen. Soms wordt het gehak de Westber- lijnse politie te dol. „Zijn ze al te professioneel bezig, dan grijpen we in. We sommeren ze op te houden, maar veel helpt het niet", zegt een bereden agent. De Muur zit vol gaten. De Oostber- lijnse autoriteiten beginnen zich be hoorlijk veel zorgen te maken over de illegale handel die via de 22 grens overgangen mogelijk wordt. De be schuldigende vinger gaat richting Polen. Duizenden Polen kopen in Oost-Berlijn zwaar gesubsidieerde waren om die in West-Berlijn op de illegale, maar getolereerde, vlooien- Een handelaar uit Chicago kocht tien ton steen van de Berlijnse Muur. De brokken beton werd in kisten verpakt van Hamburg naar de Verenigde Sta ten gevlogen. Personeel van het vliegveld 'controleert' de lading. markt tegen Westmarken van de hand te doen. De harde marken worden zwart ge wisseld tegen een koers van een op twintig en met dat geld gaat de han del verder. Vaak schakelen ze in de DDR werkende Vietnamezen in om in de wankels in de rij te staan om produkten te kopen. In Oostberlijn- se kranten wordt daar nu over ge schreven. „Ik kwam in een waren huis aan de Alex en er stond een lan ge rij voor een kassa. Ik dacht: daar moet iets bijzonders te koop zijn, maar het waren Vietnamezen die truien kochten", vertelt een Oost- berlijnse in de krant van de Oost- CDU. De krant noemt prijzen. Een trui kost 57,50 mark aan produktiekos- ten, maar doordat de Staat het pro- dukt met 18,50 mark subsidieert, is de winkelprijs 39 Ostmarken. De zwarthandelaar die een op twintig heeft gewisseld betaalt omgerekend minder dan twee Westmarken voor die trui. Andere voorbeelden. Op kinder schoenen, winkelprijs 18 mark, zit 21,72 mark subsidie, een kilo salami kost aan produktiekosten 24,59 mark maar is in de winkel te koop voor 10 Ostmarken. Een eldorado voor handelaars, die profiteren van het absurde subsidiestelsel. Nóg wordt er alleen op kleine schaal gesmokkeld, zo blijkt uit de partij krant Neues Deutschland. „Een Poolse burger probeerde 100 kilo ha zelnootpasta, 16 hengels, 26 visnet ten en 60 rollen snoer illegaal uit de DDR uit te voeren. Een andere Pool se burger had 136 plakken chocolade en 10 kilo paprika in zijn bagage." Zo staan er nog veel meer voorbeel den in de krant. „Maar", zo vervolgt Neues Deutschland, „ook DDR-bur- gers proberen de reisregeling te misbruiken. Bij een controle aan de Potzdammerplatz werd bij een DDR-burger een videorecorder ge vonden. Om die te kopen had hij 7000 mark illegaal uitgevoerd." De man had dus ongeveer een op tien gewisseld, geen al te slechte koers. Maar mocht deze ontwikkeling zich voortzetten, dan dreigt de grote uit verkoop van de DDR. king heeft. De nakomelingen krijgen dus ieder een eigen kamer. De bouwvakker-wesp wordt dan moeder. Zij legt in iedere cel een eitje, waaruit na enkele dagen bleek- gekleurde larven komen, die onmid dellijk blijk geven van hun grote honger door met hun monddelen langs de papier-maché wanden van hun cel te schrapen. Dit betekent dat moeder op voedseltocht moet, waar door opnieuw een drukke tijd aan breekt. Alles wat eetbaar is voor haar kinderen en behapbaar voor haar kaken maalt zij fijn en slaat ze op in haar krop. Nectar van bloemen, maar vooral kleinere insekten zijn het hoofddoel van de strooptochten. Bijna twee weken lang vliegt zij af en aan om haar begerige larven te voe den tot zij bijna uit hun cel barsten. De larven sluiten zelf hun cellen af door de bovenkant dicht te spinnen. In de cel vindt dan een wonder plaats, want uit de bleke en vormlo ze larven ontstaan wespen met een rank lijf en een fraai gekleurd li chaam. Het hele proces duurt ongeveer veer tien dagen. Dan worstelen de vol groeide wespen zich uit hun cel door het deksel stuk te knagen. Zij lijken dan op hun moeder, maar zijn veel kleiner. Door de voeding, die moeder hen bracht, zijn het allemaal vrouw tjes geworden. Steriele vrouwtjes, die nooit tot voortplanting zullen ko men en voorbestemd zijn om te werken tot zij er letterlijk dood bij neervallen. Op hetzelfde moment verandert moeder in een luie en vadsige konin gin, die zich nog slechts door haar dochters laat voeden en de rest van haar leven zal besteden aan het leg gen van eieren. Om aan die nietafla- tende stroom van eieren plaats te bieden, moeten de steriele dochters van Hare Majesteit niet alleen zor gen voor de bevrediging van de bijna onstilbare honger van de koningin moeder, maar ook nog zorgdragen voor uitbreiding van het aantal cel len in de kolonie. Raat na raat wordt horizontaal ge bouwd, van boven naar beneden en opgehangen aan de oorspronkelijke pilaar, die inmiddels vele malen is verstevigd. Er is een perfecte werk verdeling, die ons, zogenaamde effi ciënte mensen, jarloers maakt. Maar het leven van de werksters be staat niet alleen uit hard werken. In een sociale staat zoals bij de wes pen, doet men ook aan klimaatbe heersing. Als het te warm is zorgen zij voor de aanvoer van water, dat mondjesmaat wordt meegebracht en over de cellen wordt uitgespuwd. Ter afkoeling gaan zij de vochtige cellen dan met hun vleugels bewaai- eren. Hoewel de nesten door het materiaal waarvan zij zijn gebouwd over het al gemeen redelijk temperatuurver schillen kunnen opvangen, kan het soms toch te koud worden. Diezelfde werksters zorgen dan voor warmte, die zij opwekken door met hun vleu gels te trillen. Zij gebruiken dan energie die door het trillen als warm te vrij komt. De koningin leeft langer dan haar on derdanen. Zij is inmiddels oud ge worden, want zij heeft al ruim een jaar geleefd. Aan het eind van de vo rige zomer heeft zij met een man netje gepaard. Van het opgeslagen sperma heeft zij inmiddels alle eitjes bevrucht. Nu gaat zij echter ook een aantal on bevruchte eijes leggen in aanzienlijk grotere cellen, die inmiddels door de werksters zijn gebouwd. De bevruchte en onbevruchte eitjes in de grote cellen worden goed ge voed en groeien uit tot enorme pop- pe. Uit de bevruchte poppen komen dieren die sprekend op de koningin lijken. De onbevruchte poppen leve ren slanke mannetjes af. Als de tijd ertoe rijp is zwermen zij uit en zoeken de liefde met partners uit de eigen en uit andere kolonies. Ze beleven een gouden tijd tot het te koud wordt. Dan sterven de man netjes en de kleumende vrouwtjes zoeken een plekje om te overwinte ren. In uw schuur bij voorbeeld. Om volgend jaar weer voor een nieuwe wespenfamilie te zorgen. Wie denkt daar nou aan als hij zo'n wesp in co ma in zijn koude schuur aantreft? Iz. M. de Klerk 1

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 9