PZC opinie en achtergrond woensdag25oktober 1989 4 i Rood stoplicht Spionage minder politiek maar meer industrieel Barnard: geef Zuidafrika met De Klerk kans rtinair WD-LEIDER JORIS VOORHOEVE: Boosdoeners TRIJFEL Nico Scheepmaker Intellectueel Politiek Sancties N WOONKOMPAS Een rustpunt voor slaapkamerzoekers 1j Bioloog Adang: voetbalvandaal is geen gefrustreerde asociaal CV an onze verslaggever Amoxid Cornelissen) Je bent bioloog en je wilt weer eens wat onderzoeken. Dus neem je het gedrag van voetbalvandalen onder de loep. Niets lijkt minder logisch. Maar Otto Adang, gepromoveerd op een studie naar het gedrag van chimpan sees, heeft een verbluffend simpel antwoord: juist biologen zijn gespe cialiseerd in het systematisch onder zoeken van gedrag. En dan maakt het weinig uit of het om een stekelbaarsje gaat of om een agressieve voetbalsup porter. Over enkele maanden presenteert Adang zijn onderzoeksrapport aan de ministeries van justitie en binnenland se zaken, in wier opdracht hij aan de slag ging. Enkele conclusies kent hij reeds: extra veiligheidsmaatregelen en hogere straffen werken averechts, we moeten leren leven met voetbal vandalisme en we moeten de geweld- straditie proberen te doorbreken met minder repressief optreden. Drie jaar lang liep Adang met zijn cas setterecorder in totaal 75 zogenoemde risicowedstrijden af. Hij zat temidden van roerige 'uit'-supporters van de vijf meest beruchte clubs. En het ging wel eens mis. Eenmaal haalde een agent met zijn wapenstok stevig naar de on derzoeker uit. En bij een andere wed strijd werd Adang in het gezelschap van roerige supporters aangehouden en naar het politiebureau gebracht. Risico's van het vak, zo stelt hij na af loop schouderophalend. „Maar het gaat er in het supportersvak over het algemeen veel minder hard aan toe dan uit de televisiebeelden lijkt". Volgens Adang is het beeld dat psy chologen en sociologen schetsen van de gemiddelde voetbalvandaal niet evenwichtig. „Het is geen jongen die uit frustraties met keien gaat gooien of door gebrek aan sociale controle thuis agressief wordt. Ook heeft het nauwe lijks iets met jongeren in achterstand situaties te maken. Voetbalvandalen komen uit alle maatschappelijke la gen". „Je hebt nu eenmaal mensen die uit dagen, provoceren en geweld leuk vin den. En tot op zekere hoogte vinden we dat allemaal leuk. Als Nederland van Duitsland wint, loopt het hele land uit. Niet omdat we een wedstrijd hebben gewonnen, maar omdat we die Moffen hebben verslagen. Alleen komt niet ie dereen zover dat hij ook ijzeren staven gaat gooien. Maar het basisgedrag zit in ons allen. Je kunt je dan afvragen waarom sommigen verder gaan. Daar is geen eenduidig antwoord op te ge ven. De één wil zijn prestige bij de ei gen supporters en bij de aanhangers uit het andere kamp vergroten of de baas spelen, een andere vandaal is zijn grenzen aan het aftasten of wil zich te gen de gevestigde orde afzetten en weer een ander mept, omdat hij van geweld houdt". Adang wil niets afdoen aan het onder zoek dat menswetenschappers heb ben verricht. Hun werk was alleen niet compleet, zo meent hij. „Er ont brak een belangrijk facet. Ik wil niet zeggen dat de sociologen en psycholo gen het stadion volledig hebben ge meden. Maar als ze er waren, dan ob serveerden zij participerend. Vervol gens werkten ze thuis hun indrukken uit. Maar zij wisten op dat moment al de afloop van wat was voorgevallen. Dat geeft toch een bepaalde kleuring. Ik sprak mijn indrukken direct op de band in. Ik wist op dat moment nog niet wat er verder zou gebeuren. Hoe goed de menswetenschappers hun werk hebben gedaan. Een bioloog is getraind in het systematisch onder zoeken van gedragingen. Zij zijn dat niet. Het gedrag van een stekelbaars je is al moeilijk te observeren. Laat staan van een groep supporters". Volgens Adang valt het geweld op en om de voetbalvelden eigenlijk wel mee. „Toen ik voor de eerste keer zo'n supportersvak binnen stapte, had ik het idee dat je daar nog niet kon ko men of je werd al in elkaar getremd. Dat bleek volstrekte nonsens. Ook het daadwerkelijke geweld is niet zo schrikbarend hoog. Daar staat echter tegenover datje wel elk weekeinde die dreiging hebt. Ik weet echt niet wat er zou gebeuren als er geen politie was". Adang kwam tot de conclusie dat het aantal echte boosdoeners vrij gering is. „Het bevestigt de overtuiging dat er maar weinig feitelijke relschop pers zijn. Het probleem is, dat ze in een groep verkeren waar hun gedrag actief, dan wel passief wordt onder steund". In zijn rapport geeft Adang dan ook aan dat in een dergelijke groep men sen zouden moeten zijn die de rel schoppers juist wel op hun gedrag aan spreken. „En dat hoeft echt niet direct politie te zijn. Dat kunnen ook ande ren doen". De bioloog vindt dat we moeten probe ren de geweldstraditie te doorbreken die ontstaan is rond het voetballen. „Dat kan door minder repressief optre den. Maar dat betekent dat er wel af en toe wat kan gebeuren. Het plaatsen van meer veiligheidshekken, meer ca mera's en het inzetten van nog meer politie biedt in ieder geval geen uit zicht op vermindering van het geweld. Want daarmee verander je de mens niet". Tl Ta de teleurstellende 1-1 van 1V Ajax-Feyenoord reed ik terug naar huis, richting IJ-tunnel. Rood stoplicht. Ik wacht. Even later rij den vier meisjes van een jaar of vijf tien ons op de fiets voorbij, dwars door het rode stoplicht heen, en ook zonder aarzeling met betrekking tot mogelijk kruisend verkeer. Niet even inhouden en eerst links en daarna rechts gekeken, de rijweg loodrecht oversteken, maar ge woon in dezelfde snelheid doorfïet- send, alsof de rijweg, nee: de hele wereld, uitsluitend aan hen toebe hoorde. En ik dacht toen: het begint met zorgeloos door rood licht fiet sen, en het eindigt met fragmenta- tiebommen! Vrijgevochten, zo heet dat. En als ze de fragmentatiebommen ter grootte van een tennisbal niet zelf fabrice ren, op hun gezellige meisjeskamer, dan lenen ze wel hun lichaamshol ten aan hun vrindje om diens knut selwerk onopgemerkt de tribune op te smokkelen. Hartstikke spannend joh! Ik geloof in de onvermijdelijke esca latie van grensverleggend zondigen tegen de regels. Ik kom nog wel eens in het buitenland, en ken geen land waar door automobilisten zo vaak, liefst met opgevoerde snelheid, door rood wordt gereden als in Ne derland. Als het voetgangerslicht in New York op groen springt, kun je blindelings oversteken. Is er één Nederlander, afgezien van Achter lijke Japie, die niet eerst even naar links en rechts kijkt of hij werkelijk al kan oversteken, nadat het voet gangerslicht op groen is gespron gen? Maar, zult u zeggen, is dat niet een teken des tijds dat je overal in de wereld tegenkomt? Ik ken niet de hele wereld, maar ik was een paar jaar geleden in Kopenhagen, een stad die goed vergelijkbaar is met Amsterdam. Onvergetelijk was voor mij het moment dat we in de vroege avond voor een rood voet gangerslicht stonden te wachten. Noch van links, noch van rechts kwam in de verste verte een auto aan, zelfs geen fiets (met achterop, aameen hoog metalen vlaggestokje, zo'n vlaggetje om de auto's op een afstand te houdenwas op dat mo ment in aantocht. De reden waarom wij desondanks geduldig wachtten tot het licht op groen sprong was tweeledig. In de eerste plaats hebben we ons van het begin af aan aangewend om in het bijzijn van de kinderen te wachten tot het rood op groen sprong, inplaats van ze tussen twee voorbijzoevende auto's door haas tig naar de overkant te sleuren, door rood licht heen. Bij wijze van voorbeeldfunctie, in de hoop dat zij later, als zij in hun eentje over straat mochten, automatisch ook zouden wachten tot het stoplicht op groen sprong. En in de tweede plaats omdat ik in het buitenland de leefregel hanteer, dat ik me daar dociel aan alle re gels houd, omdat alles er toch een beetje anders is dan bij ons thuis, en je je niet als een vis in het water kunt voelen als het water van een andere samenstelling is. Wat toen een onvergetelijke indruk op mij maakte was, dat naast ons een groepje vrolijke Deense studen ten stond, bij wie het niet in het hoofd opkwam om over te steken omdat er toch geen verkeer was. Zij wachtten, net als wij, tot het licht op groen sprong. En niet uit vrees be keurd te worden, wantje ziet in Ko penhagen nog minder politie in het wild rondlopen dan in Amsterdam. Is zo'n keurige, geduldige, aan de wet gehoorzamende houding van Amsterdamse jongelui voorstel baar? Nee dus. Ik hou zielsveel van tolerantie, van mij mag elke jongen en elk meisje er zo gek uitzien als zij zelf willen, ze mogen buttons dragen met 'leve Janmaat!' en 'weg met de middel maat!', ze mogen vrijen in de tram en in leegstaande kraakpanden wonen, als ze maar voor het rode voetgangerslicht wachten! Maar dat doen ze dus niet. Ze fiet sen tegen het verkeer in op de grachten, ze stelen zonder gewe tensbezwaar andermans fiets om dat hun eigen fiets immers ook is ge stolen, ze bekladden andermans muren omdat zij zichzelf moeten manifesteren, en ze jatten uit win kels en noemen dat 'proletarisch winkelen'. Mijn dochter Sara die in Amsterdam op het Barlaeus Gym nasium zit, vertelde laatst veront waardigd dat ze in de pauze, als veel kinderen even verderop een broodje gaan kopen bij bakkerij Amsen, maar per een of twee tege lijk de winkel binnen mochten. „Daar zal dan wel een reden voor zijn", zei ik. Ik heb de reden even op gevraagd bij Amsen. „Ach meneer, als ze met een hele groep tegelijk binnen komen, moetje ogen van vo ren en van achteren hebben. Daar om gaat de chauffeur nu om twaalf uur bij de deur staan en laat ze met een of twee tegelijk naar binnen. En de losse dingen, een schaal met koe ken en dergelijke, halen we dan voor alle zekerheid even weg". Er is iets mis met de kwaliteit van ons bestaan, als we altijd op ons qui vive moeten zijn, willen we niet op de een of andere manier 'gepakt' worden! Advertentie (Van onze parlementaire redacteur Henri Kruithof) Joris Voorhoeve toont zich niet ver baasd als hem wordt gevraagd naar de activiteiten van de Binnen landse Veiligheidsdienst (BVD) in verband met de Russische spionage in Rotterdam. Afgelopen weekeinde 'lekte uit' dat de geheime dienst KGB van de Sovjetunie het Rotterdamse cargadoorsbedrijf Transworld Mari ne Agency als werkplaats voor spio- nage-activiteiten gebruikt. WD-fractievoorzitter Voorhoeve kan er nauwelijks verbaasd over zijn: hij is sinds 1986 lid van de Tweede-Kamer commissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. In deze commis sie, die gemiddeld vier keer per jaar bijeenkomt, zitten de fractievoorzit ters van de grootste vier partijen in de Tweede Kamer. Zij controleren na mens de Kamer het werk van de 'ge heime' diensten in ons land. „In die commissie wordt niet geheim zinnig gedaan", aldus Voorhoeve, „on ze vragen worden altijd zeer grondig beantwoord". De commissie vergadert in het geheim. Dat kan volgens Voor hoeve ook niet anders. „De regeringen de hoofden van de veiligheidsdiensten zullen zeker terughoudender worden, als wij informatie laten uitlekken". Voorhoeve ziet een duidelijke veran dering in de spionage-activiteiten van met name de Oostblok-landen. „Vroe ger ging het vooral om politieke en mi litaire spionage, tegenwoordig gaat het veel meer om industriële spionage. De betrokken landen hebben vaak een achterstand op het gebied van techno logische kennis. Die proberen ze door spionage in te lopen". Overigens vindt de VVD-leider deze vorm van spionage een vorm van dief stal. „Zo worden blauwdrukken ont vreemd en rechten niet betaald". Hij vindt het dan ook niet vreemd dat vooral het Rotterdamse havengebied het doelwit is van de activiteiten. „Die haven is van groot strategisch belang. De wereldscheepvaart heeft belangrij ke strategische aspecten. Bovendien is de Rotterdamse haven een belang rijke schakel in de aan- en afvoer van NAVO-materieel en -mensen". Een ander belangrijk aspect van de binnenlandse veiligheidsdiensten is de terrorismebestrijding. Voorhoeve vindt het dan ook niet terecht dat het werk van de veiligheidsdiensten de laatste tijd minder in de belangstelling staat. „Dat is onterecht. Voorts zijn er over de hele wereld grote misdaadsyn dicaten, waar honderden miljarden dollars in omgaan. Zij trekken zich niets van regeringen of politieke syste men aan. Het is goed dat de inlichtin gen- en veiligheidsdiensten daar aan dacht aan besteden", aldus Voorhoe ve. Hij legt er de nadruk op dat het werk van de BVD niet altijd even spectacu lair is. „Het zijn zelden 'James Bond- achtige' toestanden. Het is veel meer intellectueel werk geworden; veel on derzoek. Het is vaak een vorm van be veiliging, waar ook het bedrijfsleven baat bij heeft. In Amerika hebben de Nederlandse inlichtingen- en veilig heidsdiensten een goede naam. Hun werk wordt als degelijk en zonder op hef ervaren; vooral defensief ge richt". Voorhoeve Ondanks de verandering is de werk wijze van de BVD en aanverwante or ganisaties, meent Voorhoeve niet dat de meer traditionele vormen van con- tra-spionage verwaarloosd moeten worden. Ook de ontwikkelingen in het Oostblok nemen niet weg dat de poli tieke spionage nog steeds doorgaat. „Naar schatting is een derde van de hier actieve functionarissen uit wat men het Oostblok noemt, op een of an dere manier met spionage bezig". Dat geldt niet voor al die landen gelijk. „Ik maak me geen zorgen over landen als Hongarije en Polen. Over de andere landen ben ik wat kritischer". Voorhoeve denkt overigens dat de steeds losser wordende band tussen de landen van het Warschaupact zal lei den tot minder samenwerking op het terrein van de spionage. „Toen de acti viteiten nog voornamelijk politiek van aard waren, was er nauwe samenwer king. Maar nu het meer om industriële spionage gaat, is men steeds minder bereid informatie uit te wisselen. Technologische informatie houdt men liever voor zichzelf, uit coneurrentie- overwegingen". Ondanks de kritiek die er in het verle den wel is geweest op het werk van de Tweede-Kamercommissie voor de in lichtingen- en veiligheidsdiensten, vooral uit de hoek van de PSP, meent Voorhoeve dat het werk van die com missie zeer nuttig is. „De volksvertegenwoordiging moet kunnen controleren wat die diensten doen. Het komt ook wel voor dat de re gering internationaal om medewer king wordt gevraagd voor bijvoor beeld een project van terrorisme-be- strijding. Dan wordt de commissie weieens tevoren om haar mening ge vraagd". Voorhoeve vindt dat de betrokken diensten in het algemeen erg voorzich tig te werk gaan. „Dat is een beetje de Nederlandse cultuur. Ik ken geen be langrijke voorbeelden, waar een van de diensten ernstig over de schreef is gegaan", zegt hij. „De VVD wil soms weieens een wat forsere aanpak, voor al tegen de internationale misdaad". (Van onze verslaggever Santé Brun) De Zuidafrikaanse chirurg prof. dr. Christiaan Barnard, die in 1967 de eerste harttransplantatie ter wereld uitvoerde, is een ver klaard tegenstander van de apart heid in zijn land. Verder pleit hij voor vrijlating van alle politieke ge vangenen en het wegnemen van alle restricties voor politieke groeperin gen. Allemaal zaken waarover de Nederlands-Zuidafrikaanse Werk gemeenschap (NZAW), die hem naar Nederland haalde, nog niets in haar doelstellingen heeft staan. Het deert Barnard niet. Hij verpakt zijn boodschap in een razendsnelle monoloog waar vrijwel niet tussen te komen is. Hij wisselt politiek scher pe uitspraken af met medisch getin te vergelijkingen en emotionele ui tingen. Over zijn werk met enkele Duitse instituten die onderzoek doen naar veroudering, en waarvan het aanstaande rapport (over verjon ging door injectie met cellen van on geboren dieren) de eerste harttrans plantatie in de schaduw zal stellen; over zijn 25-jarige echtgenote en over zijn zeven maanden oude zoon. Zonder een spoor van terughou dendheid vertelt hij hoe hij in 1983 de brui gaf aan zijn werk als chirurg. „Als je 's morgens niet meer hongerig naar je werk wakker wordt, moet je ermee ophouden", zegt hij. De hele geschiedenis van de eerste hart transplantatie heeft daarbij voor hem een belangrijke rol gespeeld. Het was die operatie welke hem van een onbekende chirurg in een ook toen al politiek en geografisch sterk geïsoleerd Zuidafrika tot de be roemdste dokter van deze eeuw maakte. Voortdurend in de schijn werpers staan, door collega's op de vingers gekeken worden het maakte dat hij het verder voor ge zien hield. Hij geeft zonder aarzelen toe dat de stormen in zijn privé-leven daar het hunne aan hebben bijgedra gen. Barnard gebruikt zijn reputatie als eerste overplanter van een mense lijk hart nu om politiek te bedrij ven. Daarbij wordt hij heen en weer geslingerd tussen twee uitersten: enerzijds de blanke boeren op het Zuidafrikaanse platteland die hoogst verbaasd reageren als hij be weert dat zij nog zullen meemaken dat hun kinderen 'gemengde' scho len zullen bezoeken; anderzijds het sceptische buitenland dat niet be reid is in Zuidafrika iets anders te zien dan het land van de apartheid, zoals Nederland het land is van de windmolens. „Ik ben Zuidafrikaner en ik wil er nooit weg. Er is niets verkeerds aan dat ik voor Zuidafrika spreek. Alleen denkt iedereen dat als je voor Zuid afrika spreekt, je dan een racist bent. Ik ga ook niet mooier praten dan het is. De grootste fout die de Zuidafrika- nen hebben gemaakt, is dat ze de Na tionale Partij in 1948 aan de macht hebben geholpen. Uit onwetendheid, maar ook uit arrogantie. Dat was het zwartste moment uit onze geschie denis. Namen als Malan, Verwoerd, Strijdom moeten weggehaald wor den van alle monumenten. Zij heb ben niet willen inzien dat hun wetten door de rest van de wereld werden beschouwd als naziwetten, dat 'ge scheiden woongebied' een ander woord was voor 'ghetto'; dat 'slegs vir blankes' werd verstaan als 'ver boden voor joden'". Barnard, 66 nu, lenig ogend ondanks zijn reumatische handen, donker blauwe blazer in de bar van Hotel des Indes in Den Haag. Een hoge, ietwat hese stem, een lichte slis bij het pra ten. Meestal spreekt hij Engels, maar hij doorspekt zijn uitspraken met mooi Afrikaans. „Ik geloof dat dit onze laatste kans is. Als arts weet ik wat het betekent wanneer je een complicatie te laat aanpakt. Er komt een tijd dat in Zuidafrika geen compromis meer mogelijk is. Ik geloof dat de blanke Zuidafrikaan bereid is de macht te delen, maar niet om overheerst te worden, net zo min als de zwarte Zuidafrikaan dat wil". Hij wijst op het overleg in klein comi té tussen Angola, Cuba en Zuidafri ka dat de vrede in Angola dichterbij moet brengen en ziet ook al een an der driemanschap: De Klerk, Man dela, Buthelezi. Maar het zal alle maal geleidelijk moeten ontstaan. „De mensen zijn zo lang onderdrukt, beledigd, het is logisch dat ze niet zo snel zullen zeggen: nu gaan we het samen doen". Barnard spreekt De Klerk binnen kort. „En dat wil wat zeggen. Met Bo tha heb ik nooit contact gehad, want ik spreek niet met dictators. Maar De Klerk hoort tot een jongere gene ratie, en in Zuidafrika maakt elke ge neratie een sprong vooruit. Hij is veel liberaler". Zuidafrika zal veranderen, hij zegt het voortdurend, maar het zal lang zaam gaan, want met simpel uitvaar digen van wetten verander je de mentaliteit van de mensen niet. Er zijn ook verklaringen, excuses: de geografische isolatie heeft verhin derd dat de Zuidafrikanen een juist wereldbeeld hebben. De arts-politicus is tegen verdere sancties tegen zijn land: „We moe ten alles doen om het lijden door de apartheid te verminderen, maar weghalen van investeringen is daarvoor niet het juiste middel". Aan de andere kant: „De sancties tot nu toe hebben ons geprikt en gepord, Zuidafrika wil veranderen. Maar het gaat als met de dosering van een me dicijn: een beetje is goed, te veel kan dodelijk zijn. Als je Zuidafrika te hard duwt, dan zeggen ze misschien wel: verrek maar. Dan krijgen we de mentaliteit van het 'laager' weer over ons, dan zetten we de 'ossewa- gens' in een cirkel". Kortom, aldus Barnard, geef De Klerk een kans. De nieuwe president heeft al veel concessies gedaan, maar hij kan het zich niet veroorlo ven zijn geloofwaardigheid tegen over zijn achterban te verliezen. „Net zo min als het ANC zich kan veroor loven openlijk het geweld af te zwe ren. Maar als jullie Gorbatsjov en Po len en Hongarije een kans geven, waarom Zuidafrika dan niet?" Wat zou Barnard de komende tien jaar graag zien gebeuren in zijn land? „Ik zou graag naar het buitenland kunnen gaan om te zeggen: er is geen apartheid meer". Degenen die hun heil vooral zien in een bloedige omwenteling in Zuid afrika, krijgen van Barnard trou wens een ernstige overweging mee: „Een bloedige revolutie zou wel eens door de blanken gewonnen kunnen worden. Dus drijf ons daar nu niet heen. Er zijn nog genoeg blanken in Zuidafrika die reikhalzend uitkijken naar die revolutie, want 'dan sal ons de kans krij om schoon te maak". Wat komt Barnard in Nederland doen? Hij zal o.a. de najaarsvergade ring toespreken van de Nederland- Zuidafrikaanse Werkgemeenschap, zaterdag in Zwolle. „Ik wil komen vertellen dat er in mijn land verande ringen aan de gang zijn, waaraan ik zelf enkele jaren geleden niet had durven denken. Dat moeten juist jul lie, Nederlanders, weten, want jullie hebben diepe sporen achtergelaten in onze geschiedenis. En ik wil erbij zeggen dat het de mensen van Neder landse afkomst, de Afrikaners, zijn die een oplossing zoeken voor de pro blemen. Het zijn Afrikaners geweest die de idiotie en de criminele kanten van de apartheid hebben blootge legd". Meubelhuis voor sfeervol wonen Havenweg 24, 4455 AP Nieuwdorp. Tel. 01196-12438. Het Rotterdanse scheepvaartbedrijf Transwordl Marine Agency, in het nieuws vanwege Sovjet-spionage Prof. Christiaan Barnard in Nederland

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 4