PZC opinie en achtergrond woensdag25oktober 1989 4 i
Rood stoplicht
Spionage minder politiek
maar meer industrieel
Barnard: geef
Zuidafrika met
De Klerk kans
rtinair
WD-LEIDER JORIS VOORHOEVE:
Boosdoeners
TRIJFEL
Nico Scheepmaker
Intellectueel
Politiek
Sancties
N WOONKOMPAS
Een rustpunt voor
slaapkamerzoekers
1j
Bioloog Adang: voetbalvandaal
is geen gefrustreerde asociaal
CV an onze verslaggever
Amoxid Cornelissen)
Je bent bioloog en je wilt weer eens
wat onderzoeken. Dus neem je het
gedrag van voetbalvandalen onder de
loep. Niets lijkt minder logisch. Maar
Otto Adang, gepromoveerd op een
studie naar het gedrag van chimpan
sees, heeft een verbluffend simpel
antwoord: juist biologen zijn gespe
cialiseerd in het systematisch onder
zoeken van gedrag. En dan maakt het
weinig uit of het om een stekelbaarsje
gaat of om een agressieve voetbalsup
porter.
Over enkele maanden presenteert
Adang zijn onderzoeksrapport aan de
ministeries van justitie en binnenland
se zaken, in wier opdracht hij aan de
slag ging. Enkele conclusies kent hij
reeds: extra veiligheidsmaatregelen
en hogere straffen werken averechts,
we moeten leren leven met voetbal
vandalisme en we moeten de geweld-
straditie proberen te doorbreken met
minder repressief optreden.
Drie jaar lang liep Adang met zijn cas
setterecorder in totaal 75 zogenoemde
risicowedstrijden af. Hij zat temidden
van roerige 'uit'-supporters van de vijf
meest beruchte clubs. En het ging wel
eens mis. Eenmaal haalde een agent
met zijn wapenstok stevig naar de on
derzoeker uit. En bij een andere wed
strijd werd Adang in het gezelschap
van roerige supporters aangehouden
en naar het politiebureau gebracht.
Risico's van het vak, zo stelt hij na af
loop schouderophalend. „Maar het
gaat er in het supportersvak over het
algemeen veel minder hard aan toe
dan uit de televisiebeelden lijkt".
Volgens Adang is het beeld dat psy
chologen en sociologen schetsen van
de gemiddelde voetbalvandaal niet
evenwichtig. „Het is geen jongen die
uit frustraties met keien gaat gooien of
door gebrek aan sociale controle thuis
agressief wordt. Ook heeft het nauwe
lijks iets met jongeren in achterstand
situaties te maken. Voetbalvandalen
komen uit alle maatschappelijke la
gen".
„Je hebt nu eenmaal mensen die uit
dagen, provoceren en geweld leuk vin
den. En tot op zekere hoogte vinden we
dat allemaal leuk. Als Nederland van
Duitsland wint, loopt het hele land uit.
Niet omdat we een wedstrijd hebben
gewonnen, maar omdat we die Moffen
hebben verslagen. Alleen komt niet ie
dereen zover dat hij ook ijzeren staven
gaat gooien. Maar het basisgedrag zit
in ons allen. Je kunt je dan afvragen
waarom sommigen verder gaan. Daar
is geen eenduidig antwoord op te ge
ven. De één wil zijn prestige bij de ei
gen supporters en bij de aanhangers
uit het andere kamp vergroten of de
baas spelen, een andere vandaal is zijn
grenzen aan het aftasten of wil zich te
gen de gevestigde orde afzetten en
weer een ander mept, omdat hij van
geweld houdt".
Adang wil niets afdoen aan het onder
zoek dat menswetenschappers heb
ben verricht. Hun werk was alleen
niet compleet, zo meent hij. „Er ont
brak een belangrijk facet. Ik wil niet
zeggen dat de sociologen en psycholo
gen het stadion volledig hebben ge
meden. Maar als ze er waren, dan ob
serveerden zij participerend. Vervol
gens werkten ze thuis hun indrukken
uit. Maar zij wisten op dat moment al
de afloop van wat was voorgevallen.
Dat geeft toch een bepaalde kleuring.
Ik sprak mijn indrukken direct op de
band in. Ik wist op dat moment nog
niet wat er verder zou gebeuren. Hoe
goed de menswetenschappers hun
werk hebben gedaan. Een bioloog is
getraind in het systematisch onder
zoeken van gedragingen. Zij zijn dat
niet. Het gedrag van een stekelbaars
je is al moeilijk te observeren. Laat
staan van een groep supporters".
Volgens Adang valt het geweld op en
om de voetbalvelden eigenlijk wel
mee. „Toen ik voor de eerste keer zo'n
supportersvak binnen stapte, had ik
het idee dat je daar nog niet kon ko
men of je werd al in elkaar getremd.
Dat bleek volstrekte nonsens. Ook het
daadwerkelijke geweld is niet zo
schrikbarend hoog. Daar staat echter
tegenover datje wel elk weekeinde die
dreiging hebt. Ik weet echt niet wat er
zou gebeuren als er geen politie was".
Adang kwam tot de conclusie dat het
aantal echte boosdoeners vrij gering
is. „Het bevestigt de overtuiging dat
er maar weinig feitelijke relschop
pers zijn. Het probleem is, dat ze in
een groep verkeren waar hun gedrag
actief, dan wel passief wordt onder
steund".
In zijn rapport geeft Adang dan ook
aan dat in een dergelijke groep men
sen zouden moeten zijn die de rel
schoppers juist wel op hun gedrag aan
spreken. „En dat hoeft echt niet direct
politie te zijn. Dat kunnen ook ande
ren doen".
De bioloog vindt dat we moeten probe
ren de geweldstraditie te doorbreken
die ontstaan is rond het voetballen.
„Dat kan door minder repressief optre
den. Maar dat betekent dat er wel af en
toe wat kan gebeuren. Het plaatsen
van meer veiligheidshekken, meer ca
mera's en het inzetten van nog meer
politie biedt in ieder geval geen uit
zicht op vermindering van het geweld.
Want daarmee verander je de mens
niet".
Tl Ta de teleurstellende 1-1 van
1V Ajax-Feyenoord reed ik terug
naar huis, richting IJ-tunnel. Rood
stoplicht. Ik wacht. Even later rij
den vier meisjes van een jaar of vijf
tien ons op de fiets voorbij, dwars
door het rode stoplicht heen, en ook
zonder aarzeling met betrekking tot
mogelijk kruisend verkeer. Niet
even inhouden en eerst links en
daarna rechts gekeken, de rijweg
loodrecht oversteken, maar ge
woon in dezelfde snelheid doorfïet-
send, alsof de rijweg, nee: de hele
wereld, uitsluitend aan hen toebe
hoorde. En ik dacht toen: het begint
met zorgeloos door rood licht fiet
sen, en het eindigt met fragmenta-
tiebommen!
Vrijgevochten, zo heet dat. En als ze
de fragmentatiebommen ter grootte
van een tennisbal niet zelf fabrice
ren, op hun gezellige meisjeskamer,
dan lenen ze wel hun lichaamshol
ten aan hun vrindje om diens knut
selwerk onopgemerkt de tribune op
te smokkelen. Hartstikke spannend
joh!
Ik geloof in de onvermijdelijke esca
latie van grensverleggend zondigen
tegen de regels. Ik kom nog wel eens
in het buitenland, en ken geen land
waar door automobilisten zo vaak,
liefst met opgevoerde snelheid,
door rood wordt gereden als in Ne
derland. Als het voetgangerslicht in
New York op groen springt, kun je
blindelings oversteken. Is er één
Nederlander, afgezien van Achter
lijke Japie, die niet eerst even naar
links en rechts kijkt of hij werkelijk
al kan oversteken, nadat het voet
gangerslicht op groen is gespron
gen?
Maar, zult u zeggen, is dat niet een
teken des tijds dat je overal in de
wereld tegenkomt? Ik ken niet de
hele wereld, maar ik was een paar
jaar geleden in Kopenhagen, een
stad die goed vergelijkbaar is met
Amsterdam. Onvergetelijk was
voor mij het moment dat we in de
vroege avond voor een rood voet
gangerslicht stonden te wachten.
Noch van links, noch van rechts
kwam in de verste verte een auto
aan, zelfs geen fiets (met achterop,
aameen hoog metalen vlaggestokje,
zo'n vlaggetje om de auto's op een
afstand te houdenwas op dat mo
ment in aantocht.
De reden waarom wij desondanks
geduldig wachtten tot het licht op
groen sprong was tweeledig.
In de eerste plaats hebben we ons
van het begin af aan aangewend om
in het bijzijn van de kinderen te
wachten tot het rood op groen
sprong, inplaats van ze tussen twee
voorbijzoevende auto's door haas
tig naar de overkant te sleuren,
door rood licht heen. Bij wijze van
voorbeeldfunctie, in de hoop dat zij
later, als zij in hun eentje over
straat mochten, automatisch ook
zouden wachten tot het stoplicht op
groen sprong.
En in de tweede plaats omdat ik in
het buitenland de leefregel hanteer,
dat ik me daar dociel aan alle re
gels houd, omdat alles er toch een
beetje anders is dan bij ons thuis, en
je je niet als een vis in het water
kunt voelen als het water van een
andere samenstelling is.
Wat toen een onvergetelijke indruk
op mij maakte was, dat naast ons
een groepje vrolijke Deense studen
ten stond, bij wie het niet in het
hoofd opkwam om over te steken
omdat er toch geen verkeer was. Zij
wachtten, net als wij, tot het licht op
groen sprong. En niet uit vrees be
keurd te worden, wantje ziet in Ko
penhagen nog minder politie in het
wild rondlopen dan in Amsterdam.
Is zo'n keurige, geduldige, aan de
wet gehoorzamende houding van
Amsterdamse jongelui voorstel
baar? Nee dus.
Ik hou zielsveel van tolerantie, van
mij mag elke jongen en elk meisje er
zo gek uitzien als zij zelf willen, ze
mogen buttons dragen met 'leve
Janmaat!' en 'weg met de middel
maat!', ze mogen vrijen in de tram
en in leegstaande kraakpanden
wonen, als ze maar voor het rode
voetgangerslicht wachten!
Maar dat doen ze dus niet. Ze fiet
sen tegen het verkeer in op de
grachten, ze stelen zonder gewe
tensbezwaar andermans fiets om
dat hun eigen fiets immers ook is ge
stolen, ze bekladden andermans
muren omdat zij zichzelf moeten
manifesteren, en ze jatten uit win
kels en noemen dat 'proletarisch
winkelen'. Mijn dochter Sara die in
Amsterdam op het Barlaeus Gym
nasium zit, vertelde laatst veront
waardigd dat ze in de pauze, als
veel kinderen even verderop een
broodje gaan kopen bij bakkerij
Amsen, maar per een of twee tege
lijk de winkel binnen mochten.
„Daar zal dan wel een reden voor
zijn", zei ik. Ik heb de reden even op
gevraagd bij Amsen. „Ach meneer,
als ze met een hele groep tegelijk
binnen komen, moetje ogen van vo
ren en van achteren hebben. Daar
om gaat de chauffeur nu om twaalf
uur bij de deur staan en laat ze met
een of twee tegelijk naar binnen. En
de losse dingen, een schaal met koe
ken en dergelijke, halen we dan
voor alle zekerheid even weg".
Er is iets mis met de kwaliteit van
ons bestaan, als we altijd op ons qui
vive moeten zijn, willen we niet op
de een of andere manier 'gepakt'
worden!
Advertentie
(Van onze parlementaire
redacteur Henri Kruithof)
Joris Voorhoeve toont zich niet ver
baasd als hem wordt gevraagd
naar de activiteiten van de Binnen
landse Veiligheidsdienst (BVD) in
verband met de Russische spionage in
Rotterdam. Afgelopen weekeinde
'lekte uit' dat de geheime dienst KGB
van de Sovjetunie het Rotterdamse
cargadoorsbedrijf Transworld Mari
ne Agency als werkplaats voor spio-
nage-activiteiten gebruikt.
WD-fractievoorzitter Voorhoeve kan
er nauwelijks verbaasd over zijn: hij is
sinds 1986 lid van de Tweede-Kamer
commissie voor de inlichtingen- en
veiligheidsdiensten. In deze commis
sie, die gemiddeld vier keer per jaar
bijeenkomt, zitten de fractievoorzit
ters van de grootste vier partijen in de
Tweede Kamer. Zij controleren na
mens de Kamer het werk van de 'ge
heime' diensten in ons land.
„In die commissie wordt niet geheim
zinnig gedaan", aldus Voorhoeve, „on
ze vragen worden altijd zeer grondig
beantwoord". De commissie vergadert
in het geheim. Dat kan volgens Voor
hoeve ook niet anders. „De regeringen
de hoofden van de veiligheidsdiensten
zullen zeker terughoudender worden,
als wij informatie laten uitlekken".
Voorhoeve ziet een duidelijke veran
dering in de spionage-activiteiten van
met name de Oostblok-landen. „Vroe
ger ging het vooral om politieke en mi
litaire spionage, tegenwoordig gaat
het veel meer om industriële spionage.
De betrokken landen hebben vaak een
achterstand op het gebied van techno
logische kennis. Die proberen ze door
spionage in te lopen".
Overigens vindt de VVD-leider deze
vorm van spionage een vorm van dief
stal. „Zo worden blauwdrukken ont
vreemd en rechten niet betaald". Hij
vindt het dan ook niet vreemd dat
vooral het Rotterdamse havengebied
het doelwit is van de activiteiten. „Die
haven is van groot strategisch belang.
De wereldscheepvaart heeft belangrij
ke strategische aspecten. Bovendien
is de Rotterdamse haven een belang
rijke schakel in de aan- en afvoer van
NAVO-materieel en -mensen".
Een ander belangrijk aspect van de
binnenlandse veiligheidsdiensten is
de terrorismebestrijding. Voorhoeve
vindt het dan ook niet terecht dat het
werk van de veiligheidsdiensten de
laatste tijd minder in de belangstelling
staat. „Dat is onterecht. Voorts zijn er
over de hele wereld grote misdaadsyn
dicaten, waar honderden miljarden
dollars in omgaan. Zij trekken zich
niets van regeringen of politieke syste
men aan. Het is goed dat de inlichtin
gen- en veiligheidsdiensten daar aan
dacht aan besteden", aldus Voorhoe
ve.
Hij legt er de nadruk op dat het werk
van de BVD niet altijd even spectacu
lair is. „Het zijn zelden 'James Bond-
achtige' toestanden. Het is veel meer
intellectueel werk geworden; veel on
derzoek. Het is vaak een vorm van be
veiliging, waar ook het bedrijfsleven
baat bij heeft. In Amerika hebben de
Nederlandse inlichtingen- en veilig
heidsdiensten een goede naam. Hun
werk wordt als degelijk en zonder op
hef ervaren; vooral defensief ge
richt".
Voorhoeve
Ondanks de verandering is de werk
wijze van de BVD en aanverwante or
ganisaties, meent Voorhoeve niet dat
de meer traditionele vormen van con-
tra-spionage verwaarloosd moeten
worden. Ook de ontwikkelingen in het
Oostblok nemen niet weg dat de poli
tieke spionage nog steeds doorgaat.
„Naar schatting is een derde van de
hier actieve functionarissen uit wat
men het Oostblok noemt, op een of an
dere manier met spionage bezig". Dat
geldt niet voor al die landen gelijk. „Ik
maak me geen zorgen over landen als
Hongarije en Polen. Over de andere
landen ben ik wat kritischer".
Voorhoeve denkt overigens dat de
steeds losser wordende band tussen de
landen van het Warschaupact zal lei
den tot minder samenwerking op het
terrein van de spionage. „Toen de acti
viteiten nog voornamelijk politiek van
aard waren, was er nauwe samenwer
king. Maar nu het meer om industriële
spionage gaat, is men steeds minder
bereid informatie uit te wisselen.
Technologische informatie houdt men
liever voor zichzelf, uit coneurrentie-
overwegingen".
Ondanks de kritiek die er in het verle
den wel is geweest op het werk van de
Tweede-Kamercommissie voor de in
lichtingen- en veiligheidsdiensten,
vooral uit de hoek van de PSP, meent
Voorhoeve dat het werk van die com
missie zeer nuttig is.
„De volksvertegenwoordiging moet
kunnen controleren wat die diensten
doen. Het komt ook wel voor dat de re
gering internationaal om medewer
king wordt gevraagd voor bijvoor
beeld een project van terrorisme-be-
strijding. Dan wordt de commissie
weieens tevoren om haar mening ge
vraagd".
Voorhoeve vindt dat de betrokken
diensten in het algemeen erg voorzich
tig te werk gaan. „Dat is een beetje de
Nederlandse cultuur. Ik ken geen be
langrijke voorbeelden, waar een van
de diensten ernstig over de schreef is
gegaan", zegt hij. „De VVD wil soms
weieens een wat forsere aanpak, voor
al tegen de internationale misdaad".
(Van onze verslaggever
Santé Brun)
De Zuidafrikaanse chirurg prof.
dr. Christiaan Barnard, die in
1967 de eerste harttransplantatie
ter wereld uitvoerde, is een ver
klaard tegenstander van de apart
heid in zijn land. Verder pleit hij
voor vrijlating van alle politieke ge
vangenen en het wegnemen van alle
restricties voor politieke groeperin
gen. Allemaal zaken waarover de
Nederlands-Zuidafrikaanse Werk
gemeenschap (NZAW), die hem naar
Nederland haalde, nog niets in haar
doelstellingen heeft staan.
Het deert Barnard niet. Hij verpakt
zijn boodschap in een razendsnelle
monoloog waar vrijwel niet tussen te
komen is. Hij wisselt politiek scher
pe uitspraken af met medisch getin
te vergelijkingen en emotionele ui
tingen. Over zijn werk met enkele
Duitse instituten die onderzoek
doen naar veroudering, en waarvan
het aanstaande rapport (over verjon
ging door injectie met cellen van on
geboren dieren) de eerste harttrans
plantatie in de schaduw zal stellen;
over zijn 25-jarige echtgenote en over
zijn zeven maanden oude zoon.
Zonder een spoor van terughou
dendheid vertelt hij hoe hij in 1983 de
brui gaf aan zijn werk als chirurg.
„Als je 's morgens niet meer hongerig
naar je werk wakker wordt, moet je
ermee ophouden", zegt hij. De hele
geschiedenis van de eerste hart
transplantatie heeft daarbij voor
hem een belangrijke rol gespeeld.
Het was die operatie welke hem van
een onbekende chirurg in een ook
toen al politiek en geografisch sterk
geïsoleerd Zuidafrika tot de be
roemdste dokter van deze eeuw
maakte. Voortdurend in de schijn
werpers staan, door collega's op de
vingers gekeken worden het
maakte dat hij het verder voor ge
zien hield. Hij geeft zonder aarzelen
toe dat de stormen in zijn privé-leven
daar het hunne aan hebben bijgedra
gen.
Barnard gebruikt zijn reputatie als
eerste overplanter van een mense
lijk hart nu om politiek te bedrij
ven. Daarbij wordt hij heen en weer
geslingerd tussen twee uitersten:
enerzijds de blanke boeren op het
Zuidafrikaanse platteland die
hoogst verbaasd reageren als hij be
weert dat zij nog zullen meemaken
dat hun kinderen 'gemengde' scho
len zullen bezoeken; anderzijds het
sceptische buitenland dat niet be
reid is in Zuidafrika iets anders te
zien dan het land van de apartheid,
zoals Nederland het land is van de
windmolens.
„Ik ben Zuidafrikaner en ik wil er
nooit weg. Er is niets verkeerds aan
dat ik voor Zuidafrika spreek. Alleen
denkt iedereen dat als je voor Zuid
afrika spreekt, je dan een racist bent.
Ik ga ook niet mooier praten dan het
is. De grootste fout die de Zuidafrika-
nen hebben gemaakt, is dat ze de Na
tionale Partij in 1948 aan de macht
hebben geholpen. Uit onwetendheid,
maar ook uit arrogantie. Dat was het
zwartste moment uit onze geschie
denis. Namen als Malan, Verwoerd,
Strijdom moeten weggehaald wor
den van alle monumenten. Zij heb
ben niet willen inzien dat hun wetten
door de rest van de wereld werden
beschouwd als naziwetten, dat 'ge
scheiden woongebied' een ander
woord was voor 'ghetto'; dat 'slegs
vir blankes' werd verstaan als 'ver
boden voor joden'".
Barnard, 66 nu, lenig ogend ondanks
zijn reumatische handen, donker
blauwe blazer in de bar van Hotel des
Indes in Den Haag. Een hoge, ietwat
hese stem, een lichte slis bij het pra
ten. Meestal spreekt hij Engels, maar
hij doorspekt zijn uitspraken met
mooi Afrikaans.
„Ik geloof dat dit onze laatste kans
is. Als arts weet ik wat het betekent
wanneer je een complicatie te laat
aanpakt. Er komt een tijd dat in
Zuidafrika geen compromis meer
mogelijk is. Ik geloof dat de blanke
Zuidafrikaan bereid is de macht te
delen, maar niet om overheerst te
worden, net zo min als de zwarte
Zuidafrikaan dat wil".
Hij wijst op het overleg in klein comi
té tussen Angola, Cuba en Zuidafri
ka dat de vrede in Angola dichterbij
moet brengen en ziet ook al een an
der driemanschap: De Klerk, Man
dela, Buthelezi. Maar het zal alle
maal geleidelijk moeten ontstaan.
„De mensen zijn zo lang onderdrukt,
beledigd, het is logisch dat ze niet zo
snel zullen zeggen: nu gaan we het
samen doen".
Barnard spreekt De Klerk binnen
kort. „En dat wil wat zeggen. Met Bo
tha heb ik nooit contact gehad, want
ik spreek niet met dictators. Maar
De Klerk hoort tot een jongere gene
ratie, en in Zuidafrika maakt elke ge
neratie een sprong vooruit. Hij is veel
liberaler".
Zuidafrika zal veranderen, hij zegt
het voortdurend, maar het zal lang
zaam gaan, want met simpel uitvaar
digen van wetten verander je de
mentaliteit van de mensen niet. Er
zijn ook verklaringen, excuses: de
geografische isolatie heeft verhin
derd dat de Zuidafrikanen een juist
wereldbeeld hebben.
De arts-politicus is tegen verdere
sancties tegen zijn land: „We moe
ten alles doen om het lijden door de
apartheid te verminderen, maar
weghalen van investeringen is
daarvoor niet het juiste middel".
Aan de andere kant: „De sancties tot
nu toe hebben ons geprikt en gepord,
Zuidafrika wil veranderen. Maar het
gaat als met de dosering van een me
dicijn: een beetje is goed, te veel kan
dodelijk zijn. Als je Zuidafrika te
hard duwt, dan zeggen ze misschien
wel: verrek maar. Dan krijgen we de
mentaliteit van het 'laager' weer
over ons, dan zetten we de 'ossewa-
gens' in een cirkel".
Kortom, aldus Barnard, geef De
Klerk een kans. De nieuwe president
heeft al veel concessies gedaan,
maar hij kan het zich niet veroorlo
ven zijn geloofwaardigheid tegen
over zijn achterban te verliezen. „Net
zo min als het ANC zich kan veroor
loven openlijk het geweld af te zwe
ren. Maar als jullie Gorbatsjov en Po
len en Hongarije een kans geven,
waarom Zuidafrika dan niet?"
Wat zou Barnard de komende tien
jaar graag zien gebeuren in zijn land?
„Ik zou graag naar het buitenland
kunnen gaan om te zeggen: er is geen
apartheid meer".
Degenen die hun heil vooral zien in
een bloedige omwenteling in Zuid
afrika, krijgen van Barnard trou
wens een ernstige overweging mee:
„Een bloedige revolutie zou wel eens
door de blanken gewonnen kunnen
worden. Dus drijf ons daar nu niet
heen. Er zijn nog genoeg blanken in
Zuidafrika die reikhalzend uitkijken
naar die revolutie, want 'dan sal ons
de kans krij om schoon te maak".
Wat komt Barnard in Nederland
doen? Hij zal o.a. de najaarsvergade
ring toespreken van de Nederland-
Zuidafrikaanse Werkgemeenschap,
zaterdag in Zwolle. „Ik wil komen
vertellen dat er in mijn land verande
ringen aan de gang zijn, waaraan ik
zelf enkele jaren geleden niet had
durven denken. Dat moeten juist jul
lie, Nederlanders, weten, want jullie
hebben diepe sporen achtergelaten
in onze geschiedenis. En ik wil erbij
zeggen dat het de mensen van Neder
landse afkomst, de Afrikaners, zijn
die een oplossing zoeken voor de pro
blemen. Het zijn Afrikaners geweest
die de idiotie en de criminele kanten
van de apartheid hebben blootge
legd".
Meubelhuis
voor sfeervol wonen
Havenweg 24, 4455 AP
Nieuwdorp. Tel. 01196-12438.
Het Rotterdanse scheepvaartbedrijf Transwordl Marine Agency, in het nieuws vanwege Sovjet-spionage
Prof. Christiaan Barnard in Nederland