PZC Gezondheidsdienst kijkt in de instellingskeukens „Ze doen méér dan naast de knol van Sint en Piet lopen" Spuitende diabetici moeten goed op hun tellen passen Ontslagenen kledingfirma aan het werk Ministerie hanteert foute cijfers over kokkelvangst Valkenisse pleit voor vijftien plaatsen bij minicampings provincie POLITIERESER VISTEN 11 Franse marine te gast in Terneuzen SEYNTAX HOOPT OP ORDER DINSDAG 24 OKTOBER 1989 door Willem van Dam Sprintje Risico's INSULINESTANDAARD WORDT GEWIJZIGD Verantwoordelijk REACTIE HANDKOKKELAARS OP NOTA Vogels Onduidelijk EEDE - Bij kledingbedrijf Seyntex in Eede is maandagmor gen al het personeel weer aan het werk gegaan. Enkele tiental len werknemers die vorige maand waren ontslagen, konden weer aan de slag. Bij de Industriebond FNV bestaat goede hoop dat het voortbestaan van het bedrijf binnenkort weer voor enkele jaren is verzekerd. In Eede circuleren al een tijdje geruch ten dat voor een aantal personeelsle den definitief ontslag dreigt als geen nieuwe orders binnenkomen. Het be drijf zou misschien zelfs dicht moeten. Bedrijfsleider Van Loven wilde maan dag niet zeggen of de bezorgdheid over het voortbestaan van de fabriek te recht is. „De geruchten over sluiting- die in Eede rondgaan, kloppen in elk TERNEUZEN - Een patrouille schip van de Franse marine is van 27 tot en met 31 oktober te gast in Terneuzen. Het schip met een bemanning van 31 koppen, de l'Audacieuse, wordt afge meerd aan de ponton in de voor malige veerhaven. Commandant M. Riou en zijn bemanning wor den vrijdag 27 oktober in het stadhuis van Terneuzen ontvan gen door loco-burgemeester J. van Rooijen. Het schip wordt zaterdag en zon dag van 14.00 tot 16.00 uur voor het publiek opengesteld. Maan dag nemen de bemanningsleden het in een volleybalwedstrijd op tegen een team van de gemeente Terneuzen, in sporthal Oude Vaart, van 14.30 tot 16.00 uur. geval niet. Iedereen is vanochtend ge woon aan het werk gegaan", aldus de bedrijfsleider. Het personeel (65 mensen) is gisteren niet over de stand van zaken ingelicht. Van Loven weigerde meer informatie te verstrekken. „Voor verdere inlich tingen over het bedrijf moet u bij direc teur Seynaeve zijn. En die vertoeft de ze week in het buitenland." De Industriebond FNV hoorde vorige maand van een aantal leden dat hen per 15 september ontslag was aange zegd. De bond heeft vervolgens over leg gevoerd met de directie van Seyn tex. Volgens de directie hadden de ont slagen werkneemsters een contract dat afliep na de uitvoer van een be paalde order. De vrouwen konden daarna met kunst en vliegwerk aan het werk worden gehouden via een aantal kleinere opdrachten. Maar half september was de koek op. Volgens districtsbestuurder Bram Ou denaarden van de FNV-bond zette de bond wel 'wat vraagtekens' bij de con tracten voor bepaalde tijd. Maar om dat de directie bereid bleek om actief mee te zoeken naar een oplossing om de ontslagen mensen weer in dienst te nemen en te houden, is daar geen ruzie over gemaakt. „Op het ogenblik is er werk voor een week of zeven. De direc tie heeft ons uitgelegd dat ze op een grote order zit te wachten. We hebben er groot vertrouwen in dat die op dracht ook komt: In elk geval hebben we regelmatig contact met het bedrijf en is het wat voorbarig om nu al over ontslagen te onderhandelen." MIDDELBURG - De Zeeuwse Ge meenschappelijke Gezondheids dienst (GGD) begint een tweejarig project gericht op het bevorderen van de hygiëne in instellingskeukens van bejaardenoorden en verzorgingste huizen. Die instellingen hebben in te genstelling tot bijvoorbeeld de zie kenhuizen zelf meestal geen hygiënist in huis. Controle wordt er alleen uit geoefend tijdens incidentele bezoe ken van de Keuringsdienst van Wa ren. Het project van de GGD is preventief. Er bestaan geen aanwijzingen dat er op grote schaal geknoeid wordt in in stellingskeukens in Zeeland. Meldin gen over explosies van voedselvergifti gingen komen zeer zelden binnen. In dividuele gevallen en kleinere aantal len zieken worden echter nooit geregi streerd. Onderzoeken, die door ge zondheidsdiensten elders in het land zijn uitgevoerd, wijzen uit dat er vaak nog best het één en ander te verbete ren valt in de zogenaamde grootkeu kens. Zeker omdat daar voor grote groepen mensen wordt gekookt, die li chamelijk toch vaak vrij kwetsbaar zijn. „De medewerkers van grootkeukens weten natuurlijk best wat hygiëne is", zegt J. A. H. M. Muller, sociaal ver pleegkundige van de GGD. „Soms kan er echter een zekere bedrijfsblindheid ontstaan en het is dan goed dat ie mand van buitenaf op bepaalde zaken wijst. Instellingen kunnen op vrijwilli ge basis meedqen. We komen niet als controleurs de keuken binnen, maar we geven alleen adviezen. Een van on ze medewerkers loopt twee keer per jaar een dag met het keukenpersoneel mee. Speciaal wordt gelet op de werk wijze van het personeel en op de bouw van de keuken en de gebruikte appara tuur. We komen ook op afroep naar in stellingen toe, die met het project mee doen." Uit onderzoeken elders in het land bleek dat er in instellingskeukens met name nogal eens wat fout gaat bij het afkoelen en verwarmen van van te vo ren klaar gemaakt eten. Er kan door een kleine onvolkomenheid in de hy giëne heel wat mis gaan. „Neem een keukenhulp die vergeten is of ze suiker in de vla heeft gegooid", zegt GGD-di- recteur drs V. A. J. Slenter. „Ze proeft even, gooit er suiker bij, proeft dan met dezelfde lepel nog even. Dan zitten er zeker bacteriën in de pap. De vla staat daarna nog even af te koelen en dat is een ideale situatie voor bacteriën om te groeien. Daarna gaat de pap mis schien de koelkast in en de volgende dag staat de vla voor het opgediend wordt, weer een aantal uren buiten de koelkast, omdat je bejaarden geen koude pap kan geven. Van zo'n toetje kunnen flink wat mensen ziek wor den." Soms bleek er in de keukens ook te worden gewerkt met oude apparatuur, die eigenlijk niet meer goed schoonge maakt kon worden. De temperatuur in de këuken was soms niet juist en nog een reeks andere mankementen en fouten werd gevonden. De Zeeuwse GGD wil, wanneer het hy- giëneproject aanslaat bij de tehuizen, na twee jaar doorgaan met het regel matig adviseren van grootkeukens. Een deel van de 54 bejaarden- en ver zorgingshuizen in Zeeland heeft in middels positief gereageerd op het project. Ze worden opgetrommeld op koop avonden, kermissen en braderieën. Ze onderscheiden zich - op het oog - in niets van hun betaalde colle ga's; ze dragen hetzelfde uniform, hetzelfde vuurwapen. Ze hebben zelfs hetzelfde loopje. Van acht tot vijf staan ze achter de draaibank, zitten ze op kantoor of werken ze in een garage. Maar als er een optocht in de stad is, een taptoe of een demonstratie hijsen ze zich in het uniform en spe len ze politie-agentje. De politiereservist. „Je kunt met zo'n vent véél meer doen dan 'm alleen maar naast de knol van Sint en Piet te laten lo pen." De korpsen van de gemeentepolitie in Vlissingen en Middelburg zijn een wervingscampagne begonnen om het sterk uitgedunde aantal re servisten weer op peil te brengen. Het politiekorps van de Zeeuwse hoofdstad telt nu nog slechts negen vrijwilligers. Ooit waren dat er veer tig. Ze zijn verdwenen öf omdat ze te oud (60 jaar) werden, of omdat ze slechts papieren reservisten waren, die - als er een beroep op hen werd gedaan - toch maar liever bij de warme kachel bleven zitten. „Bovendien", zegt brigadier A. A. C. Houtepen van de Middelburgse ge- meentepolitiej „moet je niet verge ten dat de eisen, waaraan een reser vist moet voldoen om een politie dienst mee te mogen draaien, zeer aanzienlijk zijn geworden. De vrij heid-blijheid van jaren geleden be staat niet meer; toen werd je op vijf tien of twintig winteravondjes van timmerman tot reserve-agent. Te genwoordig moeten ze - verspreid over twee jaar - 240 instructie-uren volgen. Ze krijgen schietoefenin gen, ze worden wegwijs gemaakt in het staatsbestel, de politie-organi- satie, wetboeken, ze leren hoe ze een proces-verbaal moeten opmaken. In feite krijgen ze een beknopte ver sie van de opleiding die ook be roepsmensen moeten volgen." De taak van de reservepolitie is, zo staat het officieel omschreven, om in tijd van oorlog, oorlogsgevaar of bij ernstige ordeverstoringen van landelijke of regionale omvang of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, dan ivel bij rampen, hulp diensten te verrichten bij de alge mene taak van de gemeentepolitie. In de praktijk van alledag komt het er op neer, dat de reservist een handje toesteekt als heffeest in de stad is, of koopavond. En dan doen ze méér dan alleen het verkeer rege len. Houtepen: „Eigenlijk doen ze hetzelfde als de beroepsmensen. Ze komen met het hele scala van het politiewerk in aanraking: een win keldiefstal, een aanrijding, een brandje, een inbraak." die BB echter ook inruilen voor de reservepolitie. En er waren er nogal, wat die van die mogelijkheid ge bruik maakten." Zoals Henk van de Pas uit Middel burg, een 41-jarige voorman bij de mechanische dienst van Pechiney.- „Als je die verhalen over de BB hoorde; het ging er allemaal wat dwangmatig aan toe en daar was ik- - zeker in die tijd - helemaal niet" voor. Zodoende..." Hoe anders waren de motieven van Ben van de Pol (45), bewakingsbe ambte bij de Koninklijke Maat schappij De Schelde. „Ik was een jaar of achtentwintig toen ik sollici teerde bij de rijkspolitie. Ik schrok me wild toen ik hoorde wat ik daar verdiende. Ik zou er behoorlijk op achteruit zijn gegaan. Dus dat heb ik niet gedaan. Maar ik schiet nogal graag. En m'n zwager, die toenter tijd bij de marine-inlichtingen dienst zat, zei: reservist, is dat niks voor jou, daar kun je schieten ook." De reservist als cowboy? Houtepen schudt het hoofd. „De functie van politiereservist houdt meer in dan met een pistool op de schietbaan bezig zijn. Iemand die graag schiet, kan tegenwoordig z'n hun hart op halen bij schietverenigingen. Als ik door heb, dat iemand helemaal gek is van het dragen van een vuur wapen, zullen we toch een keertje extra met 'm moeten praten." Het belang van de politiereservist. Daar wordt in het politiewereldje zéér genuanceerd over gedacht. „Je hoort wel eens geluiden dat het ge bruik van vrijwilligers een negatief effect kan hebben op de uitbreiding van het aantal beroepskrachten. Maar ik denk dat dat wel meevalt, want de inzetbaarheid van reservis ten is aan allerlei regeltjes gebon den. Je hoort van beroepsmensen ook vaak: 'moet ik met een vrijwilli ger de straat op, moet ik met zo'n vent naar een caféheibeltje, hoe zal-ie reageren als er klappen val len?' Gewoon een gebrek aan ver trouwen. Maar ik merk, dat het ver trouwen in de reservist steeds meer groeit. Je kunt met zo'n vent véél meer doen dan 'm alleen maar naast de knol van Sint en Piet te laten lo pen." De reservist moet een sprintje kun nen trekken. Daarom dient hij over een goede conditie te beschikken. Hij moet langer zijn dan 1.70 meter, van onbesproken gedrag, hij moet een redelijke algemene ontwikke ling ('een lbo-opleiding is vaak al voldoende') hebben, en de kandi daat-reservist moet - bij aanmel ding - tussen de 21 en 50 jaar zijn. „In principe kan iedereen die aan deze voorwaarden voldoet zich aanmelden. Vervolgens gaan we eerst eens met 'm praten waarom hij bij de reservepolitie wil." Ja, taaaromeigenlijk? Houtepen (sinds vorig jaar mei commandant van de reserve-politie in Middel burg): „Toen de Bescherming Bur gerbevolking nog bestond, kregen veel buitengewoon-diensplichtigen een oproep voor de BB. Ze konden Het assisteren bij een oefening le vert hen drie gulden op. Als ze een nachtdienstje meedraaien krijgen ze een vergoeding van achttien of negentien piek per uur. Bruto. Reservist Van de Pas: „Gemiddeld verdien je per jaar acht- of negen honderd gulden. En dan heb je een goed jaar gehad. Da's dus geen vet pot. Als je ervan zou moeten leven, kun je beter zwart gaan werken." Toch hebben ze dezelfde bevoegd heden als hun betaalde collega's. Èn lopen ze dezelfde risico's. „Ach", zegt Van de Pas, „de risico's die je hier loopt, zijn nogal beperkt. Af en toe kun je een klap krijgen, nou, da's dan jammer. Maar of je nu betaald of onbetaald op je sodemie ter krijgt - je voelt je gewoon een collega van degene die naast je staat, of dat nu een reservist is of een beroeps." En dan nu graag een paar spannen de Cagney and Lacey-verhalen uit het leven van een politiereservist. Dat valt tegen. Van de Pas: „Zo vaak maken we geen acties mee. Mijn laatste actie: het zal drie jaar geleden zijn ge weest tijdens een grote vechtpartij op de kermis, toen heb ik daadwer kelijk moeten slaan." Klinkt Van de Pol een tikje spijtig? „Dat zul je natuurlijk nèt zien, met dat soort dingen ben ik altijd thuis." Ben van de Pol (links) en Henk van de Pas: ....ofje nu betaald of onbetaald op je sodemieter krijgt-je voelt je gewoon een collega.... KRUININGEN - Suikerpatiënten die zichzelf regelmatig met een injecties puit insuline toedienen, moeten de komende maanden goed op hun tellen passen. Per 1 januari 1990 verandert namelijk de insulinestandaard: dat is de hoeveelheid insuline die in de vloeistof zit. Op hetzelfde moment stappen alle spuitende diabeten over op andere spuiten. Vanaf de jaarwis seling mogen suikerpatiënten niet meer denken in streepjes, zoals ze al jaren gewend zijn, maar moeten ze hun dagelijkse dosis toedienen in een heden. De conversie (een mooi woord voor de overstap) kan akelige gevolgen heb ben voor wie het niet helemaal goed doet. Daarom is de Diabetesvereni ging Nederland (DVN) begonnen met een grootscheepse actie om iedereen die er dan ook maar iets mee te maken heeft, voor te lichten. Patiënten, huis artsen, apothekers, verpleegkundigen en verzorgenden; allemaal moeten ze precies weten wat er gaat gebeuren. Insuline is een hormoon dat nodig is voor de suikerstofwisseling. Normaal gesproken maken mensen dat zelf aan, maar suikerpatiënten doen dat niet of onvoldoende. Zonder ingrijpen is het gevolg een soort vergiftiging: een te hoog bloedsuikergehalte, waardoor de patiënt zich beroerd gaat voelen. Op de lange termijn zijn de gevolgen veel ernstiger. Gelukkig komt insuline, zij het in ge ringe hoeveelheden, in allerlei natuur lijke produkten voor. De farmaceuti- Per 1 januari moeten suikerpatiënten sulinestandaard en andere spuiten. sche industrie kan het daar uit halen en concentreren in medicamenten, ta bletten en injectievloeistoffen. Al ja ren stoppen de fabrikanten van insuli ne veertig deeltjes insuline per millili ter in de vloeistoffen voor de Neder landse markt. In andere Europese lan den en in Amerika gebruiken de pa tiënten echter vloeistoffen waarin honderd deeltjes per milliliter zitten. Vanzelfsprekend is het ideaal om in de hele wereld dezelfde concentraties toe rekening houden met een gewijzigde in- te passen en de conversie in Nederland is dan ook een stap in die richting. Maar een ideaal is één, de verwezenlij king ervan is een ander ding. Daarom hebben mevrouw J. M. Heijboer-Kake- beeke, secretaresse van de DVN-afde- ling de Bevelanden en P. C. Heijnder- mans, secretaris van de afdeling Tho- len en Sint Philipsland, het de komen de maanden verschrikkelijk druk. Bei de hebben nog andere functies binnen het DVN bestuur. Mevrouw Heijboer zit in het gewestelijk bestuur en Heijn- dermans vertegenwoordigt Zeeland in het hoofdbestuur. Binnen de DVN gonst het al maanden van de voorbereidingen rond de voor lichtingscampagne. „We moeten voorkomen dat er ook maar één pa tient per ongeluk teveel insuline gaat spuiten omdat hij het niet heeft begre pen", zegt mevrouw Heijboer. „De DVN heeft de verantwoordelijkheid op zich genomen om de campagne tot optimale resultaten te brengen, ook al zijn niet alle spuitende diabeten lid van onze vereniging." Suikerpatiënten die in de actie niet of onvoldoende worden bereikt, lopen twee risico's om in de fout te gaan: ze beschouwen de vloeistof met honderd deeltjes insuline (UI00 in apothekers jargon) als vloeistof met veertig deel tjes (U40) en spuiten tweeëneenhalf keer de voorgeschreven dosis. Een an der risico is dat de patiënten het aan tal eenheden in oude spuiten stoppen en zo het voorgeschreven aantal een heden in streepjes gaan spuiten. De overdosering is dan vier keer teveel. Het vervelende is dat een teveel aan insuline evengoed nare effecten heeft voor de patiënt als een tekort. Het bloedsuikergehalte mag weliswaar niet te hoog zijn, maar ook niet te laag. De marge is smal en de patiënt voelt zich ellendig als het gehalte teveel naar onder of boven afwijkt. Daarom moeten diabeten hun oude spuiten en insulinevloeistoffen per 1 januari inle veren om er nieuwe, gestandaardiseer de spullen voor terug te krijgen. Niet alleen patiënten moeten hele maal op de hoogte zijn van de veran dering, ook de mensen die de recepten voorschrijven, degene die ze maken en in potjes doen en verzorgenden die helpen bij het toedienen zullen pre cies moeten weten wat er aan de hand is. Daarom laat de DVN het niet bij een serie artikelen in het verenigings orgaan DIABC, dat al maanden bol staat van de conversie. De vereniging heeft ook fondsen weten te werven om een speciale bus te laten rijden. De farmaceutische industrieën beta len op die manier de voorlichting aan apothekers, apotheekhoudende huis artsen en hun assistenten. Woensdag 29 november staat de bus 's ochtends in Goes en 's middags in Middelburg. Een dag erna kunnen Zeeuws-Vlaam- se apothekers, artsen en assistenten terecht in Axel. Waar de bus heel Nederland door kruist, timmert DVN-Zeeland op klei nere schaal aan de weg. De afdeling Bevelanden houdt vandaag, dinsdag 24 oktober, een informatiebijeen komst in het Oosterscheldezieken- huis, die helemaal gewijd is aan de conversie. Ziekenhuisapotheker B. J. Schueler houdt een inleiding, die niet allen bedoeld is voor patiënten maar ook voor belangstellenden uit de ge zondheidszorg. Verder zorgt mevrouw Heijboer voor foldermateriaal in alle wachtkamers en recreatiezalen van in stellingen, die ze bedenken kan. Handkokkelvisserij in de Oosterschelde ZIERIKZEE - De directie visserijen van het ministerie van landbouw en visserij hanteert onjuiste gegevens bij het vaststellen van een beleid voor de handkokkelvisserij op de Ooster schelde. Tot, die conclusie komt een groep handkokkelvissers, onder wie K. Tazelaar uit Colijnsplaat. Tazelaar zit namens de handkokkelvissers in de kokkeladviescommissie van het produktschap voor vis- en visproduk- ten. In een reactie op een evaluatienota van de kokkelvisserij van de directie visserijen merkt Tazelaar op dat ge bruik wordt gemaakt van gegevens die weieens onjuist zouden kunnen zijn. Zo staat in de evaluatie dat tot en met 1987 geen aanvoergegevens beschik baar waren. Tazelaar noemt dat een vreemde zaak omdat de vergunning houders in het verleden bij de jaarlijk se aanvraag steeds een formulier met vangstopgaven hebben bijgevoegd. „Wanneer die mededeling in de eva luatienota juist is, is er wel zeer onzorg vuldig omgesprongen met gegevens in die jaren", aldus de Colijnsplaatse handkokkelvisser. Hij spreekt verder het vermoeden uit dat er onjuiste vangstopgaven zijn ge daan en merkt op dat die gegevens ook niet zijn gecontroleerd: „In elk geval is het wel zeer dubieus om conclusies te trekken op grond van gegevens die on waar kunnen zijn." Uit de reactie van Tazelaar wordt dui delijk dat de directie visserijen toch nogal met cijfers goochelt. Zo staat in de evaluatienota dat de jaarlijkse kokkelbehoefte van vogels in de Oos terschelde wordt geschat op 24 mil joen kilogram kokkelvlees. Het totale bestand aan kokkels in deze zeearm fluctueert volgens het ministerie van 33 tot 72 miljoen verse kokkels (inclu sief schelpen). Dat klopt volgens Ta zelaar niet, want 24 miljoen kilo kok kelvlees komt overeen met meer dan 100 miljoen verse kokkels. Dat zou dus meer zijn dan het bestand dat het ministerie in de Oosterschelde aan neemt. Tazelaar heeft verder moeite met het beleid dat de directie visserij en ten aanzien van de handkokkelvis sers wil gaan voeren. Hij constateert dat het beleid gebaseerd is op een eva luatie van één jaar en dat is volgens hem geen goede zaak. Hij acht het be ter een beleid te bepalen aan de hand van ervaringen over vijf achtereen volgende jaren, omdat er steeds wis selingen zijn in onder meer het be stand, de variatie van de zaadval, de groeimogelijkheden en de klimatolo gische omstandigheden. KOUDEKERKE - Het aantal vaste kampeereenheden op mini-campings moet in de nieuwe wet openlucht recreatie worden vastgesteld op maximaal vijftien. Het college van burgemeester en wethouders van Val kenisse heeft die wens op tafel gelegd bij het ministerie van Landbouw en Visserij en de vaste Tweede-Kamer commissie voor openluchtrecreatie. Valkenisse heeft maandagmiddag de pleitnota Kamperen bij de Boer ge presenteerd, waarin die wens kracht wordt bijgezet. Agrariërs met een mini-camping mo gen, aldus de kampeerwet, het hele jaar door vijf kampeermiddelen onder dak bieden. Dat aantal mag worden verdubbeld gedurende zes weken in de maanden juli en augustus. Als de regu liere campings overstromen, krijgen zij er de week rond Pinksteren en in het seizoen veelal nog vijf extra plaatsen bij. De praktijk heeft geleerd dat land bouwers rekenen op die vijftien kam peereenheden. Ze hebben hun voorzie ningen op dat aantal afgestemd, schrijven b en w van Valkenisse, en ne men ook vooraf reserveringen op voor vijftien plaatsen. Afhankelijk van de drukte is het echter onder de bestaan de regelgeving niet bekend wanneer het aantal eenheden mag worden uit gebreid. Die situatie schept, meent het dage lijks bestuur van Valkenisse in zijn notitie, te veel onduidelijkheid voor de recreant en de mini-campinghou der. De huidige regeling is, volgens b en w, ook moeilijk te controleren en uit de tijd. De overheid streeft een verlenging van het seizoen en sprei ding van de vakanties na. De landbou wers merken dat. Ze ontvangen steeds meer aanvragen voor een kam- peerplaatsje buiten de zomermaan den, maar ze kunnen daar niet op in spelen. Het college van b en w van Valkenisse geeft in zijn nota aan dat vijftien kam peereenheden het maximum is. Bij een hoger aantal is ook naar het oor deel van de Vekabo-Zeeland, de orga nisatie van de mini-campinghouders, geen sprake meer van kamperen bij de boer. Valkenisse heeft andere Zeeuwse gemeenten met mini-campinghouders gevraagd haar pleidooi te steunen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 21