PZC
Gezondheidsdienst kijkt
in de instellingskeukens
„Ze doen méér dan
naast de knol van
Sint en Piet lopen"
Spuitende diabetici moeten goed op hun tellen passen
Ontslagenen
kledingfirma
aan het werk
Ministerie hanteert foute
cijfers over kokkelvangst
Valkenisse pleit voor vijftien
plaatsen bij minicampings
provincie
POLITIERESER VISTEN
11
Franse marine
te gast in
Terneuzen
SEYNTAX HOOPT OP ORDER
DINSDAG 24 OKTOBER 1989
door Willem van Dam
Sprintje
Risico's
INSULINESTANDAARD WORDT GEWIJZIGD
Verantwoordelijk
REACTIE HANDKOKKELAARS OP NOTA
Vogels
Onduidelijk
EEDE - Bij kledingbedrijf Seyntex in Eede is maandagmor
gen al het personeel weer aan het werk gegaan. Enkele tiental
len werknemers die vorige maand waren ontslagen, konden
weer aan de slag. Bij de Industriebond FNV bestaat goede
hoop dat het voortbestaan van het bedrijf binnenkort weer
voor enkele jaren is verzekerd.
In Eede circuleren al een tijdje geruch
ten dat voor een aantal personeelsle
den definitief ontslag dreigt als geen
nieuwe orders binnenkomen. Het be
drijf zou misschien zelfs dicht moeten.
Bedrijfsleider Van Loven wilde maan
dag niet zeggen of de bezorgdheid over
het voortbestaan van de fabriek te
recht is. „De geruchten over sluiting-
die in Eede rondgaan, kloppen in elk
TERNEUZEN - Een patrouille
schip van de Franse marine is
van 27 tot en met 31 oktober te
gast in Terneuzen. Het schip met
een bemanning van 31 koppen,
de l'Audacieuse, wordt afge
meerd aan de ponton in de voor
malige veerhaven. Commandant
M. Riou en zijn bemanning wor
den vrijdag 27 oktober in het
stadhuis van Terneuzen ontvan
gen door loco-burgemeester J.
van Rooijen.
Het schip wordt zaterdag en zon
dag van 14.00 tot 16.00 uur voor
het publiek opengesteld. Maan
dag nemen de bemanningsleden
het in een volleybalwedstrijd op
tegen een team van de gemeente
Terneuzen, in sporthal Oude
Vaart, van 14.30 tot 16.00 uur.
geval niet. Iedereen is vanochtend ge
woon aan het werk gegaan", aldus de
bedrijfsleider.
Het personeel (65 mensen) is gisteren
niet over de stand van zaken ingelicht.
Van Loven weigerde meer informatie
te verstrekken. „Voor verdere inlich
tingen over het bedrijf moet u bij direc
teur Seynaeve zijn. En die vertoeft de
ze week in het buitenland."
De Industriebond FNV hoorde vorige
maand van een aantal leden dat hen
per 15 september ontslag was aange
zegd. De bond heeft vervolgens over
leg gevoerd met de directie van Seyn
tex. Volgens de directie hadden de ont
slagen werkneemsters een contract
dat afliep na de uitvoer van een be
paalde order. De vrouwen konden
daarna met kunst en vliegwerk aan
het werk worden gehouden via een
aantal kleinere opdrachten. Maar half
september was de koek op.
Volgens districtsbestuurder Bram Ou
denaarden van de FNV-bond zette de
bond wel 'wat vraagtekens' bij de con
tracten voor bepaalde tijd. Maar om
dat de directie bereid bleek om actief
mee te zoeken naar een oplossing om
de ontslagen mensen weer in dienst te
nemen en te houden, is daar geen ruzie
over gemaakt. „Op het ogenblik is er
werk voor een week of zeven. De direc
tie heeft ons uitgelegd dat ze op een
grote order zit te wachten. We hebben
er groot vertrouwen in dat die op
dracht ook komt: In elk geval hebben
we regelmatig contact met het bedrijf
en is het wat voorbarig om nu al over
ontslagen te onderhandelen."
MIDDELBURG - De Zeeuwse Ge
meenschappelijke Gezondheids
dienst (GGD) begint een tweejarig
project gericht op het bevorderen van
de hygiëne in instellingskeukens van
bejaardenoorden en verzorgingste
huizen. Die instellingen hebben in te
genstelling tot bijvoorbeeld de zie
kenhuizen zelf meestal geen hygiënist
in huis. Controle wordt er alleen uit
geoefend tijdens incidentele bezoe
ken van de Keuringsdienst van Wa
ren.
Het project van de GGD is preventief.
Er bestaan geen aanwijzingen dat er
op grote schaal geknoeid wordt in in
stellingskeukens in Zeeland. Meldin
gen over explosies van voedselvergifti
gingen komen zeer zelden binnen. In
dividuele gevallen en kleinere aantal
len zieken worden echter nooit geregi
streerd. Onderzoeken, die door ge
zondheidsdiensten elders in het land
zijn uitgevoerd, wijzen uit dat er vaak
nog best het één en ander te verbete
ren valt in de zogenaamde grootkeu
kens. Zeker omdat daar voor grote
groepen mensen wordt gekookt, die li
chamelijk toch vaak vrij kwetsbaar
zijn.
„De medewerkers van grootkeukens
weten natuurlijk best wat hygiëne is",
zegt J. A. H. M. Muller, sociaal ver
pleegkundige van de GGD. „Soms kan
er echter een zekere bedrijfsblindheid
ontstaan en het is dan goed dat ie
mand van buitenaf op bepaalde zaken
wijst. Instellingen kunnen op vrijwilli
ge basis meedqen. We komen niet als
controleurs de keuken binnen, maar
we geven alleen adviezen. Een van on
ze medewerkers loopt twee keer per
jaar een dag met het keukenpersoneel
mee. Speciaal wordt gelet op de werk
wijze van het personeel en op de bouw
van de keuken en de gebruikte appara
tuur. We komen ook op afroep naar in
stellingen toe, die met het project mee
doen."
Uit onderzoeken elders in het land
bleek dat er in instellingskeukens met
name nogal eens wat fout gaat bij het
afkoelen en verwarmen van van te vo
ren klaar gemaakt eten. Er kan door
een kleine onvolkomenheid in de hy
giëne heel wat mis gaan. „Neem een
keukenhulp die vergeten is of ze suiker
in de vla heeft gegooid", zegt GGD-di-
recteur drs V. A. J. Slenter. „Ze proeft
even, gooit er suiker bij, proeft dan met
dezelfde lepel nog even. Dan zitten er
zeker bacteriën in de pap. De vla staat
daarna nog even af te koelen en dat is
een ideale situatie voor bacteriën om
te groeien. Daarna gaat de pap mis
schien de koelkast in en de volgende
dag staat de vla voor het opgediend
wordt, weer een aantal uren buiten de
koelkast, omdat je bejaarden geen
koude pap kan geven. Van zo'n toetje
kunnen flink wat mensen ziek wor
den."
Soms bleek er in de keukens ook te
worden gewerkt met oude apparatuur,
die eigenlijk niet meer goed schoonge
maakt kon worden. De temperatuur in
de këuken was soms niet juist en nog
een reeks andere mankementen en
fouten werd gevonden.
De Zeeuwse GGD wil, wanneer het hy-
giëneproject aanslaat bij de tehuizen,
na twee jaar doorgaan met het regel
matig adviseren van grootkeukens.
Een deel van de 54 bejaarden- en ver
zorgingshuizen in Zeeland heeft in
middels positief gereageerd op het
project.
Ze worden opgetrommeld op koop
avonden, kermissen en braderieën.
Ze onderscheiden zich - op het oog
- in niets van hun betaalde colle
ga's; ze dragen hetzelfde uniform,
hetzelfde vuurwapen. Ze hebben
zelfs hetzelfde loopje.
Van acht tot vijf staan ze achter de
draaibank, zitten ze op kantoor of
werken ze in een garage.
Maar als er een optocht in de stad
is, een taptoe of een demonstratie
hijsen ze zich in het uniform en spe
len ze politie-agentje.
De politiereservist.
„Je kunt met zo'n vent véél meer
doen dan 'm alleen maar naast de
knol van Sint en Piet te laten lo
pen."
De korpsen van de gemeentepolitie
in Vlissingen en Middelburg zijn
een wervingscampagne begonnen
om het sterk uitgedunde aantal re
servisten weer op peil te brengen.
Het politiekorps van de Zeeuwse
hoofdstad telt nu nog slechts negen
vrijwilligers. Ooit waren dat er veer
tig. Ze zijn verdwenen öf omdat ze te
oud (60 jaar) werden, of omdat ze
slechts papieren reservisten waren,
die - als er een beroep op hen werd
gedaan - toch maar liever bij de
warme kachel bleven zitten.
„Bovendien", zegt brigadier A. A. C.
Houtepen van de Middelburgse ge-
meentepolitiej „moet je niet verge
ten dat de eisen, waaraan een reser
vist moet voldoen om een politie
dienst mee te mogen draaien, zeer
aanzienlijk zijn geworden. De vrij
heid-blijheid van jaren geleden be
staat niet meer; toen werd je op vijf
tien of twintig winteravondjes van
timmerman tot reserve-agent. Te
genwoordig moeten ze - verspreid
over twee jaar - 240 instructie-uren
volgen. Ze krijgen schietoefenin
gen, ze worden wegwijs gemaakt in
het staatsbestel, de politie-organi-
satie, wetboeken, ze leren hoe ze een
proces-verbaal moeten opmaken.
In feite krijgen ze een beknopte ver
sie van de opleiding die ook be
roepsmensen moeten volgen."
De taak van de reservepolitie is, zo
staat het officieel omschreven, om
in tijd van oorlog, oorlogsgevaar of
bij ernstige ordeverstoringen van
landelijke of regionale omvang of
bij ernstige vrees voor het ontstaan
daarvan, dan ivel bij rampen, hulp
diensten te verrichten bij de alge
mene taak van de gemeentepolitie.
In de praktijk van alledag komt het
er op neer, dat de reservist een
handje toesteekt als heffeest in de
stad is, of koopavond. En dan doen
ze méér dan alleen het verkeer rege
len. Houtepen: „Eigenlijk doen ze
hetzelfde als de beroepsmensen. Ze
komen met het hele scala van het
politiewerk in aanraking: een win
keldiefstal, een aanrijding, een
brandje, een inbraak."
die BB echter ook inruilen voor de
reservepolitie. En er waren er nogal,
wat die van die mogelijkheid ge
bruik maakten."
Zoals Henk van de Pas uit Middel
burg, een 41-jarige voorman bij de
mechanische dienst van Pechiney.-
„Als je die verhalen over de BB
hoorde; het ging er allemaal wat
dwangmatig aan toe en daar was ik-
- zeker in die tijd - helemaal niet"
voor. Zodoende..."
Hoe anders waren de motieven van
Ben van de Pol (45), bewakingsbe
ambte bij de Koninklijke Maat
schappij De Schelde. „Ik was een
jaar of achtentwintig toen ik sollici
teerde bij de rijkspolitie. Ik schrok
me wild toen ik hoorde wat ik daar
verdiende. Ik zou er behoorlijk op
achteruit zijn gegaan. Dus dat heb
ik niet gedaan. Maar ik schiet nogal
graag. En m'n zwager, die toenter
tijd bij de marine-inlichtingen
dienst zat, zei: reservist, is dat niks
voor jou, daar kun je schieten ook."
De reservist als cowboy? Houtepen
schudt het hoofd. „De functie van
politiereservist houdt meer in dan
met een pistool op de schietbaan
bezig zijn. Iemand die graag schiet,
kan tegenwoordig z'n hun hart op
halen bij schietverenigingen. Als
ik door heb, dat iemand helemaal
gek is van het dragen van een vuur
wapen, zullen we toch een keertje
extra met 'm moeten praten."
Het belang van de politiereservist.
Daar wordt in het politiewereldje
zéér genuanceerd over gedacht. „Je
hoort wel eens geluiden dat het ge
bruik van vrijwilligers een negatief
effect kan hebben op de uitbreiding
van het aantal beroepskrachten.
Maar ik denk dat dat wel meevalt,
want de inzetbaarheid van reservis
ten is aan allerlei regeltjes gebon
den. Je hoort van beroepsmensen
ook vaak: 'moet ik met een vrijwilli
ger de straat op, moet ik met zo'n
vent naar een caféheibeltje, hoe
zal-ie reageren als er klappen val
len?' Gewoon een gebrek aan ver
trouwen. Maar ik merk, dat het ver
trouwen in de reservist steeds meer
groeit. Je kunt met zo'n vent véél
meer doen dan 'm alleen maar naast
de knol van Sint en Piet te laten lo
pen."
De reservist moet een sprintje kun
nen trekken. Daarom dient hij over
een goede conditie te beschikken.
Hij moet langer zijn dan 1.70 meter,
van onbesproken gedrag, hij moet
een redelijke algemene ontwikke
ling ('een lbo-opleiding is vaak al
voldoende') hebben, en de kandi
daat-reservist moet - bij aanmel
ding - tussen de 21 en 50 jaar zijn.
„In principe kan iedereen die aan
deze voorwaarden voldoet zich
aanmelden. Vervolgens gaan we
eerst eens met 'm praten waarom
hij bij de reservepolitie wil."
Ja, taaaromeigenlijk? Houtepen
(sinds vorig jaar mei commandant
van de reserve-politie in Middel
burg): „Toen de Bescherming Bur
gerbevolking nog bestond, kregen
veel buitengewoon-diensplichtigen
een oproep voor de BB. Ze konden
Het assisteren bij een oefening le
vert hen drie gulden op. Als ze een
nachtdienstje meedraaien krijgen
ze een vergoeding van achttien of
negentien piek per uur. Bruto.
Reservist Van de Pas: „Gemiddeld
verdien je per jaar acht- of negen
honderd gulden. En dan heb je een
goed jaar gehad. Da's dus geen vet
pot. Als je ervan zou moeten leven,
kun je beter zwart gaan werken."
Toch hebben ze dezelfde bevoegd
heden als hun betaalde collega's.
Èn lopen ze dezelfde risico's.
„Ach", zegt Van de Pas, „de risico's
die je hier loopt, zijn nogal beperkt.
Af en toe kun je een klap krijgen,
nou, da's dan jammer. Maar of je nu
betaald of onbetaald op je sodemie
ter krijgt - je voelt je gewoon een
collega van degene die naast je
staat, of dat nu een reservist is of
een beroeps."
En dan nu graag een paar spannen
de Cagney and Lacey-verhalen uit
het leven van een politiereservist.
Dat valt tegen.
Van de Pas: „Zo vaak maken we
geen acties mee. Mijn laatste actie:
het zal drie jaar geleden zijn ge
weest tijdens een grote vechtpartij
op de kermis, toen heb ik daadwer
kelijk moeten slaan."
Klinkt Van de Pol een tikje spijtig?
„Dat zul je natuurlijk nèt zien, met
dat soort dingen ben ik altijd
thuis."
Ben van de Pol (links) en Henk van de Pas: ....ofje nu betaald of onbetaald
op je sodemieter krijgt-je voelt je gewoon een collega....
KRUININGEN - Suikerpatiënten die
zichzelf regelmatig met een injecties
puit insuline toedienen, moeten de
komende maanden goed op hun tellen
passen. Per 1 januari 1990 verandert
namelijk de insulinestandaard: dat is
de hoeveelheid insuline die in de
vloeistof zit. Op hetzelfde moment
stappen alle spuitende diabeten over
op andere spuiten. Vanaf de jaarwis
seling mogen suikerpatiënten niet
meer denken in streepjes, zoals ze al
jaren gewend zijn, maar moeten ze
hun dagelijkse dosis toedienen in een
heden.
De conversie (een mooi woord voor de
overstap) kan akelige gevolgen heb
ben voor wie het niet helemaal goed
doet. Daarom is de Diabetesvereni
ging Nederland (DVN) begonnen met
een grootscheepse actie om iedereen
die er dan ook maar iets mee te maken
heeft, voor te lichten. Patiënten, huis
artsen, apothekers, verpleegkundigen
en verzorgenden; allemaal moeten ze
precies weten wat er gaat gebeuren.
Insuline is een hormoon dat nodig is
voor de suikerstofwisseling. Normaal
gesproken maken mensen dat zelf aan,
maar suikerpatiënten doen dat niet of
onvoldoende. Zonder ingrijpen is het
gevolg een soort vergiftiging: een te
hoog bloedsuikergehalte, waardoor de
patiënt zich beroerd gaat voelen. Op
de lange termijn zijn de gevolgen veel
ernstiger.
Gelukkig komt insuline, zij het in ge
ringe hoeveelheden, in allerlei natuur
lijke produkten voor. De farmaceuti-
Per 1 januari moeten suikerpatiënten
sulinestandaard en andere spuiten.
sche industrie kan het daar uit halen
en concentreren in medicamenten, ta
bletten en injectievloeistoffen. Al ja
ren stoppen de fabrikanten van insuli
ne veertig deeltjes insuline per millili
ter in de vloeistoffen voor de Neder
landse markt. In andere Europese lan
den en in Amerika gebruiken de pa
tiënten echter vloeistoffen waarin
honderd deeltjes per milliliter zitten.
Vanzelfsprekend is het ideaal om in de
hele wereld dezelfde concentraties toe
rekening houden met een gewijzigde in-
te passen en de conversie in Nederland
is dan ook een stap in die richting.
Maar een ideaal is één, de verwezenlij
king ervan is een ander ding. Daarom
hebben mevrouw J. M. Heijboer-Kake-
beeke, secretaresse van de DVN-afde-
ling de Bevelanden en P. C. Heijnder-
mans, secretaris van de afdeling Tho-
len en Sint Philipsland, het de komen
de maanden verschrikkelijk druk. Bei
de hebben nog andere functies binnen
het DVN bestuur. Mevrouw Heijboer
zit in het gewestelijk bestuur en Heijn-
dermans vertegenwoordigt Zeeland in
het hoofdbestuur.
Binnen de DVN gonst het al maanden
van de voorbereidingen rond de voor
lichtingscampagne. „We moeten
voorkomen dat er ook maar één pa
tient per ongeluk teveel insuline gaat
spuiten omdat hij het niet heeft begre
pen", zegt mevrouw Heijboer. „De
DVN heeft de verantwoordelijkheid
op zich genomen om de campagne tot
optimale resultaten te brengen, ook al
zijn niet alle spuitende diabeten lid
van onze vereniging."
Suikerpatiënten die in de actie niet of
onvoldoende worden bereikt, lopen
twee risico's om in de fout te gaan: ze
beschouwen de vloeistof met honderd
deeltjes insuline (UI00 in apothekers
jargon) als vloeistof met veertig deel
tjes (U40) en spuiten tweeëneenhalf
keer de voorgeschreven dosis. Een an
der risico is dat de patiënten het aan
tal eenheden in oude spuiten stoppen
en zo het voorgeschreven aantal een
heden in streepjes gaan spuiten. De
overdosering is dan vier keer teveel.
Het vervelende is dat een teveel aan
insuline evengoed nare effecten heeft
voor de patiënt als een tekort. Het
bloedsuikergehalte mag weliswaar
niet te hoog zijn, maar ook niet te laag.
De marge is smal en de patiënt voelt
zich ellendig als het gehalte teveel
naar onder of boven afwijkt. Daarom
moeten diabeten hun oude spuiten en
insulinevloeistoffen per 1 januari inle
veren om er nieuwe, gestandaardiseer
de spullen voor terug te krijgen.
Niet alleen patiënten moeten hele
maal op de hoogte zijn van de veran
dering, ook de mensen die de recepten
voorschrijven, degene die ze maken
en in potjes doen en verzorgenden die
helpen bij het toedienen zullen pre
cies moeten weten wat er aan de hand
is. Daarom laat de DVN het niet bij
een serie artikelen in het verenigings
orgaan DIABC, dat al maanden bol
staat van de conversie. De vereniging
heeft ook fondsen weten te werven om
een speciale bus te laten rijden.
De farmaceutische industrieën beta
len op die manier de voorlichting aan
apothekers, apotheekhoudende huis
artsen en hun assistenten. Woensdag
29 november staat de bus 's ochtends
in Goes en 's middags in Middelburg.
Een dag erna kunnen Zeeuws-Vlaam-
se apothekers, artsen en assistenten
terecht in Axel.
Waar de bus heel Nederland door
kruist, timmert DVN-Zeeland op klei
nere schaal aan de weg. De afdeling
Bevelanden houdt vandaag, dinsdag
24 oktober, een informatiebijeen
komst in het Oosterscheldezieken-
huis, die helemaal gewijd is aan de
conversie. Ziekenhuisapotheker B. J.
Schueler houdt een inleiding, die niet
allen bedoeld is voor patiënten maar
ook voor belangstellenden uit de ge
zondheidszorg. Verder zorgt mevrouw
Heijboer voor foldermateriaal in alle
wachtkamers en recreatiezalen van in
stellingen, die ze bedenken kan.
Handkokkelvisserij in de Oosterschelde
ZIERIKZEE - De directie visserijen
van het ministerie van landbouw en
visserij hanteert onjuiste gegevens
bij het vaststellen van een beleid voor
de handkokkelvisserij op de Ooster
schelde. Tot, die conclusie komt een
groep handkokkelvissers, onder wie
K. Tazelaar uit Colijnsplaat. Tazelaar
zit namens de handkokkelvissers in
de kokkeladviescommissie van het
produktschap voor vis- en visproduk-
ten.
In een reactie op een evaluatienota
van de kokkelvisserij van de directie
visserijen merkt Tazelaar op dat ge
bruik wordt gemaakt van gegevens die
weieens onjuist zouden kunnen zijn.
Zo staat in de evaluatie dat tot en met
1987 geen aanvoergegevens beschik
baar waren. Tazelaar noemt dat een
vreemde zaak omdat de vergunning
houders in het verleden bij de jaarlijk
se aanvraag steeds een formulier met
vangstopgaven hebben bijgevoegd.
„Wanneer die mededeling in de eva
luatienota juist is, is er wel zeer onzorg
vuldig omgesprongen met gegevens in
die jaren", aldus de Colijnsplaatse
handkokkelvisser.
Hij spreekt verder het vermoeden uit
dat er onjuiste vangstopgaven zijn ge
daan en merkt op dat die gegevens ook
niet zijn gecontroleerd: „In elk geval is
het wel zeer dubieus om conclusies te
trekken op grond van gegevens die on
waar kunnen zijn."
Uit de reactie van Tazelaar wordt dui
delijk dat de directie visserijen toch
nogal met cijfers goochelt. Zo staat in
de evaluatienota dat de jaarlijkse
kokkelbehoefte van vogels in de Oos
terschelde wordt geschat op 24 mil
joen kilogram kokkelvlees. Het totale
bestand aan kokkels in deze zeearm
fluctueert volgens het ministerie van
33 tot 72 miljoen verse kokkels (inclu
sief schelpen). Dat klopt volgens Ta
zelaar niet, want 24 miljoen kilo kok
kelvlees komt overeen met meer dan
100 miljoen verse kokkels. Dat zou
dus meer zijn dan het bestand dat het
ministerie in de Oosterschelde aan
neemt. Tazelaar heeft verder moeite
met het beleid dat de directie visserij
en ten aanzien van de handkokkelvis
sers wil gaan voeren. Hij constateert
dat het beleid gebaseerd is op een eva
luatie van één jaar en dat is volgens
hem geen goede zaak. Hij acht het be
ter een beleid te bepalen aan de hand
van ervaringen over vijf achtereen
volgende jaren, omdat er steeds wis
selingen zijn in onder meer het be
stand, de variatie van de zaadval, de
groeimogelijkheden en de klimatolo
gische omstandigheden.
KOUDEKERKE - Het aantal vaste
kampeereenheden op mini-campings
moet in de nieuwe wet openlucht
recreatie worden vastgesteld op
maximaal vijftien. Het college van
burgemeester en wethouders van Val
kenisse heeft die wens op tafel gelegd
bij het ministerie van Landbouw en
Visserij en de vaste Tweede-Kamer
commissie voor openluchtrecreatie.
Valkenisse heeft maandagmiddag de
pleitnota Kamperen bij de Boer ge
presenteerd, waarin die wens kracht
wordt bijgezet.
Agrariërs met een mini-camping mo
gen, aldus de kampeerwet, het hele
jaar door vijf kampeermiddelen onder
dak bieden. Dat aantal mag worden
verdubbeld gedurende zes weken in de
maanden juli en augustus. Als de regu
liere campings overstromen, krijgen
zij er de week rond Pinksteren en in het
seizoen veelal nog vijf extra plaatsen
bij. De praktijk heeft geleerd dat land
bouwers rekenen op die vijftien kam
peereenheden. Ze hebben hun voorzie
ningen op dat aantal afgestemd,
schrijven b en w van Valkenisse, en ne
men ook vooraf reserveringen op voor
vijftien plaatsen. Afhankelijk van de
drukte is het echter onder de bestaan
de regelgeving niet bekend wanneer
het aantal eenheden mag worden uit
gebreid.
Die situatie schept, meent het dage
lijks bestuur van Valkenisse in zijn
notitie, te veel onduidelijkheid voor
de recreant en de mini-campinghou
der. De huidige regeling is, volgens b
en w, ook moeilijk te controleren en
uit de tijd. De overheid streeft een
verlenging van het seizoen en sprei
ding van de vakanties na. De landbou
wers merken dat. Ze ontvangen
steeds meer aanvragen voor een kam-
peerplaatsje buiten de zomermaan
den, maar ze kunnen daar niet op in
spelen.
Het college van b en w van Valkenisse
geeft in zijn nota aan dat vijftien kam
peereenheden het maximum is. Bij
een hoger aantal is ook naar het oor
deel van de Vekabo-Zeeland, de orga
nisatie van de mini-campinghouders,
geen sprake meer van kamperen bij de
boer. Valkenisse heeft andere Zeeuwse
gemeenten met mini-campinghouders
gevraagd haar pleidooi te steunen.