PZC Liefdewerk Zenuwachtigheid in Den Haag om de gezichten van kabinet-Lubbers 3 Kan een gemeente schotelantennes verbieden? opinie en achtergrond 4 VRIJDAG 20 OKTOBER 1989 Hechting levensbeschouwing Aan één draad 'Bloedgroepen Vrouwen Benoemingen Gemor Spannend Inbreuk Qf tel u voor dat een van uw kinde- O ren, jong of niet zo heel jong meer, bij u komt met de volgende vraag: "Wat moet ik goed kunnen om in het leven te slagen"? Tien te gen één dat ueen antwoord geeft dat begint met iets dat in de opleidings- of werksfeer ligt. Dezelfde vraag werd ooit ook ge steld aan de beroemde psycholoog Sigmund Freud, en zijn eenvoudige antwoord was: "Liefhebben en werken". Werkezel van het ergste soort als hijzelf ivas, zette hij toch niet werken maar liefhebben op de eerste plaats. Dat kwam overigens beslist niet omdat hij toevallig in een sentimentele bui was. Freud had zo wel in zijn eigen leven als in zijn psy chologische praktijk maar al te vaak kunnen vaststellen hoe het on vermogen tot liefhebben zelfs de meest succesvolle maatschapelijke carrière tot een masker kan maken, waarachter een peilloze leegte en el lende schuil kan gaan. Wat wil dat eigenlijk zeggen: liefheb ben? En hoe komt het dat bepaalde mensen daartoe niet in staat lijken te zijn? Laat ik, alvorens daarop in te gaan, beginnen met een trendy vooroordeel om zeep te helpen. Dat liefde geen mannenwerk zou zijn, zo als enkele chaotisch denkende schrijvers ons tegenwoordig willen doen geloven, is net zo waar als de stelling dat vrouwen er niet van houden om te werken. Liefde is net als werk een assorti mentswoord, dat ivil zeggen: er gaan allerlei soorten en smaken achter zo'n woord schuil. Voor som mige soorten werk en liefde zijn vrouwen misschien geschikter dan mannen en omgekeerd, maar er is vrijwel geen werk- of liefdesoort waarvoor één van beide geslachten volmaakt en eeuwig ongeschikt zou zijn. Ik zou tenminste niet weten waarom vaderlandsliefde, dieren liefde, teddy)berenliefde, kinder liefde, partnerliefde, ouderliefde en noem maar op, meer een vrouwelij ke dan een mannelijke aangelegen heid zouden zijn. Je kan natuurlijk betveren dat de echte liefde, de liefde waar het uit eindelijk allemaal om draait, de partnerliefde is en dat mannen in dat opzicht een ramp zijn voor hun vrouwen. Maar ook dat is in het al gemeen klinkklare kletskoek, waar mee ik niet gezegd wil hebben dat zich in individuele gevallen nooit dit soort rampen voordoen. Partner liefde is een vorm van liefde die in een mensenleven pas in een betrek kelijk laat stadium opduikt. Ze wordt voorafgegaan en voorbereid door andere soorten liefde, zoals ou derliefde en vriendschap. Het valt niet vol te houden dat meis jes meer dan jongens van hun ou ders, hun vriendjes of vriendin netjes houden. Dé lange aanloop naar partnerliefde is psychologisch gezien overigens niet voor niks. Lief de is een complex patroon van ge voelens en gedragingen, dat voor het grootste deel geleerd moet wor den. En dat leren begint (of zou moe ten beginnenbij de geboorte en mis schien zelfs al daarvoor. Maar het feit datje als kind een moe der en een vader hebt aan wie je hecht is bepaald geen garantie voor je vermogen tot het liefhebben van andere mensen later. Hechting en liefde zijn twee verschillende din gen. Als een eendekuiken uit het ei komt en u trekt op dat moment op een bepaalde manier de aandacht van het beestje, dan is de kans groot dat het achter u aan gaat, omdat het u van dat moment af'ziet' als zijn (of haar) moeder en dat voortaan blijft doen. Deze vorm van hechting - psy chologen spreken van 'imprinting' - is biologisch bepaald. Bij mensenbaby's gaat dat vermoe delijk min of meer op dezelfde ma nier, en het is alleszins handig dat de natuur dat zo geregeld heeft, want zowel heel jonge dieren als ba by's hebben, om te overleven, de vei ligheid en bescherming nodig van een volwassene. Heeft een kind de neiging ontwikkeld om de nabijheid van een bepaalde volwassene te zoe ken en zich veilig (er) te voelen in diens aanwezigheid, dan is er spra ke van hechting. De hechtingsrela tie is er op de eerste plaats voor het kind, hoewel de volwassene er na tuurlijk ook het nodige plezier aan kan beleven. Het is heel goed mogelijk dat het kind, als het eenmaal is opgegroeid en de bescherming en veiligheid van een volwassene niet meer nodig heeft, de hechtingsrelatie 'opzegt'en zonder nog eens om te kijken de wij de wereld in trekt. Er heeft zich dan in feite geen liefdesrelatie tot de op voeders gevormd, een ervaring die veel ouders in de loop der tijd tot grote bitterheid heeft gestemd. Volgens de Duitse psychiater Boda- mer, die daarmee woordvoerder is van veel psychologen en psychia ters, betekent liefhebben op z'n minst twee dingen. Op de eerste plaats een sterke betrokkenheid op de ander. Dat wil zeggen dat het wel en wee van een ander ons zeer ter harte gaat, en dat we dingen doen om dat 'wee' weg te houden en dat 'wel' te bevorderen. Op de tweede plaats is er bij liefheb ben sprake van intimiteit, dat wil zeggen het uitdrukken, met of zon der woorden zoals door aanraking van heel persoonlijke gedachten en gevoelens, zowel positieve (vaak) als ook negatieve (minder vaakten opichte van een ander. Betrokken heid zonder intimiteit is wat een chi rurg kan ervaren die een moeilijke operatie op een medemens moet ver richten. Intimiteit zonder betrok kenheid is wat we tegenwoordig zo vaak op de televisie zien in zoge naamde persoonlijke diepte-inter views door journalisten die om 10 uur persoonlijk worden met meneer A en om 11 uur even intiem met me vrouw Z tekeer gaan. Hechte vriendschap, of het nu met iemand van hetzelfde of het andere geslacht is, is een vorm van liefde en wil zeggen dat we een sterke betrok kenheid ervaren en een grote ver trouwelijkheid op een aantal gebie den. Bij een partnerrelatie komt er meestal nog een derde kenmerk bij. namelijk lichamelijke hartstocht, sterke lichamelijk-seksuele gevoe lens ten opzichte van de ander. Twee mensen, die sterk op elkaar betrokken zijn, heel intiem met el kaar zijn en een duidelijke weder zijdse hartstocht ervaren, zijn als partners met elkaar 'in love' op een manier die wel goed zit (hoewel het natuurlijk niet zeker is dat het altijd zo blijft). Helaas komt het maar al te vaak voor dat een relatie maar aan één in plaats van aan drie draden hangt, en dat we onszelf voor de gek houden door te geloven dat harts tocht hetzelfde is als liefhebben. Hoewel vrouwen vaker liefdesro mans lezen en Dallas-achtige series kijken, weten we uit onderzoek dat mannen vaker hartstochtelijk beze ten raken van een vrouw dan omge keerd en alleen al op grond daarvan een relatie of een huwelijk voorstel len. Maar zolang er geen betrokken heid en emotionele intimiteit is, blijft het bloedlink aan zo'n relatie te be ginnen. Hartstocht is nu eenmaal een ego centrische emotie. De hartstochte- lijk-bezeten man wil de vrouw 'ne men' eerder dan dat hij zich aan haar wil geven. In zijn roman 'Het Proces' schildert Franz Kafka mee dogenloos het portret van dat type man: "Hij is nog steeds het kind dat van zijn moeder afhankelijk is, dat alles van haar verwacht, dat haar gebruikt en naar zijn pijpen laai dansen. Zijn voornaamste zorgt is aardig en prettig te zijn zodat de vrouwen hem geven wat hij nodig heeft; zijn grootste angst is dat ze boos worden en ophouden te ge ven". Hij is dus wel gehecht aan vrouwen, maar echt liefhebben kan hij ze niet. Kafka stelt dit type man in staat van beschuldiging. Als aan het einde van het proces de man zijn hebzucht inziet, ziet hij ook voor het eerst de mogelijkheid van liefde en vriend schap. Voor bepaalde mannen bete kent liefde blijkbaar veel werk. mische Zaken en Sociale Zaken, val len daarna 'automatisch' toe aan het CDA. Onverbiddelijk dicteert de politieke logica nu dat het CDA Justitie krijgt. Het is immers goed gebruik dat politie (Binnenlandse Zaken) en vervolgings beleid (Justitie) niet bij één partij zijn ondergebracht. Bovendien wil het CDA op Justitie een vinger in de pap houden van de met argwaan bekeken euthanasie-praktijk. Om nu te voorko men dat het CDA het hele euthanasie beleid dicteert, moet de PvdA het mi nisterie van Volksgezondheid (plus Welzijn en Cultuur) opeisen. Het ande re grote 'uitgaven departement', On derwijs is dan weer voor het CDA, al staat die partij niet te trappelen na ze ven jaar Deetman. Alles hangt met alles samen. Als één steen uit het fragiele bouwwerk wordt verwijderd, stort het geheel in. Een bit tere strijd zal worden uitgevochten om het prestigeuze ministerie van Milieu, waar de komende jaren veel eer te be halen valt. Omdat hier tevens veel geld te verdelen valt en het CDA reeds met drie posten in de sociaal-economi sche vijfhoek is bedeeld, lijkt het voor de hand te liggen dat de PvdA Milieu in de wacht sleept. Temeer daar het christendemocratisch Groene Front onbegrip en opstand heeft voorspeld wanneer die partij Landbouw kwij traakt. Het derde 'milieu-ministerie', Verkeer, is dan weer voor de PvdA. In de 'buitenland-hoek' is de verdeling relatief het meest eenvoudig. Buiten lands Zaken behoort traditiegetrouw toe aan het CDA, de PvdA moet het doen met het populaire Ontwikke lingssamenwerking en het impopulai re Defensie. De bezetting van de posten levert aan zienlijk meer problemen op omdat hier persoonlijke voorkeuren mee be ginnen te spelen. Het CDA levert, naast Lubbers, nog zes ministers. Maar die moeten gelijkelijk gespreid te zijn over katholieken en protestan ten. Lubbers Hier dient zich de eerste grote keuze aan. De Roomsen hebben Hans van den Broek voor Buitenlandse Zaken en Gerrit Braks, die graag op Land bouw wil blijven, maar enigszins is ge blesseerd geraakt door de visfraude. Braks ondervindt achter de schermen bovendien zware concurrentie van Piet Bukman, die nu eindelijk wel eens promotie wil maken. Bukman heeft echter zijn geloof tegen, en dat is iets waar in het CDA zwaar aan getild wordt. Hij is anti-revolutio nair en tot die bloedgroep behoren ook de belangrijke kandidaten voor Socia le Zaken en Economische Zaken, Bert de Vries en Enneüs Heerma, huidig staatssecretaris van Volkshuisves ting. Bukmans loopbaan zal stuk lopen op de overweging dat de Protestanten weliswaar drie ministers mogen leve ren, maar dat er daarvan toch eigenlijk één van CHU-huize hoort te zijn. Dit langzaam 'uitstervend ras' heeft in de kweekbak van de Tweede Kamer nau welijks kandidaten meer, nu Deetman Kamervoorzitter is geworden. De CHU dient dus mensen van 'buiten' te be trekken. Twee namen circuleren: prof. Franken uit Leiden, die genoemd wordt voor Justitie en de Groningse rector magnificus E. Bleumink, die ho ge ogen gooit voor onderwijs. Hun ka tholieke concurrenten zijn respectie velijk Hirsch Ballin en Jos Werner. De Partij van de Arbeid wordt niet ge kweld door religieuze overwegingen, maar heeft zichzelf de plicht opgelegd voldoende vrouwen af te vaardigen. De dames hoeven het niet tot minister te schoppen: een staatssecretariaat bevredigt ook menig ambitie. Elske ter Veld bijvoorbeeld geldt niet als ministeriabel, maar weet voldoende van sociale zekerheid af om één treetje hogerop te komen. Europarle mentariër Hedy d'Ancona staat goed aangeschreven, maar kan behalve mi nister ook staatssecretaris voor EG- zaken worden. Eveline Herfkens ten slotte leidt haar eigen fanclub, die op het randje der geloofwaardigheid opereert. Meer dan het staatssecreta riaat voor buitenlandse handel zit er niet in. Maar één troost: die mag zich over de grens minister noemen. De Nijmeegse burgervrouwe Ien Dales heeft effectief haar eigen glazen inge gooid: ze solliciteerde openlijk, waar een terughoudende campagne op zijn plaats was. Twee vrouwen steken er met kop en schouders boven uit, en zullen waar schijnlijk tot het hogere worden geroe pen: Saskia Stuiveling, lid van de Re kenkamer, is in de markt voor Binnen landse Zaken. Meinie Epema-Brug- man, lid van de Energieraad, gooit ho ge ogen voor Milieu. Hun mannelijke tegenstrevers (Hans Alders, Ad Mel- kert) moeten hun carrière-planning nog even opofferen aan de redenering dat er "kwaliteit in de fractie moet blij ven". Mannelijke ministerskandidaten heeft de PvdA in overvloed. Wim Kok mag kiezen tussen Kamer en vice-pre mier op om het even welke post. Aan genomen wordt dat hij het 'solide en (Van onze parlementaire redacteuren Henri Kruithof en Peter de Vries) Zelden liggen persoonlijk succes en tragiek in de politiek zo dicht bij elkaar als in deze dagen. De macht van de Trèveszaal aan het Haagse Binnenhof wenkt. Nerveus wachten de kandidaten op het verlossende te lefoontje: gaan zij het derde kabinet- Lubbers gezicht geven? De race om de ministerszetels kent echter naast 14 winnaars ook de onvermijdelijke ver liezers. Over het lot van de politieke carrières wordt begin volgende week beslist. Formateur en CDA-partijleider Ruud Lubbers maakt dan, na ruggespraak met PvdA-voorman Wim Kok, de uit slag van de Binnenhofse 'ratrace' be kend. Een uitslag die, dat spreekt voor zich, door de twee secuur is voorbe reid. Want het samenstellen van een ministersploeg is geen sinecure. Er komt immers zoveel bij kijken: ij- delheid en ambitie, persoonlijke ver plichtingen en sympathieën, kwali teit, afkomst en toekomst, bloedgroep en religie, en sexe. Andere randvoor waarden zijn de verdeling van de mi nistersposten over de coalitiepartijen en details als enig verstand van zaken op het toegekende beleidsterrein, of de kwaliteit van de achterblijvende frac ties in de Tweede Kamer. Bepalend voor de stoelendans is de verdeling van de departementen over CDA en PvdA. Aangenomen wordt dat beide partijen de huidige 14 departe menten intact willen laten. Dat CDA en PvdA elk zeven zetels krijgen, is één van de weinige zekerheden. Dat het CDA de premier levert (Lubbers), is het tweede onomstreden gegeven. Maar vanaf dat punt groeien de onze kerheidsmarges snel. Financiën komt hoogstwaarschijnlijk in socialistische hand. Voorkomen moet worden dat er een soort politiek handjeklap ontstaat tussen de pre mier en een partijgenoot op Finan ciën. Bovendien vindt het CDA het heilzaam wanneer de socialisten zelf de kastanjes van de bezuinigingen uit het vuur halen. De PvdA claimt in dit scenario ver volgens Binnenlandse Zaken, waar de meeste benoemingen geregeld worden. De PvdA klaagt al jaren steen en been over de christendemo cratische hegemonie onder de burge meesters. De twee andere posten in de sociaal-economische vijfhoek, Econo- De Vries sober' socialisme op Financiën vorm zal geven, al biedt Binnenlandse Za ken ook genoeg politieke armslag. Tweede man bij de PvdA is Hans Kom brink, die van vele markten thuis is, maar vooral goed met geld kan om gaan. Financiën dan wel het moeilijke bezuinigingsdepartement Defensie behoren tot zijn mogelijkheden. Als Kombrink buiten de prijzen valt, ver dwijnt hij overigens naar een wethou derszetel in Rotterdam. Oud-minister Jan Pronk is eveneens een 'all-rounder', die naar Defensie, VROM of eventueel Ontwikkelings hulp kan, al is dat laatste wat mager. Kandidaat-op-het-randje is Relus ter Beek, die beide handjes mag dicht knijpen wanneer hij minister van ont wikkelingssamenwerking wordt. Kok staat voor een moeilijke afwe ging: teveel kandidaten 'van buiten' leidt tot gemor in de fractie, waar Jac ques Wallage c.s. zich al jaren verbij ten. Laat Kok de oren echter teveel hangen naar zijn fractie, dan blijft daar weinig kwaliteit achter. Een verantwoorde mix is geboden. Van de wethouders die hogerop willen (voor al uit Rotterdam: Henderson, Simons, en uit Leiden Van Dongen-van der Linden) kan er slechts één benoemd worden, op WVC. Om de gewone frac tieleden tevreden te stellen, zal het gewone Kamerlid Frits Castricum ge woon het gewone ministerie van Ver keer kunnen krijgen. Tenslotte de staatssecretariaten, waarvan de waarde variëert van poe delprijs tot mooie beloning voor bewe zen diensten. Gebruik is dat de 'staats' van de andere politieke kleur is dan zijn minister. Een enkele outsider maakt hier kans, bijvoorbeeld top ambtenaar drs. K. van der Steenhoven van WVC, die op het eigen departe ment veranwoordeijk zou kunnen wor den voor de media. Maar het zullen voornamelijk Kamer leden zijn, die naar de posten sollicite ren. Kanshebbers in overvloed, maar met stip genoteerd in elk geval Maar ten van Traa (PvdA, Justitie). Willem Vermeend (PvdA, Onderwijs), Frans Wolters (CDA, Volkshuisvesting), Ma rian Soutendijk-Van Appeldoorn (CDA, Binnenlandse Zaken), Ton Frinking (CDA, Defensie) en Marius van Amelsvoort (CDA, Financiën). Hun succes vormt de keerzijde van de teleurstelling, die de achterblijvers ten deel zal vallen. De politiek kent vele verliezers, ook volgende week. Op hen rust de zware taak de 'kwaliteit in de fractie' van de Tweede Kamer op peil te houden. Kok iDoor onze juridische medewerker Gijs Schreuders) De gemeente Kampen houdt vast aan het voornemen een vergun ningstelsel voor tv-schotelantennes te introduceren. De vrees dat de Ne derlandse steden straks een soort fu turistische schotelparken worden is inmiddels al wat geweken. RTL-Véro- nique is immers via de kabel te be zichtigen en andere commerciële pro gramma's zullen weldra volgen. De vraag naar individuele ontvangstmo gelijkheid van satellietsignalen zal dus wel beperkt blijven. Voor Kampen is het echter een princi piële kwestie. De gemeente telt 485 historische monumenten binnen haar grenzen, het centrum is een be schermd stadsgezicht en de beducht heid voor aantasting van het stedelijk schoon door een wildgroei aan de ge vels is er levensgroot aanwezig. Was het geen afschrikwekkend toe komstbeeld, toen het NOS-journaal een foto-montage vertoonde van een Amsterdamse gracht met aan elk his torisch pand een levensgroot televi sie-oor? Amsterdam wilde nota bene zelf op massale schaal de verhuur van schotelantennes ter hand nemen om eventueel het verlies van abonnees op het kabelnet te compenseren. De zorg voor het stadsschoon aan de hand van zogeheten welstandscriteria behoort tot de taken en bevoegdheden van het gemeentebestuur. In de ge meentelijke bouwverordeningen staat dan ook altijd de eis dat het uiterlijk van bouwwerken moet voldoen aan re delijke eisen van welstand. Er mogen, met andere woorden, geen grove ont sieringen of verminkingen van de ge bouwde omgeving ontstaan. Kampen kent een dergelijke eis in arti kel 34 van haar bouwverordening. Weg dus met alle schotelantennes uit de Overijsselse gemeente? Voorlopig even niet, want artikel 14 van dezelfde bouwverordening bepaalt uitdrukke lijk dat geen bouwvergunning is ver eist voor de aanleg van antennes van maximaal vijf meter hoogte. De gemeente heeft inmiddels aan een externe adviseur opgedragen een wij zigingsvoorstel te formuleren. Óf de bouwverordening, óf de algemene plaatselijke verordening moet een be paling gaan bevatten waarin het aan brengen van een schotelantenne aan een vergunningstelsel wordt onder worpen. Wie een schotel in de achter tuin wil krijgt straks moeiteloos ver gunning. De plaatsing van schotelan tennes luistert echter nogal nauw: ze moeten precies op de Astra-satelliet worden gericht. Wie daartoe de voor gevel meent te moeten ontsieren, ont vangt in Kampen nul op het request als de gemeenteraad in november ak koord is gegaan met de voorgenomen wijziging. Dan wordt het pas echt spannend. Ve le andere gemeenten wachten af wat het juridische lot van de in Kampen uitgebroede regeling zal zijn. Zonder twijfel zullen veel gemeenten het voorbeeld volgen, tenzij Gedeputeer de Staten van Overijssel de maatregel onmiddellijk schorsen of bij de Kroon ter vernietiging voordragen. Gebeurt dat niet, dan zal de eerste de beste weigering van een vergunning tot plaatsing van een schotelantenne lei den tot een procedure bij de afdeling rechtspraak van de Raad van State. De gemeente Kampen kan zich niet voorstellen dat de welstandsbepalin gen toch een algemeen belang dat aan de hoede van het stadsbestuur is toevertrouwd in alle gevallen moet wijken voor het belang van een burger die het programma van zijn keuze uit de ether wenst te plukken. Moet de in dividuele keuze van een tv-program- ma dan altijd maar voorgaan? Het ant woord luidt kort en goed: inderdaad. Het valt te voorspellen dat Kampen zich vergist. De burger die geen andere mogelijk heid heeft om bepaalde programma's te ontvangen dan door een schotelan tenne aan zijn huis te bevestigen, hoeft zich door niets en niemand te laten weerhouden. Tenzij er een contractue le belemmering (bij voorbeeld een huurovereenkomst) in het spel is, of ie mand anders door de schotelantenne in de ontvangst van programma's wordt gestoord. In het Europese Verdrag voor de Rech ten van de Mens - waarop iedereen zich voor de Nederlandse rechter recht streeks kan beroepen - is niet alleen de vrijheid van meningsuiting gegaran deerd. maar tevens ,,de vrijheid om in lichtingen of denkbeelden te ontvan gen", Deze ontvangstvrijheid kan wel iswaar door de overheid, zelfs door een gemeente, worden beperkt, maar uit sluitend voor heel specifieke doelein den, zoals de openbare orde, en dan nog alleen voorzover dat in een demo cratische samenleving noodzakelijk is. Kampen kan betogen dat ontsiering van het stadsschoon een inbreuk op de openbare orde met zich meebrengt, al is dit hoogst twijfelachtig zolang er geen werkelijk ongehoorde, ondoor dringbare jungle van antennes ont staat. Maar dan nog gaat het weigeren van een vergunning verder dan wat „in een democratische samenleving nodig" is ter bescherming van de openbare orde. Het voornemen van Kampen komt in dat geval neer op een ongeoorloofde inbreuk op een grondrecht zolang de gemeente niet hard kan maken dat er andere mogelijkheden dan schotelan tennes bestaan voor het ontvangen van precies dezelfde programma's met dezelfde ontvangstkwaliteit. Een vergunningstelsel, of dit nu in de bouwverordening of in de algemene plaatselijke verordening komt te staan, zal hoogstwaarschijnlijk dooi de rechter onverbindend worden ver klaard wegens strijd met het Europese Verdrag voor de rechten van de fnens. Sommige dingen moeten gemeenten niet willen regelen, hoe verleidelijk de motieven ook kunnen zijn. Overigens heeft de gemeente Bun schoten-Spakenburg een regeling ont worpen die nog veel drastischer is dan het in Kampen beoogde vergunnings telsel, namelijk een algemeen verbod. Het lijkt ondenkbaar dat dit bij Gede puteerde Staten door de beugel kan.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 4