PZC
Liefdewerk
Zenuwachtigheid in Den Haag om
de gezichten van kabinet-Lubbers 3
Kan een gemeente schotelantennes verbieden?
opinie en achtergrond
4
VRIJDAG 20 OKTOBER 1989
Hechting
levensbeschouwing
Aan één draad
'Bloedgroepen
Vrouwen
Benoemingen
Gemor
Spannend
Inbreuk
Qf tel u voor dat een van uw kinde-
O ren, jong of niet zo heel jong
meer, bij u komt met de volgende
vraag: "Wat moet ik goed kunnen
om in het leven te slagen"? Tien te
gen één dat ueen antwoord geeft dat
begint met iets dat in de opleidings-
of werksfeer ligt.
Dezelfde vraag werd ooit ook ge
steld aan de beroemde psycholoog
Sigmund Freud, en zijn eenvoudige
antwoord was: "Liefhebben en
werken". Werkezel van het ergste
soort als hijzelf ivas, zette hij toch
niet werken maar liefhebben op de
eerste plaats. Dat kwam overigens
beslist niet omdat hij toevallig in een
sentimentele bui was. Freud had zo
wel in zijn eigen leven als in zijn psy
chologische praktijk maar al te
vaak kunnen vaststellen hoe het on
vermogen tot liefhebben zelfs de
meest succesvolle maatschapelijke
carrière tot een masker kan maken,
waarachter een peilloze leegte en el
lende schuil kan gaan.
Wat wil dat eigenlijk zeggen: liefheb
ben? En hoe komt het dat bepaalde
mensen daartoe niet in staat lijken
te zijn? Laat ik, alvorens daarop in
te gaan, beginnen met een trendy
vooroordeel om zeep te helpen. Dat
liefde geen mannenwerk zou zijn, zo
als enkele chaotisch denkende
schrijvers ons tegenwoordig willen
doen geloven, is net zo waar als de
stelling dat vrouwen er niet van
houden om te werken.
Liefde is net als werk een assorti
mentswoord, dat ivil zeggen: er
gaan allerlei soorten en smaken
achter zo'n woord schuil. Voor som
mige soorten werk en liefde zijn
vrouwen misschien geschikter dan
mannen en omgekeerd, maar er is
vrijwel geen werk- of liefdesoort
waarvoor één van beide geslachten
volmaakt en eeuwig ongeschikt zou
zijn. Ik zou tenminste niet weten
waarom vaderlandsliefde, dieren
liefde, teddy)berenliefde, kinder
liefde, partnerliefde, ouderliefde en
noem maar op, meer een vrouwelij
ke dan een mannelijke aangelegen
heid zouden zijn.
Je kan natuurlijk betveren dat de
echte liefde, de liefde waar het uit
eindelijk allemaal om draait, de
partnerliefde is en dat mannen in
dat opzicht een ramp zijn voor hun
vrouwen. Maar ook dat is in het al
gemeen klinkklare kletskoek, waar
mee ik niet gezegd wil hebben dat
zich in individuele gevallen nooit dit
soort rampen voordoen. Partner
liefde is een vorm van liefde die in
een mensenleven pas in een betrek
kelijk laat stadium opduikt. Ze
wordt voorafgegaan en voorbereid
door andere soorten liefde, zoals ou
derliefde en vriendschap.
Het valt niet vol te houden dat meis
jes meer dan jongens van hun ou
ders, hun vriendjes of vriendin
netjes houden. Dé lange aanloop
naar partnerliefde is psychologisch
gezien overigens niet voor niks. Lief
de is een complex patroon van ge
voelens en gedragingen, dat voor
het grootste deel geleerd moet wor
den. En dat leren begint (of zou moe
ten beginnenbij de geboorte en mis
schien zelfs al daarvoor.
Maar het feit datje als kind een moe
der en een vader hebt aan wie je
hecht is bepaald geen garantie voor
je vermogen tot het liefhebben van
andere mensen later. Hechting en
liefde zijn twee verschillende din
gen. Als een eendekuiken uit het ei
komt en u trekt op dat moment op
een bepaalde manier de aandacht
van het beestje, dan is de kans groot
dat het achter u aan gaat, omdat het
u van dat moment af'ziet' als zijn (of
haar) moeder en dat voortaan blijft
doen. Deze vorm van hechting - psy
chologen spreken van 'imprinting' -
is biologisch bepaald.
Bij mensenbaby's gaat dat vermoe
delijk min of meer op dezelfde ma
nier, en het is alleszins handig dat
de natuur dat zo geregeld heeft,
want zowel heel jonge dieren als ba
by's hebben, om te overleven, de vei
ligheid en bescherming nodig van
een volwassene. Heeft een kind de
neiging ontwikkeld om de nabijheid
van een bepaalde volwassene te zoe
ken en zich veilig (er) te voelen in
diens aanwezigheid, dan is er spra
ke van hechting. De hechtingsrela
tie is er op de eerste plaats voor het
kind, hoewel de volwassene er na
tuurlijk ook het nodige plezier aan
kan beleven.
Het is heel goed mogelijk dat het
kind, als het eenmaal is opgegroeid
en de bescherming en veiligheid van
een volwassene niet meer nodig
heeft, de hechtingsrelatie 'opzegt'en
zonder nog eens om te kijken de wij
de wereld in trekt. Er heeft zich dan
in feite geen liefdesrelatie tot de op
voeders gevormd, een ervaring die
veel ouders in de loop der tijd tot
grote bitterheid heeft gestemd.
Volgens de Duitse psychiater Boda-
mer, die daarmee woordvoerder is
van veel psychologen en psychia
ters, betekent liefhebben op z'n
minst twee dingen. Op de eerste
plaats een sterke betrokkenheid op
de ander. Dat wil zeggen dat het wel
en wee van een ander ons zeer ter
harte gaat, en dat we dingen doen
om dat 'wee' weg te houden en dat
'wel' te bevorderen.
Op de tweede plaats is er bij liefheb
ben sprake van intimiteit, dat wil
zeggen het uitdrukken, met of zon
der woorden zoals door aanraking
van heel persoonlijke gedachten en
gevoelens, zowel positieve (vaak)
als ook negatieve (minder vaakten
opichte van een ander. Betrokken
heid zonder intimiteit is wat een chi
rurg kan ervaren die een moeilijke
operatie op een medemens moet ver
richten. Intimiteit zonder betrok
kenheid is wat we tegenwoordig zo
vaak op de televisie zien in zoge
naamde persoonlijke diepte-inter
views door journalisten die om 10
uur persoonlijk worden met meneer
A en om 11 uur even intiem met me
vrouw Z tekeer gaan.
Hechte vriendschap, of het nu met
iemand van hetzelfde of het andere
geslacht is, is een vorm van liefde en
wil zeggen dat we een sterke betrok
kenheid ervaren en een grote ver
trouwelijkheid op een aantal gebie
den. Bij een partnerrelatie komt er
meestal nog een derde kenmerk bij.
namelijk lichamelijke hartstocht,
sterke lichamelijk-seksuele gevoe
lens ten opzichte van de ander.
Twee mensen, die sterk op elkaar
betrokken zijn, heel intiem met el
kaar zijn en een duidelijke weder
zijdse hartstocht ervaren, zijn als
partners met elkaar 'in love' op een
manier die wel goed zit (hoewel het
natuurlijk niet zeker is dat het altijd
zo blijft). Helaas komt het maar al te
vaak voor dat een relatie maar aan
één in plaats van aan drie draden
hangt, en dat we onszelf voor de gek
houden door te geloven dat harts
tocht hetzelfde is als liefhebben.
Hoewel vrouwen vaker liefdesro
mans lezen en Dallas-achtige series
kijken, weten we uit onderzoek dat
mannen vaker hartstochtelijk beze
ten raken van een vrouw dan omge
keerd en alleen al op grond daarvan
een relatie of een huwelijk voorstel
len. Maar zolang er geen betrokken
heid en emotionele intimiteit is, blijft
het bloedlink aan zo'n relatie te be
ginnen.
Hartstocht is nu eenmaal een ego
centrische emotie. De hartstochte-
lijk-bezeten man wil de vrouw 'ne
men' eerder dan dat hij zich aan
haar wil geven. In zijn roman 'Het
Proces' schildert Franz Kafka mee
dogenloos het portret van dat type
man: "Hij is nog steeds het kind dat
van zijn moeder afhankelijk is, dat
alles van haar verwacht, dat haar
gebruikt en naar zijn pijpen laai
dansen. Zijn voornaamste zorgt is
aardig en prettig te zijn zodat de
vrouwen hem geven wat hij nodig
heeft; zijn grootste angst is dat ze
boos worden en ophouden te ge
ven".
Hij is dus wel gehecht aan vrouwen,
maar echt liefhebben kan hij ze niet.
Kafka stelt dit type man in staat van
beschuldiging. Als aan het einde
van het proces de man zijn hebzucht
inziet, ziet hij ook voor het eerst de
mogelijkheid van liefde en vriend
schap. Voor bepaalde mannen bete
kent liefde blijkbaar veel werk.
mische Zaken en Sociale Zaken, val
len daarna 'automatisch' toe aan het
CDA.
Onverbiddelijk dicteert de politieke
logica nu dat het CDA Justitie krijgt.
Het is immers goed gebruik dat politie
(Binnenlandse Zaken) en vervolgings
beleid (Justitie) niet bij één partij zijn
ondergebracht. Bovendien wil het
CDA op Justitie een vinger in de pap
houden van de met argwaan bekeken
euthanasie-praktijk. Om nu te voorko
men dat het CDA het hele euthanasie
beleid dicteert, moet de PvdA het mi
nisterie van Volksgezondheid (plus
Welzijn en Cultuur) opeisen. Het ande
re grote 'uitgaven departement', On
derwijs is dan weer voor het CDA, al
staat die partij niet te trappelen na ze
ven jaar Deetman.
Alles hangt met alles samen. Als één
steen uit het fragiele bouwwerk wordt
verwijderd, stort het geheel in. Een bit
tere strijd zal worden uitgevochten om
het prestigeuze ministerie van Milieu,
waar de komende jaren veel eer te be
halen valt. Omdat hier tevens veel
geld te verdelen valt en het CDA reeds
met drie posten in de sociaal-economi
sche vijfhoek is bedeeld, lijkt het voor
de hand te liggen dat de PvdA Milieu
in de wacht sleept. Temeer daar het
christendemocratisch Groene Front
onbegrip en opstand heeft voorspeld
wanneer die partij Landbouw kwij
traakt. Het derde 'milieu-ministerie',
Verkeer, is dan weer voor de PvdA.
In de 'buitenland-hoek' is de verdeling
relatief het meest eenvoudig. Buiten
lands Zaken behoort traditiegetrouw
toe aan het CDA, de PvdA moet het
doen met het populaire Ontwikke
lingssamenwerking en het impopulai
re Defensie.
De bezetting van de posten levert aan
zienlijk meer problemen op omdat
hier persoonlijke voorkeuren mee be
ginnen te spelen. Het CDA levert,
naast Lubbers, nog zes ministers.
Maar die moeten gelijkelijk gespreid
te zijn over katholieken en protestan
ten.
Lubbers
Hier dient zich de eerste grote keuze
aan. De Roomsen hebben Hans van
den Broek voor Buitenlandse Zaken
en Gerrit Braks, die graag op Land
bouw wil blijven, maar enigszins is ge
blesseerd geraakt door de visfraude.
Braks ondervindt achter de schermen
bovendien zware concurrentie van
Piet Bukman, die nu eindelijk wel eens
promotie wil maken.
Bukman heeft echter zijn geloof tegen,
en dat is iets waar in het CDA zwaar
aan getild wordt. Hij is anti-revolutio
nair en tot die bloedgroep behoren ook
de belangrijke kandidaten voor Socia
le Zaken en Economische Zaken, Bert
de Vries en Enneüs Heerma, huidig
staatssecretaris van Volkshuisves
ting.
Bukmans loopbaan zal stuk lopen op
de overweging dat de Protestanten
weliswaar drie ministers mogen leve
ren, maar dat er daarvan toch eigenlijk
één van CHU-huize hoort te zijn. Dit
langzaam 'uitstervend ras' heeft in de
kweekbak van de Tweede Kamer nau
welijks kandidaten meer, nu Deetman
Kamervoorzitter is geworden. De CHU
dient dus mensen van 'buiten' te be
trekken. Twee namen circuleren: prof.
Franken uit Leiden, die genoemd
wordt voor Justitie en de Groningse
rector magnificus E. Bleumink, die ho
ge ogen gooit voor onderwijs. Hun ka
tholieke concurrenten zijn respectie
velijk Hirsch Ballin en Jos Werner.
De Partij van de Arbeid wordt niet ge
kweld door religieuze overwegingen,
maar heeft zichzelf de plicht opgelegd
voldoende vrouwen af te vaardigen.
De dames hoeven het niet tot minister
te schoppen: een staatssecretariaat
bevredigt ook menig ambitie. Elske
ter Veld bijvoorbeeld geldt niet als
ministeriabel, maar weet voldoende
van sociale zekerheid af om één
treetje hogerop te komen. Europarle
mentariër Hedy d'Ancona staat goed
aangeschreven, maar kan behalve mi
nister ook staatssecretaris voor EG-
zaken worden. Eveline Herfkens ten
slotte leidt haar eigen fanclub, die op
het randje der geloofwaardigheid
opereert. Meer dan het staatssecreta
riaat voor buitenlandse handel zit er
niet in. Maar één troost: die mag zich
over de grens minister noemen. De
Nijmeegse burgervrouwe Ien Dales
heeft effectief haar eigen glazen inge
gooid: ze solliciteerde openlijk, waar
een terughoudende campagne op zijn
plaats was.
Twee vrouwen steken er met kop en
schouders boven uit, en zullen waar
schijnlijk tot het hogere worden geroe
pen: Saskia Stuiveling, lid van de Re
kenkamer, is in de markt voor Binnen
landse Zaken. Meinie Epema-Brug-
man, lid van de Energieraad, gooit ho
ge ogen voor Milieu. Hun mannelijke
tegenstrevers (Hans Alders, Ad Mel-
kert) moeten hun carrière-planning
nog even opofferen aan de redenering
dat er "kwaliteit in de fractie moet blij
ven".
Mannelijke ministerskandidaten
heeft de PvdA in overvloed. Wim Kok
mag kiezen tussen Kamer en vice-pre
mier op om het even welke post. Aan
genomen wordt dat hij het 'solide en
(Van onze parlementaire
redacteuren Henri Kruithof
en Peter de Vries)
Zelden liggen persoonlijk succes
en tragiek in de politiek zo dicht
bij elkaar als in deze dagen. De macht
van de Trèveszaal aan het Haagse
Binnenhof wenkt. Nerveus wachten
de kandidaten op het verlossende te
lefoontje: gaan zij het derde kabinet-
Lubbers gezicht geven? De race om de
ministerszetels kent echter naast 14
winnaars ook de onvermijdelijke ver
liezers.
Over het lot van de politieke carrières
wordt begin volgende week beslist.
Formateur en CDA-partijleider Ruud
Lubbers maakt dan, na ruggespraak
met PvdA-voorman Wim Kok, de uit
slag van de Binnenhofse 'ratrace' be
kend. Een uitslag die, dat spreekt voor
zich, door de twee secuur is voorbe
reid. Want het samenstellen van een
ministersploeg is geen sinecure.
Er komt immers zoveel bij kijken: ij-
delheid en ambitie, persoonlijke ver
plichtingen en sympathieën, kwali
teit, afkomst en toekomst, bloedgroep
en religie, en sexe. Andere randvoor
waarden zijn de verdeling van de mi
nistersposten over de coalitiepartijen
en details als enig verstand van zaken
op het toegekende beleidsterrein, of de
kwaliteit van de achterblijvende frac
ties in de Tweede Kamer.
Bepalend voor de stoelendans is de
verdeling van de departementen over
CDA en PvdA. Aangenomen wordt dat
beide partijen de huidige 14 departe
menten intact willen laten. Dat CDA
en PvdA elk zeven zetels krijgen, is één
van de weinige zekerheden. Dat het
CDA de premier levert (Lubbers), is
het tweede onomstreden gegeven.
Maar vanaf dat punt groeien de onze
kerheidsmarges snel.
Financiën komt hoogstwaarschijnlijk
in socialistische hand. Voorkomen
moet worden dat er een soort politiek
handjeklap ontstaat tussen de pre
mier en een partijgenoot op Finan
ciën. Bovendien vindt het CDA het
heilzaam wanneer de socialisten zelf
de kastanjes van de bezuinigingen uit
het vuur halen.
De PvdA claimt in dit scenario ver
volgens Binnenlandse Zaken, waar
de meeste benoemingen geregeld
worden. De PvdA klaagt al jaren
steen en been over de christendemo
cratische hegemonie onder de burge
meesters. De twee andere posten in de
sociaal-economische vijfhoek, Econo-
De Vries
sober' socialisme op Financiën vorm
zal geven, al biedt Binnenlandse Za
ken ook genoeg politieke armslag.
Tweede man bij de PvdA is Hans Kom
brink, die van vele markten thuis is,
maar vooral goed met geld kan om
gaan. Financiën dan wel het moeilijke
bezuinigingsdepartement Defensie
behoren tot zijn mogelijkheden. Als
Kombrink buiten de prijzen valt, ver
dwijnt hij overigens naar een wethou
derszetel in Rotterdam.
Oud-minister Jan Pronk is eveneens
een 'all-rounder', die naar Defensie,
VROM of eventueel Ontwikkelings
hulp kan, al is dat laatste wat mager.
Kandidaat-op-het-randje is Relus ter
Beek, die beide handjes mag dicht
knijpen wanneer hij minister van ont
wikkelingssamenwerking wordt.
Kok staat voor een moeilijke afwe
ging: teveel kandidaten 'van buiten'
leidt tot gemor in de fractie, waar Jac
ques Wallage c.s. zich al jaren verbij
ten. Laat Kok de oren echter teveel
hangen naar zijn fractie, dan blijft
daar weinig kwaliteit achter. Een
verantwoorde mix is geboden. Van de
wethouders die hogerop willen (voor
al uit Rotterdam: Henderson, Simons,
en uit Leiden Van Dongen-van der
Linden) kan er slechts één benoemd
worden, op WVC. Om de gewone frac
tieleden tevreden te stellen, zal het
gewone Kamerlid Frits Castricum ge
woon het gewone ministerie van Ver
keer kunnen krijgen.
Tenslotte de staatssecretariaten,
waarvan de waarde variëert van poe
delprijs tot mooie beloning voor bewe
zen diensten. Gebruik is dat de 'staats'
van de andere politieke kleur is dan
zijn minister. Een enkele outsider
maakt hier kans, bijvoorbeeld top
ambtenaar drs. K. van der Steenhoven
van WVC, die op het eigen departe
ment veranwoordeijk zou kunnen wor
den voor de media.
Maar het zullen voornamelijk Kamer
leden zijn, die naar de posten sollicite
ren. Kanshebbers in overvloed, maar
met stip genoteerd in elk geval Maar
ten van Traa (PvdA, Justitie). Willem
Vermeend (PvdA, Onderwijs), Frans
Wolters (CDA, Volkshuisvesting), Ma
rian Soutendijk-Van Appeldoorn
(CDA, Binnenlandse Zaken), Ton
Frinking (CDA, Defensie) en Marius
van Amelsvoort (CDA, Financiën).
Hun succes vormt de keerzijde van de
teleurstelling, die de achterblijvers ten
deel zal vallen. De politiek kent vele
verliezers, ook volgende week. Op hen
rust de zware taak de 'kwaliteit in de
fractie' van de Tweede Kamer op peil
te houden.
Kok
iDoor onze juridische
medewerker Gijs Schreuders)
De gemeente Kampen houdt vast
aan het voornemen een vergun
ningstelsel voor tv-schotelantennes
te introduceren. De vrees dat de Ne
derlandse steden straks een soort fu
turistische schotelparken worden is
inmiddels al wat geweken. RTL-Véro-
nique is immers via de kabel te be
zichtigen en andere commerciële pro
gramma's zullen weldra volgen. De
vraag naar individuele ontvangstmo
gelijkheid van satellietsignalen zal
dus wel beperkt blijven.
Voor Kampen is het echter een princi
piële kwestie. De gemeente telt 485
historische monumenten binnen haar
grenzen, het centrum is een be
schermd stadsgezicht en de beducht
heid voor aantasting van het stedelijk
schoon door een wildgroei aan de ge
vels is er levensgroot aanwezig.
Was het geen afschrikwekkend toe
komstbeeld, toen het NOS-journaal
een foto-montage vertoonde van een
Amsterdamse gracht met aan elk his
torisch pand een levensgroot televi
sie-oor? Amsterdam wilde nota bene
zelf op massale schaal de verhuur van
schotelantennes ter hand nemen om
eventueel het verlies van abonnees op
het kabelnet te compenseren.
De zorg voor het stadsschoon aan de
hand van zogeheten welstandscriteria
behoort tot de taken en bevoegdheden
van het gemeentebestuur. In de ge
meentelijke bouwverordeningen staat
dan ook altijd de eis dat het uiterlijk
van bouwwerken moet voldoen aan re
delijke eisen van welstand. Er mogen,
met andere woorden, geen grove ont
sieringen of verminkingen van de ge
bouwde omgeving ontstaan.
Kampen kent een dergelijke eis in arti
kel 34 van haar bouwverordening. Weg
dus met alle schotelantennes uit de
Overijsselse gemeente? Voorlopig
even niet, want artikel 14 van dezelfde
bouwverordening bepaalt uitdrukke
lijk dat geen bouwvergunning is ver
eist voor de aanleg van antennes van
maximaal vijf meter hoogte.
De gemeente heeft inmiddels aan een
externe adviseur opgedragen een wij
zigingsvoorstel te formuleren. Óf de
bouwverordening, óf de algemene
plaatselijke verordening moet een be
paling gaan bevatten waarin het aan
brengen van een schotelantenne aan
een vergunningstelsel wordt onder
worpen. Wie een schotel in de achter
tuin wil krijgt straks moeiteloos ver
gunning. De plaatsing van schotelan
tennes luistert echter nogal nauw: ze
moeten precies op de Astra-satelliet
worden gericht. Wie daartoe de voor
gevel meent te moeten ontsieren, ont
vangt in Kampen nul op het request
als de gemeenteraad in november ak
koord is gegaan met de voorgenomen
wijziging.
Dan wordt het pas echt spannend. Ve
le andere gemeenten wachten af wat
het juridische lot van de in Kampen
uitgebroede regeling zal zijn. Zonder
twijfel zullen veel gemeenten het
voorbeeld volgen, tenzij Gedeputeer
de Staten van Overijssel de maatregel
onmiddellijk schorsen of bij de Kroon
ter vernietiging voordragen. Gebeurt
dat niet, dan zal de eerste de beste
weigering van een vergunning tot
plaatsing van een schotelantenne lei
den tot een procedure bij de afdeling
rechtspraak van de Raad van State.
De gemeente Kampen kan zich niet
voorstellen dat de welstandsbepalin
gen toch een algemeen belang dat
aan de hoede van het stadsbestuur is
toevertrouwd in alle gevallen moet
wijken voor het belang van een burger
die het programma van zijn keuze uit
de ether wenst te plukken. Moet de in
dividuele keuze van een tv-program-
ma dan altijd maar voorgaan? Het ant
woord luidt kort en goed: inderdaad.
Het valt te voorspellen dat Kampen
zich vergist.
De burger die geen andere mogelijk
heid heeft om bepaalde programma's
te ontvangen dan door een schotelan
tenne aan zijn huis te bevestigen, hoeft
zich door niets en niemand te laten
weerhouden. Tenzij er een contractue
le belemmering (bij voorbeeld een
huurovereenkomst) in het spel is, of ie
mand anders door de schotelantenne
in de ontvangst van programma's
wordt gestoord.
In het Europese Verdrag voor de Rech
ten van de Mens - waarop iedereen zich
voor de Nederlandse rechter recht
streeks kan beroepen - is niet alleen de
vrijheid van meningsuiting gegaran
deerd. maar tevens ,,de vrijheid om in
lichtingen of denkbeelden te ontvan
gen", Deze ontvangstvrijheid kan wel
iswaar door de overheid, zelfs door een
gemeente, worden beperkt, maar uit
sluitend voor heel specifieke doelein
den, zoals de openbare orde, en dan
nog alleen voorzover dat in een demo
cratische samenleving noodzakelijk
is.
Kampen kan betogen dat ontsiering
van het stadsschoon een inbreuk op
de openbare orde met zich meebrengt,
al is dit hoogst twijfelachtig zolang er
geen werkelijk ongehoorde, ondoor
dringbare jungle van antennes ont
staat. Maar dan nog gaat het weigeren
van een vergunning verder dan wat
„in een democratische samenleving
nodig" is ter bescherming van de
openbare orde.
Het voornemen van Kampen komt in
dat geval neer op een ongeoorloofde
inbreuk op een grondrecht zolang de
gemeente niet hard kan maken dat er
andere mogelijkheden dan schotelan
tennes bestaan voor het ontvangen
van precies dezelfde programma's met
dezelfde ontvangstkwaliteit.
Een vergunningstelsel, of dit nu in de
bouwverordening of in de algemene
plaatselijke verordening komt te
staan, zal hoogstwaarschijnlijk dooi
de rechter onverbindend worden ver
klaard wegens strijd met het Europese
Verdrag voor de rechten van de fnens.
Sommige dingen moeten gemeenten
niet willen regelen, hoe verleidelijk de
motieven ook kunnen zijn.
Overigens heeft de gemeente Bun
schoten-Spakenburg een regeling ont
worpen die nog veel drastischer is dan
het in Kampen beoogde vergunnings
telsel, namelijk een algemeen verbod.
Het lijkt ondenkbaar dat dit bij Gede
puteerde Staten door de beugel kan.