PZC
Kabinetsinformatie
en 'overwinningen'
Problemen woonoord Lunetten
lijken eindelijk de wereld uit
opinie en achtergrond
4
s&
VRIJDAG 13 OKTOBER 1989
Alles vrij
Schaars
Buitenlands
Angst
'Oort'
Miljoen
denkwijzen
Vijf typen
Loven en
bieden op
markt VS
luchtvaart
Van onze correspondent
Henk Dam. in Washington
Het lijkt erop dat iedere Ameri
kaan die een paar honderd mil
joen dollar over heeft, daar een vlieg
maatschappij voor wil kopen. Elke
week doet deze of gene Dagobert Duck
wel een nieuwe aanbieding. Elke
week worden de bedragen fantasti
scher. De kroon wordt gespannen
door de New Yorkse rijkaard Donald
Trump, die vorige week zei Amerika's
grootste luchtvaartmaatschappij,
American Airlines, voor een bedrag
van 7,5 miljard dollar (16 miljard gul
den) te willen kopen.
Een paar weken daarvoor bood een an
dere schatrijke investeerder, de uit
Los Angeles afkomstige olieboer Mar
vin Davis, 5,4 miljard dollar voor de op
een na grootste vliegmaatschappij,
United Airlines.
Maar Davis werd uit de markt geprijsd
door een groep, waarin zich behalve
het personeel van United ook de Britse
maatschappij British Airways be
vindt. Die bood 6,75 miljard dollar, en
over dat bod wordt nog steeds gepraat.
Davis was ook de verliezer toen hij
weer een paar weken eerder Northwest
Airlines wilde kopen. Een groep inves
teerders, waaronder de KLM, onder
leiding van investeerder Alfred Chec-
chi zei daarop 3,65 miljard dollar
heel wat meer dan Davis voor North
west over te hebben.
Van vorige week dateert het bericht
dat de New Yorkse 'money manager'
Michael H. Steinhardt bezig is de aan
delen van weer een andere maatschap
pij, US Air, op te kopen. En de aande
len van Delta Air Lines zijn de afgelo
pen dagen omhoog geschoten omdat
heel Wall Street denkt dat er vast ook
wel iemand trek in Delta heeft.
Kortom, in het gezelschap van Ameri
kaanse geld-magnaten tel je niet meer
mee als je niet minstens ook een keer
een bod op een 'carrier' hebt gedaan.
Ineens zijn de vliegmaatschappijen
'hot' geworden, zoals dat in beurskrin-
gen heet.
Hoe dat komt? Voor een deel is het een
kwestie van glamour. Iemand als de
egomaniakale Trump op zijn brief
papier staat, in eenvoudige gouden
letters: DONALD TRUMP, en niets
meer is daar bijvoorbeeld bepaald
gevoelig voor. Hij heeft al een Trump
Wolkenkrabber en een Trump Hotel,
dus hij zal nu ook wel een Trump Airli
nes willen.
Maar voor een ander deel is het ge
woon een kwestie van gezond zaken-
verstand. Nadat veel Amerikaanse
vliegmaatschappijen jarenlang verlie
zen leden, gaat het met een aantal van
de grootste ineens heel goed. Hun
vooruitzichten zijn prima en ze blijken
zeer waardevolle kapitaalgoederen te
hebben. Dan wil Wall Street wel.
Om te begrijpen wat er in de Ameri
kaanse luchtvaart aan de hand is,
moeten we teruggaan naar het jaar
1978. Dat was het jaar van de grote de
regulatie. De Amerikaanse overheid
zei toen niet meer wie op welke route
mocht vliegen, en de maatschappijen
mochten zelf hun prijzen bepalen.
Tegen de zin van de maatschappijen
in, werd zo alles vrij. Dat zorgde voor
sterk toenemende concurrentie in de
lucht. Een fenomeen als People Ex
press ontstond, de maatschappij die
weliswaar geen service bood, maar wel
heel goedkope vluchten.
Maar het bleek een tijdelijk opleving
te zijn. De grote maatschappijen
slaagden er uiteindelijk in, de nieuwe
kleine broertjes de een na de ander uit
het nest te gooien. Tientallen van hen
gingen failliet; slachtoffers van prijs
oorlogen die ze niet konden volhou
den.
Nu hebben de acht grootste lucht
vaartmaatschappijen in Amerika 90
procent van de binnenlandse markt in
handen. De meeste hebben bovendien
hun activiteiten zo ingericht dat ze zo
veel mogelijk via centrale vliegvelden,
de zogenaamde 'hubs' (navels), opere
ren. In de buurt van die centra zijn ze
onverslaanbaar geworden.
Wat is er, met afnemende concurrentie
en een nog steeds toenemend aantal
reizigers, vanzelfsprekend gebeurd?
De prijzen van de tickets zijn omhoog
gevlogen, het afgelopen jaar bijvoor
beeld met 15 procent. Toch zijn de tic
kets, als je rekening houd met de infla
tie, nog steeds goedkoper dan in 1978.
Dat verklaart ook het nog steeds
groeiend aantal passagiers.
Door buitengewoon uitgekiende com
puterprogramma's weten de grote
maatschappijen bovendien precies
hoeveel stoelen ze bij elke vlucht voor
lage prijzen kunnen slijten om toch
maximaal rendement te hebben.
Zo zijn de inkomsten van de grote
maatschappijen omhoog gegaan. In
vesteerders zijn er bovendien achter
gekomen dat ze nog een belangrijke
aantrekkelijkheid hebben: hun vlieg
tuigen. Een maatschappij als United
Airlines bezit 80 procent van zijn 416
vliegtuigen, en dat is puur goud.
Want vliegtuigen zijn in een wereld
waarin meer en.meer gevlogen wordt,
schaars. De vliegtuigbouwers kunnen
de vraag niet aan wie nu bij Boeing
en 747 bestelt, moet vier jaar geduld
hebben en dus stijgen de prijzen
snel.
Het is daarmee uitermate lucratief ge
worden om de vliegtuigen van een
maatschappij die je overneemt, te ver
kopen en vervolgens die vliegtuigen
weer te huren. Daarmee komt in één
keer een enorme hoeveelheid geld bin
nen, en zoiets is voor Wall Street nu
eenmaal onweerstaanbaar.
Al die belangstelling heeft ook een
schaduwkant: door de overnemingen
en pogingen daartoe komen veel
luchtvaartmaatschappijen aanvanke
lijk zwaar in de schulden terecht.
Een recessie, stijgende brandstofprij
zen of stijgende rente zou hen snel de
das kunnen omdoen. Toch al slecht
draaiende maatschappijen als Pan
Am, TWA en Braniff zouden de cata
strofe voor de Amerikaanse lucht
vaartindustrie als geheel alleen maar
groter maken.
Er zit een interessant kantje aan het
hele spel van loven en bieden rond de
Amerikaanse vliegmaatschappijen.
Dat is dat ook buitenlandse beleggers
en ondernemingen volop meedoen
aan de uitverkoop. Op zichzelf past
dat in een traditie: een steeds groter
deel van Amerika's bedrijven, gebou
wen en grond is in de loop der jaren in
handen gekomen van rijke Japanse,
Westduitse, Engelse en veelal ook Ne
derlandse beleggers.
Zonder buitenlandse kapitaal kan de
Amerikaanse economie nou eenmaal
niet draaien. Wat in dit geval echter pi
kant is, is dat buitenlandse lucht
vaartmaatschappijen zich zo duchtig
zijn gaan weren. Op die manier heeft
Swissair een belang van 5 procent in
Delta, zit SAS voor 10 procent in Te
xas Air, wil British Airways voor 15
procent deelnemen in United Airlines,
en heeft de KLM interesse in een be
lang van 10 procent in Northwest Airli
nes.
Met die situatie zijn de Amerikaanse
regering noch het Congres erg geluk
kig. Zij zijn bang dat de buitenlandse
maatschappijen op deze manier op de
Amerikaanse markt gaan penetreren,
zonder dat Amerikaanse maatschap
pijen de kans hebben datzelfde in het
buitenland te doen.
Minister Skinner (transport) heeft dan
ook de KLM laten weten, dat het Ne
derlandse geld welkom is hoewel
aanzienlijk minder dan de KLM wilde
investeren maar dat de KLM geen
speciale rechten op de Amerikaanse
markt krijgt, weinig over Northwest te-
zeggen zal krijgen, en zelfs niets mag-
afweten van bijvoorbeeld eventuele
plannen van Northwest om in Europa
te fajan opereren.
British Airways zal vrijwel zeker iets
dergelijks de komende weken ook te
horen krijgen, want de minister voelt
de hete adem van het Congres in zijn
nek. Als hij zelf niets doet, is een over
grote meerderheid in het Congres be
reid voor hem protectionistische
maatregelen te nemen.
Men kan zich die angst van het Con
gres, en trouwens vooral ook van de
Amerikaanse luchtvaartmaatschap
pijen zelf, voor een deel wel voorstel
len. De Amerikaanse luchtvaartmaat
schappijen doen het in het buitenland
verhoudingsgewijs niet erg goed.
Voor een deel is dat een kwestie van
slecht management en, bijvoorbeeld
op de Transatlantische route, slechte
service. In veel landen moet verder te
gen de min of meer verborgen bescher
ming van de eigen vliegmaatschappij
en worden gevochten.
Maar dat laatste wordt gaandeweg be
ter. Experts verwachten dat de lucht
vaart meer en meer zal internationali
seren, en dat de vrijheid voor alle
luchtvaartmaatschappijen om in het
buitenland te opereren, op den duur
zal toenemen.
In dat kader is het te begrijpen dat Eu
ropese maatschappijen samenwer
king zoeken met Amerikaanse zusters.
Immers, hoe sterker je positie nu, hoe
meer voordeel je hebt als straks de we
reld kan worden opgedeeld.
Maar wat veel Amerikanen helemaal
niet bevalt, is dat die samenwerking
de vorm van overnemingen heeft. De
New York Times somberde daar on
langs over: „Moeten we nu, na de staal,
auto's en computers, ook al onze bin
nenlandse markt op het gebied van de
luchtvaart verliezen?".
Door René Diekstra
Toen mijn man me van het ene
op het andere moment in de
steek liet, stortte mijn leven volledig
in elkaar. Ik was zo verbijsterd, ont
zet en woedend, dat ik zeker wist
nooit meer iets met een andere man
te maken te willen hebben. Een
paar maanden later begon de een
zaamheid. Ik begon op toenaderin
gen van interessante vrijgezellen,
gescheiden en zelfs gehuwde man
nen in te gaan. Op een dag vroeg
een hele aantrekkelijke man me
hals over kop ten huwelijk. Ik zei ja.
Dit zijn de vragen, heb ik achtera}
wel duizend keer tegen mezelf ge
zegd, die je jezelf van tevoren had
moeten stellen:
1. Heeft de man zelf kinderen, en
wat vinden die er van als hun vader
hertrouwt?
2. Kunnen die kinderen met elkaar
opschieten?
3. Is hij bereid en in staat je eigen
kinderen echt als leden van zijn ei
gen (nieuwe) gezin te beschouwen
en te behandelen?
4. Als er beslissingen moeten wor
den genomen, overlegt hij dan met
jou of gaat hij naar zijn eigen kinde
ren?
5. Hoe heeft hij zijn ex-vrouw behan
deld?
6. Is het 'm echt om jou te doen, wil
hij zijn eenzaamheid gewoon opvul
len, of zoekt hij simpel naar iemand
om voor hem (en zijn) kinderen te
zorgen?
Als ik mezelf deze vragen eerst had
gesteld, had, ik niet twee jaar lang
door een hel hoeven gaan. Godzij
dank heb ik dat huwelijk nu achter
de rug, voel ik me weer goed en
sterk, en geniet van 'het gescheiden
zijn' - iets dat ik nooit voor mogelijk
had gehouden. Getekend: door
schade en schande word je wijs".
Deze brief die een tijdje geleden in
mijn handen viel, maakt wel heel
duidelijk wat we natuurlijk eigen
lijk ook wel wisten, namelijk dat
niet alle tweede huwelijken een da
verend succes worden. Maar zijn
tweede huwelijken nou zo veel
slechter dan eerste huwelijken?
Nogal wat mensen, niet in de laatste
plaats degenen die zelf gescheiden
zijn, lijken te denken van wel.
Als we het percentage huwelijken
dat ontbonden wordt als maat ne
men, dan moeten we inderdaad
concluderen dat huwelijksgeluk
een ouderwets verschijnsel aan het
worden is. Voor mensen die nu trou
wen is de scheidingskans ongeveer
30 procent terwijl dat in 1970 nog
maar 11 procent was. Weliswaar is
het percentage scheidingen sinds
1984 iets teruggelopen - in dat jaar
scheidden er 34.000 Nederlanders -
terwijl dat er in 1988 'nog maar'
26.000 waren, maar veel optimisme
moeten we daar niet uit putten.
De algemene venuachting is dat het
scheidingspercentage in de komen
de jaren weer zal stijgen en moge-
(Van onze parlementaire
redacteur Henri Kruithof)
De formatie van het kabinet Lub-
bers-3 is de in een wat merkwaar
dig vaarwater terecht gekomen. Be
wuste 'lekkages' over halve of hele ak
koorden, die vervolgens weer werden
tegengesproken, volgen elkaar in
hoog tempo op. Maar over de precieze
inhoud van die vermeende overeen
stemming op punten kwamen de 'Bin
nenhof-waarnemers' niet al te veel te
weten.
Dat kon ook moeilijk, omdat van hele
akkoorden eigenlijk geen sprake was.
Het begon allemaal afgelopen dins
dag, toen uit de kring van de PvdA
plotseling naar voren kwam dat de
koppeling tussen lonen en uitkeringen
geen probleem meer was. De koppe
ling zou worden hersteld, behalve als
er sprake zou zijn van een buitenspori
ge loon-ontwikkeling.
Dat lijkt mooi, zo'n akkoord, maar bij
nadere beschouwing houdt het weinig
in. In de verkiezingsprogramma's van
CDA en PvdA was al te lezen dat beide
partijen de uitkeringsgerechtigden
weer wilden laten meedelen in de groei
van de welvaart. Dat moest gebeuren
door de herinvoering van een soort
koppeling tussen die twee. En CDA en
PvdA waren het er over eens, dat op
nieuw over de koppeling gepraat
moest worden als de loonstijging vol
komen uit de hand zou lopen.
De cruciale vraag is echter: wanneer is
er sprake van een 'excessieve loonont
wikkeling'? Daarover bleek nog aller
minst overeenstemming te bestaan.
Het bericht over het 'koppelings-ak-
koord' leek dan ook meer voor de eigen
achterban van de PvdA bedoeld en
misschien ook wel voor het overleg
tussen werkgevers en werknemers, dat
afgelopen dinsdag werd gevoerd.
Woensdag sloeg het CDA terug door te
melden dat de belastinghervorming
en dito verlaging per 1 januari 1990
(het plan-Oort) gewoon zou doorgaan.
De PvdA heeft in het verkiezingspro
gramma opgeschreven, dat die verla
ging voor de helft teruggedraaid moet
worden. Kok haastte zich dan ook
mee te delen dat wat hem betreft al
lerminst sprake was van een akkoord
op dit punt.
Formeel heeft Kok daar ongetwijfeld
gelijk in, maar in PvdA-kring is al en
kele dagen te horen dat men zich heeft
neergelegd bij handhaving van 'Oort',
als er maar iets gedaan wordt aan het
rechttrekken van de scheve inkomens
verhouding die daardoor ontstaat.
Volgens De Vries is dat al geregeld.
Kok denkt daar anders over.
Al deze acties van de voormannen van
CDA en PvdA lijken vooral gericht op
de eigen achterban. Een grote groep in
de CDA-fractie voelt eigenlijk nog al
tijd niets voor samenwerking met de
'rooien'. Bert de Vries is er dus alles
aan gelegen om te laten zien dat hij de
PvdA het mes danig op de keel zet en
veel van de socialistische wensen van
tafel veegt.
Kok zit met een soortgelijk probleem.
Nadat hij in de eerste week van de ka
binetsformatie, na het wegwerken van
D66, heeft besteed aan inlezen in de
problematiek, is het hem duidelijk ge
worden dat de ruimte voor het door de
PvdA zo gewenste 'nieuw beleid' een
stuk kleiner is dan hij had verwacht en
gehoopt. Hij zal nu aan de eigen ach
terban duidelijk moeten maken dat
het desalniettemin aantrekkelijk blijft
voor de PvdA om mee te regeren.
Het probleem daarbij is dat Kok en De
Vries daar in hun fracties niet openlijk
over kunnen praten. Die worden
slechts zeer globaal op de hoogte ge
houden van de ontwikkelingen, omdat
de onderhandelaars vrezen dat de 'ge
wone' kamerleden in zo'n geval stok
paardjes gaan berijden, wat tot ernsti
ge vertraging van de formatie kan lei
den. Wat is er dan gemakkelijker dan
'resultaten' die als overwinningen
kunnen worden betiteld, via de media
te laten uitlekken?
Kok heeft nog een extra handicap. Be
halve zijn fractie, moet ook een spe
ciaal partijcongres een oordeel vellen
over het onderhandelingsresultaat.
Nu heeft hij in principe niet veel te vre
zen van dat clubje 'jaknikkers', behal
ve als er in de fractie al gemor over het
resultaat zou zijn.
Daarom stond de afgelopen week
vooral in het teken van de 'opfleuring'.
De vermeende overwinningen moes
ten worden gepresenteerd om het
beeld weg te nemen dat de formatie te
soepel en te snel verliep. Overigens
verwacht niemand in Den Haag dat
deze 'twisten op het Binnenhof tot
echte irritaties tussen de onderhande
laars zullen leiden.
Weliswaar duurt de formatie Lubbers
al weer te lang. Maar als alles gaat, zo
als nu wordt verwacht, is er over drie
weken een nieuw kabinet. Dat is net
geen record, maar het is bijna een
evenaring van de prestatie van Jan de
Koning in 1986. Die formatie staat bij
iedereen in de herinnering als een snel
le en gemakkelijke.
(Van onze verslaggever
Theo Haerkens)
Het is een goede stap", zo ka
rakteriseert de woordvoer
der van het Molukse woonoord Lu
netten, Ton Latuhihin, het „laatste
bod" waarmee minister Brinkman
van cultuur een punt wil zetten ach
ter de problemen rond het woon
oord. De Molukkers moeten inschik
ken, maar mogen in ruil daarvoor
allen in het oord blijven wonen. Alle
juridische procedures die nu nog lo
pen, worden dan opgeschort.
Al jaren probeert de staat Lunetten -
het laatste van de 74 Molukse woon
oorden in ons land - te sluiten. Vast
houdend verzet van de bewoners
heeft echter steeds verhinderd dat
hij daarin slaagde. Onlangs stelde de
rechter Brinkman voor een deel in
het gelijk: 47 bewoners konden uit
het 'kamp' worden gezet. De provin
ciale en gemeentelijke autoriteiten
wilden daar echter niet aan. Ontrui
ming in etappes zou hen keer op keer
veel narigheid bezorgen en zij wen
sen daaraan niet mee te doen. Burge
meester mr. G. de Graaf van Vught,
sprak publiekelijk uit dat hij zo lang
mogelijk dwars zou gaan liggen.
Brinkman hield zich niet aan de af
spraken en moest de gevolgen dar
ook maar onder ogen zien.
De burgemeester speelde het spel zo
hard als voor iemand in zijn positie
maar mogelijk is en niet zonder suc
ces. Binnen amper twee dagen lag
een volledig ander plan op tafel. De
zeventig gezinnen mogen in Lunet
ten blijven wonen, maar ze moeten
wel wat inschikken om uitbreiding
van de buren, een kazerne aan de ene
kant en een jeugdgevangenis aan de
andere kant, mogelijk te maken. Te
gelijkertijd moeten de huizen wor
den verbeterd en de ongetwijfeld stij
gende woonlasten moeten gewoon
worden betaald.
De technische details worden de ko
mende week nader ingevuld, maar
de onderhandelaar van het ministe
rie, mr. J. Richelle, laat er geen twij
fel over bestaan dat men het daar
over graag eens wordt. De demissio
naire minister Brinkman wil hoe dan
ook af van het probleem Lunetten.
Zo snel als het maar kan, wil hij de
zaak regelen. Om er zeker van te zijn
dat hij daarin slaagt, zet hij de bewo
ners flink onder druk. Ze krijgen tien
dagen de tijd om zich te beraden en
dan moet de kogel door de kerk.
Het is niet toevallig dat Brinkman de
Tweede Kamer per brief liet weten
dat het kabinet „omstreeks 20 okto
ber" een besluit neemt over het met
geweld ontruimen van een deel van
Lunetten. Als zijn opzet slaagt, kan
van dat onzalige besluit worden af
gezien.
De Molukse delegatie die voor het
overleg met een topambtenaar van
WVC naar het pittoreske gemeente
huis van Vught gekomen was, was na
afloop van het overleg voelbaar op
gelucht. Toch stonden de gezichten
zorgelijk: is tien dagen voldoende
om alle technische problemen zorg
vuldig te wegen? „Wat moet er met
de kerk gebeuren?", vroeg iemand
zich af. „Dit is pas de eerste ijslaag-
die gebroken wordt. Het kan nog
steeds vriezen of dooien".
Over het slopen van enkele van de
twintig barakken, die nog altijd ge
nummerd zijn, maken de Molukkers
zich geen zorgen. Een aantal ervan
is - onder meer na een brand - on
bruikbaar en staat leeg. Die kunnen
zonder problemen worden gemist.
Latuhihin maakt zich wel druk over
de toekomst van het verkleinde
woonoord. Het moet een echte Mo
lukse leefgemeenschap blijven. Af
slanking mag er niet toe leiden dat
Lunetten op den duur een sterfhuis
wordt. Duidelijke afspraken - onder
meer over de toekomstige omvang
van de kazerne en de jeugdgevange
nis - moeten dat hoe dan ook voorko
men.
Een aantal Molukkers is inmiddels -
in de veronderstelling dat ontrui
ming van Lunetten onafwendbaar
was - vrijwillig verhuisd naar de nieu
we wijk Vijverhof. Burgemeester De
Graaf gaat ervan uit dat deze men
sen niet alsnog zullen terugkeren
naar het woonoord. Zij zijn vrijwillig
vertrokken zijn.
lijk zelfs in de buurt zal komen van
landen als Denemarken, Zweden en
Groot-Brittannië met een schei
dingskans van zo'n 40 procent of de
Verenigde Staten, waar die kans
zelfs 50 procent is, 1 op de 2 huwelij
ken dus.
Op dit moment lopen er bij ons zo'n
600.000 gescheiden mensen rond, en
voor het jaar 2000 ivorden er een
kleine miljoen verwacht. Daarmee
hebben we overigens nog lang niet
alle mensen te pakken die bij een
scheiding betrokken zijn of daarvan
direct de gevolgen merken. Zestij
procent van de gescheidenen heeft
minderjarige kinderen. Een op ie
dere zes kinderen beneden de 20 jaar
maakt een scheiding van de ouders
mee.
Er wordt nogal eens gedacht dat er
een sterk verband is tussen duur van
een huwelijk en de kans op schei
ding. Inderdaad is het zo dat veel
echtparen na twee a driejaar schei
den, maar eigenlijk blijkt het schei
dingsrisico op alle huwelijksleeftij
den aanzienlijk. Zo is het aantal
scheidingen onder degenen, die lan
ger dan 20 jaar gehuwd zijn geweest,
de laatste jaren extra sterk geste
gen.
Als het huwelijk dan zo'n puinhoop
is, zou je verwachten dat degenen die
één keer hun neus hebben gestoten,
door schade en schande wijs zijn ge
worden dat geen tweede keer zullen
willen meemaken. Maar zo ligt hel
niet. Ongeveer 50 procent van de ge-
scheiden mannen en 40 procent van
de gescheiden vrouwen trouwt op
nieuw. Die percentages variëren
overigens met de leeftijd waarop
men scheidt.
Bij scheiding tussen het 20ste tot
25ste levensjaar is het hertrouwper-
centage bij mannen ruim 60 procent
en bij vrouwen ongeveer 50 procent.
Na 50 jaar hertrouwt nog zo'n 20 pro
cent van de mannen, maar bij vrou
wen is dat percentage gedaald tot 5,
Over de hele groep van gescheide
nen genomen, besluit dus iets meer
dan de helft dat het mooi genoeg is
geweest. Daarbij is overigens een
aanzienlijke groep die wel een nieu
we relatie begint, maar nu op een an
dere manier. Er is ook een grote
groep die er helemaal niet meer aan
begint.
De Amerikaanse onderzoeker Bell
deelt degenen, die na een scheiding
geen zin hebben om nog eens de boot
in te gaan, in 5 typen in. Op de eerste
plaats de verbitterden, degenen die
ervan uitgaan dat een volgende
partner net zo veel ontgoocheling zal
opleveren als de vorige. Voorts de
angstigen, die niet nog eens het risi
co willen lopen van wat ze als een
diep ingrijpend persoonlijk falen
hebben ervaren. Dan zijn er de over-
kritischen, die maar blijven zoeken
naar de 'perfecte' partner, zodat de
ze keer succes wél verzekerd is. Ver
der is er de groep van de afgeweze
nen, degenen die wel willen maar er
niet in slagen iemand te vinden die
hen wil. Ten slotte hebben we de aan-
gepasten, die het alleen of vrijgezel
zijn hebben geaccepteerd en beslist
niet willen hertrouwen.
Maar zijn de mensen die het toch op
nieuw met een huwelijk proberen
nou echt zo slecht af? Als we afgaan
op wat er op dit moment aan onder
zoek voorhanden is, dan is er niet zo
veel verschil in huwelijksgeluk tus
sen voor de eerste maal getrouwden
en hertrouwden. Dat is in zekere zin
verrassend, want bij tweede huwelij
ken zijn er vaak problemen te over
winnen waarvan eerste huwelijken
meestal geen last hebben. Bijvoor
beeld het opbouwen van een goede
stiefouder-stiefkind relatie, het vin
den van een bevredigende manier
om met ouders, andere familie,
vrienden en. kennissen van de nieu
we partner om te gaan, allemaal
mensen die loyaliteitsconflicten kun
nen hebben vanwege hun relatie met
de ex-partner.
Wat bepaalt het succes van tweede
huwelijken? Uit onderzoek onder
hertrouwden komen een paar duide
lijke conclusies naar voren, die u
best eens kunt gebruiken als denk-
wijzers, als u de sprong nog eens
voor de tweede of zoveelste keer wilt
wagen. Op de eerste plaats blijken
hertrouwde paren met wie het goed
gaat elkaar al lang voor hun huwe
lijk te hebben gekend (stort u dus
niet in de armen van de cowboy of
vamp die toevallig even in de stad
is). Verder is het feit dat vrienden en
familieleden instemmen met de nieu
we vlam een belangrijk punt. Is dat
niet zo, dan leidt een volgend huwe
lijk gauw tot sociaal isolement en
dooft de vlam vaak ook gauw. Ver
der is een heel stoffelijk aspect ook
van belang, namelijk: is er voldoen
de inkomen om in de nieuwe relatie
een leven te kunnen leiden dat vol
doende lijkt op wat men gewend
was?
Tenslotte - en dat geldt vooral, maar
niet alleen voor oudere mensen - is
een belangrijke factor de acceptatie
van het ouder worden, want de mees
te tweede huwelijken worden geslo
ten als men niet zo piepjong meer is.
Als iemand een tweede huwelijk wil
om te bewijzen dat ie nog goed in de
markt ligt, dan is het behoorlijk op
passen geblazen. Er zijn al heel wat
mensen de gordijnen ingegaan om
dat ze onoplettend een relatie zijn be-
gonnenn met iemand die er maar
niet genoeg van kan krijgen te bewij
zen dat ie nog altijd kan wat hij nooit
gekund heeft.