PZC Kabinetsinformatie en 'overwinningen' Problemen woonoord Lunetten lijken eindelijk de wereld uit opinie en achtergrond 4 s& VRIJDAG 13 OKTOBER 1989 Alles vrij Schaars Buitenlands Angst 'Oort' Miljoen denkwijzen Vijf typen Loven en bieden op markt VS luchtvaart Van onze correspondent Henk Dam. in Washington Het lijkt erop dat iedere Ameri kaan die een paar honderd mil joen dollar over heeft, daar een vlieg maatschappij voor wil kopen. Elke week doet deze of gene Dagobert Duck wel een nieuwe aanbieding. Elke week worden de bedragen fantasti scher. De kroon wordt gespannen door de New Yorkse rijkaard Donald Trump, die vorige week zei Amerika's grootste luchtvaartmaatschappij, American Airlines, voor een bedrag van 7,5 miljard dollar (16 miljard gul den) te willen kopen. Een paar weken daarvoor bood een an dere schatrijke investeerder, de uit Los Angeles afkomstige olieboer Mar vin Davis, 5,4 miljard dollar voor de op een na grootste vliegmaatschappij, United Airlines. Maar Davis werd uit de markt geprijsd door een groep, waarin zich behalve het personeel van United ook de Britse maatschappij British Airways be vindt. Die bood 6,75 miljard dollar, en over dat bod wordt nog steeds gepraat. Davis was ook de verliezer toen hij weer een paar weken eerder Northwest Airlines wilde kopen. Een groep inves teerders, waaronder de KLM, onder leiding van investeerder Alfred Chec- chi zei daarop 3,65 miljard dollar heel wat meer dan Davis voor North west over te hebben. Van vorige week dateert het bericht dat de New Yorkse 'money manager' Michael H. Steinhardt bezig is de aan delen van weer een andere maatschap pij, US Air, op te kopen. En de aande len van Delta Air Lines zijn de afgelo pen dagen omhoog geschoten omdat heel Wall Street denkt dat er vast ook wel iemand trek in Delta heeft. Kortom, in het gezelschap van Ameri kaanse geld-magnaten tel je niet meer mee als je niet minstens ook een keer een bod op een 'carrier' hebt gedaan. Ineens zijn de vliegmaatschappijen 'hot' geworden, zoals dat in beurskrin- gen heet. Hoe dat komt? Voor een deel is het een kwestie van glamour. Iemand als de egomaniakale Trump op zijn brief papier staat, in eenvoudige gouden letters: DONALD TRUMP, en niets meer is daar bijvoorbeeld bepaald gevoelig voor. Hij heeft al een Trump Wolkenkrabber en een Trump Hotel, dus hij zal nu ook wel een Trump Airli nes willen. Maar voor een ander deel is het ge woon een kwestie van gezond zaken- verstand. Nadat veel Amerikaanse vliegmaatschappijen jarenlang verlie zen leden, gaat het met een aantal van de grootste ineens heel goed. Hun vooruitzichten zijn prima en ze blijken zeer waardevolle kapitaalgoederen te hebben. Dan wil Wall Street wel. Om te begrijpen wat er in de Ameri kaanse luchtvaart aan de hand is, moeten we teruggaan naar het jaar 1978. Dat was het jaar van de grote de regulatie. De Amerikaanse overheid zei toen niet meer wie op welke route mocht vliegen, en de maatschappijen mochten zelf hun prijzen bepalen. Tegen de zin van de maatschappijen in, werd zo alles vrij. Dat zorgde voor sterk toenemende concurrentie in de lucht. Een fenomeen als People Ex press ontstond, de maatschappij die weliswaar geen service bood, maar wel heel goedkope vluchten. Maar het bleek een tijdelijk opleving te zijn. De grote maatschappijen slaagden er uiteindelijk in, de nieuwe kleine broertjes de een na de ander uit het nest te gooien. Tientallen van hen gingen failliet; slachtoffers van prijs oorlogen die ze niet konden volhou den. Nu hebben de acht grootste lucht vaartmaatschappijen in Amerika 90 procent van de binnenlandse markt in handen. De meeste hebben bovendien hun activiteiten zo ingericht dat ze zo veel mogelijk via centrale vliegvelden, de zogenaamde 'hubs' (navels), opere ren. In de buurt van die centra zijn ze onverslaanbaar geworden. Wat is er, met afnemende concurrentie en een nog steeds toenemend aantal reizigers, vanzelfsprekend gebeurd? De prijzen van de tickets zijn omhoog gevlogen, het afgelopen jaar bijvoor beeld met 15 procent. Toch zijn de tic kets, als je rekening houd met de infla tie, nog steeds goedkoper dan in 1978. Dat verklaart ook het nog steeds groeiend aantal passagiers. Door buitengewoon uitgekiende com puterprogramma's weten de grote maatschappijen bovendien precies hoeveel stoelen ze bij elke vlucht voor lage prijzen kunnen slijten om toch maximaal rendement te hebben. Zo zijn de inkomsten van de grote maatschappijen omhoog gegaan. In vesteerders zijn er bovendien achter gekomen dat ze nog een belangrijke aantrekkelijkheid hebben: hun vlieg tuigen. Een maatschappij als United Airlines bezit 80 procent van zijn 416 vliegtuigen, en dat is puur goud. Want vliegtuigen zijn in een wereld waarin meer en.meer gevlogen wordt, schaars. De vliegtuigbouwers kunnen de vraag niet aan wie nu bij Boeing en 747 bestelt, moet vier jaar geduld hebben en dus stijgen de prijzen snel. Het is daarmee uitermate lucratief ge worden om de vliegtuigen van een maatschappij die je overneemt, te ver kopen en vervolgens die vliegtuigen weer te huren. Daarmee komt in één keer een enorme hoeveelheid geld bin nen, en zoiets is voor Wall Street nu eenmaal onweerstaanbaar. Al die belangstelling heeft ook een schaduwkant: door de overnemingen en pogingen daartoe komen veel luchtvaartmaatschappijen aanvanke lijk zwaar in de schulden terecht. Een recessie, stijgende brandstofprij zen of stijgende rente zou hen snel de das kunnen omdoen. Toch al slecht draaiende maatschappijen als Pan Am, TWA en Braniff zouden de cata strofe voor de Amerikaanse lucht vaartindustrie als geheel alleen maar groter maken. Er zit een interessant kantje aan het hele spel van loven en bieden rond de Amerikaanse vliegmaatschappijen. Dat is dat ook buitenlandse beleggers en ondernemingen volop meedoen aan de uitverkoop. Op zichzelf past dat in een traditie: een steeds groter deel van Amerika's bedrijven, gebou wen en grond is in de loop der jaren in handen gekomen van rijke Japanse, Westduitse, Engelse en veelal ook Ne derlandse beleggers. Zonder buitenlandse kapitaal kan de Amerikaanse economie nou eenmaal niet draaien. Wat in dit geval echter pi kant is, is dat buitenlandse lucht vaartmaatschappijen zich zo duchtig zijn gaan weren. Op die manier heeft Swissair een belang van 5 procent in Delta, zit SAS voor 10 procent in Te xas Air, wil British Airways voor 15 procent deelnemen in United Airlines, en heeft de KLM interesse in een be lang van 10 procent in Northwest Airli nes. Met die situatie zijn de Amerikaanse regering noch het Congres erg geluk kig. Zij zijn bang dat de buitenlandse maatschappijen op deze manier op de Amerikaanse markt gaan penetreren, zonder dat Amerikaanse maatschap pijen de kans hebben datzelfde in het buitenland te doen. Minister Skinner (transport) heeft dan ook de KLM laten weten, dat het Ne derlandse geld welkom is hoewel aanzienlijk minder dan de KLM wilde investeren maar dat de KLM geen speciale rechten op de Amerikaanse markt krijgt, weinig over Northwest te- zeggen zal krijgen, en zelfs niets mag- afweten van bijvoorbeeld eventuele plannen van Northwest om in Europa te fajan opereren. British Airways zal vrijwel zeker iets dergelijks de komende weken ook te horen krijgen, want de minister voelt de hete adem van het Congres in zijn nek. Als hij zelf niets doet, is een over grote meerderheid in het Congres be reid voor hem protectionistische maatregelen te nemen. Men kan zich die angst van het Con gres, en trouwens vooral ook van de Amerikaanse luchtvaartmaatschap pijen zelf, voor een deel wel voorstel len. De Amerikaanse luchtvaartmaat schappijen doen het in het buitenland verhoudingsgewijs niet erg goed. Voor een deel is dat een kwestie van slecht management en, bijvoorbeeld op de Transatlantische route, slechte service. In veel landen moet verder te gen de min of meer verborgen bescher ming van de eigen vliegmaatschappij en worden gevochten. Maar dat laatste wordt gaandeweg be ter. Experts verwachten dat de lucht vaart meer en meer zal internationali seren, en dat de vrijheid voor alle luchtvaartmaatschappijen om in het buitenland te opereren, op den duur zal toenemen. In dat kader is het te begrijpen dat Eu ropese maatschappijen samenwer king zoeken met Amerikaanse zusters. Immers, hoe sterker je positie nu, hoe meer voordeel je hebt als straks de we reld kan worden opgedeeld. Maar wat veel Amerikanen helemaal niet bevalt, is dat die samenwerking de vorm van overnemingen heeft. De New York Times somberde daar on langs over: „Moeten we nu, na de staal, auto's en computers, ook al onze bin nenlandse markt op het gebied van de luchtvaart verliezen?". Door René Diekstra Toen mijn man me van het ene op het andere moment in de steek liet, stortte mijn leven volledig in elkaar. Ik was zo verbijsterd, ont zet en woedend, dat ik zeker wist nooit meer iets met een andere man te maken te willen hebben. Een paar maanden later begon de een zaamheid. Ik begon op toenaderin gen van interessante vrijgezellen, gescheiden en zelfs gehuwde man nen in te gaan. Op een dag vroeg een hele aantrekkelijke man me hals over kop ten huwelijk. Ik zei ja. Dit zijn de vragen, heb ik achtera} wel duizend keer tegen mezelf ge zegd, die je jezelf van tevoren had moeten stellen: 1. Heeft de man zelf kinderen, en wat vinden die er van als hun vader hertrouwt? 2. Kunnen die kinderen met elkaar opschieten? 3. Is hij bereid en in staat je eigen kinderen echt als leden van zijn ei gen (nieuwe) gezin te beschouwen en te behandelen? 4. Als er beslissingen moeten wor den genomen, overlegt hij dan met jou of gaat hij naar zijn eigen kinde ren? 5. Hoe heeft hij zijn ex-vrouw behan deld? 6. Is het 'm echt om jou te doen, wil hij zijn eenzaamheid gewoon opvul len, of zoekt hij simpel naar iemand om voor hem (en zijn) kinderen te zorgen? Als ik mezelf deze vragen eerst had gesteld, had, ik niet twee jaar lang door een hel hoeven gaan. Godzij dank heb ik dat huwelijk nu achter de rug, voel ik me weer goed en sterk, en geniet van 'het gescheiden zijn' - iets dat ik nooit voor mogelijk had gehouden. Getekend: door schade en schande word je wijs". Deze brief die een tijdje geleden in mijn handen viel, maakt wel heel duidelijk wat we natuurlijk eigen lijk ook wel wisten, namelijk dat niet alle tweede huwelijken een da verend succes worden. Maar zijn tweede huwelijken nou zo veel slechter dan eerste huwelijken? Nogal wat mensen, niet in de laatste plaats degenen die zelf gescheiden zijn, lijken te denken van wel. Als we het percentage huwelijken dat ontbonden wordt als maat ne men, dan moeten we inderdaad concluderen dat huwelijksgeluk een ouderwets verschijnsel aan het worden is. Voor mensen die nu trou wen is de scheidingskans ongeveer 30 procent terwijl dat in 1970 nog maar 11 procent was. Weliswaar is het percentage scheidingen sinds 1984 iets teruggelopen - in dat jaar scheidden er 34.000 Nederlanders - terwijl dat er in 1988 'nog maar' 26.000 waren, maar veel optimisme moeten we daar niet uit putten. De algemene venuachting is dat het scheidingspercentage in de komen de jaren weer zal stijgen en moge- (Van onze parlementaire redacteur Henri Kruithof) De formatie van het kabinet Lub- bers-3 is de in een wat merkwaar dig vaarwater terecht gekomen. Be wuste 'lekkages' over halve of hele ak koorden, die vervolgens weer werden tegengesproken, volgen elkaar in hoog tempo op. Maar over de precieze inhoud van die vermeende overeen stemming op punten kwamen de 'Bin nenhof-waarnemers' niet al te veel te weten. Dat kon ook moeilijk, omdat van hele akkoorden eigenlijk geen sprake was. Het begon allemaal afgelopen dins dag, toen uit de kring van de PvdA plotseling naar voren kwam dat de koppeling tussen lonen en uitkeringen geen probleem meer was. De koppe ling zou worden hersteld, behalve als er sprake zou zijn van een buitenspori ge loon-ontwikkeling. Dat lijkt mooi, zo'n akkoord, maar bij nadere beschouwing houdt het weinig in. In de verkiezingsprogramma's van CDA en PvdA was al te lezen dat beide partijen de uitkeringsgerechtigden weer wilden laten meedelen in de groei van de welvaart. Dat moest gebeuren door de herinvoering van een soort koppeling tussen die twee. En CDA en PvdA waren het er over eens, dat op nieuw over de koppeling gepraat moest worden als de loonstijging vol komen uit de hand zou lopen. De cruciale vraag is echter: wanneer is er sprake van een 'excessieve loonont wikkeling'? Daarover bleek nog aller minst overeenstemming te bestaan. Het bericht over het 'koppelings-ak- koord' leek dan ook meer voor de eigen achterban van de PvdA bedoeld en misschien ook wel voor het overleg tussen werkgevers en werknemers, dat afgelopen dinsdag werd gevoerd. Woensdag sloeg het CDA terug door te melden dat de belastinghervorming en dito verlaging per 1 januari 1990 (het plan-Oort) gewoon zou doorgaan. De PvdA heeft in het verkiezingspro gramma opgeschreven, dat die verla ging voor de helft teruggedraaid moet worden. Kok haastte zich dan ook mee te delen dat wat hem betreft al lerminst sprake was van een akkoord op dit punt. Formeel heeft Kok daar ongetwijfeld gelijk in, maar in PvdA-kring is al en kele dagen te horen dat men zich heeft neergelegd bij handhaving van 'Oort', als er maar iets gedaan wordt aan het rechttrekken van de scheve inkomens verhouding die daardoor ontstaat. Volgens De Vries is dat al geregeld. Kok denkt daar anders over. Al deze acties van de voormannen van CDA en PvdA lijken vooral gericht op de eigen achterban. Een grote groep in de CDA-fractie voelt eigenlijk nog al tijd niets voor samenwerking met de 'rooien'. Bert de Vries is er dus alles aan gelegen om te laten zien dat hij de PvdA het mes danig op de keel zet en veel van de socialistische wensen van tafel veegt. Kok zit met een soortgelijk probleem. Nadat hij in de eerste week van de ka binetsformatie, na het wegwerken van D66, heeft besteed aan inlezen in de problematiek, is het hem duidelijk ge worden dat de ruimte voor het door de PvdA zo gewenste 'nieuw beleid' een stuk kleiner is dan hij had verwacht en gehoopt. Hij zal nu aan de eigen ach terban duidelijk moeten maken dat het desalniettemin aantrekkelijk blijft voor de PvdA om mee te regeren. Het probleem daarbij is dat Kok en De Vries daar in hun fracties niet openlijk over kunnen praten. Die worden slechts zeer globaal op de hoogte ge houden van de ontwikkelingen, omdat de onderhandelaars vrezen dat de 'ge wone' kamerleden in zo'n geval stok paardjes gaan berijden, wat tot ernsti ge vertraging van de formatie kan lei den. Wat is er dan gemakkelijker dan 'resultaten' die als overwinningen kunnen worden betiteld, via de media te laten uitlekken? Kok heeft nog een extra handicap. Be halve zijn fractie, moet ook een spe ciaal partijcongres een oordeel vellen over het onderhandelingsresultaat. Nu heeft hij in principe niet veel te vre zen van dat clubje 'jaknikkers', behal ve als er in de fractie al gemor over het resultaat zou zijn. Daarom stond de afgelopen week vooral in het teken van de 'opfleuring'. De vermeende overwinningen moes ten worden gepresenteerd om het beeld weg te nemen dat de formatie te soepel en te snel verliep. Overigens verwacht niemand in Den Haag dat deze 'twisten op het Binnenhof tot echte irritaties tussen de onderhande laars zullen leiden. Weliswaar duurt de formatie Lubbers al weer te lang. Maar als alles gaat, zo als nu wordt verwacht, is er over drie weken een nieuw kabinet. Dat is net geen record, maar het is bijna een evenaring van de prestatie van Jan de Koning in 1986. Die formatie staat bij iedereen in de herinnering als een snel le en gemakkelijke. (Van onze verslaggever Theo Haerkens) Het is een goede stap", zo ka rakteriseert de woordvoer der van het Molukse woonoord Lu netten, Ton Latuhihin, het „laatste bod" waarmee minister Brinkman van cultuur een punt wil zetten ach ter de problemen rond het woon oord. De Molukkers moeten inschik ken, maar mogen in ruil daarvoor allen in het oord blijven wonen. Alle juridische procedures die nu nog lo pen, worden dan opgeschort. Al jaren probeert de staat Lunetten - het laatste van de 74 Molukse woon oorden in ons land - te sluiten. Vast houdend verzet van de bewoners heeft echter steeds verhinderd dat hij daarin slaagde. Onlangs stelde de rechter Brinkman voor een deel in het gelijk: 47 bewoners konden uit het 'kamp' worden gezet. De provin ciale en gemeentelijke autoriteiten wilden daar echter niet aan. Ontrui ming in etappes zou hen keer op keer veel narigheid bezorgen en zij wen sen daaraan niet mee te doen. Burge meester mr. G. de Graaf van Vught, sprak publiekelijk uit dat hij zo lang mogelijk dwars zou gaan liggen. Brinkman hield zich niet aan de af spraken en moest de gevolgen dar ook maar onder ogen zien. De burgemeester speelde het spel zo hard als voor iemand in zijn positie maar mogelijk is en niet zonder suc ces. Binnen amper twee dagen lag een volledig ander plan op tafel. De zeventig gezinnen mogen in Lunet ten blijven wonen, maar ze moeten wel wat inschikken om uitbreiding van de buren, een kazerne aan de ene kant en een jeugdgevangenis aan de andere kant, mogelijk te maken. Te gelijkertijd moeten de huizen wor den verbeterd en de ongetwijfeld stij gende woonlasten moeten gewoon worden betaald. De technische details worden de ko mende week nader ingevuld, maar de onderhandelaar van het ministe rie, mr. J. Richelle, laat er geen twij fel over bestaan dat men het daar over graag eens wordt. De demissio naire minister Brinkman wil hoe dan ook af van het probleem Lunetten. Zo snel als het maar kan, wil hij de zaak regelen. Om er zeker van te zijn dat hij daarin slaagt, zet hij de bewo ners flink onder druk. Ze krijgen tien dagen de tijd om zich te beraden en dan moet de kogel door de kerk. Het is niet toevallig dat Brinkman de Tweede Kamer per brief liet weten dat het kabinet „omstreeks 20 okto ber" een besluit neemt over het met geweld ontruimen van een deel van Lunetten. Als zijn opzet slaagt, kan van dat onzalige besluit worden af gezien. De Molukse delegatie die voor het overleg met een topambtenaar van WVC naar het pittoreske gemeente huis van Vught gekomen was, was na afloop van het overleg voelbaar op gelucht. Toch stonden de gezichten zorgelijk: is tien dagen voldoende om alle technische problemen zorg vuldig te wegen? „Wat moet er met de kerk gebeuren?", vroeg iemand zich af. „Dit is pas de eerste ijslaag- die gebroken wordt. Het kan nog steeds vriezen of dooien". Over het slopen van enkele van de twintig barakken, die nog altijd ge nummerd zijn, maken de Molukkers zich geen zorgen. Een aantal ervan is - onder meer na een brand - on bruikbaar en staat leeg. Die kunnen zonder problemen worden gemist. Latuhihin maakt zich wel druk over de toekomst van het verkleinde woonoord. Het moet een echte Mo lukse leefgemeenschap blijven. Af slanking mag er niet toe leiden dat Lunetten op den duur een sterfhuis wordt. Duidelijke afspraken - onder meer over de toekomstige omvang van de kazerne en de jeugdgevange nis - moeten dat hoe dan ook voorko men. Een aantal Molukkers is inmiddels - in de veronderstelling dat ontrui ming van Lunetten onafwendbaar was - vrijwillig verhuisd naar de nieu we wijk Vijverhof. Burgemeester De Graaf gaat ervan uit dat deze men sen niet alsnog zullen terugkeren naar het woonoord. Zij zijn vrijwillig vertrokken zijn. lijk zelfs in de buurt zal komen van landen als Denemarken, Zweden en Groot-Brittannië met een schei dingskans van zo'n 40 procent of de Verenigde Staten, waar die kans zelfs 50 procent is, 1 op de 2 huwelij ken dus. Op dit moment lopen er bij ons zo'n 600.000 gescheiden mensen rond, en voor het jaar 2000 ivorden er een kleine miljoen verwacht. Daarmee hebben we overigens nog lang niet alle mensen te pakken die bij een scheiding betrokken zijn of daarvan direct de gevolgen merken. Zestij procent van de gescheidenen heeft minderjarige kinderen. Een op ie dere zes kinderen beneden de 20 jaar maakt een scheiding van de ouders mee. Er wordt nogal eens gedacht dat er een sterk verband is tussen duur van een huwelijk en de kans op schei ding. Inderdaad is het zo dat veel echtparen na twee a driejaar schei den, maar eigenlijk blijkt het schei dingsrisico op alle huwelijksleeftij den aanzienlijk. Zo is het aantal scheidingen onder degenen, die lan ger dan 20 jaar gehuwd zijn geweest, de laatste jaren extra sterk geste gen. Als het huwelijk dan zo'n puinhoop is, zou je verwachten dat degenen die één keer hun neus hebben gestoten, door schade en schande wijs zijn ge worden dat geen tweede keer zullen willen meemaken. Maar zo ligt hel niet. Ongeveer 50 procent van de ge- scheiden mannen en 40 procent van de gescheiden vrouwen trouwt op nieuw. Die percentages variëren overigens met de leeftijd waarop men scheidt. Bij scheiding tussen het 20ste tot 25ste levensjaar is het hertrouwper- centage bij mannen ruim 60 procent en bij vrouwen ongeveer 50 procent. Na 50 jaar hertrouwt nog zo'n 20 pro cent van de mannen, maar bij vrou wen is dat percentage gedaald tot 5, Over de hele groep van gescheide nen genomen, besluit dus iets meer dan de helft dat het mooi genoeg is geweest. Daarbij is overigens een aanzienlijke groep die wel een nieu we relatie begint, maar nu op een an dere manier. Er is ook een grote groep die er helemaal niet meer aan begint. De Amerikaanse onderzoeker Bell deelt degenen, die na een scheiding geen zin hebben om nog eens de boot in te gaan, in 5 typen in. Op de eerste plaats de verbitterden, degenen die ervan uitgaan dat een volgende partner net zo veel ontgoocheling zal opleveren als de vorige. Voorts de angstigen, die niet nog eens het risi co willen lopen van wat ze als een diep ingrijpend persoonlijk falen hebben ervaren. Dan zijn er de over- kritischen, die maar blijven zoeken naar de 'perfecte' partner, zodat de ze keer succes wél verzekerd is. Ver der is er de groep van de afgeweze nen, degenen die wel willen maar er niet in slagen iemand te vinden die hen wil. Ten slotte hebben we de aan- gepasten, die het alleen of vrijgezel zijn hebben geaccepteerd en beslist niet willen hertrouwen. Maar zijn de mensen die het toch op nieuw met een huwelijk proberen nou echt zo slecht af? Als we afgaan op wat er op dit moment aan onder zoek voorhanden is, dan is er niet zo veel verschil in huwelijksgeluk tus sen voor de eerste maal getrouwden en hertrouwden. Dat is in zekere zin verrassend, want bij tweede huwelij ken zijn er vaak problemen te over winnen waarvan eerste huwelijken meestal geen last hebben. Bijvoor beeld het opbouwen van een goede stiefouder-stiefkind relatie, het vin den van een bevredigende manier om met ouders, andere familie, vrienden en. kennissen van de nieu we partner om te gaan, allemaal mensen die loyaliteitsconflicten kun nen hebben vanwege hun relatie met de ex-partner. Wat bepaalt het succes van tweede huwelijken? Uit onderzoek onder hertrouwden komen een paar duide lijke conclusies naar voren, die u best eens kunt gebruiken als denk- wijzers, als u de sprong nog eens voor de tweede of zoveelste keer wilt wagen. Op de eerste plaats blijken hertrouwde paren met wie het goed gaat elkaar al lang voor hun huwe lijk te hebben gekend (stort u dus niet in de armen van de cowboy of vamp die toevallig even in de stad is). Verder is het feit dat vrienden en familieleden instemmen met de nieu we vlam een belangrijk punt. Is dat niet zo, dan leidt een volgend huwe lijk gauw tot sociaal isolement en dooft de vlam vaak ook gauw. Ver der is een heel stoffelijk aspect ook van belang, namelijk: is er voldoen de inkomen om in de nieuwe relatie een leven te kunnen leiden dat vol doende lijkt op wat men gewend was? Tenslotte - en dat geldt vooral, maar niet alleen voor oudere mensen - is een belangrijke factor de acceptatie van het ouder worden, want de mees te tweede huwelijken worden geslo ten als men niet zo piepjong meer is. Als iemand een tweede huwelijk wil om te bewijzen dat ie nog goed in de markt ligt, dan is het behoorlijk op passen geblazen. Er zijn al heel wat mensen de gordijnen ingegaan om dat ze onoplettend een relatie zijn be- gonnenn met iemand die er maar niet genoeg van kan krijgen te bewij zen dat ie nog altijd kan wat hij nooit gekund heeft.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 4