week-uit ZATERDAG 23 SEPTEMBER 1989 23 Bijwagen wordt pronkstuk Individuele Subsidies Het Fonds zet de deuren open Greenaway Paul Cox Thom Hoffman Insekten metgezellen in Frankrijk. Ze worden door Alan Bates, een advocaat in dienst van Thoms vader, benaderd terug te keren naar dat Aziatische land om te getuigen dat er van enige drugshandel geen sprake is geweest. Maar indien ze gaan, riskeren ze wel zelf tegen een veroordeling aan te lopen. Wie gelukkig wordt van verdere Ne derlandse invloeden op deze film, mag zich verlustigen aan nog wat opnamen bij een Amsterdamse woonboot, in een kas teel aan de Vecht, op Schiphol en aan Hid- de Maas als confrère van Alan Bates. Ook in Venetië was The Cook, The Thief, His Wife Her Lover te zien, een gastro nomische liefdesthriller van Peter Gree naway (vorig jaar sprak hij in Utrecht een historische Cinema Militans-lezing uit) die geproduceerd werd door de Nederlan ders Kees Kasander en Denis Wigman. Achteraf is het hoogst eigenaardig dat fes tivaldirecteur Biraghi deze nieuwe film van Greenaway geweerd had uit het hoofdprogramma omdat hij daarvoor 'te moeilijk' zou zijn. Ik denk dat als The Cook wel aan de competitie had deelgeno men dit barokke drama over vreten, sex, vernedering en wraak, een uitstekende kans had gemaakt om de Gouden Leeuw te winnen. Volgens talrijke Italiaanse kri- tici is het de beste en juist meest toegan kelijke Greenaway-film tot dusver. Inmid dels dacht men er tijdens het Filmfestival van Montreal net zo over. Ook daar draai de hij buiten competitie, net als die ander Allarts-productie Secret Wedding, van Alejandro Agresti. 'Montreal' bood een programma van een slordige 250 films. Zo wel The Cook als Secret Wedding bereik ten er de top-tien van de meest door het publiek gewaardeerde films. Secret Wed ding mag meedoen aan de Kalveren-com petitie, omdat Agresti sinds enige jaren ingezetene is van Den Haag, waar hij de burgelijke stand een maand geleden kon meedelen vader te zijn geworden van een welgeschapen zoon, genaamd Sebas- tiaan. Greenaway blijft vooralsnog in Engeland woonachtig en blijft derhalve van de Utrechtse competitie uitgesloten. Maar ons staan nog wonderlijke verrassingen te wachten indien iets anders mocht blijken dan dat The Cook, The Thief His Wife And Her Lover de meest imponerende, knap ste en meest interessante film van 'U- trecht' is. Nog eentje uit Venetië: Island, van de Limburgse Australiër Paul Cox. Deze film was geselecteerd voor de strijd om de Gouden Leeuw, maar bleef er onbe- kroond, wat niet ten onrechte is. De film haalt het niet bij Cox' prachtige Van Gogh-film Vincent, die onlangs het record brak van het langste roulement in Ameri ka ooit gehaald door een Australische film. Island gaat over twee ontheemde jonge vrouwen die een toevlucht vinden op een Grieks eiland onder het wakend oog van Irene Papas. De film zou gewon nen hebben bij wat meer thematische sub stantie en wat minder sentiment. Het is nu een te zweverige film geworden, maar met fraaie beelden en waanzinnige mooie muziek. Alleen al vanwege die muziek ga ik er deze week toch voor de derde keer naartoe. De buitenlandse sectie van de Filmdagen biedt ook nog een derkstuk dat nog ner gens viel waar te nemen maar dat evenwel buitengewoon intrigeert: In The Shadow of The Sandcastles, van de Fransman Phi lippe Blot. Engels gesproken evenwel. Sylvia Kristel en Frederik de Groot in een komische misdaadfilm waarin Kalveren- jury-lid Huub Stapel de oplossing moet zien te vinden voor een reeks moorden in filmkringen. Altijd al het vermoeden ge had dat ai te intensief bezig-zijn met 'cine ma' bloeddorstig maakt. Pieter van Lierop Er wordt nog wel eens geschamperd over de bijwagen die de Filmwagen sinds 1987 is gaan meetrekken onder het opgewekte motto Nederlanders in het Buitenland. Het zou een wat oneigenlijke uitbreiding van de festivalformule zijn. Beter echter is het om die sectie als een welkome uitbreiding op te vatten. 'Nederlanders in het buitenland' welkome uitbreiding Filmdagen Thorn Hoffman in de Franse produktie Force Majeure. Met Jeroen Krabbé hebben we meer ge luk. Hij excelleert in Melancholia, een film die we in mei zagen in de Quinzaine des Réalisateurs van Cannes. Een voortreffe lijk geacteerde rol in een politieke thriller waarmee de van huis uit Duitse filmcriti cus Andie Engel (hij exploiteert tegen woordig een filmverhuurbedrijf in Lon den) zijn regie-debuut maakt. Jeroen speelt een kunstjoumalist die plot seling wordt opgebeld door een oude ka meraad uit Hamburg met wie hij 20 jaar eerder nog in een militante revolutionaire actie-groep gezeten heeft. Hamburgse Manfred geeft Jeroen opdracht tot het executeren van een Chileense officier die talloze politieke gevangenen heeft gefol terd en die een bezoek aan Londen zal brengen. De kunstjournalst heeft er aan vankelijk absoluut geen trek in, maar ver andert van gedachten als hij een Chileen se vluchtelinge ontmoet die slachtoffer van die officier geweest is. Dan evenwel volgt er plotseling een tegenorder vanuit Duitsland. De Chileen moet, om enige op portunistische redenen, toch maar met rust worden gelaten. Bij Jeroen springen de stoppen door en hij besluit de tegenor der te negeren en keert zich vervolgens te gen Manfred. Melancholia is spannend als thriller, maar treft meer door de noties die Andie Engel weet over te brengen over verpulverde idealen, verburgelijking van voormalige idealisten en de goorheid van politiek. An derhalf uur lang wijkt Jeroen Krabbé (ge- secundeerd door Susannah York als voor malige vriendin die het nog steeds goed met hem meent) geen minuut van het doek en kent als acteur geen seconde van zwakte. Wel als personage, want daar gaat het juist over. Zeker op dreef is ook Thorn Hoffman in de Franse productie Force Majeure, van Pierre Jollivet. De film kreeg twee weken terug een buitengewoon chique presenta tie tijdens het Festival van Venetië. En het is een buitengewoon aardige film waarin Hoffman een bescheiden maar cru ciale rol speelt. Overigens, wie zeven mi nuten te laat de film binnenloopt, heeft Hoffman net gemist en zal hem later enkel nog in een video-fragmentje tegenkomen. Maar wel weer een zeer gedenkwaardig vi deo-fragmentje. Thom schudt daar met een soort wanhopige bravoure zijn geboei de vuisten op weg, van een Aziatische rechtzaal naar een gevangenis waar hij weinig kans op overleven zal hebben. Hij is veroordeeld wegens drugshandel. Ten onrechte. Samen met twee toevallig tegen het lijf gelopen Franse wereldreizigers had hij een aardige portie hasj aangelegd voor eigen gebruik. Maar toen de Fransen naar huis vertrokken en hun hasj niet over de grenzen dorsten mee te nemen, mocht Hollandse Thom alles houden. En met die onwijze hoeveelheid 'verdovende midde len' wordt hij stomtoevallig door de poli tie betrapt. Jollivet concentreert zijn drama op het ge wetensconflict van Thoms voormalige In een jaar dat de zuiver Nederlandse oogst aan films als mager valt te erva ren, kunnen zodoende de Nederlandse Filmdagen(tot en met woensdag 27 sep tember in Utrecht) worden opgevrolijkt met enige films die bewijzen dat talent van eigen bodem bezig is om gewoon door te gaan met zich te ontplooien, zij het dan over de grens. Dat terrein erbij te willen trekken is niet alleen een kwestie van festival-organisa torisch opportunisme, want waarom zou de interesse voor filmactieve landgenoten moeten ophouden op het moment dat hun kwaliteiten ook elders ter wereld beaamd en benut worden. Het is ook wel aardig zo'n programma-lijn die in staat stelt de Nederlandse produkten te leggen naast een internationale graadmeter. En soms werkt het omgekeerd. Dan kun je opmer- v ken dat ook niet alle films van Peter Yates of Robin Williams per defintie beter zijn dat wat wij er in de Rijndelta van weten te brouwen. Om deze laatste reden ook zou het nuttig zijn geweest als On A Moonlit Night 'U- trecht' gehaald had. Met die film van Lina Wertmüller werd onlangs het Filmfestival van Venetië geopend. Tijdens de navol gende persconferentie werd de Italiaanse cineaste (toch echt niet de eerste de beste) uitgefloten, maar toen Rutger Hauer bin nenkwam volgde luid applaus. Er wordt toch iets van nationale ijdelheid gestreeld als je in Wertmüllers film Rutger Hauer - die het toch ook allemaal heeft Scène uit de film Island van Paul Cox. moeten leren tegenover Monique van de Ven en Willeke van Ammelrooy - begeerd en gekoesterd ziet worden door achter eenvolgens Dominique Sanda, Nastassia Kinski en Faye Dunaway. Dat Rutger in die film drager is van het gevreesde aids- virus, wordt alleen door Sanda als een handicap ervaren. Helaas zien we in Utrecht van Rutger Hauer alleen een film waar hij zelf niet echt denderend enthou siast over is (Bloodhounds of Broadway) en eentje waar hij wel enthousiast over is, zij het met de aantekening dat het gaat om een soort zwaardvechters-sf (Salute of the Jugger) die erg wreed en bloederig is uitgevallen. De Stichting Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst doet drie boekjes open over haar functio neren. Met een tentoonstelling, catalo gus en film geeft de stichting inzicht hoe er bij de Individuele Subsidies wordt ge wikt en gewogen en ten slotte: geoor deeld. Dat is dapper. Niet omdat het Fonds (zoals het veelal wordt genoemd) jaarlijks 25 miljoen heeft te vergeven, maar vooral omdat adviescommissies zich vrijwel nooit blootgeven. Die wens van het fonds om de zaak eens open te gooien komt uiteraard niet uit de lucht vallen. Nadat in 1987 de regeling Individuele Subsidies van het ministerie van WVC was overgeheveld naar het Fonds, is er flink wat kritiek geweest op de ziens- en werkwijze van de nieuwe or ganisatie. Vooral de manier waarop de eerste tijd aanvragers te horen kregen dat ze niet in aanmerking kwamen voor subsidie, zette bij velen kwaad bloed. Dat antwoord bestond namelijk steeds uit een standaardformuliertje met daar op de zin: 'De commissie acht uw artis tieke verrichtingen niet van belang voor de beeldende kunst' (of bouwkunst, of vormgeving). Kortom: u bent geen goed kunstenaar; u kunt wel gaan... Zo werd dat door veel afgewezen kunstenaars be grepen. De telefoons van het kantoor in Amsterdam hebben in die tijd overuren gemaakt. Het wordt niet met zo veel woorden ge zegd, maar het ligt voor de hand dat het Fonds voor beeldende kunsten, vormge ving en bouwkunst - alle kritiek meer dan beu - doelbewust de openbaarheid heeft gekozen. In de veronderstelling dat op die manier belanghebbenden (lees: onder anderen afgewezen kunstenaars) zich wel twee keer zullen bedenken voor ze wéér in de pen of telefoon klimmen. Want, en dat staat als een paal boven wa ter: de 'verantwoording' die het fonds in Rotterdam aflegt moet tot tevredenheid stemmen. Niet alleen de tentoonstelling, maar ook (de teksten in) de catalogus en de docu mentaire film waarin Pieter Verhoeff een van de adviescommissies volgt;' het is Ben van Berkel, Ontwerp tentoonstelling Is in de Hal. Foto Rineke Dijkstra een heldere kijk die wordt geboden op hetgeen het Fonds uitspookt. En wat meer is: uit een en ander blijkt dat men er zeker niet willekeurig of onbezonnen te werk gaat. Er wordt inderdaad flink ge wikt, gewogen en gediscussieerd voor uiteindelijk de knoop wordt doorgehakt. Dat die beslissingen vaak worden geno men op basis van moeilijk te omschrij ven criteria, is inherent aan dergelijke processen. Cato Kramer, voorzitter van de commissie Individuele Subsidies schrijft in de catalogus: „Keuzen binnen de kunst zijn vaak omstreden en als ze dat niet zijn dan is er misschien iets mis." De belangrijkste criteria zijn: vakman schap, inhoud, zeggingskracht en oor spronkelijkheid. Maar ook Kramer geeft tóe - en dat blijkt trouwens ook uit de gesprekken die op film zijn vastgelegd - dat zoiets als intuïtie een belangrijke rol speelt. En dat kan ook niet anders. Elke beoordelingscommissie op cultu reel gebied heeft daar mee te maken. Zelfs is dat onderhevig aan tijdens en tijdsbeelden. Ook in de tijd veranderen de oordelen over kunst. Maar aan de an dere kant, aldus wederom Kramer in de kloeke catalogus, gaat het Van Gogh- syndroom (geniaal, maar nooit iets ver kocht) niet meer op. Talent in Nederland blijft vandaag de dag niet onontdekt. Dat talent, althans volgens het Fonds, toont zich nu in de Hal; de voormalige vertrekhal van de Holland Amerika Lijn in Rotterdam. In de Hal zijn werken te zien van kunstenaars die in de periode maart 1988 tot maart 1989 een subsidie van het Fonds hebben gekregen. Luce van Rooy en Thomas Meijer zu Slochte- ren hebben op verzoek van het Fonds de tentoonstelling samengesteld. Dat is een hele klus geweest. Ze bekeken binnen zeer korte tijd eerst duizenden dia's en legden later meer dan 120 atelierbezoe- ken af. Het was onmogelijk om werk van alle vierhonderd kunstenaars te tonen. Bij hun selectie hebben de samenstellers vooral gelet op oorspronkelijkheid en di versiteit. Verder hebben Van Rooy en Meijer zu Slochteren vooral aandacht ge schonken aan de zeer jonge kunstenaars (veelal: startstipendia). In totaal tonen nu zo'n honderd kunstenaars werk in Rotterdam. Het is een boeiende tentoonstelling ge worden. Dat is zeker te danken aan de genoemde samenstellers, maar ook aan de jonge architect Ben van Berkel. Hij is verantwoordelijk voor de inrichting van de tentoonstelling. Overigens kreeg hij daarvoor ook een subsidie van het Fonds. Aandachtig de stad en de voor malige functie van de Hal heeft Van Ber kel, diagonaal in de grote ruimte, drie grote wanden laten plaatsten. Die wan den doen - door hun gebogen vorm - sterk denken aan scheepsrompen. Door die vormen (en vooral de daardoor ont stane restvormen: gangen) krijgt de gro te hal iets intiems. Dat wordt nog eens versterkt door de doorkijkjes die Van Berkel links en rechts in de wanden heeft laten maken. Doorkijkjes of nissen waar in klienere objecten zijn geplaatst. Die enige mate van geborgenheid is wel nodig, want de tentoonstelling blinkt uit door variatie. Logisch, omdat er niet al leen beeldende kunst wordt getoond, maar ook architectuur en vormgeving. En dat alles in zeer veel soorten^en ma ten. Het gevaar van overdadigheid en complexiteit lag dus op de loer, maar Van Berkel is er wonderwel in geslaagd dat probleem te ondervangen. Je mag veronderstellen dat 'IS in de Hal' een representatief beeld geeft van de ei gentijdse Nederlandse kunst. Dat gaat echter maar voor een deel op. Wat de ar chitectuur betreft klopt het in ieder ge val niet. Dat heeft niets met de kwaliteit, maar alles met de kwantiteit van doen. Terecht wordt in de catalogus opge merkt dat er veel meer aanvragen van (jonge) architecten binnen moeten ko men. Daarvoor wordt nu door het Fonds actie ondernomen. Heel bijzonder zijn de ontwerpen die Evelien van Veen laat zien. De 'vergankelijke monumenten' (stembeeldperformances) die zij toont, U. Pfannenmüller, Zonder titeKacryl op doek). Foto Thijs Quispel zijn intrigerende, insektachtige bouw sels die een heel bijzondere betekenis, aan de architectuur geven. Bij de beeldende kunstenaars kun je al leen vaststellen dat er sprake is van de al genoemde diversiteit. In die zin geeft het inderdaad een goed beeld van de actuele beeldende kunst in ons land. Er wordt veel en hard gewerkt, met allerhande materialen, met allerhande ziens- en werkwijzen. Dat levert een rijk gescha keerd beeld op. Opvallende beelden zijn er onder anderen van Rini Hurkmans en Frank Voet. Ook bij de schilders zijn in teressante dingen aan de hand. Waarom kan dat ook niet bij de fotografie? Rob Schoonen Tentoonstelling: 'IS in de Hal'. Individuele Subsidies. Wilhelminakade 33, Rotterdam. Open: dinsdag tlm zondag van 12.00 tot 18.00 uur. Tot 1 oktober. Catalogus 35 gulden. De film 'Buiten Beeld' van Pieter Verhoeff ivordt vrijwel doorlopend vertoond in de Hal.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 23