FZC Als lenen beter is dan geven Vluchtelingen vullen gat Westduitse arbeidsmarkt Gezondheidszorg wil meer geld en een eigen minister opinie en achtergrond ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1989 Breuk Ontwikkeling Magneet levensbeschouwing Leden Kwaliteit Chaos Kalm aan Verstandhouding (Van onze juridische medewerker Gijs Schreuders) Omkering van de bewijslast, zo heet het juridische paardemid- del, dat minister Nijpels aan de justi tie ter beschikking wil stellen om een krachtiger aanpak van overtredingen van de milieuwetgeving mogelijk te maken. Bij de Tweede Kamer is een wetsvoorstel Afvalstoffen ingediend, dat niet alleen beoogt de hoeveelheid afval terug te dringen en de mazen in de bestaande wetgeving te dichten, maar ook een scherper optreden in het vooruitzicht stelt tegen bedrijven die uit puur winstbejag de hand lich ten met de voorschriften. Een loffelijk streven, maar de grote vraag is of dit doel het voorgestelde middel heiligt. Is de strijd tegen de milieuvervuiling ons deze vervuiling van het strafrecht waard? Ook nu is het zo dat een afvalprodu- cent of een bedrijf dat afvalstoffen ver voert of verwerkt, aansprakelijk is voor de schade en vervolgd kan wor den als er strafbare feiten zijn ge pleegd. Voor het openbaar ministerie blijkt de berwijsvoering van dit type overtredingen echter uiterst ingewik keld te zijn. Afgezien van de proble men die zich bij het onderzoeken van grootschalige, bedrijfsmatige fraude toch al plegen voor te doen, komen in deze zaken ook nog eens technische kwesties aangaande de controle op de chemische samenstelling van het afval om de hoek kijken. Volgens de nieuwe wet, die in 1992 in werking zou moeten treden, zou de justitie het zich voortaan gemakkelij ker kunnen maken. De producent of verwerker van het afval moet dan in een proces komen bewijzen dat hij de voorgeschreven zorgvuldigheid in acht heeft genomen, terwijl het nu nog zo is dat de overheid moet aanto nen dat de verdachte onzorgvuldig met het afval is omgesprongen. Dit omdraaien van de bewijsverplichting betekent een breuk met ons strafrech telijk systeem. Het is een grondbeginsel van ons rechtsstelsel dat een verdachte niet het bewijs van zijn onschuld hoeft te leveren. Een ten laste gelegd feit is be wezen, wanneer het met door de wet toegelaten bewijsmiddelen voldoende is waargemaakt en de rechter zich er van overtuigd acht, dat de toedracht overeenstemt met de beschrijving in de tenlastelegging. Een verdachte hoeft nooit actief aan zijn proces mee te werken of tot zijn eigen veroordeling bij te dragen. Om aan deze regel te ontsnappen, in troduceert de overheid steeds meer sancties in het administratieve recht. Veelal gaat het daarbij om maatrege len die een duidelijk strafkarakter dra gen en dus ook behoren te berusten op hetzelfde principe: schuld dient te worden bewezen, onschuld hoeft niet te worden aangetoond. Dit ligt anders in het civiele recht, waar twee partijen als eiser en gedaag de in een gelijkwaardige positie tegen over elkaar voor de rechter staan. Uit een oogpunt van gelijke rechtsbede ling beslist dan de rechter over de vraag welke feiten door de eiser en wel ke feiten door de gedaagde moeten In de onlangs gehouden jaarver gadering van de in Amersfoort gevestigde 'oecumenische ontwik- kelings coöperatie' werd bekendge maakt, dat er nu een werkkapitaal van ruim 60 miljoen gulden be schikbaar is. Meer dan 200 deelne mers uit alle continenten hebben dit geld ter beschikking gesteld aan de coöperatie. Met dit kapitaal wordt niet door giften, maar in de vorm van leningen steun gegeven aan ontwikkelingsprogramma's voor verhoging van de levensstan daard in de armste landen. Tot nu toe werden 26 ontwikkelingspro jecten gesteund in Zuid-Amerika, 22 in Azië, 20 in Afrika, 9 in Cen- traal-Amerika en 14 elders in de we reld. Er werden op de jaarvergade ring tien nieuwe projecten goedge keurd voor een gezamenlijk bedrag van 3,2 miljoen gulden. Deze door de Wereldraad van Ker ken opgerichte coöperatie, die ge woonlijk wordt aangeduid met de afkortingf EDCS (Ecumenical Deve lopment Cooperative Society), kreeg ook een nieuwe voorzitter. Ju dy Monroe, manager van een fris- drankenfabriek op de Bahama's, volgde de Nederlandse voormalige minister van sociale zaken, W. Albe- da, op. De aanleiding voor de oprichting van de EDCS ligt bij de bewustwor ding in de kerken omtrent het om gaan met geld, vooral in de vorm van sparen en beleggen. Want ons geld, ook dat van de kerken, moet groeien en weer geld opbrengen. Maar, 'geld dat dom is, maakt recht wat krom is'. Het is dus belangrijk te weten wat er met ons geld, dat we sparen, gebeurt. Dat is een kwestie van verantwoordelijkheid. Toch blijken banken veelal niet goed raad te weten met maatschappelijke en ethische eisen, die vanuit de kerken aan de beleggingspolitiek worden gesteld. Adviezen van banken be treffende sparen en beleggen wor den nog steeds vooral gebaseerd op eisen van rendement, management en groeimogelijkheden. Maar dat heeft wel tot gevolg dat voor de ar men in de Derde Wereld kapitaal moeilijk beschikbaar is. Wie wil dat het hen wel bereikt, moet dus een beleggingspolitiek ontwikkelen die afwijkt van de gewone. rijk zijn. De armen hebben het na kijken. Tegen deze achtergrond moet de aandrang uit de Derde Wereld be schouwd worden om een bank of be leggingsmaatschappij te stichten, die andere normen hanteert dan al leen het winstmotief. Gedacht werd aan een instelling, waarvan de ar men geld zouden kunnen lenen te gen voor hen draagbare voorwaar den en waarover zij zelf zegging schap zouden hebben. In 1975 be sloot de Wereldraad van Kerken aan deze aandrang gehoor te geven door de oprichting van de EDCS. Er is daarnaast een ontwikkeling vanuit de Derde Wereld, die geleid heeft tot de oprichting van de EDCS. Kerken en christenen zijn daar vaak betrokken bij de opbouw én ontwikkeling van hun land. Zij constateerden echter, dat geld in hun land voor een groot deel, als door een magneet aangetrokken, naar de rijke landen wordt gezogen. Geld wordt nu eenmaal belegd en geïnvesteerd waar de mensen al De EDCS is een echte financiële in stelling. Zij is echter slechts in be perkte mate een echte bank, omdat haar vermogen door leden wordt bij- eengebracht door het kopen van aandelen in de EDCS. Het gaat om een ontwikkelingscoöperatie die tot doel heeft financiële middelen te verzamelen voor de verdere ontwik keling van de arme gemeenschap pen van de wereld. Die middelen dienen afkomstig te zijn van de le- denkerken van de Wereldraad van Kerken en andere kerken, die te kennen geven de bevordering van ontwikkeling te zien als een bevrij dend proces dat is gericht op econo mische groei, sociale gerechtigheid en zelfbeschikking. Aldus de statu ten van de EDCS. En dat is dan wel heel andere koek, dan wat we door gaans lezen of horen over bedrijven en financiële instellingen, waar het winstoogmerk over het algemeen het leidend principe is. De EDCS helpt bij de financiering van ontwikkelingsprojecten, met name in de Derde Wereld. De lenin gen van de EDCS aan dergelijke projecten kenmerken zich door soe pele voorwaarden, waardoor deze kredieten ook bereikbaar zijn voor de grote groep armen en kleine be drijven. Het gaat dus om kredieten, om geld dat niet aan de projecten wordt ge schonken, maar wordt geleend. Er blijft natuurlijk veel werk in de Derde Wereld, bijvoorbeeld van de kerken en in sectoren als onderwijs en gezondheidszorg, dat gedragen moet worden door subsidies en gif ten. Dat is een kwestie van geld ge ven. Maar anders ligt dat bij klein schalige economische activiteiten, die op den duur zich zelf kunnen be druipen. In dergelijke gevallen kiest de EDCS voor het geven van lenin gen op gunstige voorwaarden. Le nen is in deze situaties beter dan ge ven. Zo werden er bijvoorbeeld kre dieten verstrekt aan een fabriek voor kippevoer in Cameroun waar van 1200 kleine kippenboeren en 600 maïsboeren profiteren, aan een coö peratief fabriekje dat houten fruit- kisten maakt voor 500 kleine fruit kwekers in Peru, aan een project voor bijencultuur in Turkije waar aan 3100 bijenhouders deelnemen, aan een kredietcoöperatie voor 4500 kleine boeren in Equador en aan een textielcoöperatie van 16 Palestijnse vrouwen op de Westbank in Israël. Nogin een ander opzicht is de EDCS geen echte bank: alleen kerken, ra den van kerken en aan kerkenver- wante organisaties kunnen door het kopen van een aandeel lid wor den van de EDCS. Zo worden de kerken aangesproken op hun bij zondere verantwoordelijkheid ten aanzien van de aanwending van hun voor belegging beschikbare vermogens. Er zal een kritisch ge sprek over gevoerd moeten wor den, waarbij niet alleen economi sche, maar ook ethische overwegin gen een rol spelen. Deze opzet voorkomt, dat mensen en instellingen uit het rijke deel van de wereld een overheersende positie binnen de EDCS zouden innemen. Ook is vastgelegd, dat het aantal aandelen geen invloed heeft op het aantal stemmen dat mag worden uitgebracht in ledenvergaderingen. Ieder lid heeft één stem, ongeacht het aantal aandelen in de EDCS. Op deze wijze is de positie van de arme kerken volstrekt gelijkwaardig aan die van kerken uit het rijke Westen. 'Geld is macht' is een stelling die in ieder geval voor de EDCS niet op gaat. Om echter ook particulieren en groepen de mogelijkheid te geven tot beleggen bij de EDCS, werd de constructie bedacht per land een steunvereniging op te richten. Deze zouden zich bij de EDCS aansluiten en net als de deelnemende kerken over één stem beschikken. In ons land is dat de NVOC: de Nederland se Vereniging tot steun aan de Oecu menische Ontwikkelings Coöpera tie (adres: Emmakade 22, 8933 AS Leeuwarden). Hiervan kunnen par ticulieren, groepen en instellingen lid worden door de aankoop van een of meer certificaten van aandelen EDCS voor 500,- per stuk. Zo wordt christenen en kerken een geloofwaardige weg gewezen om de verantwoordelijkheid jegens het be heer van geld en vermogen vorm te geven. Het werk van de EDCS en NVOC daagt uit tot het maken van andere keuzen, dan alleen voor hoog rende ment en zekerheid voor de toe komst. J. W. Scheffers worden bewezen. Hij verdeelt als het ware de bewijslast. Meestal wordt een verplichting om bewijs te leveren op gedragen aan de partij die de schijn te gen zich heeft of die het minst door de bewijslast wordt bezwaard. Het civiele recht is ook heel goed te hanteren tegen milieuvervuilers. Zij plegen immers onrechtmatige daden en zijn civielrechtelijk aansprakelijk voor de schade die het gevolg is van hun wangedrag. Bij een strafrechtelij ke vervolging bevinden de bedrijvers van milieudelicten zich echter in de positie van verdachte en moet in be ginsel het openbaar ministerie met het volledig bewijs op de proppen komen. Het omkeren van de bewijslast is een teken van onmacht van politie en jus titie om het hoofd te bieden aan een bepaald type criminaliteit. Dan kan men ofwel het opsporings- en vervol gingsapparaat beter toerusten, ofwel de regels veranderen. De verleiding om deze tweede weg te kiezen, lijkt steeds sterker te worden. Er is eerder sprake geweest van een voorstel de bewijslast om te keren in zaken van fraude met sociale zeker heid, omdat ook op dat gebied de be wijsvoering vaak moeilijk is rond te krijgen. Dit voornemen oogstte echter nogal wat publieke verontwaardiging en is voorlopig van de baan. Minder te genstand ontmoette het plan om grote criminelen te laten bewijzen hoe ze aan hun vermogen komen. Een nieuw artikel in het Wetboek van Strafrecht moet het mogelijk maken de klassieke regels van het bewijsrecht te omzeilen, teneinde de opbrengsten van fraude en drugshandel te kunnen afpakken. Dat streven ziet er natuurlijk sympa thiek uit, zoals ook de bedoeling om de milieucriminaliteit harder aan te pakken instemming verdient. In het strafrecht mag men echter niet alles op de kaart van de doelmatigheid al leen zetten, het draait in het recht ook om de kwaliteit van de middelen. Het is begrijpelijk dat in de huidige verkiezingsstrijd vooral uit de hoek van de oppositie op de gevaren wordt gewezen. Het PvdA-kamerlid A. Kos- to, die voorzitter is van de vaste ka mercommissie voor justitie, heeft op een verkiezingsbijeenkomst van zijn partij grote bedenkingen geuit tegen omkering van de bewijslast bij de be rechting van milieudelicten. De toebe deling van middelen aan politie en jus titie is naar zijn mening dermate te kort geschoten, dat de regering om die reden haar toevlucht neemt tot ge knoei met de rechtsbeginselen. Maar ook buiten de politiek, in het jus- titie-apparaat zelf, bestaat de vrees dat het invoeren van een omgekeerde bewijslast de rechtsbedeling op een hellend vlak doet belanden. De hoofd officier van justitie in Arnhem is Kosto al bijgevallen, met het argument dat kunstgrepen zoals nu worden voorge steld, overbodig zijn, wanneer het op sporingsapparaat wordt verbeterd om adequaat op milieudelicten te kunnen reageren. Er is alle reden om de risico's van het voorstel onder ogen te zien. Als het een gewoonte wordt om het de justitie op sommige terreinen gemakkelijker te maken door de spelregels te verande ren, gaat het immers uiteindeüjk ten koste van de rechtswaarborgen van de burgers. Benjamin uit Eberswalde, een vierjarige Oostduitse vluchteling, proefde deze week in de Rode-Kruispost van ha Oostenrijkse Moerbisch voor het eerst in zijn leven een banaan. Benjamin en zijn ouders ontvluchtten de DDR vic Hongarije en willen naar de Bondsrepubliek. (Door Carol Williams, Associated Press) Het lijkt erop dat de pas gearri veerde, meest jonge en gezonde Oostduitse vluchtelingen bezig zijn de Westduitse economie een duwtje in de rug te geven, gretig als ze zijn in het accepteren van banen, vooral in de handarbeid, die Westduitse werk gevers tot nu toe nauwelijks vervuld konden krijgen. „Het zal hun niet veel moeite kosten zich hier aan te passen", zegt Olaf Sund, hoofd van het arbeidsbureau in Noordrijn-Westfalen. Hij heeft het over de honderden vluchtelingen die hij in het opvangcentrum in Schoep pingen bezig zag sollicitatieformulie ren in te vullen en vacatures door te kijken. „Ze zijn jong, enthousiast en in veel gevallen goed opgeleid", zegt Sund. „Ze waren de toekomst van Oostduitsland." De werkgevers hebben hun weg naar het opvangcentrum in Schoeppingen in een voormalig NAVO-barakken- kamp, dat nog geen week geleden werd geopend, snel weten te vinden. Aan de hekken om het centrum, waar ongeveer 900 Oostduitsers zijn on dergebracht, hangen tientallen handgeschreven plakkaten waarop banen worden aangeboden. Sommi ge werkgevers houden er agressiever wervingsmethoden op na en rijden in luxe auto's door het kamp. Veel ge vraagd worden bijvoorbeeld loodgie ters, koks, dakbedekkers en schil ders. „Het maakt mij niet uit wat voor werk ik doe," zegt Burkhard Schmidt, een drukker uit Dresden. „Voorlopig is het belangrijkste dat ik een huis heb voor mij en m'n gezin." Schmidt en zijn gezin kwamen dins dag in Schoeppingen aan, na een ont- snappingtocht die hen twee keer in een Hongaarse gevangenis deed be landen. Wolfgang Handschuch van het regio nale arbeidsbureau in Coesfeld, in de buurt van Schoeppingen, vertelt dat de afgelopen dagen in het opvang kamp dagelijks bijna 200 banen wer den vergeven. Het gaat er chaotisch aan toe op de geïmproviseerde banenmarkt in het kamp. Werkgevers die allang op zoek waren naar handarbeiders en vluchtelingen die liever gisteren dan vandaag aan de slag gaan doen in gretigheid niet voor elkaar onder. Het lukt de paar arbeidsbemidde laars die door de overheid zijn ge stuurd niet steeds even goed om in de gaten te houden of de arbeids overeenkomsten die de werkgevers bieden wel in orde zijn en of de solli citanten wel voldoen aan de gestel de eisen. „Sommigen zijn hier gekomen met het idee dat in het westen voor ieder een onmiddellijk een baan, een auto en een prachtig huis beschikbaar is, maar de meesten hebben een tame lijk realistisch beeld", zegt Hand schuch. De 44-jarige Ingrid Meyer uit Magde burg, die tot voor vier jaar een restau rant dreef, denkt dat het haar en haar echtgenoot wel zal lukken aan het werk te komen. „Er zijn hier zoveel banen in de horeca. Veel meer dan ik had verwacht", zegt ze. Haar echtge noot is al bezig te onderhandeier over een baan als kok in Saarland. Andreas Mausch van het ministeri( van werkgelegenheid in Bonn zegl dat veel Oostduitsers moeilijkhedei kunnen ondervinden bij het vindei van een baan, omdat hun opleiding ontoereikend is, of omdat ze niet ge noeg ervaring hebben. „Maar op d( langere duur, als ze wat aanvullend) cursussen hebben gedaan, zijn hut vooruitzichten erg goed", zegt hij Hij vertelt dat bij de arbeidsbureau; meer dan 255.000 banen voor hand arbeiders open staan. „En het zijn ei nog veel meer, want lang niet alk banen worden bij arbeidsbureaus aangemeld", zegt hij. Westduitsland heeft meer dan twei miljoen werklozen, meer dan achl procent van de beroepsbevolking. D( meeste zijn geschoolde arbeiders uil noodlijdende sectoren, zoals de staal industrie, de scheeps- en mijnbouw, In Oostduitsland is in alle sectorer een groot tekort aan arbeidskrach ten. Reden temeer voor de regering om de emigratie naar het westen ver der te beperken. Veel Oostduitsers ir Schoeppingen zeggen gevlucht t* zijn omdat de autoriteiten ze nooil toestemming zouden hebben gege ven om te emigreren. „Wij zijn precies het soort menser dat de overheid niet kwijt wil", zegt een vrouw, daarbij wijzend op de velt jonge mensen om zich heen. Met eer spottende glimlach voegt ze er aai toe: „Dit is een genadeslag voor de autoriteiten thuis." (Van onze redacteur volksgezondheid Kees Cornelisse) Meer geld en een eigen minister. Twee grote wensen uit het brede 'veld' van de gezondheidszorg, die straks aan de kabinetsformateur(s) zullen worden voorgelegd. Andere verlangens vloeien min of meer uit die twee voort. Zoals: meer aandacht van de politiek voor de inhoud van de zorg, streven naar een ander, rechtvaardiger zorgstelsel. Minder bemoeienis met details en ook: ver sterking van de positie van de patiën ten om wie het toch moet gaan, al zou je dat niet steeds denken... Het demisssionaire kabinet heeft het terrein van de gezondheidszorg enigs zins 'omgewoeld' achtergelaten. Het begaf zich hortend en stotend op weg naar een basisverzekering ziektekos ten, voor een deel volgens het zogehe ten model-Dekker. Allemaal verze kerd tegen de grote risico's tegen pro centuele inkomensafhankelijke pre mie, aanvulling mogelijk voor een vas te premie. Geen verschil meer tussen ziekenfonds en particulier. Concurrentie mogelijk maken, veel overlaten aan vertegenwoordigers van verzekeraars, beroepsbeoefenaars en patiënten. Het zag er er veelbelovend uit, maar dat gebeurt in de Haagse po litiek wel meer. De kabinetstrein ont spoorde en het demissionaire kabinet moest besluiten de verdere invoering van het zogeheten plan-Dekker op te schorten. Bij de opstelling van de be groting 1990 wordt er geen rekening mee gehouden. Het kabinet beriep zich op technische problemen bij de invoering van Dek ker, omdat de adviezen niet klaar zijn. Maar die smoes deugt nu niet meer, want de Ziekenfondsraad is nu met zijn advies over verdere stappen geko men. Nu blijken de problemen eens te meer, want de verdeeldheid regeert in dit adviesorgaan. Ongelijke belangen maken het onmogelijk eensluidende standpunten op papier te krijgen... Wel zegt de ZFR: kalm aan met de in voering, want het is allemaal zeer inge wikkeld. Zeker, er moet worden veran derd, maar hoe? Over die vraag vliegen ziekenfondsen, vakbeweging en beroepsbeoefenaars aan de ene en particuliere verzekeraars en werkge vers aan de andere kant elkaar in de haren. Kort gezegd: er komt een socia le verzekering met veel strakke regel geving, zodat voor de patiënt gelijk heid wordt verkregen (meerderheid) of een wat 'vrijere' opstelling voor verze kerden en verzekeraars (minderheid). Kies tussen een 'vernieuwd zieken fondspakket' of een 'concurrentiepak- ket', even simpel gezegd. Nu, dat is in wezen niets nieuws. Want op dit kern punt was het tussen CDA en VVD in het kabinet Lubbers II ook mis. De werkelijke oorzaken van de problemen met 'Dekker' zijn politiek: in het kabi net Lubbers-II lag het plan Dekker moeilijk. In de verkiezingsstrijd zal men weinig over deze kwestie verne men. Maar bij de kabinetsformatie moeten er wel knopen worden doorge hakt, anders komt er helemaal niets van een nieuw stelsel. CDA en WD verschillen allang fors van mening over de verdere stappen. De liberalen hebben het moeilijk met het verder aan banden leggen van de commerciële ziektekostenverzeke raars. Binnen het CDA wordt verdeeld gedacht. Velen hebben het moeilijk met de in te voeren marktwerkingsge dachte, die vreemd is aan de gezond heidszorg. De PvdA zit niet zo ver van dat standpunt af. Dus zal in de forma tie in ieder geval op dit punt een com promis moeten worden gesmeed. Ook de organisaties in de gezond heidszorg zijn wel blij met het uitstel. Weliswaar hebben alle betrokken partijen zo hun eigen overwegingen. Maar toch, de uitspraken van oud staatssecretaris J.P.M. Hendriks ge ven de grootste gemene deler wel weer. Hendriks, voorzitter van de Na tionale Raad voor de Volksgezond heid, weet de algemene gevoelens goed te verwoorden. De NRV-voorzitter pleitte de laatste maanden herhaaldelijk voor „kalm aan met Dekker". Niet overhaasten, geen brokken maken, was zijn teneur, zo makkelijk is het niet. Bovendien: de overheid heeft de gezondheidszorg niet bepaald gemotiveerd. Daarmee doelde Hendriks op de forse bezuini gingen die zijn doorgevoerd en de vele conflicten die hebben gespeeld en nog steeds spelen. Een kwestie van sfeer en die is niet bepaald verkwikkend... Het wordt tijd, aldus Hendriks, dat overheid en gezondheidszorg elkaar opnieuw vinden. Er moet een betere verstandhouding komen. De tegen stelling is te groot geworden, de dis cussie wordt teveel door pure econo mische factoren beheerst. De politiek moet eens de klemtoon op de inhoud van de zorg gaan leggen. De belangei van de patiënt moeten centraal staai en die moet zich ook wel in een niern stelsel kunnen herkennen. Daarmee raakte De NRV-voorzittei aan een eis die nog te weinig is gefor muleerd. Want de mondiger gewordeii patiënten zijn en blijven de hoofdrol spelers in de gezondheidszorg. Zij moeten verantwoordelijkheid dragen, maar ook wennen aan een nieuw sys teem. En één van de hobbels daarin is dat de medische zorg (gemiddeld) duurder zal worden. Dit feit staat op gespannen voet met de wens dat ge zondheidszorg voor iedereen toegan kelijk en betaalbaar moet blijven. Daarom ook pleit Hendriks voor eei geleidelijke invoering van 'Dekker' Als je er langer over doet wordt ook df pijn wat uitgesmeerd...In dit verleng de moet men ook de wens van de NRV zien voor een speciale minister vai volksgezondheid. Het adviesplatform vindt dat de belangen van deze sectoi (omzet f 40 miljard, 8 procent van het bruto nationaal produkt) met een staatssecretaris onvoldoende worden behartigd. Allerwegen meent men dat het afgelo pen moet zijn met de bezuinigingen Meer geld gevraagd dus. Bezuinigen kan nodig zijn, maar bij economische groei moet er aandacht zijn voor zwak ke plekken. Ook in de gezondheids zorg. De actuele woelingen zorgen er voor dat verplegenden en verzorgen den op de eerste plaats komen. Meer dan ooit is nu duidelijk geworden da' zij onderbetaald worden en (mede door kortere opnameduur) harde' moeten werken. Het moeizaam bereik te compromis over de cao helpt niet dat te doen vergeten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 4