FZC
Als lenen beter is dan geven
Vluchtelingen vullen gat
Westduitse arbeidsmarkt
Gezondheidszorg wil meer
geld en een eigen minister
opinie en achtergrond
ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1989
Breuk
Ontwikkeling
Magneet
levensbeschouwing
Leden
Kwaliteit
Chaos
Kalm aan
Verstandhouding
(Van onze juridische
medewerker
Gijs Schreuders)
Omkering van de bewijslast, zo
heet het juridische paardemid-
del, dat minister Nijpels aan de justi
tie ter beschikking wil stellen om een
krachtiger aanpak van overtredingen
van de milieuwetgeving mogelijk te
maken. Bij de Tweede Kamer is een
wetsvoorstel Afvalstoffen ingediend,
dat niet alleen beoogt de hoeveelheid
afval terug te dringen en de mazen in
de bestaande wetgeving te dichten,
maar ook een scherper optreden in
het vooruitzicht stelt tegen bedrijven
die uit puur winstbejag de hand lich
ten met de voorschriften. Een loffelijk
streven, maar de grote vraag is of dit
doel het voorgestelde middel heiligt.
Is de strijd tegen de milieuvervuiling
ons deze vervuiling van het strafrecht
waard?
Ook nu is het zo dat een afvalprodu-
cent of een bedrijf dat afvalstoffen ver
voert of verwerkt, aansprakelijk is
voor de schade en vervolgd kan wor
den als er strafbare feiten zijn ge
pleegd. Voor het openbaar ministerie
blijkt de berwijsvoering van dit type
overtredingen echter uiterst ingewik
keld te zijn. Afgezien van de proble
men die zich bij het onderzoeken van
grootschalige, bedrijfsmatige fraude
toch al plegen voor te doen, komen in
deze zaken ook nog eens technische
kwesties aangaande de controle op de
chemische samenstelling van het afval
om de hoek kijken.
Volgens de nieuwe wet, die in 1992 in
werking zou moeten treden, zou de
justitie het zich voortaan gemakkelij
ker kunnen maken. De producent of
verwerker van het afval moet dan in
een proces komen bewijzen dat hij de
voorgeschreven zorgvuldigheid in
acht heeft genomen, terwijl het nu
nog zo is dat de overheid moet aanto
nen dat de verdachte onzorgvuldig
met het afval is omgesprongen. Dit
omdraaien van de bewijsverplichting
betekent een breuk met ons strafrech
telijk systeem.
Het is een grondbeginsel van ons
rechtsstelsel dat een verdachte niet
het bewijs van zijn onschuld hoeft te
leveren. Een ten laste gelegd feit is be
wezen, wanneer het met door de wet
toegelaten bewijsmiddelen voldoende
is waargemaakt en de rechter zich er
van overtuigd acht, dat de toedracht
overeenstemt met de beschrijving in
de tenlastelegging. Een verdachte
hoeft nooit actief aan zijn proces mee
te werken of tot zijn eigen veroordeling
bij te dragen.
Om aan deze regel te ontsnappen, in
troduceert de overheid steeds meer
sancties in het administratieve recht.
Veelal gaat het daarbij om maatrege
len die een duidelijk strafkarakter dra
gen en dus ook behoren te berusten op
hetzelfde principe: schuld dient te
worden bewezen, onschuld hoeft niet
te worden aangetoond.
Dit ligt anders in het civiele recht,
waar twee partijen als eiser en gedaag
de in een gelijkwaardige positie tegen
over elkaar voor de rechter staan. Uit
een oogpunt van gelijke rechtsbede
ling beslist dan de rechter over de
vraag welke feiten door de eiser en wel
ke feiten door de gedaagde moeten
In de onlangs gehouden jaarver
gadering van de in Amersfoort
gevestigde 'oecumenische ontwik-
kelings coöperatie' werd bekendge
maakt, dat er nu een werkkapitaal
van ruim 60 miljoen gulden be
schikbaar is. Meer dan 200 deelne
mers uit alle continenten hebben
dit geld ter beschikking gesteld aan
de coöperatie. Met dit kapitaal
wordt niet door giften, maar in de
vorm van leningen steun gegeven
aan ontwikkelingsprogramma's
voor verhoging van de levensstan
daard in de armste landen. Tot nu
toe werden 26 ontwikkelingspro
jecten gesteund in Zuid-Amerika,
22 in Azië, 20 in Afrika, 9 in Cen-
traal-Amerika en 14 elders in de we
reld. Er werden op de jaarvergade
ring tien nieuwe projecten goedge
keurd voor een gezamenlijk bedrag
van 3,2 miljoen gulden.
Deze door de Wereldraad van Ker
ken opgerichte coöperatie, die ge
woonlijk wordt aangeduid met de
afkortingf EDCS (Ecumenical Deve
lopment Cooperative Society),
kreeg ook een nieuwe voorzitter. Ju
dy Monroe, manager van een fris-
drankenfabriek op de Bahama's,
volgde de Nederlandse voormalige
minister van sociale zaken, W. Albe-
da, op.
De aanleiding voor de oprichting
van de EDCS ligt bij de bewustwor
ding in de kerken omtrent het om
gaan met geld, vooral in de vorm
van sparen en beleggen. Want ons
geld, ook dat van de kerken, moet
groeien en weer geld opbrengen.
Maar, 'geld dat dom is, maakt recht
wat krom is'. Het is dus belangrijk te
weten wat er met ons geld, dat we
sparen, gebeurt. Dat is een kwestie
van verantwoordelijkheid. Toch
blijken banken veelal niet goed raad
te weten met maatschappelijke en
ethische eisen, die vanuit de kerken
aan de beleggingspolitiek worden
gesteld. Adviezen van banken be
treffende sparen en beleggen wor
den nog steeds vooral gebaseerd op
eisen van rendement, management
en groeimogelijkheden. Maar dat
heeft wel tot gevolg dat voor de ar
men in de Derde Wereld kapitaal
moeilijk beschikbaar is. Wie wil dat
het hen wel bereikt, moet dus een
beleggingspolitiek ontwikkelen die
afwijkt van de gewone.
rijk zijn. De armen hebben het na
kijken.
Tegen deze achtergrond moet de
aandrang uit de Derde Wereld be
schouwd worden om een bank of be
leggingsmaatschappij te stichten,
die andere normen hanteert dan al
leen het winstmotief. Gedacht werd
aan een instelling, waarvan de ar
men geld zouden kunnen lenen te
gen voor hen draagbare voorwaar
den en waarover zij zelf zegging
schap zouden hebben. In 1975 be
sloot de Wereldraad van Kerken aan
deze aandrang gehoor te geven door
de oprichting van de EDCS.
Er is daarnaast een ontwikkeling
vanuit de Derde Wereld, die geleid
heeft tot de oprichting van de
EDCS. Kerken en christenen zijn
daar vaak betrokken bij de opbouw
én ontwikkeling van hun land. Zij
constateerden echter, dat geld in
hun land voor een groot deel, als
door een magneet aangetrokken,
naar de rijke landen wordt gezogen.
Geld wordt nu eenmaal belegd en
geïnvesteerd waar de mensen al
De EDCS is een echte financiële in
stelling. Zij is echter slechts in be
perkte mate een echte bank, omdat
haar vermogen door leden wordt bij-
eengebracht door het kopen van
aandelen in de EDCS. Het gaat om
een ontwikkelingscoöperatie die tot
doel heeft financiële middelen te
verzamelen voor de verdere ontwik
keling van de arme gemeenschap
pen van de wereld. Die middelen
dienen afkomstig te zijn van de le-
denkerken van de Wereldraad van
Kerken en andere kerken, die te
kennen geven de bevordering van
ontwikkeling te zien als een bevrij
dend proces dat is gericht op econo
mische groei, sociale gerechtigheid
en zelfbeschikking. Aldus de statu
ten van de EDCS. En dat is dan wel
heel andere koek, dan wat we door
gaans lezen of horen over bedrijven
en financiële instellingen, waar het
winstoogmerk over het algemeen
het leidend principe is.
De EDCS helpt bij de financiering
van ontwikkelingsprojecten, met
name in de Derde Wereld. De lenin
gen van de EDCS aan dergelijke
projecten kenmerken zich door soe
pele voorwaarden, waardoor deze
kredieten ook bereikbaar zijn voor
de grote groep armen en kleine be
drijven.
Het gaat dus om kredieten, om geld
dat niet aan de projecten wordt ge
schonken, maar wordt geleend.
Er blijft natuurlijk veel werk in de
Derde Wereld, bijvoorbeeld van de
kerken en in sectoren als onderwijs
en gezondheidszorg, dat gedragen
moet worden door subsidies en gif
ten. Dat is een kwestie van geld ge
ven. Maar anders ligt dat bij klein
schalige economische activiteiten,
die op den duur zich zelf kunnen be
druipen. In dergelijke gevallen kiest
de EDCS voor het geven van lenin
gen op gunstige voorwaarden. Le
nen is in deze situaties beter dan ge
ven. Zo werden er bijvoorbeeld kre
dieten verstrekt aan een fabriek
voor kippevoer in Cameroun waar
van 1200 kleine kippenboeren en 600
maïsboeren profiteren, aan een coö
peratief fabriekje dat houten fruit-
kisten maakt voor 500 kleine fruit
kwekers in Peru, aan een project
voor bijencultuur in Turkije waar
aan 3100 bijenhouders deelnemen,
aan een kredietcoöperatie voor 4500
kleine boeren in Equador en aan een
textielcoöperatie van 16 Palestijnse
vrouwen op de Westbank in Israël.
Nogin een ander opzicht is de EDCS
geen echte bank: alleen kerken, ra
den van kerken en aan kerkenver-
wante organisaties kunnen door
het kopen van een aandeel lid wor
den van de EDCS. Zo worden de
kerken aangesproken op hun bij
zondere verantwoordelijkheid ten
aanzien van de aanwending van
hun voor belegging beschikbare
vermogens. Er zal een kritisch ge
sprek over gevoerd moeten wor
den, waarbij niet alleen economi
sche, maar ook ethische overwegin
gen een rol spelen.
Deze opzet voorkomt, dat mensen
en instellingen uit het rijke deel van
de wereld een overheersende positie
binnen de EDCS zouden innemen.
Ook is vastgelegd, dat het aantal
aandelen geen invloed heeft op het
aantal stemmen dat mag worden
uitgebracht in ledenvergaderingen.
Ieder lid heeft één stem, ongeacht
het aantal aandelen in de EDCS. Op
deze wijze is de positie van de arme
kerken volstrekt gelijkwaardig aan
die van kerken uit het rijke Westen.
'Geld is macht' is een stelling die in
ieder geval voor de EDCS niet op
gaat.
Om echter ook particulieren en
groepen de mogelijkheid te geven
tot beleggen bij de EDCS, werd de
constructie bedacht per land een
steunvereniging op te richten. Deze
zouden zich bij de EDCS aansluiten
en net als de deelnemende kerken
over één stem beschikken. In ons
land is dat de NVOC: de Nederland
se Vereniging tot steun aan de Oecu
menische Ontwikkelings Coöpera
tie (adres: Emmakade 22, 8933 AS
Leeuwarden). Hiervan kunnen par
ticulieren, groepen en instellingen
lid worden door de aankoop van een
of meer certificaten van aandelen
EDCS voor 500,- per stuk.
Zo wordt christenen en kerken een
geloofwaardige weg gewezen om de
verantwoordelijkheid jegens het be
heer van geld en vermogen vorm te
geven.
Het werk van de EDCS en NVOC
daagt uit tot het maken van andere
keuzen, dan alleen voor hoog rende
ment en zekerheid voor de toe
komst.
J. W. Scheffers
worden bewezen. Hij verdeelt als het
ware de bewijslast. Meestal wordt een
verplichting om bewijs te leveren op
gedragen aan de partij die de schijn te
gen zich heeft of die het minst door de
bewijslast wordt bezwaard.
Het civiele recht is ook heel goed te
hanteren tegen milieuvervuilers. Zij
plegen immers onrechtmatige daden
en zijn civielrechtelijk aansprakelijk
voor de schade die het gevolg is van
hun wangedrag. Bij een strafrechtelij
ke vervolging bevinden de bedrijvers
van milieudelicten zich echter in de
positie van verdachte en moet in be
ginsel het openbaar ministerie met het
volledig bewijs op de proppen komen.
Het omkeren van de bewijslast is een
teken van onmacht van politie en jus
titie om het hoofd te bieden aan een
bepaald type criminaliteit. Dan kan
men ofwel het opsporings- en vervol
gingsapparaat beter toerusten, ofwel
de regels veranderen. De verleiding
om deze tweede weg te kiezen, lijkt
steeds sterker te worden.
Er is eerder sprake geweest van een
voorstel de bewijslast om te keren in
zaken van fraude met sociale zeker
heid, omdat ook op dat gebied de be
wijsvoering vaak moeilijk is rond te
krijgen. Dit voornemen oogstte echter
nogal wat publieke verontwaardiging
en is voorlopig van de baan. Minder te
genstand ontmoette het plan om grote
criminelen te laten bewijzen hoe ze
aan hun vermogen komen. Een nieuw
artikel in het Wetboek van Strafrecht
moet het mogelijk maken de klassieke
regels van het bewijsrecht te omzeilen,
teneinde de opbrengsten van fraude
en drugshandel te kunnen afpakken.
Dat streven ziet er natuurlijk sympa
thiek uit, zoals ook de bedoeling om
de milieucriminaliteit harder aan te
pakken instemming verdient. In het
strafrecht mag men echter niet alles
op de kaart van de doelmatigheid al
leen zetten, het draait in het recht ook
om de kwaliteit van de middelen.
Het is begrijpelijk dat in de huidige
verkiezingsstrijd vooral uit de hoek
van de oppositie op de gevaren wordt
gewezen. Het PvdA-kamerlid A. Kos-
to, die voorzitter is van de vaste ka
mercommissie voor justitie, heeft op
een verkiezingsbijeenkomst van zijn
partij grote bedenkingen geuit tegen
omkering van de bewijslast bij de be
rechting van milieudelicten. De toebe
deling van middelen aan politie en jus
titie is naar zijn mening dermate te
kort geschoten, dat de regering om die
reden haar toevlucht neemt tot ge
knoei met de rechtsbeginselen.
Maar ook buiten de politiek, in het jus-
titie-apparaat zelf, bestaat de vrees
dat het invoeren van een omgekeerde
bewijslast de rechtsbedeling op een
hellend vlak doet belanden. De hoofd
officier van justitie in Arnhem is Kosto
al bijgevallen, met het argument dat
kunstgrepen zoals nu worden voorge
steld, overbodig zijn, wanneer het op
sporingsapparaat wordt verbeterd om
adequaat op milieudelicten te kunnen
reageren.
Er is alle reden om de risico's van het
voorstel onder ogen te zien. Als het een
gewoonte wordt om het de justitie op
sommige terreinen gemakkelijker te
maken door de spelregels te verande
ren, gaat het immers uiteindeüjk ten
koste van de rechtswaarborgen van de
burgers.
Benjamin uit Eberswalde, een vierjarige Oostduitse vluchteling, proefde deze week in de Rode-Kruispost van ha
Oostenrijkse Moerbisch voor het eerst in zijn leven een banaan. Benjamin en zijn ouders ontvluchtten de DDR vic
Hongarije en willen naar de Bondsrepubliek.
(Door Carol Williams,
Associated Press)
Het lijkt erop dat de pas gearri
veerde, meest jonge en gezonde
Oostduitse vluchtelingen bezig zijn
de Westduitse economie een duwtje
in de rug te geven, gretig als ze zijn in
het accepteren van banen, vooral in
de handarbeid, die Westduitse werk
gevers tot nu toe nauwelijks vervuld
konden krijgen.
„Het zal hun niet veel moeite kosten
zich hier aan te passen", zegt Olaf
Sund, hoofd van het arbeidsbureau
in Noordrijn-Westfalen. Hij heeft het
over de honderden vluchtelingen die
hij in het opvangcentrum in Schoep
pingen bezig zag sollicitatieformulie
ren in te vullen en vacatures door te
kijken. „Ze zijn jong, enthousiast en
in veel gevallen goed opgeleid", zegt
Sund. „Ze waren de toekomst van
Oostduitsland."
De werkgevers hebben hun weg naar
het opvangcentrum in Schoeppingen
in een voormalig NAVO-barakken-
kamp, dat nog geen week geleden
werd geopend, snel weten te vinden.
Aan de hekken om het centrum, waar
ongeveer 900 Oostduitsers zijn on
dergebracht, hangen tientallen
handgeschreven plakkaten waarop
banen worden aangeboden. Sommi
ge werkgevers houden er agressiever
wervingsmethoden op na en rijden in
luxe auto's door het kamp. Veel ge
vraagd worden bijvoorbeeld loodgie
ters, koks, dakbedekkers en schil
ders.
„Het maakt mij niet uit wat voor
werk ik doe," zegt Burkhard
Schmidt, een drukker uit Dresden.
„Voorlopig is het belangrijkste dat ik
een huis heb voor mij en m'n gezin."
Schmidt en zijn gezin kwamen dins
dag in Schoeppingen aan, na een ont-
snappingtocht die hen twee keer in
een Hongaarse gevangenis deed be
landen.
Wolfgang Handschuch van het regio
nale arbeidsbureau in Coesfeld, in de
buurt van Schoeppingen, vertelt dat
de afgelopen dagen in het opvang
kamp dagelijks bijna 200 banen wer
den vergeven.
Het gaat er chaotisch aan toe op de
geïmproviseerde banenmarkt in het
kamp. Werkgevers die allang op
zoek waren naar handarbeiders en
vluchtelingen die liever gisteren
dan vandaag aan de slag gaan doen
in gretigheid niet voor elkaar onder.
Het lukt de paar arbeidsbemidde
laars die door de overheid zijn ge
stuurd niet steeds even goed om in
de gaten te houden of de arbeids
overeenkomsten die de werkgevers
bieden wel in orde zijn en of de solli
citanten wel voldoen aan de gestel
de eisen.
„Sommigen zijn hier gekomen met
het idee dat in het westen voor ieder
een onmiddellijk een baan, een auto
en een prachtig huis beschikbaar is,
maar de meesten hebben een tame
lijk realistisch beeld", zegt Hand
schuch.
De 44-jarige Ingrid Meyer uit Magde
burg, die tot voor vier jaar een restau
rant dreef, denkt dat het haar en haar
echtgenoot wel zal lukken aan het
werk te komen. „Er zijn hier zoveel
banen in de horeca. Veel meer dan ik
had verwacht", zegt ze. Haar echtge
noot is al bezig te onderhandeier
over een baan als kok in Saarland.
Andreas Mausch van het ministeri(
van werkgelegenheid in Bonn zegl
dat veel Oostduitsers moeilijkhedei
kunnen ondervinden bij het vindei
van een baan, omdat hun opleiding
ontoereikend is, of omdat ze niet ge
noeg ervaring hebben. „Maar op d(
langere duur, als ze wat aanvullend)
cursussen hebben gedaan, zijn hut
vooruitzichten erg goed", zegt hij
Hij vertelt dat bij de arbeidsbureau;
meer dan 255.000 banen voor hand
arbeiders open staan. „En het zijn ei
nog veel meer, want lang niet alk
banen worden bij arbeidsbureaus
aangemeld", zegt hij.
Westduitsland heeft meer dan twei
miljoen werklozen, meer dan achl
procent van de beroepsbevolking. D(
meeste zijn geschoolde arbeiders uil
noodlijdende sectoren, zoals de staal
industrie, de scheeps- en mijnbouw,
In Oostduitsland is in alle sectorer
een groot tekort aan arbeidskrach
ten. Reden temeer voor de regering
om de emigratie naar het westen ver
der te beperken. Veel Oostduitsers ir
Schoeppingen zeggen gevlucht t*
zijn omdat de autoriteiten ze nooil
toestemming zouden hebben gege
ven om te emigreren.
„Wij zijn precies het soort menser
dat de overheid niet kwijt wil", zegt
een vrouw, daarbij wijzend op de velt
jonge mensen om zich heen. Met eer
spottende glimlach voegt ze er aai
toe: „Dit is een genadeslag voor de
autoriteiten thuis."
(Van onze redacteur
volksgezondheid
Kees Cornelisse)
Meer geld en een eigen minister.
Twee grote wensen uit het brede
'veld' van de gezondheidszorg, die
straks aan de kabinetsformateur(s)
zullen worden voorgelegd. Andere
verlangens vloeien min of meer uit
die twee voort. Zoals: meer aandacht
van de politiek voor de inhoud van de
zorg, streven naar een ander,
rechtvaardiger zorgstelsel. Minder
bemoeienis met details en ook: ver
sterking van de positie van de patiën
ten om wie het toch moet gaan, al zou
je dat niet steeds denken...
Het demisssionaire kabinet heeft het
terrein van de gezondheidszorg enigs
zins 'omgewoeld' achtergelaten. Het
begaf zich hortend en stotend op weg
naar een basisverzekering ziektekos
ten, voor een deel volgens het zogehe
ten model-Dekker. Allemaal verze
kerd tegen de grote risico's tegen pro
centuele inkomensafhankelijke pre
mie, aanvulling mogelijk voor een vas
te premie. Geen verschil meer tussen
ziekenfonds en particulier.
Concurrentie mogelijk maken, veel
overlaten aan vertegenwoordigers van
verzekeraars, beroepsbeoefenaars en
patiënten. Het zag er er veelbelovend
uit, maar dat gebeurt in de Haagse po
litiek wel meer. De kabinetstrein ont
spoorde en het demissionaire kabinet
moest besluiten de verdere invoering
van het zogeheten plan-Dekker op te
schorten. Bij de opstelling van de be
groting 1990 wordt er geen rekening
mee gehouden.
Het kabinet beriep zich op technische
problemen bij de invoering van Dek
ker, omdat de adviezen niet klaar zijn.
Maar die smoes deugt nu niet meer,
want de Ziekenfondsraad is nu met
zijn advies over verdere stappen geko
men. Nu blijken de problemen eens te
meer, want de verdeeldheid regeert in
dit adviesorgaan. Ongelijke belangen
maken het onmogelijk eensluidende
standpunten op papier te krijgen...
Wel zegt de ZFR: kalm aan met de in
voering, want het is allemaal zeer inge
wikkeld. Zeker, er moet worden veran
derd, maar hoe? Over die vraag
vliegen ziekenfondsen, vakbeweging
en beroepsbeoefenaars aan de ene en
particuliere verzekeraars en werkge
vers aan de andere kant elkaar in de
haren. Kort gezegd: er komt een socia
le verzekering met veel strakke regel
geving, zodat voor de patiënt gelijk
heid wordt verkregen (meerderheid) of
een wat 'vrijere' opstelling voor verze
kerden en verzekeraars (minderheid).
Kies tussen een 'vernieuwd zieken
fondspakket' of een 'concurrentiepak-
ket', even simpel gezegd. Nu, dat is in
wezen niets nieuws. Want op dit kern
punt was het tussen CDA en VVD in
het kabinet Lubbers II ook mis. De
werkelijke oorzaken van de problemen
met 'Dekker' zijn politiek: in het kabi
net Lubbers-II lag het plan Dekker
moeilijk. In de verkiezingsstrijd zal
men weinig over deze kwestie verne
men. Maar bij de kabinetsformatie
moeten er wel knopen worden doorge
hakt, anders komt er helemaal niets
van een nieuw stelsel.
CDA en WD verschillen allang fors
van mening over de verdere stappen.
De liberalen hebben het moeilijk met
het verder aan banden leggen van de
commerciële ziektekostenverzeke
raars. Binnen het CDA wordt verdeeld
gedacht. Velen hebben het moeilijk
met de in te voeren marktwerkingsge
dachte, die vreemd is aan de gezond
heidszorg. De PvdA zit niet zo ver van
dat standpunt af. Dus zal in de forma
tie in ieder geval op dit punt een com
promis moeten worden gesmeed.
Ook de organisaties in de gezond
heidszorg zijn wel blij met het uitstel.
Weliswaar hebben alle betrokken
partijen zo hun eigen overwegingen.
Maar toch, de uitspraken van oud
staatssecretaris J.P.M. Hendriks ge
ven de grootste gemene deler wel
weer. Hendriks, voorzitter van de Na
tionale Raad voor de Volksgezond
heid, weet de algemene gevoelens
goed te verwoorden.
De NRV-voorzitter pleitte de laatste
maanden herhaaldelijk voor „kalm
aan met Dekker". Niet overhaasten,
geen brokken maken, was zijn teneur,
zo makkelijk is het niet. Bovendien: de
overheid heeft de gezondheidszorg
niet bepaald gemotiveerd. Daarmee
doelde Hendriks op de forse bezuini
gingen die zijn doorgevoerd en de vele
conflicten die hebben gespeeld en nog
steeds spelen. Een kwestie van sfeer en
die is niet bepaald verkwikkend...
Het wordt tijd, aldus Hendriks, dat
overheid en gezondheidszorg elkaar
opnieuw vinden. Er moet een betere
verstandhouding komen. De tegen
stelling is te groot geworden, de dis
cussie wordt teveel door pure econo
mische factoren beheerst. De politiek
moet eens de klemtoon op de inhoud
van de zorg gaan leggen. De belangei
van de patiënt moeten centraal staai
en die moet zich ook wel in een niern
stelsel kunnen herkennen.
Daarmee raakte De NRV-voorzittei
aan een eis die nog te weinig is gefor
muleerd. Want de mondiger gewordeii
patiënten zijn en blijven de hoofdrol
spelers in de gezondheidszorg. Zij
moeten verantwoordelijkheid dragen,
maar ook wennen aan een nieuw sys
teem. En één van de hobbels daarin is
dat de medische zorg (gemiddeld)
duurder zal worden. Dit feit staat op
gespannen voet met de wens dat ge
zondheidszorg voor iedereen toegan
kelijk en betaalbaar moet blijven.
Daarom ook pleit Hendriks voor eei
geleidelijke invoering van 'Dekker'
Als je er langer over doet wordt ook df
pijn wat uitgesmeerd...In dit verleng
de moet men ook de wens van de NRV
zien voor een speciale minister vai
volksgezondheid. Het adviesplatform
vindt dat de belangen van deze sectoi
(omzet f 40 miljard, 8 procent van het
bruto nationaal produkt) met een
staatssecretaris onvoldoende worden
behartigd.
Allerwegen meent men dat het afgelo
pen moet zijn met de bezuinigingen
Meer geld gevraagd dus. Bezuinigen
kan nodig zijn, maar bij economische
groei moet er aandacht zijn voor zwak
ke plekken. Ook in de gezondheids
zorg. De actuele woelingen zorgen er
voor dat verplegenden en verzorgen
den op de eerste plaats komen. Meer
dan ooit is nu duidelijk geworden da'
zij onderbetaald worden en (mede
door kortere opnameduur) harde'
moeten werken. Het moeizaam bereik
te compromis over de cao helpt niet
dat te doen vergeten.