PZC MARRAKECH de schat in het binnenland van marokko nieuwe autowegen verkeersdrukte tankstations 's nachts dicht autogordels paspoort vrijdagkrant 10 VRIJDAG 30 JUNI 1989 menara De reis van Agadir aan de kust van Marokko naar Marrakech in het binnenland, leidt door het soms bergachtige en koele maar vaak vlakkere, hetere en stoffigere deel van Noordwest-Afrika. De reiziger, die Agadir met al zijn stranden en strandvermaken achter zich laat, moet veel fraais over Marrakech hebben gehoord voordat hij zich aan deze tocht van bijna 300 kilometer over smalle wegen door merendeels verlaten land waagt. Op de Fransen en Spanjaarden na, die Marokko in koloniale tijden al leerden kennen, weten buitenlanders meestal niet wat hen in zo'n stad zo ver weg te wachten staat. De eerste koning die over het land, dat later Marokko zou heten, regeerde wist het toen, lang geleden, misschien ook niet. Hij kwam niet uit het westen, de kust aan de Atlantische Oceaan waar nu het overgrote deel van de Nederlandse Marokko- bezoekers neerstrijkt, maar uit het zuidoosten, de Sahara. Met achter zich een karavaan van Sanhaja-Berbers trok hij door de diepe en smalle ravijnen van het Atlas gebergte om aan de noordwest-zijde ervan een grote oase aan te treffen. Daar kon hij zijn dorst lessen iit stroompjes van smeltwater uit de eeuwig met sneeuw bedekte toppen van ie Hoge Atlas achter zich. ietzelfde water waarin ook ie vele palmen van deze oase ïun wortels drenken. Daar iet deze eerste koning, foussef ben Tachfln, in 1062 le eerste koningsstad van larokko bouwen, de stad zaaraan dit land zijn naam intleent, Marrakech. log steeds is Marrakech een esidentie - de huidige coning Hassan de Tweede ïeeft er één van zijn paleizen staan - en nog steeds is Marrakech in de dorre woestenij van midden- Marokko een waterrijke, groene oase. Honderden hectaren palmbossen en - tuinen omgeven de stad die self de kleur heeft van de vruchtbare, kleiachtige grond waarop en waaruit ze is gebouwd. Het Marokkaanse ministerie van Toerisme heeft grootse plannen met deze schat in iet binnenland. Nu zijn het oijna drie miljoen ouitenlanders die jaarlijks de reis naar Marokko jndernemen; binnen enkele iaren moet dat, volgens minister van Toerisme Moussa Saadi, het dubbele worden. „Marokko kan aitgroeien tot een belangrijk toeristenland, belangrijker iog dan Spanje", zei Saadi leze maand nog hoopvol. De Marokkaanse regering, sinds het begin van de jaren sachtig serieus bezig de nstroom van toeristen te stimuleren, verschaft eningen tot tachtig procent van de investering en vijf jaar jelastingvrijdom aan iegenen die een luxe hotel willen bouwen. Want alleen le stranden en de bijna gegarandeerde zon zijn niet voldoende om Spanje voorbij se streven. Marrakech en de mdere oude steden als Fès, Meknès en Ouarzazate, vér achter de in hoog tempo jpgetrokken fagades van rotels langs de kusten zijn voor 's lands toeristen- ndustrie de bron van goud. ïindelijk gevonden! Want de serste koning die vanuit Marrakech regeerde gebruikte deze stad behalve ils uitvalsbasis voor zijn zeroveringen tot in Spanje, iok als uitgangspunt voor sen speurtocht naar goud. Dat moest komen uit een goud-rivier, ver weg in de 3oedan, maar die werd nooit gevonden. tfegen eeuwen later is het soeken beloond: het goud wordt thuisbezorgd, in de vorm van Travellerscheques van toeristen die de stad met sen bezoek vereren. Vorig aar waren er 260.000 ivernachtingen, in meerderheid van Fransen maar ook van veel Spanjaarden, in drie-, vier- en vijf sterrenhotels. Saadi's ministerie heeft blijkbaar een goede studie gemaakt van de wensen die bij de doelgroep, de kwalitatief betere toerist (met iets meer geld en iets meer culturele interesse dan de doorsnee-bezoeker van de Costa Brava) leven. De snelgroeiende toeristen industrie van vandaag speelt daar op in. Het binnenland wordt vakkundig ontgonnen ten behoeve van het toerisme. De shows met veel muziek en spektakel van lokale origine in de toeristencentra zijn groter en authentieker dan het stierengevechtje voor toeristen aan de Spaanse kust. Marokko begrijpt dat het als land met Arabische signatuur in moet haken op wat de bezoeker van 'Arabië' verwacht. Het toppunt van deze droomvervulling staat in de woestijnachtige streek ten noorden van Marrakech. Het is een splinternieuw vermaakscentrum, waar buitenlanders avond aan avond worden ontvangen door een erehaag van kamelen en Berber muzikanten en Berber zangeressen die de gast met rozeblaadjes bestrooien. Er staan nomadententen waarin je aan kunt liggen (zitten mag ook) aan de overvloedige dis en volgens plaatselijk fatsoen met je handen (met mes en vork mag ook) kunt eten. Buiten in het zand wordt een 'fantasia' opgevoerd, met behendige ruiters die vervaarlijk op de gasten aanstormen en met antieke musketten knallen. Die show wordt voorafgegaan door een optreden van een heuse buikdanseres. Tot slot (dit kon niet missen) glijdt tegen een nachtelijke sterrenhemel een vliegend tapijt voorbij, met twee kinderen erop, over bijna onzichtbare kabels tussen twee torens. Over smaak valt te twisten, maar de Efteling is er kinderspel bij. De medina van Marrakech, Die medina, te betreden via een 'bab' oftewel poort, kan worden bezichtigd onder leiding van een gids. Deze gids is voor sommigen de nachtmerrie van Marokko. Hij is de hulpvaardige, veeltalige gids die bij iedere bab zijn diensten aanbiedt voor tien of twintig dirham (een dirham is 25 cent) aan iedere vreemdeling die hij ontwaart en die nog niet door een collega-gids is ingepalmd. Hij staat ook op ieder station en hij geeft honderd adviezen, doorgaans ongevraagd. De belonin die hij verlangt is niet groot, zegt hij, „omdat hij het de ommuurde middeleeuwse stad, het centrum van iedere oude stad in Marokko, waar de souks zijn, de naar produkt gegroepeerde marktjes, zijn een ander argument van de reiziger om een week of twee weken het strand het strand te laten. De medina is voor hem de hel en de hemel tegelijk. Waar de vuilnisbelten zijn of de leerlooierijen kan het ondraaglijk stinken, waar de souks zijn van de kruidenhandelaren geurt heel botanisch Afrika je toe. De armoede in de achterafstraatjes is schrijnend, de rijkdom in de zilver- en goudwinkeltjes even verderop schittert als die in de schatkamers waar Aladdin zijn wonderlamp vond. belangrijker vindt dat hij zijn Engels, waarin hij studeert, met de toerist kan oefenen". Dit verhaaltje is het meest gebruikte, maar er zijn tal van andere smoezen in omloop. Hij spreekt Frans (de meest gebruikte Europese taal in dit land), Engels en zelfs een beetje Duits en zo nu en dan wat Nederlands. 'Allemachtig prachtig' is zo'n uitdrukking die al hier en daar tegenover Nederlanders wordt gebruikt. Die gids wijst hier op de beste taxi (die van zijn broer) de goedkoopste tapijthandel (die van zijn neef), het beste hotel (waar hij de meeste commissie ontvangt) en hij laatje een vertederende foto van zijn dochtertje zien. Die foto kan ook van een buurkind zijn genomen, maar aan het slot van zijn dienstbaarheid aan de Een van de ommuurde tuinen van het Badi-paleis. buitenlander legt zijn bewezen kostwinnerschap extra gewicht in de schaal en verlangt hij prompt meer vergoeding dan tevoren met hem was afgesproken. De één zal hem accepteren als de couleur-locale van het land, een mogelijkheid om vlot in contact te treden met een 'echte Marokkaan'. De ander durft na twee dagen belaagd te zijn geweest door dit type (en andere lieden die klaarblijkelijk vlot geld willen verdienen) zijn hotel niet meer uit. De eerste vergist zich, want het type jongeman, van vijftien tot pakweg dertig jaar oud, dat zich aan iedere welgedane buitenlander opdringt is allesbehalve een representant van de 25 miljoen andere Marokkanen. Die zijn, of ze nu Arabische dan wel Berberse Marokkanen zijn, in de omgang beleefd en gereserveerd. Zo gereserveerd dat een buitenlander, die volgens de statistieken gemiddeld bijna twee weken in dit land verpoost, te weinig tijd heeft om met hem kennis te maken. De ander heeft waarschijnlijk evenmin gelijk, want er is heel goed met de gidsen-plaag te leven. Zijn diensten, hoe vriendelijk ook aangeboden, kunnen met een ferm 'la shokran!' (nee, dank u) worden afgewezen. Dezelfde woorden trouwens, desnoods met een extra snauw herhaald, ontmoedigen tevens de kooplieden en de bedelaars die in de souks naar buitenlanders staan uit te kijken. Wie het zo aanpakt kan zijn verkenningstocht door de souks beschouwen als de beste en snelste cursus assertiviteit die er is. Als nauwelijks ontdekt vakantieland, net niet in maar wel op de grens met de Derde Wereld, is Marokko nog goedkoop. Wie achthonderd of duizend gulden neerlegt voor de reis, inclusief een week of veertien dagen half pension in een viersterrenhotel, kan zich nooit bekocht voelen en houdt geld over. Het helpt hem wanneer hij de aalmoezen aan de bedelaars en de fooien aan gidsen beschouwt als noodzakelijk uitgaven om de wandelingen plezierig te houden. Zoals iedereen er in zijn vakantiebudget rekening mee houdt dat hij in Frankrijk op de snelweg tol moet betalen, zo moet het weggeven van dirhams (niet te gul en zo geruisloos mogelijk, want er staan zo vijf of zes anderen om je heen die ook wat willen hebben) als tarief voor het lopen door een Marokkaanse stad worden beschouwd. Op de Djmaa el Fna, het centrale plein in de medina van Marrakech, wordt het soms de meest aangepaste vreemdeling te bar. Ook al is het leven op dit beroemde plein, zowel de vermakelijkheden als de handel, in de laatste vier eeuwen niet van karakter veranderd. En is, met andere woorden, een dwaaltocht over dit plein een duik in het Foto boven: Om de toerist te be hagen is even ten noorden van Marrakech een vermaakcen- trum gerealiseerd, waar shows worden gegeven waarbij woeste ruiters en Berbermeisjes niet ontbreken. Foto links: Een dwaaltocht over de Djmaa el Fna - het Plein van de Onthoofden - is een duik in het verleden. verleden. Een buitenlander komt er na een korte kennismaking liever niet meer. Daarvoor zijn de straatverkoprtjes en de straatartiestjes verantwoordelijk. Zij plagen, vriendelijk gezegd, bijna systematisch iedere vakantieganger, notabene hun klanten, van het plein. Wie één keer niets koopt of geen geld geeft voor een of ander ongevraagd apekunstje krijgt al gauw 'fuck you' naar zijn hoofd geslingerd. De buitenlander beschouwt de drukte daarom liever veilig vanaf één van de dakterrassen en zo blijft het plein wat het altijd was. De Marrokaanse overheid beseft in ieder geval dat een toerist wellicht schrikt van wat hem in de steden te wachten staat. Gidsen bijvoorbeeld dienen tegenwoordig van overheidswege een opleiding en een vergunning te hebben, anders mogen ze niemand rondleiden. Dat neemt niet weg dat de meerderheid van de gedienstigen die zich op de vreemdelingen werpen nog steeds illegaal is. Toch wordt de reiziger in dit land gekoesterd. De treinen zijn goed en modern, de taxi's rijden er voor een spotprijsje en een koetsje voor uitstapjes in de stad is eveneens goedkoop. De ritprijzen van beide laatste vervoermiddelen zijn trouwens officieel geregeld en dat maakt onderhandelen en afdingen met de chauffeur of de koetsier niet uitgesloten, maar wel makkelijker. De grote attracties van de oude steden, zoals de paleizen en de reusachtige stadsmuren, worden zorgvuldig bewaard en gerestaureerd. De medina van Marrakech herbergt veel statige behuizingen, waarvan de meeste evenwel schuil gaan in het labyrint van de souks, onvindbaar zonder een gids. Eenmaal binnen in bijvoorbeeld het Bahia-paleis, het beste te vertalen als 'de onvergelijkbare', zie je zaal na zaal, binnenplaats na binnenplaats de mooiste voorbeelden van traditonele Marokkaans-Arabische architectuur. Net als in de andere huizen van langgestorven notabelen en koranscholen (de moskees zijn er voor niet-moslims verboden) overweldigen het vakmanschap in het pleisterwerk, de mozaïeken en het houtsnijwerk, in arabesken, koranteksten en ingewikkelde wiskundige figuren. Het goud waarmee deze interieurs in veel gevallen waren opgesmukt hebben de Fransen, die Marokko van 1912 tot 1956 als protectoraat aanhielden, meegenomen. In Rabat, Fès en Meknès staan ook paleizen. Marrakech heeft klaarblijkelijk iets wat die andere koninklijke steden niet hebben en wat de magnetische werking ervan verklaart. Dat méér moet dan niet gezocht worden in de medina, maar daarbuiten. In de palmerai, de palmenbossen, en de grote ommuurde tuinen (meestal vrij toegankelijk voor het publiek) en de vijverpartijen daarin. Eigenlijk zijn het geen vijvers, maar bassins waarin het smeltwater wordt bewaard om bij droogte de tuinen te kunnen irrigeren. De beroemdste en de meest gefotografeerde is de Menara, waarvan het bassin zo groot is als twee voetbalvelden en die wordt bekroond door een paviljoen, een theehuis voor een groot-vizier met gevoel voor grandeur. En oog voor de bergen op de achtergrond, van onderen groen door de ceders en eucalyptussen, van boven wit van de sneeuw die het water levert. JOOST VAN LEEUWEN Bij elkaar mag er de afge lopen maanden in Eu ropa dan betrekkelijk wei nig kilometers nieuwe auto weg zijn opgeleverd; er zit ten wel een paar zeer be langrijke stukjes bij. Zo is in België de veertien kilo meter tussen Neufchateau en Arlon opengesteld met als voor de haastige auto- moblist prettig gevolg dat de A4 tussen Brussel en Lu xemburg nu geheel com pleet is. Ook de snelweg door de Ar dennen van Luik naar Lu xemburg profiteerde van dit veertien kilometer lange stukje splinternieuw asfalt. Maar tussen Bastogne en Neufchateau, Houffalize en Bastogne en Baraque de Fraiture en Houffalize is men nog steeds aan het werk. Interessante ontwikkelin gen in Frankrijk. De rond weg om Thionville richting Nancy, voor toeristen die via Luxemburg naar het zuiden van Frankrijk willen reizen, is eindelijk klaar. De files tussen Langres en Dijon be horen de komende zomer waarschijnlijk ook tot het verleden. Als de Fransen hun afspraken zijn na geko men dan rijdt men vanaf he den (eind juni) de route Lu- xemburg-Lyon geheel op vierbaanswegen. Andere be langrijke nieuwe stukken autoroute: de 20 kilometer bij Lyon (in de weg Genève- Lyon) en - als alles volgens verwachting verloopt - de ruim 100 kilometer tussen Orleans en Montlucon in midden Frankrijk, laatste sluitstuk in de doorgaande route Parijs-Clermont-Fer- rand. In Westduitsland trekken de asfaltmachines gestaag hun spoor, maar de Nederlandse vakantieganger heeft daar ditmaal niet zoveel aan. Het aardigste is ongetwijfeld de openstelling van het wegge deelte in de A28 tussen Leer Ost en Westerstede, zodat er weer een beetje tijd kan wor den gewonnen op de route Groningen-Bremen. Elf kilo meter snelweg ik de verbin ding tussen Hengelo en Os- nabrück is pas véor het ver keer vrij gegeven, maar in deze autoweg zit bij de grens nog altijd een flessdials in de vorm van een plotseling smaller wordende rijbaan. Bij het Zwitserse Schaffhau- sen op de route Siuttgart- Singen is een rondweg aan gelegd. Zwitserland heeft de ope ning van het stuk autkweg bij de Walensee op storm achtige wijze gevierd, maar dat wil niet zeggen dat de au tomobilist op weg naar Graubünden (en nog verder) nu van files verschoord zal blijven. De stad Züricb blijft een hinderlijke sta-n-de- weg en dat zal voorlopig nog wel even zo blijven ocik. In het Wallis vordert de N9 ge staag in oostelijke richting. Sion is nu bereikt, maar voor dat mén rechtstreeks via Brig de Simplon op kar rij den is het al 1995. De voltooiing van de 4.14 tussen Bregenz en Ims- bruck in Oostenrijk laat rok nog even op zich wach'en. Ten westen van Sankt In- ton is niet lang geleden ren nieuw stukje weg in gebrvik genomen en bij Imst kont dit jaar ook een gedeelte ge reed. Ook de AIO tussm Salzburg en Villach, de zog(- naamde Tauernautobahn, s nog niet geheel vierbaans. Italië meldt trots dat auto mobilisten die Rome willen vermijden nu de nieuwe Au tostrada ten oosten van de stad kunnen nemen. Voor toeristen die van het Lago Maggiore richting Genua willen rijden is de openstel ling van het 40 kilometer lan ge stuk autoweg tussen Ro- magnano en Alessandria van belang. De ANWB heeft ook dit jaar weer een aantal telefoonlijnen opengengesteld waarop informatie kan worden verkregen over de actuele verkeerssituatie in binnen- en buitenland. De nummers zijn: binnenland: 06 - 910 910 90 (ongeveer 50 cent per minuut). Dag en nacht actuele informatie over files, mist, gladheid, belemmerende werkzaamheden, verkeersprognoses, eventuele vertragin gen van zowel treinen als veerponten enz. buitenland: 06 - 910 910 10 voor Engeland, België, Frankrijk en Spatje en 06 - 910 910 80 voor de Duitse Bondsrepubliek, Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Joegoslavië en Griekenland (kosten ongeveer 50 cent per minuut). Dag en nacht actuele infoima- tie over het weer, verkeer, calamiteiten enzovoort. Ook in het buitenland zijn de meeste benzine tankstations 's nachts geslo ten. Alleen langs de grote autowegen zijn de stations in het gemeen dag en nacht geopend. Bij het plannen van de reisroute dienen vakantiegangers daar goed rekening mee te houden. Niettemin kunnen vooral automobilisten die met ka talysatorauto's rijden, vrij makkelijk in de problemen komen. Niet in elk land is loodvrije benzine zo alom verkrijg baar als in Nederland. Een kaart met daarop vermeld alle verkooppunten van loodvrije benzine in Europa, is bij de ANWB verkrijgbaar. Overigens doen „loodvrije rijders" er verstandig aan een trechtertje mee te ne men. In sommige landen past het vulpistool niet in de kleine vulopening van de tank van een katalysatorau to. Betaling van brandstof blijft nog altijd het eenvoudigste met contant geld. Maar kan in West-Europa wd steeds meer met creditcard! worden afgerekend. In som mi ge landen (zoals de Duitsi Bondsrepubliek) bereken men bij die laatstgenoemde betaalwijze echter wel een kleine provisie. Het feno meen brandstofbonnen kan nog altijd worden gebruikt in Italië en bij de Elf-stations in Frankrijk, maar noodza kelijk zijn ze bij het afreke nen niet. Dat geldt in de meeste gevallen wel voor de Oostbloklanden. In Bulga rije, Polen en Roemenië en, als men dieselolie moet heb ben, in Hongarije en Tsje- cho-Slowakije, is het zelfs onmogelijk zonder die bon nen een druppel brandstof te krijgen. Automobilisten die loodvrij rijden, kunnen het Oostblok voorlopig nog maar beter even mijden. Het aantal ver kooppunten van loodvrije benzine is nog zeer schaars. Informatie hierover: ANWB, centrale informatie: tel. 070 - 141 420. Omdat in Nederland vanaf 1 juli in alle nieuwe personenau to's ook op de achterbank autogordels aanwezig moeten zijn, is er verwarring ontstaan over de draagplicht daarvan. Voorlopig is het dragen van autogordels op de achterbank in Nederland nog niet verplicht. In het buitenland ligt dat iets anders. Weliswaar mag de politie daar geen bekeuring uit schrijven voor het ontbreken van gordels op de achterbank in Nederlandse auto's die voor 1 juli zijn afgeleverd, maar zijn die gordels wel aanwezig en worden ze niet gedragen, dan kan daarvoor in DDR, De Duitse Bondsrepubliek, Finland, Joe goslavië, Oostenrijk en Zweden een boete worden opgelegd. Nog altijd kunnen kinderen worden bijgeschreven in het paspoort van de ouders. Maar gold dit voorheen voor kinde ren tot en met zestien jaar, sinds kort mogen ze niet ouder zijn dan twaalf jaar. Het is daarom beter - ook al gezien de „verre" schoolreisjes die tegenwoordig schering en inslag zijn - kinderen al op jonge leeftijd een eigen paspoort of toe- ristenkaart te geven. Toeristenkaarten kosten minder dan een paspoort, maar zijn slechts twee jaar geldig. Paspoorten kunnen dikwijls zelfs na het verlopen (na vijf jaar) nog lang voor veel landen worden gebruikt. Tot die landen behoren België, Frankrijk, Grieken land, Italië, Luxemburg, Oostenrijk, Portugal, Spanje, de Bondsrepubliek Duitsland en Zwitserland.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 10