Wat de dokter mij geeft, dat neem ik
GERT-JAN THEUNISSE: NU OF NOOIT
Vitamines
Bezeten
PEDRO DELGADO: KERNGEZOND EN IN TOPCONDITIE
Misgunnen
Verwarring
Therapie
Tour winnen is ee
droom, een illusie
pingschandaal, dat zich vorig jaar
rond hem afspeelde, uit zijn hoofd ge
zet. Hij wordt er alleen innerlijk door
gekweld en gaat nog altijd vol wan
trouwen naar de controles. „Ze kun
nen me altijd en overal flikken als ze
willen, denk ik nu. Ik vertrouw nie
mand meer, dat is de nawerking van
die zaak. Ik word doodnerveus als ik
naar dat hokje moet."
(Door Frits Bakker
LAUSANNE - De 'blonde indiaan' wordt hij soms wel ge
noemd. Gert-Jan Theunisse is altijd herkenbaar in het pelo
ton. Een persoonlijkheid op de fiets met een ietwat mysterieu
ze uitstraling. Een rood verbrand gezicht, een subtiel ringetje
in het linkeroor en in de wind wapperende manen vormen zijn
handelsmerk. Theunisse straalt macht uit. In de Ronde van
Zwitserland reed hij in de dagen voordat hij ten val kwam en
opgaf op reserve. De topvorm vasthouden voor de Tour, luidde
het devies. Zijn duikeling over een geparkeerde auto haalde
een streep door de rekening. Theunisse blesseerde zich aan de
ribbenkast en beslist pas dit weekeinde over Tour-deelname.
Twee haarscherpe bochten voor de van PDM heeft ogenschijnlijk het do-
top, tegen een wazig decor van be
sneeuwde flanken, duiken ineens de
wapperende haren op. Voorin in het
wandelende peloton wordt het tempo
omhoog gejaagd en moet iedereen
recht op de pedalen. Vanuit de rijen
toeschouwers stijgt eindelijk een ap
plaus op. De tempoversnelling is kort,
maar zeer hevig en doet de hele groep
naar adem snakken. Gert-Jan Theu
nisse, de 26-jarige, ranke specialist in
het hooggebergte, zet aan voor een
tussensprintje.
Het is zo maar een dag in de Ronde van
Zwitserland, zo maar een klim naar
achttienhonderd meter hoogte. De
verveling onder de volgers heeft al toe
geslagen, maar dan is er die plotselin
ge demarrage, dat ene moment waar
uit zo veel klasse straalt, 's Morgens
had hij zich, met een speelse onder
toon, op het balkon van zijn hotelka
mer in het mondaine Lausanne laten
ontvallen: „Vandaag zal ik de mannen
eens testen."
Gert-Jan Theunisse mag het nog niet
al te opvallend gedemonstreerd heb
ben, maar hij verkeerde voor zijn val in
een bloedvorm. Zijn superieure optre
den in de Ronde van Asturië, waarin
hij gevestigde klimspecialisten op vele
minuten achterstand reed, was het
sprankelende bewijs. „Ja, het is onge
looflijk wat hij dit jaar kan", verzekert
Steven Rooks, zijn slaapje tijdens de
etappekoersen. „Gert-Jan rijdt zo
makkelijk, zo sterk dat hij overal in wil
vliegen."
De gevleugelde klimmer uit de stal
Het is niet dat hij zichzelf niet meer
recht in de ogen kan kijken. Voor
Theunisse staat het vast dat hij
„clean" door het peloton rijdt. „Ik ben
een grote voorstander van natuurpro-
dukten. Veel rusten, veel slapen, en
dus ook zo natuurlijk mogelijk leven.
Ik durf te zeggen, dat ik een zuivere
coureur ben. En als ik vitamines moet
hebben, haal ik die altijd bij m'n
arts."
Zijn zelfvertrouwen is er in elk geval
niet door aangetast, zo is in de voorbe-
dreiding op de Tour de France geble
ken. Kleine ongevalletjes, zoals tij
dens de aanloop naar de Poggio in Mi
laan - San Remo, waar hij na een val
partij zijn elleboog brak, hebben zijn
ritme verstoord, maar in de meerdaag
se wedstrijden daarna is zijn vorm
weer aangescherpt. Gert-Jan Theunis
se is sterker dan vorig jaar en is uit op
eerherstel en erkenning, al moeten de
gevolgen van zijn val in Zwitserland
nog afgewacht worden.
„Ik gun het mijn grootste vijand niet,
die rompslomp met die doping. De
dreiging dat het me zo weer kan over
komen zal wel blijven hangen. Voor de
rest wil ik het zo veel mogelijk verge
ten. Ik ga de Tour in zonder rancunes
en ik wil laten zien dat ik bergop mee-
kan met de besten."
Kanshebber op de eindzege in het
meest aansprekende wielerspektakel
is hij niet. Daarvoor mist Theunisse de
kwaliteiten van de veelzijdige ronde
renner. „Hij is misschien wel de beste
klimmer, maar een slechte tijdrijder",
zo typeerde Pedro Delgado hem tij
dens één van de laatste confronaties
van de toppers.
Vorig jaar tijdens de Tour, waarin hij
door een tijdstraf van tien minuten
tenslotte op de elfde plaats (op meer
dan 22 minuten) eindigde, moest hij in
de langste rit tegen de klok acht minu
ten inleveren op de snelste klasse
mentsrijders. Voor een renner die am
bities heeft voor de eindzege een ramp
zalige gedachte.
„Klimmen", zo geeft Gert-Jan Theu
nisse onmiddellijk toe, „is mijn be
langrijkste wapen, tijdritten op het
vlakke vrees ik als de pest. Ik moet
bergop dus wel heel superieur zijn, wil
ik daarmee de Tour winnen. Lucien
van Impe heeft het eens gedaan. Het is
een illusie, een droom om dat ook te
kunnen. Ronderenners, goeie tenmin
ste, moeten klimmers zijn, maar voor
al ook tijdrijders."
„Maar wie zegt dat ik er nooit sterker
in zal worden", voegt hij er strijdlustig
aan toe. „Je wordt als tijdrijder elk jaar
sterker, als het goed is. Pedro Delgado
is drie jaar ouder dan ik. Hij is er in
groeid en Rooks ook. Het zal nooit m'n
specialiteit worden, maar toch..."
De 76e Tour de France, met een tame
lijk vlakke aanloop van een week,
moet niettemin ook zijn wedstrijd
kunnen worden. Gert-Jan Theunisse,
in werkelijkheid bescheiden, maar
naar buiten uit ook zeer eerzuchtig,
past er voor om op voorhand al in een
knechtenrol te worden geschoven. „Ik
heb één jaar voor Delgado gereden en
vorig jaar voor Rooks. Zo wil ik na
tuurlijk niet heel m'n carrière blijven
rijden."
„Ik heb", zegt hij, „de moraal en de
vorm om een sterke Tour te rijden.
Kopman of niet, dat maakt me niets
uit. Dat zien we tien etappes na de
start wel. Zo hebben we het van tevo
ren afgesproken. Toen ik vorig jaar
m'n contract met PDM verlengde, heb
ik bedongen dat ik in de Tour ook een
beschermde positie krijg, dat ik niet
gelijk al knecht moet spelen."
Het is aan Theunisse zelf om zich zo in
de kijker te rijden, dat anderen zich
moeten opofferen. Steven Rooks is
voorlopig niet aangewezen als kop
man, Kelly en Alcala ook niet. De vier
klasbakken van Jan Gisbers moeten
het kortom zelf in de Pyreneeën maar
afdwingen. „Daar wordt beslist voor
welke renner de anderen moeten fiet
sen."
Voor Gert-Jan Theunisse wordt het
zo'n beetje „nu of nooit" in de belang
rijkste wedstrijd van het jaar. „Veel
tijd gun ik mezelf niet", onthult de 26-
jarige profrenner. „Ik zal het bijvoor
beeld nooit zo lang volhouden als Joop
Zoetemelk. Rond m'n dertigste, hoog
uit één of twee jaar later, stop ik met
wielrennen."
„Ik heb er nu meer dan tien jaar voor
geleefd, heb er dag en nacht voor ge
zwoegd. Steven Rooks vertelt me wel
eens dat hij veel ging stappen, veel
heeft gerookt. Dat heb ik ook gehad,
hoor, maar heel vroeg, op mijn vijftien
de, zoiets. Toen was ik ook nogal een
wilde. Daarna heb ik me helemaal op
geofferd voor het wielrennen."
Hij heeft niet het gevoel dat hij door
die instelling iets heeft gemist. Theu
nisse: „Maar je hebt totaal geen ander
leven meer. Je reist van de ene wed
strijd naar de andere en ziet tussen
door alleen hotelkamers. Het is een le
ven van opstaan, fietsen, masseren,
eten en naar bed. Dag in dag uit. Ik
ben vanaf m'n twintigste beroepsren
ner. Ik ben er bezeten van, van dit vak.j
maar dat blijft niet duren."
„Daarom zal ik het nu moeten doen
dit jaar, of in de twee jaar die nog vol-ï
gen", zo heeft hij zich inmiddels voor!
genomen. En zoals het er nu voorstaat!
is Gert-Jan Theunisse inderdaad aarj
dig op weg om dat waar te maken. Hij
reed in de voorjaarsklassiekers niet
eens zo opvallend, maar ontwikkelt
zich meer en meer als een ronderenner
Met als onmiskenbare hoogtepunt tod
nu toe de zege in de zware Ronde var
Asturië, waar hij in het hooggebergte
spotte met de reputatie van vele klim-jp
specialisten. Theunisse, de stille r
nieter, groeide er naar de vorm van ziji
leven, zo lijkt het. Hij reed spelender r
wijs iedereen uit zijn wiel tijdens de bed
klimmingen en greep tenslotte alk
prijzen die er waren te winnen.
„Vóór de Tour moest ik me verdfl
heel rustig houden", verklaart hij «<l
terugval in de weken daarna. „Het ril
moeilijk weg te steken dat je goedl
rijdt, maar alles is nu gericht op d' I
Tour. Wie het daar maakt, is het roan f
netje. Favorieten? Rooks zal er staarii
denk ik. Delgado is een belangrijk'
concurrent, Parra ook, Fignon niet..
(Door Frits Bakker)
LAUSANNE - Krachtig, maar volko
men ontspannen en gedreven door
een zeldzame souplesse draait hij het
verzet rond van een hometrainer.
Het is acht uur 's avonds, in het
krachthonk van de vrije universiteit
in Saint Sulpice, een voorstadje van
Lausanne, hangt een verzengende
hitte. Pedro Delgado (29) trapt er zijn
spieren los na een korte, inspannen
de rit in de middaguren. De Tourwin
naar van vorig jaar oogt in de Ronde
van Zwitserland fris en uitzonderlijk
fit tijdens het voorspel van het „grote
gevecht".
„Perico", zoals supporters hem ko
zend plegen te noemen, maakt zich
op voor zijn volgende grote machts
greep. Hij heeft zich na de Ronde van
Spanje, die hij voor eigen volk in
winst heeft omgezet, even terugge
trokken voor een skivakantie in de
omgeving van zijn woonplaats Sego
via. De korte onderbreking heeft hem
kennelijk goed gedaan. Pedro Delga
do is kerngezond en in topconditie.
Ze moeten van goede huize komen
om hem van zijn tweede Tourzege af
te houden.
Zo vroeg in vorm, zo blakend van het
zelfvertrouwen. Het moet een ideale
aanloop zijn naar de Tour...
Pedro Delgado: „Ik heb het gevoel
dat ik na al die jaren nog sterker ben
geworden. Het zal toch wel eens op
houden, denk ik, maar het einde is
niet in zicht."
Hoe groot is het gevaar, dat er zich in
de Tour toch plotseling een inzinking
voordoet? Zoals zo vele andere kans
hebbers vorig jaar hebben meege
maakt.
Pedro Delgado: „Het kan gebeuren,
een inzinking, een onverwachte te
rugval, maar ik verwacht niet dat het
mij zal treffen. M'n conditie is nog
nooit zo goed geweest. Ik heb in de
Ronde van Spanje gereden en gewon
nen op tachtig procent van mijn kun
nen. En ik werk nu pas naar m'n
hoogste niveau toe. Het gevaar dat ik
overbelast word is minimaal."
Je hebt het voorprogramma op de
Tour gewijzigd. Vorig jaar de Giro,
nu de Ronde van Spanje.
Pedro Delgado: „Ik ben er van over
tuigd dat het ideaal is om de Giro als
voorbereiding te rijden. Maar een
Spanjaard in een Spaanse ploeg
moet zich af en toe in zijn eigen ron
de laten zien. Ik wilde mijn sponsor,
de supporters en alles wat er om-
- leeft niet teleurstellen. Zo kort
us tart kan ik ook niet te
verdragen. Het zou in de
Spaanse kranten een hele polemiek
hebben losgemaakt, als ik de Vuelta
niet had gereden."
Hoe komt het eigenlijk dat er nog veel
Spanjaarden zijn die jou het succes
misgunnen?
Pedro Delgado: „Vorig jaar is er één
radioverslaggever, toevallig een be
langrijke, geweest die mij overal ach
tervolgde, die in mijn privéleven rom
melde. Voor mij is die man lucht ge
worden, hij pakt me soms terug met
smerige leugens. Eén keer een pilsje
en ik ben dronken geweest, van dat
soort wilde verhalen."
Verdachtmakingen, in de vorige
Tour over doping gebruik, nu weer
over een vermeende omkoping van
Ivanov in de Vuelta, dat draagt alle
maal niet bij tot een grotere populari
teit.
Pedro Delgado: „Ik zet het van me af,
want anders heb ik geen leven meer.
De Tour winnen is het enige wat me
bezighoudt in deze weken. De succes
sen zijn me niet naar het hoofd geste
gen, maar in mijn privéleven moeten
ze me een beetje met rust laten."
Vooruit kijken naar de Tour met jou
is praten over doping. We kunnen er
na vorig jaar niet omheen. Hoe heb je
het schandaal rond die affaire ver
werkt?
Pedro Delgado: „Goed."
Hoe bedoel je, goed?
Pedro Delgado: „Ik heb altijd een
rein geweten gehad. Het staat voor
mij vast dat ik niets heb genomen dat
verboden was. Ik leefde daarna al
leen met een voortdurende angst, dat
ik door de buitenwereld veroordeeld
kon worden zonder me er tegen te
kunnen verzetten. Het was volstrekt
nieuw voor me, die situatie, ik had
nooit zoiets meegemaakt. En ik heb
echt genoten van de dag waarop de
mensen aan de kant van de weg me
weer toejuichten. Ze zijn kennelijk
blijven geloven in mijn kwaliteiten
als wielrenner. M'n eigen geweten, en
het vertrouwen binnen de ploeg, heb
ben me geholpen de hele dopingzaak
te verwerken. Het was allemaal ver
schrikkelijk opgeblazen, niemand is
er eigenlijk wijzer van geworden. Nu,
als ik terugdenk aan die zomer, komt
het me zó onwerkelijk over. Zoals een
droom, een nachtmerrie."
Je houdt dus vol niets genomen te
hebben dat verboden kon zijn. De do-
Pedro Delgado: M'n conditie is nog nooit zo goed geweest
pinglijst van de UCI (de Internatio
nale wiélrenunie) spreekt dat niet te
gen. Maar wat is jouw opvatting over
zuivere sport bedrijven, over het ge
bruik van dat soort middelen.
Pedro Delgado: „Mijn geval heeft
veel verwarring veroorzaakt, omdat
het product voorkwam op de do-
pinglijst van het Olympisch comité
en niet van de wielrenunie. Het is
dringend gewenst, dat zulke misver
standen uit de wereld worden ge
ruimd. Er moet een dopingreglement
komen dat voor alle sporten gelijk is.
Het is belachelijk dat iedere sport
bond in dopingzaken zijn eigen regel
tjes hanteert. Wij, de renners, willen
ook zekerheid hebben: over welk
middel verboden is en welk niet. En
onderscheid maken in verschillende
sporten is ongeloofwaardig."
Voor jou geldt dus: wat niet verboden
is, dat neem ik?
Pedro Delgado: „Ik kies niet zelf de
produkten uit die ik neem. Mijn
teamdokter weet welke middelen
goed zijn voor mijn gezondheid. In
hem heb ik een grenzeloos vertrou
wen, want hij weet meer van de mate
rie dan ik. Wat hij me aanbeveelt, dat
voer ik uit."
Maar dokter Bellocq, de arts die vo
rig jaar het produkt gaf dat voor zo
veel opschudding zorgde, is niet je
teamdokter.
Pedro Delgado: „Neen, hij is de per
soonlijke arts van mijn ploeggenoot
Dominique Arnaud en is inmiddels
een goede vriend van me geworden.
Hij gaf me destijds het middel, omdat
ik het nodig had en niemand het me
zo snel kon leveren als hij."
Heb je niet het gevoel dat topsporters
zoals jij heel afhankelijk zijn. Je ver
trouwt je lichaam toe aan de ploeg-
dokter,je traint volkomen volgens de
methode die door een professor sa-
mensgesteld is en die ook geldt voor
topatleten.
Pedro Delgado: „Ik accepteer die
mensen en ik vertrouw ze, omdat ze
dagelijks met dat vak bezig zijn. Ze
beheersen het tot in alle details en
zijn voor mijn sportieve carrière be
langrijk. Het blijkt tot nu toe uit al
les dat ze me perfect begeleiden."
Jij hebt het concentreren tot een
kunst verheven. Zelden zijn er ren
ners geweest, die zich zo op een wed
strijd kunnen voorbereiden. Met de
hulp, ook nu weer, van een professor,
zo wordt beweerd.
Pedro Delgado: „Ik ken inderdaad
een professor, die is gespecialiseerd
in sofrologie: je kan het een soort
denktherapie noemen, waarin de
concentratie centraal staat. Het is
bedoeld om volkomen geconcen
treerd ergens naartoe te leven, dus in
mijn geval naar een wedstrijd. Je
leert dingen die niets met dat ene
doel te maken hebben uit je gedach
ten te verbannen. Ik heb maar enkele
uren doorgebracht in de praktijk van
die professor. Hij vond dat ik het niet
nodig had. Ik ben van nature, zo zei
hij, een zeer evenwichtig mens, die ei
genlijk nooit problemen heeft. Sofro
logie is voor mensen met een innerlij
ke onrust, die er geestelijk onderdoor
dreigen te gaan. Ik kwam er bijvoor
beeld terecht via een oom, die ernsti
ge problemen binnen zijn gezin had.
Voor veel wielrenners zou sofrologie
een zinvolle therapie zijn. Ik heb het
niet nodig."
Terug naar de Tour de France, de
kansen, het parkoers.
Pedro Delgado: „Ik ben er dagelijks
mee bezig, omdat de wedstrijd veel
meer aanspreekt dan de rest. De
Tour is hét gebeuren, ik zou hem dol
graag nog een keer winnen. Daar was
alles tot nu op gericht in onze ploeg.
Kanshebbers? Normaal gesproken
maar drie of vier: Fignon, Parra,
Rooks en ikzelf."
En het parkoers?
Pedro Delgado: „Het lijkt wel alsof
het voor mij is gemaakt. Ik heb de
tijdritten het liefst zo lang mogelijk,
de bergetappes heel kort. Ze hebben
vergeleken met vorig jaar naar me ge
luisterd, lijkt het wel. Ik denk, eerlijk
gezegd, dat ik kan winnen."
Wat doe je buiten het seizoen eigen
lijk, behalve wielrennen?
Pedro Delgado: „Ik geniet veel van
het leven, ga op vakantie. Tenminste
één maand, in de winter, raak ik mijn
racefiets niet aan. En ik probeer zo
veel mogelijk andere sporten uit:
zwemmen, lopen, skiën, langlaufen,
triathlon. Het klinkt gek voor een
Spanjaard, maar ik heb dit voorjaar
voor het eerst een stierengevecht in
het echt gezien. Ik vond het op televi
sie altijd verschrikkelijk wreed, maar
als je zelf in het stadion zit, is het best
mooi. Het sfeertje, het meeleven van
het publiek, dat maakt er een prach
tig spektakel van. Misschien word ik
nog wel eens toreador, als ik gestopt
ben met wielrennen..."
En behalve sporten?
Pedro Delgado: „Ik woon alleen in
de winter samen met mijn vriendin
in Segovia, m'n geboorteplaats, 's
Zomers, als ik veel moet reizen en
weinig tijd heb, leef ik in een ander
huis, in Madrid."
Gert-Jan Theunisse werd vorig jaar door een onverkwikkelijke dopingzaak de
martelaar van het wielervolk. De 26-jarige, met lange haren getooide profren
ner van PDM riep de schande van de 75e Tour de France over zich uit, maar
werd tegelijkertijd als een held bejubeld.
Duizenden mensen scandeerden na de Tour, waarin hij door een onmenselijk
hoog testosteron-gehalte positief was bevonden, zijn naam in de criteriums.
Gert-Jan Theunisse was onschuldig, zo heeft hij zelf altijd volgehouden en velen
geloofden hem op zijn woord.
Het volk schaarde zich achter de held van het hooggebergte, achter de beschei
den, maar zo talentvolle renner uit Oss. Te meer ook omdat de Tourwinnaar
Pedro Delgado, wel zogenaamd vrijuit ging.
Gert-Jan Theunisse geboren op 14-1-1963gaat vanaf volgende week in de 76e
Tour de France op zoek naar revanche en vooral eerherstel. Hij is één van de
kopmannen in de sterke ploeg van PDM.