PZC
SCHOOLVOORSTELLINGEN
iemand
je niet hallo
SOLO-TONEEL
de drang van
jos de jonge
vrijdagkrant
film in aanbod schoolvoorstellingen
13
VRIJDAG 23 JUNI 1989
ersoon
fantasie
indruk
autobiografisch
improvisatie
Nee!", gilt een meisje
lacherig verschrikt,
anneer de acteur Wijnand
tomp de schijn wekt dat hij
;eziek is geworden en zich
iet bolle wangen en
itpuilende ogen tot de eerste
j wendt. „Ik heb het alweer
igeslikt", stelt hij de kinderen
trust. Leerlingen van de
roepen 4 tot en met 6 van de
lissingse Theo Thijssenschool
eleven hun jaarlijkse
ihoolvoorstelling. Het
avermijdelijke geroezemoes
ourt maar kort, dan heeft
iomp hen in de ban van de
/onturen van de Afrikaanse
lin Anansi, die zelfs de tijger
slim af is. De kinderen geven
lontaan adviezen om het
lodlot te keren en worden
ter daadwerkelijk bij het
iel betrokken, wat soms
merkelijke staaltjes van
ugdig acteertalent aan het
cht brengt.
(gelopen schooljaar werden in
teland 423 professionele
koolvoorstellingen gegeven
t het pakket dat het Zeeuws
leunpunt aanbiedt, 326 voor
basisscholen en 97 voor het
iortgezet onderwijs.
Daarmee worden zo'n 30.000
nderen bereikt, die over het
gemeen heel enthousiast
jn", weet Geert Overdam,
insulent podiumkunsten bij
:t Steunpunt, in weerwil van
negatieve publiciteit, dat
ngeren niet geïnteresseerd
raden zijn in kunst en dat in
:t algemeen nog slechts een
itegroep achter de televisie
mdaan te branden is om het
ieater te bezoeken.
:s leerlingen van de Theo
tiijssenschool zijn uitgeloot
n na afloop van 'Ik Anansi'
In zegje te doen. „Ik heb zo
lachen, het was zo grappig",
•engt de 10-jarige Roelien
raber als eerste haar
drukken onder woorden, „Al
«stemmetjes, hoe hij dat
led. En al die rare sprongen",
loral dat laatste vindt
stemming. „Die hoofden
iren ook heel apart", merkt
arian Lefeber (9) ernstig op,
In die kinderen die hij
tzocht.... Hadden zij ook iets
doen". Dit zestal behoorde
et tot de uitverkorenen, maar
it wordt niet als een gemis
varen, want het kijken alleen
lod al voldoende vermaak,
kvind het leuk als iemand
e alleen speelt soms kinderen
thet publiek haalt om mee te
len. Maar als ik er zelf zou
aan, kan ik mijn lach nooit
houden", spreekt de 10-jarige
inke van de Velde met
lfkennis. Met haar zusje
dsta (8) heeft zij al enige
varing opgedaan dankzij een
nte die hen zo nu en dan
aeneemt naar de schouwburg.
)'n voorstelling is eigenlijk
aker dan televisie, vinden ze
le zes. „Dan ontmoet je de
hte persoon die dat doet",
otiveert Marian, „Tegen
mand op tv kan je niet hallo
Sgen of zo". Kinderen die nog
et eerder een echt theater
nbinnen zagen, geven te
nnen daar wel trek in te
bben gekregen. En
hoolvoorstellingen zouden er
st meer mogen zijn dan één
baar. „Maar", snijdt Floris
acaré (10) even een ander
peet aan, „zelf spelen is
ituurlijk nog leuker". Dat
stigt de aandacht weer op de
teur. „ik vond het heel knap
hij het allemaal alleen
ed, dan de tijger en dan die
in weer". „En dat hij zijn
ouw nadeed", herinnert
ijsbert van Iperen (10) zich de
dreiging met de koekepan.
leb je eigenlijk veel
oefend?", wil Marian van de
■jarige van Curasao
komstige Wijnand Stomp
ton. „Als je goed wil oefenen,
°et je veel naar mensen
Iken. Soms doe ik mensen na
e ik gewoon een keer op
raat heb gezien", vertelt hij
•reidwillig, „De reacties van
1 kinderen zijn ook heel
Zangrijk. Eigenlijk heb ik
oefend met de kinderen,
jht het is elke keer anders, als
h ®,ee<d°en of lachen of niet
:hen". „Heb je hiervoor op
hschool gezeten", vraagt
arian door. Dat is even
Wijk. „Nee, daar had ik niet
,n°eg talent voor", zegt
'Wand met gevoel voor
'torstatement, „Maar ik vond
heel leuk om theater te
elen en ben zelf een opleiding
an doen, bij allerlei mensen
geweest. Zo heb ik mijn
>en lessenpakket
welgesteld. Op de
aaterschool moet je
Wijnand Stomp speelt de spin Anansi.
aangenomen worden, moeten
de mensen jou zien zitten".
„Maar je doet het wel goed,
vind ik", stelt Marian hem
gerust en de anderen
mompelen instemmend.
Waarom speelt Wijnand Stomp
voor de jeugd? „Kinderen gaan
het leukste mee in je fantasieën
en hoe ouder de mensen zijn,
deste moeilijker wordt het hen
mee te krijgen in een leuk
verhaal of een toneelstuk.
Kinderen zijn het spontaanste,
ook het moeilijkst, want als ze
iets niet leuk vinden, zeggen ze
dat". „Grote mensen houden
zich netjes", begrijpt Marian.
„Weetje wat die doen?",
reageert Wijnand, „Ze klappen
eerst in de zaal en fluisteren
dan in de foyer: nou, ik vond er
eigenlijk niks aan. Kinderen
zijn veel eerlijker".
„Wat volwassenen steeds
vaker en sneller dreigen te
vergeten, is dat fantasie een
belangrijk onderdeel is van je
mens-zijn, dat je niet alleen
maar hard moet werken. Een
beetje fantaseren hoort erbij.
Hoe minder toneelstukjes
kinderen op school zien, deste
serieuzer worden ze later. Dan
missen ze een relativerend
vermogen om mee naar de
wereld te kijken en te kunnen
zeggen: wat hij heeft gedaan, is
misschien niet zo erg, zonder
gelijk te beweren dat iemand
heel slecht of gemeen is. Want
dat doen volwassenen gauw".
„Zonder fantasie kan eigenlijk
niet, hè", concludeert Marian.
„Zonder fantasie kan je ook
niet leren rekenen", beaamt
Wijnand, „Want wie weet nou
zonder fantasie wat één en één
is? Dat is niks, dat is een
cijfertje en nog een cijfertje en
daar maken ze twee van".
Marian is helemaal bij de les:
„Net als centen, dat zijn
gewoon stukjes ijzer".
Daan van Tussenbroek (37),
onderwijskracht van groep 6,
laat ook zijn licht schijnen over
het belang van
schoolvoorstellingen: „Wij
proberen het doorsnee-pakket
uit te breiden met iets wat
meer inhoud geeft aan het
gebeuren. Met een kleinigheid -
want één keer in het jaar is niet
veel, al mogen wij ons gelukkig
prijzen dat dit in Vlissingen
mogelijk is - laten we de
kinderen kennis maken met
wat met een mooi woord kunst
heet. In dit geval was dat
theater, maar we proberen er
een beetje verdeling in aan te
brengen, de ene keer dans, de
andere keer muziek. Het is wel
roeien met de riemen die je
hebt, want in wezen zou je in
één jaar, ideaal gesproken, dit
allemaal in de aanbieding
moeten hebben". Rinke kan
daar helemaal in meegaan:
„Zoiets is maar een enkele keer
en naar de tv kan je altijd
kijken".
Wijnand Stomp heeft
ervaringen opgedaan in het
hele land. „De ene keer is de
school enthousiaster dan de
andere keer. Er worden hele
projecten naar aanleiding van
de voorstelling gedaan. Maar
soms ben ik in een school aan
het opbouwen en zegt een
leerkracht: oh, komt er een
voorstelling. Dat is pijnlijk en
schrik ik mij dood, want dan
denk ik dat we in de verkeerde
school zijn. En achterafhoor ik
ouders die hun kroost komen
ophalen: oh, was er
poppenkast. Alsof dat de enige
vorm van kindertheater is".
Daan van Tussenbroek
herinnert zich een
schoolvoorstelling van een
groep die nogal opmerkelijke
décors en requisieten
gebruikte. Na afloop
overspoelden de kinderen het
toneel en vroegen de spelers
het hemd van het lijf. Wijnand
heeft thuis stapels tekeningen
waarop kinderen hun
indrukken van de voorstelling
weergeven. „Maar ze vragen
ook: hoe krijgen jullie straks
die muur in de bus. Eens liep
een jongetje na de voorstelling
om dat décor-muurtje heen en
zei: hoe kan dat nou, ik dacht
dat hierachter buiten was. Die
had zo goed meegefantaseerd".
„Sommige kinderen", wil Rinke
wel even kwijt, „vinden het
best leuk, maar dan zeggen ze
dat ze er niks aan vinden
omdat ze een stoere bink willen
zijn". „Maar nu heb je geleerd
hoe je een stoere bink voor de
gek moet houden", verwijst
Wijnand naar de voorstelling.
„De tijger", associeert Floris
onmiddellijk.
„Zo'n voorstelling maakt
enorm veel indruk", heeft
Daan van Tussenbroek
ervaren, „Ze zijn er vol van en
het werkt heel lang door. Ik
heb voorstellingen
meegemaakt waar een
typische houding in
voorkwam. Maanden later zag
ik er eentje op het plein
precies zo springen als de man
in de voorstelling. Dat blijft
hangen op de een of andere
manier, daar wordt over
nagedacht".
Voorafgaande aan deze
voorstelling heeft hij vertelt
waar de Anansi-figuur vandaan
komt. „Het is toch iets uit een
heel andere cultuur. Daarom
hebben we er ook voor gekozen,
want de kinderen bij ons op
school worden daar niet zo snel
mee geconfronteerd".
„Had je gedacht dat het een
echte spin zou zijn?", wil
Wijnand weten. Floris neeg
inderdaad in die richting en
Rinke zegt: „Ik heb even
gedacht dat er zo'n spinnetje
over het toneel kwam lopen,
maar ik dacht hoe kan iemand
zich zo klein maken?". „Het is
leuk als je respons krijgt van
een kind dat goed kan
fantaseren, dat lekker
meespeelt, dat is prachtig",
meent de acteur, die 120
voorstellingen in negen
maanden moét draaien om
brood op de plank te hebben,
„Maar ik mag kinderen niet
gebruiken om mijn spel beter te
maken, ik mag niet mijzelf
boven het kind plaatsen ten
koste van het kind. Je moet de
ruimte creëren dat Ze naar je
toe komen, dat er geen muur
tussen zit".
Geert Overdam is inmiddels
druk in de weer om het
voorstellingenpakket -
variërend van toneel, mime,
clownerie, dans en muziek tot
theater met poppen en als
nieuwtje kinderfilms - voor het
komende schoolseizoen samen
te stellen. „Zolang wij er in
slagen voorstellingen neer te
zetten die aansluiten bij de
belevingswereld van de
jongeren, blijkt dat ze wel
degelijk geïnteresseerd en
enthousiast zijn. Je moet
proberen hen op een bepaald
niveau te krijgen. Dat is de
functie van theater voor
scholen, dat ze met vader en
moeder naar de schouwburg
willen, dat ze beseffen dat er
nog iets anders is naast de tv".
Bij de gemeenten, die het geld
op tafel moeten leggen voor de
schoolvoorstellingen,
constateert Geert een
toenemende bereidheid. In
weerwil van de bezuinigingen
blijven de budgetten gelijk of
vertonen zelfs een lichte
stijging, zoals in Kapelle, Veere,
Sluis en Wissenkerke. Hoewel
er ruim tweehonderd scholen
bereikt worden, maken niet alle
Zeeuwse gemeenten gebruik
van de diensten van het
Steunpunt. „We hebben geen
tijd voor zendelingenwerk",
betreurt Overdam, want
scholen in gemeenten die niet
willen betalen, zijn vaak best
geïnteresseerd. „Dit hoort thuis
in het onderwijspakket, net als
de rekenmethode".
„De voorstellingen kunnen
ertoe bijdragen dat de
verwondering geprikkeld
wordt. Jozef van den Berg zei
eens: als je niet weet datje als
klein kind koning was, word je
later een heel vervelend groot
mens. Daar zit veel in, want het
is en verarming als je niet op de
een of andere manier wordt
geprikkeld om met je fantasie
bezig te zijn. Ik heb de ervaring
dat dat heel veel met je kan
doen". Wijnand Stomp besluit:
„Je kan natuurlijk een keertje
heel erg nodig moeten plassen,
maar als er bijna niemand naar
de wc hoeft, denk ik dat de
voorstelling aardig is
geslaagd".
FRANS P. J. DOELEMAN
Acteur Wijnand Stomp middenna afloop van de voorstelling in gesprek met enkele leerlingen van de Theo Thijssenschool, vlnr Rinke van
de Welde, Roelien Braber, Marian Lefeber, Floris Macaré, Gijsbert van Iperen en Krista van de Velde.
Jos de Jonge (links) met bedelklomp en Johan Sinke met trompet.
Jos de Jonge waagt zater
dagavond de sprong in het
diepe. Dan brengt hij in het
Mini-theater in Middelburg
de première van zijn pro
gramma 'Bestaan', dat het
beste omschreven kan wor
den als een eigenzinnige
vorm van solo-toneel met ca
bareteske uitstapjes. „De
drang is er gewoon. Ik wilde
dit een keer doen en nu valt
het plotseling uit de lucht,
voor mijzelf ook", zegt de
Middelburger, die in 1947 tus
sen Haamstede en Renesse
werd geboren, op de grens
van klei en zand.
„Zo'n twintig jaar geleden ben
ik al begonnen met het note
ren van gedichtjes en situa
ties, met het idee die ooit eens
in literair opzicht te gebrui
ken. Het schrijven van een ro
man leek mij niet zo geweldig.
Mijn teksten zijn voor mij een
verwerking van dingen die ik
ervaar. Die wil ik aan mensen
laten horen en daarom heb ik
voor een toneelmatige aan
pak gekozen".
Jos de Jonge speelt Jozef Olie
mans, een man van tegen de
vijftig, die terugkijkt naar het
verleden, vervolgens in het he
den nog even de bink probeert
uit te hangen, maar daarin
abrupt wordt afgestopt. Dat
maakt hem bewust van de
toekomst, waarin hij welis
waar niet meer de bink kan
spelen, maar die hij wel met
enig élan tegemoet treedt. Jos
de Jonge bekijkt het leven
vanuit de middenpositie van
iemand tussen de veertig en
vijftig. Aan de hand van deze
rode draad toucheert hij ver
schillende onderwerpen, zoals
de situatie tussen man en
vrouw, de superieur versus de
ondergeschikte met de paraaf
als symbool van de macht,
vrijheid en onvrijheid en het
vrouwvriendelijk beleid. „Het
is een geordende collage met
vrij natuurlijke overgangen".
„Ik heb alles zelf geschreven,
dus ik denk dat het verhuld
autobiografisch is. Maar er
zitten ook dingen in die ik te
genkom of die überhaupt
niets met mij te maken heb
ben. De ideeën liggen niet al
leen op straat, maar ook in je
contacten. Het gedicht 'Her
inneringen' is echter sterk au
tobiografisch. Oorlogsherin
neringen, hoewel ik de oorlog
niet heb meegemaakt, maar
mijn ouders moesten die tijd
wel verwerken en ik daar
door ook voor een deel. En de
watersnoodramp van 1953.
Wij woonden letterlijk op de
rand, de vloed kwam tot in
een boomgaard tegenover
ons huis".
Na de ulo in Zierikzee ging Jos
de Jonge naar de christelijke
kweekschool in Middelburg
en werd in 1969 onderwijzer in
Driebergen. „Ik wou de pro
vincie uit. Een leraar op de
kweekschool zei: als jullie in
Zeeland zijn opgegroeid en
jullie blijven hier hangen, dan
ben je eigenlijk een zak, want
je moet eens buiten je eigen
grenzen kijken. Dat heb ik
goed in mijn oren geknoopt".
Hij behaalde het diploma
MO-A Nederlands en ging les
geven op een middelbare
school in Utrecht. Langzaam
maar zeker begon de volwas
senenopleiding hem steeds
meer te trekken. Hij hield zich
vanaf 1974 onder meer bezig
met training van bedrijfska-
der en ondernemingsraden en
sinds 1982 is hij in dienst bij de
PZEM als coördinator oplei
dingen.
Over zijn creatieve activitei
ten vertelt Jos: „Op de mid
delbare school speelde ik wel
mee in toneelstukjes op
schoolavonden, maar daarna
heb ik er jaren niets meer aan
gedaan. Behalve op familie
feestjes en dat sloeg altijd erg
aan. Ik ben weer tot toneel ge
komen, nadat ik een aantal ja
ren bij het volksdanstheater
Vranje in Vlissingen had ge
danst. Een collega op kantoor
zette mij op het spoor van de
theaterspeelwinkel MagaZijn
van Ans Schilders, die mij er
toe bracht een drempelcursus
te volgen".
Van het een kwam het ander.
Bij de groep Splijtzwam nam
hij deel aan een eenmalig pro
ject. Maar veel verder reikt
zijn podiumervaring niet. Een
solo-voorstelling lijkt dan ook
een gewaagde onderneming.
„Uit hoofde van mijn beroep
heb ik jarenlang voor groepen
gestaan, cursussen over com
municatieve vaardigheden
gegeven en die leken nooit als
twee druppels water op el
kaar. Je raakt gevoelig voor
de wisselwerking met een
groep. Dat merk ik ook in de
acts die ik breng. In het pu
bhek vind ik een enorm stuk
inspiratie. Als er aandacht is,
als iemand iets herkent, proef
je dat en in je manier van spe
len kan je daar op ingaan. Ik
heb wat dat betreft geen angst
om driekwartier zinvol bezig
te zijn".
„Als je stof op de cursisten
wil overbrengen, moet je zor
gen dat het boeiend is, dat er
humor in zit. Qua presenta
tietechniek liggen er raak
vlakken met het theater. In
mijn werk moet ik over im
provisatietalent beschikken.
Het grootste voordeel daar
van is, dat als er iets fout gaat
op het toneel, je niet dichts
laat, maar daaruit een nieu
we situatie creëert en dan
kom je wel weer waar je we
zen moet. Het gevaar is echter
dat je vanuit die ervaring als
cursusleider belerend of
schoolmeesterachtig bezig
bent. De winst van het
werken met de dramadocent
Jimmi van der Zanden, die de
eindregie doet, is dat hij van
dat belerende een stuk lek
kerder toneel weet te maken
in zijn adviezen. Over stukjes
die wat compact waren zei
hij: zonde dat je dat zo laat,
bouw dat uit, maak daar eens
wat meer van. Dat doe je dan,
in combinatie met die afge
stopte trompet".
„Toen ik aan het schrijven
was, had ik al een beetje een
beeld van hoe het worden
moest. Ik heb gedacht aan de
mogelijkheden van een saxo
foon of een klarinet, maar het
liefste wilde ik een afgestopte
trompet. Dat vind ik gewoon
een mooi geluid, met humor,
maar soms ook erg rauw. Jo
han Sinke, die bij de PZEM
werkt als fotograaf, speelt
trompet en ik heb gevraagd of
ik van zijn diensten gebruik
mocht maken. Hij schrijft ook
wel eens gedichten en voelt de
sfeer van mijn programma
aan. Dat heb je nodig bij dit
soort stukjes, dat een muzi
kant niet recht toe recht aan
speelt, maar met inleving. Li
ve muziek geeft net die extra
dimensie, zorgt voor goede
overgangen. Het pept mij ook
op en daagt mij uit. Ja, Johan
levert een heel functionele bij
drage die ik niet zou willen
missen".
„Mensen die mij kennen heb
ik gewaarschuwd dat 'Be
staan' beslist niet te vergelij
ken is met wat ik vorig jaar
voor de verkiezingen van de
ondernemingsraad deed. Dat
was twintig minuten cabaret,
met een jazzcombo, teksten
en liedjes waarin de werkne
merskant werd gepakt en ver
volgens directeur Tiktak en
gedeputeerde Don op de kor
rel werden genomen. Dat was
dikke pret met z'n allen".
Jos de Jonge hoopt dat het
niet bij de première van zater
dag blijft, maar dat hij zijn
programma in de toekomst
vaker voor het voetlicht zal
mogen brengen. „Ik heb ver
trouwen in de thema's en de
manier van brengen. Als de
spanning er eenmaal is en ik
sta op dat toneel, dan moet
het gewoon, dan gaat het lo
pen. Mijn enige angst is dat er
met de timing iets mis gaat:
als ik maar op tijd met dat
klaar ben, want dan moet ik
daar zitten, anders is de gein
er vanaf'.
„Eén van mijn motieven om
toneel te spelen, is dat ik er
voor mijn vak weer ontzet
tend veel van leer. Het mes
snijdt aan twee kanten. Maar
mijn hoofdmotivatie is, dat ik
gewoon op die Bühne wil
staan, op dat podium. Dat
vind ik gewoon lekker...en
eng".
FRANS P. J. DOELEMAN
('Bestaan' is zaterdagavond te
zien in het Mini-theater in Middel
burg, gevolgd door het program
ma 'Moet ik hier blij mee zijn' door
de cabaretgroep Handje Peper
muntje
Het Zeeuws Steunpunt heeft het aanbod
aan schoolvoorstellingen voor het ko
mende seizoen - naast toneel, dans, muziek en
dergelijke - verrijkt met kinderfilms. Dit ge
beurt in samenwerking met het landelijk Ci-
nekid-festival in de Meervaart in Amstelveem
en de Stichting Filmtheaters Middelburg. De
Zeeuwse hoofdstad is één van de weinige
plaatsen in Nederland waar een deel van de in
de Meervaart vertoonde films ook te zien zal
zijn. Negen van deze films kunnen door scho
len elders in de provincie aangevraagd wor
den voor vertoning in een nabijgelegen bio
scoop.
In het Schuttershoftheater in Middelburg wor
den 11, 12 en 13 oktober acht filmvertoningen
voor scholen gegeven. In de daarop volgende
herfstvakantie speelt de Stichting Filmthea
ters in het zelfde theater in op het Cinekid-festi-
val door tot en met 18 oktober de betere kinder
film in het programma op te nemen. Het betreft
voornamelijk films waar de jeugd zich mee kan
identificeren en waarin kinderen in veel geval
len de hoofdrol spelen.
De films die het Zeeuws Steunpunt aanbiedt,
zijn verdeeld in drie categorieën: voor 4- en 5-ja-
rigen, voor 6- tot en met 8-jarigen en voor 9- tot
en met 12-jarigen. Basisscholen buiten Walche
ren die niet in de gelegenheid zijn naar het
Schuttershoftheater te komen, kunnen in het
kader van de schoolvoorstellingen films aan
vragen. Het Steunpunt zoekt dan een filmthea
ter in de buurt voor vertoning, want het is juist
de bedoeling dat de kinderen de rolprenten
kunnen bekijken op grootbeeld en niet op een
klein schermpje in een slecht verduisderd klas
lokaal.
v