bofills paleizen
voor de kleine man
DE ONTWIKKELING
VAN DE PARIJSE
SATELLIETSTEDEN
huur
VRIJDAG 7 APRIL 1989
raadsel
grandeur
origineel
uitgang
urbanisatie
.11
""poeristenland voor ingewijden zijn de vijf 'nieuwe steden' die
sinds 1965 dicht aan de rand van Parijs ontstaan. Bedoeld
om het hoofd te bieden aan de geboorte-explosie van die jaren
en om de voorspelbare roofbouw op de landelijke gordel rond
de hoofdstad tegen te gaan, werden de van staatswege
gestructureerde nieuwe steden een openluchtmuseum van de
modernste architectuur. De autoriteiten lieten hun gebruikelijke
chauvinisme varen en gaven ook buitenlandse architecten de
kans op deze speelweiden van de jaren '60 en '70 hun fantasie
uit te leven.
En nu, tegen de jaren '90, is het beeld van de 'nieuwe steden'
zo goed als compleet. Onze correspondent in Parijs bezocht de
oostelijk van Parijs gelegen nieuwe stad Marne-la-Vallée, waar
architecten en amateurs zich vergapen aan de
nonconformistische woonblokken van de Spanjaarden Ricardo
Bofill en Manoio Nunez.
De opdracht tot het
ontwikkelen van deze
satellietsteden werd gegeven
aan semi-staatsinstellingen,
die de braakliggende gronden
ontgonnen en bouwrijp
maakten om ze vervolgens te
verkopen aan bonafide
bouwondernemers, die hun
architecten aan de gang lieten
op basis van schematische
voorwaarden, zoals die door
zo'n 'établissement public
d'aménagement' waren
gesteld. In Marne-la-Vallée
werd onder meer een beroep
gedaan op de Catalaanse
Ricardo Bofill en zijn 'Talier
de Arquitectura', dat wil
zeggen zijn architecten-atelier.
Tot de leerlingen en
deelgenoten aan dit atelier
behoorde ook Manoio Nunez,
die in een later stadium voor
zichzelf begon, al was zijn
bijdrage aan Marne-la-Vallée
bijna nog origineler dan die
van Bofill zelf: het
zogenaamde Picasso-plein met
zijn twee rechtopstaande
molenstenen dan wel ronde
honingraten, die nu in de
volksmond de 'camemberts'
worden genoemd.
Maar eerst Ricardo Bofill.
Voorop moet staan dat hetgeen
hij in opdracht voor Marne-la-
Vallée ontwierp bestemd was
voor de kleine man. En moet
duidelijk worden gesteld dat de
wilde fantasieën die hij bouwde
beslist niet duurder uitkwamen
dan de grauwsluier aan
miserabele betonbouw die al
die onbeduidende Franse
architecten inmiddels over
Frankrijk hebben gelegd.
Integendeel zelfs, wordt van
bevoegde zijde verklaard. Het
gigantische stripverhalenpaleis
uit de wereld van de
Marsmannen dat naar de
welklinkende naam Palacio
Ricardo Bofill: bewoonde Are.
d'Abraxas luistert is in feite
niet meer en niet minder dan
wat hier HLM's worden
genoemd, dat zijn vrij vertaald
woningwetwoningen en
letterlijk vertaald 'woningen
met een beperkte huur'. De
meeste mensen die, uit Parijs
komend, hier een toevlucht
hebben gevonden, betalen dan
ook meestal niet meer dan zo'n
duizend francs (omgerekend
330 gulden) in de maand. Het
Theater daarentegen bestaat
niet uit 'HLM's. De
appartementen zijn er te koop
of te huur. De ruime flat met
een prachtige woonkamer met
uitzicht op de vallei van de
Mame in de richting van Parijs,
met twee badkamers en twee
slaapkamers, zoals de besnorde
man met zijn hond die aan het
verven was, kost hem
vierduizend francs (1350
gulden) in de maand. Om zo'n
flat te kopen moetje ruim
1.200.000 francs op tafel kunnen
leggen. Dat lukt je dan alleen
wonen
Een man met een snor zit op
ffin knieën en verft de
muur in zijn gang. Öe roller
gaat kieverig-smakkend op en
neer, een hond luistert
aandachtig toe, schijnbaar
Ejö&id in een vlek zonnelicht.
Uit de portable radio op het
tinï-tot-wand tapijt, verloren
[êhtir de nog scheefliggende
loekenkasten, komt
larok'nuziek. Miljoenen
jnisfarlers werken op deze
nanier aan het huis dat ze
;aan bewonen. Toch verkeren
uist t ze man met de snor en
Ie hond in een heel bijzondere
positie. De man heeft een
ippartement gehuurd in het
theater recht tegenover het
||Kio d'Abraxas' van de
ïatalaanse architect Bofill.
Toch woont hij niet in het
(pjjme van de
Böaïsappelbomen en de
pgïnen. De man die zijn huis
verft voont in Marne-la-
Vallée, een nieuwe
«tijietstad aan de Oostkant
vanSarijs.
Bofill: bijdrage aan Marne-la-
Vallét is al zo beroemd
jeworrien, dat er iedere dag
jpnieuw honderden toeristen
met fototoestellen
BÉBwerven. En die niets
iever zouden willen dan bij al
die vreemde Marsbewoners van
ffiMs wereld naar binnen
Sm®. Door al die ruiten van
zijn fiats die het Theater
worden genoemd, kun je nu
juist helemaal niet naar binnen
den, maar wel naar buiten, wat
deindruk van een onneembaar
^Hel versterkt. Daar werkt
iet be ld van de korte,
ïalfiro erkers nog aan mee
die, zich als maar opstapelend,
netzo lang omhoog lopen tot ze
uit de verte de indruk wekken
van gigantische pilaren.
Toch heeft de nu bijna 50-jarige
Catalaanse architect al die
ramen niet glimmend gemaakt
om de inwoners tegen
nieuwsgierige blikken te
bekennen. Architecten van
zijn formaat denken minder
aan dmensen die in hun
scheppingen moeten wonen,
dan aan hun scheppingen zelf.
Hij heeft de ramen van de
halfronde gevelrij, die het
Theater heet, glimmend
jjemaakt omdat ze zullen
Hjffien en het licht zullen
gsffleaatsen op zijn 'Are de
Triomphe' op het middenveld
en op het 'Palacio d'Abraxas'
pachter.
Ribgrdo Bofill is een speler.
Hijiet zijn architectuur als
een sj I. En hij hoopt dat de
mensen die in zijn gigantische
poter-dan-de-mens-
constructies appartementen
kopen of huren met zijn spel
mee willen doen. Willen ze
dat? t >p deze vraag is het
antwoord al gegeven. Dat
uitwoord stelt bovendien
iedereen die Frankrijk en de
Fransen denkt te kennen voor
een o ïoplosbaar raadsel.
Stefter nog: het slaat alle
fundamenten onder zijn goed
in elkaar getimmerde
spvai tingen weg. Ja: de
Fransen vinden het prachtig
om deel te hebben aan Bofills
paleizen voor de kleine man,
aanzijn hoog boven alles
uittorenende duistere
fortificaties, aan zijn
gekofferde' gangen zo hoog als
vroeger in de Romeinse
kadhuizen, aan zijn
dassisistische tierelantijnen
tegen de hemelbestormende
muren met zijn honderden
Wéfflc, vierkante ramen,
inspringend, uitspringend,
[•verhangend, zich
verschuilend achter luifels en
pilaren.
Die A c de Triomphe op het
middenveld tussen het Theater
®n her' Palacio d'Abraxas en
dat allemaal in Marne-la-Vallée
- is geen loos gevaarte van
steen deze Are wordt van top
tot teen bewoond. Achter de
raampjes hangen gordijntjes,
een enkeling hangt er de was
mt, een ander zijn geranium.
ilia 0 is Catalaan, net
ais Salvador Dali dat was. Hij is
een fantast en ook wel een
h wÜe een opschepper. Fransen
nebben weinig fantasie, maar
opscheppen kunnen ze beter.
ze hebben een enkele
aroom Die droom heet
Versailles. Nadat ze de laatste
die in Versailles woonde
Bijlen onthoofd, kregen ze
aarpraktisch meteen al spijt
jan. Ze bedachten allerlei
smoezen om onder het mom
Rechte revolutionairen de
I n,„01rf van de monarchie toch
i doen herleven. De
inruilen, slingers en
cartoonist Sempé worden
afgebeeld in hun strijd tegen
wolkenkrabbers, stalen stoelen
en cafés met geprefabriceerde
wildwest-interieurs.
Toch blijkt uit interviews en
gesprekken steeds weer dat de
Fransen in Bofills droomstad
van Marne-la-Vallee zich er
opperbest op hun gemak
voelen. Spelen ze mee? Nee:
het is niet uit gevoel voor
humor dat ze zich er thuis
voelen. Het is eerder een sinds
de Lodewijken en Napoleon
Bonaparte nooit uitgewist
gevoel voor 'grandeur', dat hen
vleugelen geeft. Welke
architect bouwt er 'tempels
voor de gewone man'? Dat is
Bofill en het lukt hem iedere
keer weer. Wat allemaal niet
weg neemt dat de toerist die al
in een eerder stadium de
fascisten-architectuur van
Mussolini in Italië heeft
gezien, of de blauwdrukken
van Hitiers hofarchitect Albert
Speer, af en toe de rillingen
over de rug lopen.
Wat voor Bofill een ernstig spel
met elementen uit een toch niet
herhaalbaar verleden is, is voor
zijn leerling Manoio Nunez een
frivool spel dat niet wordt
gehinderd door herinnering.
Nunez kwam al op zijn 18e op
het 'Taller' van Bofill aan.
Zoals Bofill zelf over hem
schreef in zijn TArchitecture
d'un homme': 'Hij heeft een
buitengewoon rijke verbeelding
en een totaal gebrek aan
algemene cultuur'. Nunez
repareerde fietsen en deed aan
toneel. De beide 'camemberts'
die hij voor Marne-la-VaUée
maakte lijken inderdaad
'nergens op'. De indruk die ze
maken is zo origineel dat zelfs
de verwendste toerist niet kan
tegenhouden dat zijn mond er
bij openvalt. Dit gedeelte van
de Ville Nouvelle bestaat
bovendien geheel uit HLM's,
die voor het overgrote deel
worden bewoond door
immigranten uit
Centraalafrika.
Het spelelement heeft Nunez er
bij geleverd in de vorm van
grasvelden en wandelgangen,
die zich hebben ontwikkeld tot
een kinderparadijs. In geen van
de Villes Nouvelles hebben de
inwoners last van
automobielen, die overal keurig
aan de rand in garages worden
afgeleverd. Toch zijn de
grasvelden vaak niet meer dan
platgetrapte aarde en stinken
Nunez' elegante wandelgangen
naar urine, ondanks de zwierige
Jugenstilpootjes, waarop de
arcaden rusten.
Een dorpscentrum kent een
Ville Nouvelle als Mame-la-
Vallee niet, of het zou dan het
in ons land in die vorm geheel
onbekende Centre
Commerciale moeten zijn, met
zijn HO winkels, een
postkantoor, een Maison de la
Presse en geplastificeerde bars
waar je een opgewarmde
croque-monsieur kunt krijgen,
Ook dat is een misvatting over
de Fransman: de
kleinschaligheid van zijn dorp
kan hem gestolen worden, de
Versailleske vormen van de
supermarché trekken hem
eerder aan.
Ondanks Bofill en Manoio
Nunez zoek ik zelf na een dag
van dolen door het Palacio
d'Abraxas en langs de voeten
van de 'Camembert'
claustrofobisch naar de
uitgang uit dit gruwelijk-
speelse maanlandschap. En het
is er ineens, als de bevrijdéiide
wekker na een nare droom:
achter het tweede stoplicht
rechts doemt aan het eind van
de nieuwbouw een echt oud
vergaan en scheefhangend
boerenhuisje op. De weg buigt
naar links en daar is de oude
vertrouwde Grande Rue van
Nogent-sur-Mame met een
echte slager en groenteboer, op
iedere straathoek een bar-
tabac en de Mairie met trots
onder zijn daklijst het Liberté,
Egalité, Fratemité.
Auto's rijden waar ze niet
mogen, je stikt er in de
benzinedampen, rent voor je
leven en schuift ludiek een in al
zijn voegen naar drank ruikend
café binnen. We zijn weer terug
in het land waar ieder mens
recht op heeft.
RUDOLPH BAKKER
Manoio Nunez: Picasso-plein.
Een van de 'camemberts' van Nunez aan het Picasso-plein.
tierelantijnen die je in Franse
woonkamers terugvindt op het
behang, de lampekappen, de
luie stoel van papa, de
beddelampjes en de
beddesprei, zijn allemaal
dierbaar - en niet altijd met
veel smaak - gekopieerde
resten van wat Versailles in al
zijn glorie betekend had.
In het midden van de jaren '60
vond de toenmalige president
De Gaulle dat de anarchie in
het Parijse wonen en leven
dusdanige vormen aannam, dat
er maatregelen moesten
worden genomen om een totale
ontploffing van die
mensenmassa tegen te gaan.
Hij benoemde een hoge
ambtenaar van Staat, die Paul
Delouvrier heette, tot de
algemene oplosser van alle
problemen. Delouvrier deed dat
zo goed dat hij enige jaren
geleden uit handen van Prins
Bernhard de Erasmus-prijs
kreeg uitgereikt voor zijn
prestaties op het gebied van de
urbanisatie. Hij maakte onder
andere de plannen voor de
Parijse rondweg, de
Péripherique, en hij ontwierp
een gordel van satellietsteden
rond de hoofdstad, die villes
nouvelles(nieuwe steden)
werden genoemd. Delouvrier
vertelde me eens dat hij na een
bezoek aan Engeland en aan
wat daar de 'slaapsteden'
worden genoemd, een heilige
eed zwoer dat in zijn
slaapsteden niemand in slaap
zou vallen, wat om te beginnen
al betekende dat ze veel dichter
bij Parijs zouden moeten liggen
dan de Engelse van Londen.
Marne-la-Vallée is de grootste
van deze satellietsteden. Ze
omvat 15.000 hectaren en zes en
twintig gemeenten. Bovendien
bevindt zich straks op haar
gebied het gloednieuwe Franse
Disney-land.
nog als je bekend of bevriend
bent met de vorige eigenaar of
de directeur van de firma die de
appartementen verhuurt of
verkoopt.
Bofill heeft ook in andere
satellietsteden gebouwd, onder
meer (later) in St. Quentin-en-
Yvelines en daar ontstond een
bijna-kopie van Versailles, met
klassieke theehuizen en een
heuse vijver incluis. In Marne-
la-Vallée werden de relaties
tussen de gewone man en zijn
gedroomd decor nog verder uit
elkaar getrokken. De
hoofdgang in het Palacio
d'Abraxas is zo hoog en de
wanden komen er zo dreigend
op je af, dat de man met zijn
stokbrood en zijn plastic-zak
met het merkteken van het
belendende warenhuis, zoals
die op weg is naar een van de
grauwe deuren waarop zijn
sleutel past, de indruk maakt
van een mier. Sterker nog: hij
lijkt op een van die oerfranse
Fransen, zoals die door de