PZC Wil Cijsouw: trainen met een elastiekje ...ik dacht: shit, een gezonde goser die niets meer kan. sport toppers van weleer 18 DINSDAG 28 MAART 1989 Belijdenis Records Waterrat Sportpsycholoog Diepvries Zo gezegd Lukassuhpjé Lingerie En toen Vreugde SYDNEY (ANP) - Het Nederlands ijs- hockeyteam is terug in de B-groep. Oranje werd zondag in het Mac Qua- rie-stadion in Sydney C-wereldkam- pioen door de overwinning met 8-3 op Joegoslavië. De fors uitgevallen zege kreeg in de tweede periode gestalte toen Nederland binnen zes minuten van 2-1 naar 7-1 uitliep. Het duel tussen Nederland en Joego slavië was doorslaggevend voor de promotie. Beide landen waren in het warme Sydney een klasse apart. De Joegoslaven hadden een sterke ope ning, maakten indruk met verplette rende overwinningen, maar vielen te rug naarmate het toernooi vorderde De Nederlandse ploeg deed het precies andersom, startte matig met enkele kantje-boord zeges en kwam in het verloop van de zevendaagse steeds be ter in vorm. Dat toonden de triomfen tegen Honga rije en China reeds aan. In die duels kwam de doelpuntenmachine op gang en tegen Joegoslavië werd die lijn voortgezet. Risto Mollen van Smoke Eaters uit Geleen werd de grote man met vier doelpunten. De overige doelpunten kwamen naam van Collard, Berteling, Louwers en Wensink. Aan de basis voor de over winning stond het sterke powerplay van de Nederlandse ploeg. Vier van de zes doelpunten in de tweede periode kwamen voort uit een numerieke meerderheid. Daarnaast was het 'penaltykilling' goed verzorgd bij Nederland. De ploeg kreeg 34 strafminuten, inclusief de 10 minuten straf voor Johan Toren van Groningen. Twee keer stonden de Joe goslaven met vijf man op het perfecte ijs tegen drie Nederlanders, maar kwa men niet tot scoren tegen de slimme Nederlandse verdediging met Gee- sink, uitgeroepen tot beste verdediger van het toernooi, en de Canadees-Ne derlandse doelman Polman Tuin van Heerenveen aan het hoofd. In het eerste kwart namen de Joego slaven na zeven minuten de leiding door Mlinarec. Het doelpunt werd door de 3500 voornamelijk Joegoslavi sche toeschouwers in het uitverkochte stadion hysterisch toegejuicht. Acht tien seconden later deponeerde Mol len de eerste van zijn vier doelpunten achter de Joegoslavische goalie (1-1). Het was het startsein van een produk- tieve Nederlandse periode. Binnen de minuut na het startsein van de tweede periode zorgde Collard voor 2-1. De Joegoslaven raakten het hoofd kwijt en hakten er stevig op los. De een na de ander werd van het ijs gestuurd en Nederland profiteerde doordacht. Het powerplay resulteerde binnen zes minuten in vier doelpunten. Berteling, Louwers en Mollen voerden de stand op naar 6-1, Wensink maakte er nog ii de tweede periode 7-1 van. In het laatste kwart kwamen de Joego slaven nog even terug door Besic en Suvak (7-3), maar alweer Mollen maak te aan alle illusies een einde (8-3). De degradatie uit de B-poule in Canazei 1987 was uitgewist. De kwalificatie voor het Olympisch toernooi in Albert- ville 1992, die volgend jaar in Frankrijk verdiend kan worden, is het volgende doel van Van Wieren en zijn spelers groep. Scoreverloop: Nederland - Joegoslavië 8-1 (1-1, 6-0, 1-2). 7.36 Mlinarec 0-1, 7.54 Mollen 2-1, 20.57 Collard 2-1, 32.43 Berteling 3-1, 34.55 Louwers 4-1, 36.14 Mollen 5-1, 38.15 Mollen 6-1,38.57 Wensink 7-1,43.14 Besic 7-2, 44.20 Suvak 7-3,46.21 Mollen 8-3. Strafminu ten: Joegoslavië 20, Nederland 34. Toe schouwers: 3500 (uitverkocht) De eindstand is: Nederland 7 7 0 0 14 48-15 Joegoslavië 7 6 0 1 12 55-14 China 7 4 1 2 9 31-29 Hongarije 7 3 1 3 7 32-30 Bulgarije 7 3 1 3 7 35-35 Noordkorea 7 2 0 5 4 26-40 Zuidkorea 7 1 1 5 3 26-46 Australië 7 0 0 7 0 14-58 VEERE - 1958, de Nederlandse atletiekkampioenschappen in Rotterdam. Op de 80 meter horden laat de Vlissingse Wil Cijsouw het gehele deelnemersveld ruim achter zich en legt onbedreigd beslag op de Nederlandse titel. De chrono meters geven een eindtijd aan van 10.9 seconden. Verbazing alom: het record van de legendarische Fanny Blankers-Koen is gebroken. „Toen hebben ze maar 11.1 als eindtijd aangegeven", herinnert Wil Cijsouw zich. „Het record van Fanny gebroken door een Zeeuwse atlete. Dat konden ze niet accepteren." Toch was de race in Rotterdam geen toevalstreffer, zo zou later blijken. Een jaar later zou Wil Cijsouw nog eens be slag leggen op de Nederlandse titel en op de Europese Kampioenschappen in Stockholm wist ze zich te plaatsen voor de finale. „Dat was het hoogte punt van mijn carriere", zegt ze te rugblikkend. „In de finale werd ik zes de. Die Russinnen waren toen al te sterk, daar kon ik niet tegenop." Na die glorieperiode wordt het plotse ling stil rond de atlete van het Vlis singse Marathon, De reden „Ik weet het eigenlijk niet", zegt ze verbaasd. „Ik geloof dat ik in verwachting raakte en op een gegeven moment ben ik sa men met mijn man gaan varen. Toen ik terug kwam was alles veranderd. Ik heb nog wel aan wedstrijden meege daan, maar de motivatie was weg. Dat was toen helemaal niet gek hoor. In die tijd stopte je al toen je een jaar of 24 was. Tegenwoordig gaat iedereen nog een aantal jaren door." elastiekje tussen. Zo heb ik mijn eer ste sprongen geleerd." Op het veldje aan de Vlissingse keer sluis („een sintelbaan hadden we niet") werd elke dag keihard getraind. Weer of geen weer, elke dag om zeven uur 's ochtends werd er gesprongen en gelopen. „Dat had je er toen gewoon voor over. Ik woonde bijvoorbeeld in Vlissingen en werkte op de griffie in Middelburg. Als training liep ik naar mijn werk. Dat hoorde er gewoon bij", aldus de tegenwoordig in Veere woon achtige Cijsouw. Ze was twaalf toen ze begon met atle tiek. Ze brak op elk onderdeel zo'n beetje alle Zeeuwse jeugdrecords. Pas op haar negentiende specialiseerde ze zich op het hordenlopen, in die tijd nog een onbekende sport. „Dat kwam door mijn trainer Mijnheer. Die zag dat ik daarvoor aanleg had en onder zijn leiding ben ik daar toen op gaan trainen." Van moderne trainingsme thoden was toen nog geen sprake. „In Zeeland waren er toen nog geen hor den. Mijnheer plaatste gewoon twee stokjes in de grond en bond daar een Het fanatisme voor de sport ging zelfs zo ver dat de nu 51-jarige atlete geen belijdenis mocht doen van de kerk. „Ik weet nog dat ik een keer thuis kwam en dat er allemaal ouderlingen zaten. Ze zagen elke keer mijn naam in de krant bij wedstrijden die op zon dag werden gehouden. Ze vonden dat het maar eens afgelopen moest zijn met de sport, anders kon ik geen belij denis doen", aldus Cijsouw, die stug bleef doorgaan. „Een leven zonder sport, dat kon ik me gewoon niet voor stellen." Tegenwoordig is Wil Bakker-Cijsouw in de ban van een andere sport. Ze geeft een aantal uren in de week ten- nisles. Voor de atletiek, de sport waar in ze een topper was, lijkt ze verloren te zijn gegaan. „Eigenlijk wel vreemd", constateert ze. „In het tennis ben ik natuurlijk geen topper, daarvoor ben ik veel te laat begonnen. In de atletiek had ik door mijn ervaring misschien best nog wel meer kunnen doen." Toch is het er nooit van gekomen. „Ik ben eigenlijk nooit gevraagd, anders kan ik ook geen reden bedenken." Leon Verhage (links) als 'Don Corleone', met zijn ploegmakkers van Nautilus na het behalen van het brons op de 4 x 200 meter vrije slag. Voorts vlnr: Michel Roumen Bloody Mitch), Danny Nelson (Lord Nelson) en Milco Hogerbrug (Signor Milco). Verhage: „Het was gewoon een geintje". gel, maar ik kan niet zo goed op schieten met de heer Hietbrink die daar trainer is". „Ik werkte toen al in Bergen op Zoom en op een gegeven moment heb ik vanuit Bergen op Zoom een cirkel getrokken op de kaart. Ik kon kiezen uit Antwerpen, Breda of Dor drecht. Het is Dordrecht geworden. Ik had het idee dat ik me daar het snelst thuis zou voelen. Bij Luctor Maar Leon Verhage is een waterrat, taai als een ongebakken biefstuk. Niet voor niets verruilde hij het Middelburgse Luctor twee jaar ge leden voor het Dordtse Nautilus. Als zwemmer heeft hij dan misschien een veteranenleeftijd bereikt, hij heeft nog altijd de ambities van een aspirant. „Mevrouw Geervliet stap te twee jaar geleden op als trainer bij Luctor. De groep viel een beetje uit elkaar. Ik kon wel naar Stormvo- tussen je 24e en je 27e op je sterkst. Daar wil ik gebruik van maken. Op de club ben ik de oudste. Degene die na mij komt is drie jaar jonger. Lan delijk begin ik ook al tot de ouderen te behoren, maar ik heb er nog steeds verschrikkelijk veel plezier in. Geestelijk ben ik wat verder dan de meeste zwemmers. Dat betekent ook datje mentaal sterker bent". Zijn passie voor het zwemmen is de laatste tijd alleen maar toegeno men. Verhage belegde eind vorig jaar zelfs een aantal sessie met sportpsycholoog Peter Blitz, want ondanks zijn routine ontpopte de dat niet zijmaar Blitz de lofuitingen krijgen. Daarom moet je er voorzich tig mee zijn". De gesprekken met Pe- ter Blitz werden betaald door de Ne- 5 derlandse Sportfederatie (NSF) en dat maakte de drempel iets minder hoog. „Ik werd gedreven door nieuwsgierigheid. Ik wilde gewoon zien wat er nog meer is, behalve de gewone trainingen. Dat het betaald werd, is gewoon meegenomen, want voor de rest kost het zwemmen me nog steeds geld. Ik betaal contribu tie als alle anderen en voor elke wed strijd moet ik vijf gulden betalen". „Het zwemmen kost me veel geld en tijd, want aan andere dingen kom je nauwelijks toe. Vrienden en vrien- dinnen zie je niet vaak, maar ik ken ook veel mensen door het zwemmen. Ik geloof ook niet dat het zwemmen op de manier waarop ik het nu doe geestelijk verarmend is. Ik werk ook nog 36 uur in de week een daardoor sta je voortdurend in contact met mensen". Wil Bakker-Ciisouw. DORDRECHT - Op de morgen van 4 december 1987 rijdt Leon Verhage vanuit Dordrecht met de auto naar Bergen op Zoom, waar hij werkt als technisch inkoper bij sigarettenfabrikant Philip Morris. Het is nog donker als hij de Moerdijkbrug passeert en gewoontegetrouw de afslag naar rechts neemt, Roosendaal richting Vlissingen. De bocht loopt schuin om hoog, Verhage houdt even iets in, maar plotseling verliezen de banden de grip op het wegdek. De auto begint de schuiven, raakt in de berm en slaat een paar keer over de kop. Drie weken later verlaat Leon Verha ge de intensive care-afdeling van het ziekenhuis, waar hij direct na het on geluk met een schedelbasisfractuur was opgenomen. De Zeeuwse top zwemmer, lid van het Dordtse Nauti lus, staat zogezegd weer op nul en is zo zwak dat hij het zwembad bij wijze van spreken in de breedte nog niet over kan zwemmen zonder kurken. „Als ik geen gordel had gedragen, was ik morsdood geweest", luidt zijn nuchtere constatering. Zestien maanden later zwemt Leon Verhage weer op topniveau. De Dordtse duikboot, zoals hij bij hier en daar wordt genoemd, glijdt weer door het water met de stuwkracht van een kernonderzeëer. Bij de Ne derlandse winterkampioenschap pen eindigt de bijna 25-jarige zwem mer als derde op de vijftig meter vrije slag. Het is de bekroning van een langdurige revalidatie na het auto ongeluk. „Ik ben na dat ongeluk een half jaar thuis geweest. Ik kon hele maal niets. Niet eens voor mezelf zor gen. Als ik naar het toilet was ge weest moest ik anderhalf uur rusten. Zoveel kracht kostte me dat". had ik mevrouw Geervliet als trai ner. Ze was echt goed, maar ze had de leeftijd van m'n moeder. Dat schept afstand. Bij Nautilus heb ik een am bitieuze trainer, Erik van Westen. Dat werkt gemakkelijker". Verhage woont op een flatje in Dor drecht en onderwerpt zich aan het trainingsregime bij Nautilus. Hij heeft, vijftien jaar na zijn eerste wed strijd geen enkele moeite met de dis cipline. Elke ochtend om vijfuurgaat de wekker af en een half uur later glijdt hij soepel door het verwarmde water van het Combi-bad in Dor drecht. Vijftien trainingsuren in de week, verdeeld over ochtenden en midda gen. Hij heeft er geen moeite mee, zegt hij. De sportieve ambitie is alles overheersend. „Lichamelijk ben je Zeeuwse zwemmer zich op het start blok toch regelmatig als een twijfe laar. „Ik had een soort faalangst. Vlak voor een wedstrijd vroeg ik mezelf vaak af: als het nu maar lukt. Blitz heeft daar verandering in ge bracht. Hij stelt: je hebt talent, je traint hard, dus waarom zou het niet lukken. Je ziet dat zelfs een zwemmer als Ron Dekker die faal angst heeft. Dekker is een zwemmer van wereldklasse. Achter Adrian Moorhouse is hij de snelste ter we reld op de 100 meter schoolslag, maar om één of andere reden faalt hij op grote kampioenschappen". „Je moet natuurlijk wel oppassen als je een man als Peter Blitz bezoekt. Dat soort dingen ligt erg gevoelig. Als het goed gaat zijn coaches bang „Het is een strak regime. Ik sta op, ik zwem, ik pak de trein, ik werk, ik pak de trein, ik zwem, ik eet en ik slaap. 1 Op zaterdag doe ik boodschappen j voor de hele week en soms kook ik zondag voor de rest van de week. Dat gaat allemaal in de diepvries. Ik heb een grote magnetron en dan heb ik snel eten op tafel. Het vereist disci pline, maar het plezier is de voldoe ning na een zware training of goede prestaties bij belangrijke wedstrij den. Binnenkort zwem ik in de Ne derlandse B-ploeg. De A-ploeg zou natuurlijk te gek zijn, maar je moet ergens beginnen. Ik ben allang blij. Na dat ongeluk kon ik niets. Ik dacht, shit, een gezonde goser, die j niets meer kan. Daarom was ik door het dolle met die derde plaats bij het NK. Ik juichte nog harder dan Ron Dekker en Hans Kroes, die één en twee werden". Koen Mijnheer „Als wij het hebben over hard werken, zeggen we: ik heb gewerkt als een paard. Hier in Italië zegt men: ik heb gewerkt als een neger. Ik mag wel zeggen dat het me goed deed om dat te horen". (Ruud Gullit in GPD-bladen). ,rAls er iets is dat ik belangrijker vind dan schaatsen, dan is het mijn poten tie". (Jan Ykema in De Volkskrant) „ledereen krijgt gratie, tot moorde naars toe. Waarom ik dan niet?" (De op doping betrapte marathonschaatser Jos Pronk in het Algemeen Dagblad) „Ik verkoop niets, ik koop alleen maar". (AC Milan-voorzitter Silvio Berlusconi in Sport 901 „Ik zie schaken niet als kunst. Voor mij is het topsport". (Profschaker Jeroen Piket in Het Parool) .„Elke keer als ik Elly van Hulst zie lopen, krijg ik onkuise gedachten". (Columnist Ruud Verdonck in Trouw) „Nu ik wat meer afstand heb geno men van de sport, realiseer ik me dat het hele schaatsen mondiaal gezien weinig voorstelt". (Ex-bondscoach Henk Gemser in Het Parool) De Bressiaonder, het voortreffelijke en veel gelezen clubblad van de voetbalclub Breskens, is met een nieuw rubriekje begonnen. Johan nes Jacobs, geboren op 23-3-1956 is de eerste die als supporter zijn me ning mag geven over het reilen en zeilen van de club. Hij stelt onder meer: „Wij zouden voetballers van buitenaf moeten aantrekken door middel van bijvoorbeeld benzine- geld." „Vooral verdedigend zou er een spe ler van naam aangetrokken moeten worden, bijvoorbeeld Willy de Jaeger en aanvallend iemand als Remco van Keeken", geeft hij als advies aan het clubbestuur. Het is een aardige sug gestie, maar wat al te optimistisch. Voor benzinegeld... Wij hebben ons suf gepiekerd over de naam van het rubriekje in de Bressia onder: „Lukkassuhpjé". Zou dat nou voetbaltaal zijn, of zo maar verzon nen? Ooit zullen de herinneringen van de Zeeuwse voetbaltrainer Piet de Vis ser wellicht in boekvorm verschij nen. Dat wordt vermoedelijk een aaneenschakeling van anekdotes uit de rijk gevarieerde loopbaan van de huidige Willem li-trainer. Vorige week trad De Visser op als gastspre ker tijdens een sponsorbijeenkomst van de voetbalclub Vlissingen. De Zeeuwse trainer boeide zijn gehoor anderhalf uur lang met fantastische verhalen. Een bloemlezing: „Ik kwam net van het cios af toen Kick Smit mij vroeg om als profvoet baller in Alkmaar te komen spelen. Ik zou er 25 gulden per week plus een kaasbol verdienen... Dat was een heel ander gesprek dan ik met Peter van Vossen gehad heb". Als 23-jarige kwam Piet de Visser als jeugdtrainer in dienst bij Sparta. Twee jaar later haalde Dennis Neville hem als assistent bij het eerste elftal. Sparta was toen al een club, die gro tendeels dreef op het geld dat spon sors binnenbrachten. „Ik weet nog goed dat er een avond georganiseerd werd voor geldschieters. Er moest geld op tafel komen. Ik mocht er niet bij zijn, maar ik heb alles in het werk gesteld om er bij te mogen zijn. Er was een ruimte met mensen, die keu rig in het pak zaten. Ze kregen eerst het een en ander te drinken, maar op een gegeven moment zwaaide de deur open en kwamen er tien schaars geklede dames het vertrek binnenlo pen. Ze hadden doorschijnende plas tic pakjes aan met een soort plaklaag erop. Aan de mannen werd verteld, dat ze de dames overal mochten be tasten als ze maar een bankbiljet plat in hun hand hielden. Je had die man nen eens moeten zien rennen. Hoe meer drank er geschonken werd, hoe meer er 'gepakt' werd. Dat was mijn eerste ervaring met sponsors". Piet de Visser liet zich in Vlissingen opgetogen uit over de opkomst van (kandidaat)sponsors (zo'n honderd man). „Ik had verwacht met een man of tien rond een keukentafel te moe ten zitten, maar wat ik hier zie is ver heugend. Het is ook belangrijk dat een club door veel sponsors gesteund wordt. Ik heb bij RWDM meege maakt, dat één man de touwtjes in handen had. Ik werd weggekocht bij NEC en ik was zo trots als een pauw. Ik mocht niet eens in een gewone auto rijden, ik kreeg gelijk een hele dure slee". „L'Ecluse, de man in kwestie liet me de vrije hand. RWDM was in die tijd een grote club en hij stelde als eis dat we drie ronden Europacup moesten spelen. We werden dat jaar pas in de vierde ronde uitgeschakeld. Voor 90.000 mensen speelden we in Bilbao met 0-0 gelijk. Thuis hadden we 1-1 gespeeld, dus we lagen eruit, maar we kregen van al die Spanjaarden een staande ovatie". „Op dat moment besloot l'Ecluse zijn zaak te verbouwen en daarom moes ten er vijf spelers verkocht worden. Dat waren niet de minsten en een jaar later liep het niet zoals hij wen ste. Rond de winter stonden we op de tiende plaats en toen begon hij zich met de opstelling te bemoeien. Hij wilde Eddy Koens niet meer opstel len. Ik hield Koens gewoon in het elf tal en op een gegeven moment be taalde hij Koens geen salaris meer uit, waarop die speler weer naar mij kwam. Trainer, ik krijg geen geld, hoe kan ik dan blijven spelen. Tijdens be stuursvergaderingen kreeg l'Ecluse ook altijd gelijk van andere bestuurs leden, omdat die mensen allemaal bij hem in dienst waren. Dat is geen goe de zaak voor een club. RWDM is daama ook diep gezonken". „Ik weet nog dat ik met De Graaf schap een beslissende wedstrijd moest spelen voor promotie naar de eredivisie. We moesten uit tegen PEC/Zwolle. Er reisden 9000 mensen vanuit Doetinchem naar Zwolle. On derweg ben ik met m'n elftal ergens op een terrasje gaan zitten van waar uit je tussen de bomen door die hele stoet kon zien passeren. Ik heb toen niets hoeven zeggen om m'n spelers op te peppen. Ik heb ze alleen maar laten kijken". Zo nu en dan treffen wij in de Zeeuw se clubbladen verslagen van En toen...wedstrijden aan, die het lezen meer dan waard zijn. Zo verhaalde Marion Francke, een jeugdige speel ster van de korfbalvereniging Kapel- Ie, in het recente clubblad 't Benne- blad over een uitstapje van haar team naar Zaamslag. Dat ging leter- lijk als volgt: „Zaterdag moesten we tegen Zaam slag spelen. We moesten met de boot Antonio Esparragoza uit Venezuela kan zijn geluk niet op. Het lijkt erop dat de wereldkampioen in het vedergewicht een verschrikkelijke klap heeft gehad, maar de waarheid is dat de scheidsrechter een eind heeft gemaakt aan het titelgevecht, dat gisteren in Kawasaki werd gehouden. De Japanse uitdager Mitsuru Sugiya wordt weggeleid en de wereldkampioen uit zijn vreugde door het maken van een handstand. naar de overkant toe. Toen we bij de boot kwamen. Kwam hij net aan. We moesten naar boven toe. Eerst gin gen we binnen zitten maar toen gin gen we met ons ploegje naar buiten. Toen kwamen we bij de overkant. Daarna moesten we nog twintig mi nuten rijden. Toen waren we er we hadden verkleed. Toen scoorde Rei- mara er één toen was het 1-0 voor ons toen was het rust. We wouden net wat fruit pakken toen hoorde we de fluit al dus we legden het weg toen gingen we weer verder spelen toen scoorde Lemke er één toen hadden we gewonnen met 2-0. Marion Francke

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 18