PZC
Claus in schaduw Bukman
op ontwikkelingstoer
Wildwest
Homoseksuele
kinderen
opinie en achtergrond
4
23ste NEDERLANDSE
KUNST- EN
ANTIEKBEURS
BREDA
VRIJDAG 17 MAART 1989
TRIJFEL
Nico Scheepmaker
Aga Khan
Parachute
zoekt U
Gallotti
tafels
dan vindt u
die bij
bas+mar
de jager
denkwijzer
Geheim
Aanvaarding
Het Turfschip,
Wan onze redacteur buitenland
Bart Jochems)
Na een 'dodenrit' van Peshawar
naar Heroshah (Pakistaanse
chauffeurs moeten uitstekende ral-
lye-rijders zijn) is alle aandacht ein
delijk voor minister Piet Bukman van
ontwikkelingssamenwerking. In een
veelkleurige tent wachten zo'n twee
honderd kleine boeren al enkele uren
geduldig op zijn komst.
Tot dan toe hebben de Pakistani er
weinig van begrepen dat Bukman - en
niet de in zijn gevolg meereizende Ko
ninklijke Hoogheid prins Claus - de be
langrijkste man is in de Nederlandse
delegatie. De prins maakt de reis niet
als echtgenoot van de koningin, maar
in zijn functie van adviseur van de mi
nister. Zijn plaats is tijdens het vijf
daagse bezoek in de schaduw van de
bewindsman en prins Claus voelt zich
daar prettig bij.
De Nederlandse ambassade in Islama
bad heeft alle mogelijke moeite ge
daan de plaatselijke autoriteiten aan
het verstand te peuteren dat er derhal
ve geen prijs wordt gesteld op officiële,
oranje-gekleurde ontvangsten. Het
gaat in eerste instantie om de minis
ter, Claus stelt zich een ongedwongen
visite aan Pakistan voor. De Pakistani
begrijpen er weliswaar weinig van, zij
schikken zich naar de wensen van de
ambassade.
In Heroshah komt Bukman de officië
le opening verrichten van een irrigatie
project, dat eigenlijk al twee jaar in ge
bruik is. De feestelijkheden zijn er niet
minder om; zeker, aangezien Neder
land de financiële hulp aan het project
bijna had stopgezet. Volgens Bukman,
omdat „het de verkeerde kant dreigde
uit te gaan".
De Pakistani hadden aanvankelijk het
plan opgevat vijftig diepe putten te
slaan en de verdeling van het water
aan de boeren over te laten. Bukman
vond die opzet te beperkt en meende
bovendien dat toezicht nodig was op
de distributie van het water. Het drei
gement de geldkraan dicht te draaien
zorgde ervoor dat de Pakistani tot in
keer komen.
Na een voordracht uit de Koran
spreekt de minister: 'Ladies and gent
lemen'. Onder zijn toehoorders bevin
den zich echter geen 'ladies'; hier wor-
Incognito (als adviseur van minister Bukman op reis) ontkomt prins Claus niet aan een 'officiële ontmoeting' met de sjeik
van de Aarabische Emiraten.
den vrouwen tussen de 10 en 45 jaar
geacht zich binnenshuis te vermaken.
Komen zij toch buiten, dan alleen ge
sluierd.
Na zijn toespraak wandelt de minister,
omstuwd door plaatselijke autoritei
ten, naar een gordijntje dat een pla
quette blijkt te verbergen. Een ruk aan
het touwtje onthult de tekst, die meldt
dat Mr. P. Bukman het project heeft
geïnaugureerd.
Bukman zet zijn redenen om Pakistan
te bezoeken uiteen. De minister heeft
iDoor Nico Scheepmakeri
Driejaar geleden zat ik 's avonds
laat op een terrasje in een smal
straatje in Athene. Opeens reed een
personenauto, achtervolgd door
een politieauto met sirene aan, met
een snelheid van zo'n 100 kilometer
per uur door dat smalle straatje. De
mensen vlogen als verschrikte kip
pen opzij, het was een wonder dat
niemand door een van de beide au
to's gegrepen werd. Aan het eind
van het straatje scheurden beide
auto's met piepende banden naar
links. Onder de Grieken barstte
toen een levendige discussie los, die
ik niet kon verstaan maar wel be
grijpen. Zij waren verontwaardigd
over die twee automobilisten (de
verdachte en de politie), die ander
mans leven door hun idiote rijge
drag bedreigden, en zullen zich heb
ben afgevraagd hoe ernstig de mis
daad diende te zijn voordat het te
genover onschuldige wandelaars
(vrouwen, kinderen, ja zelfs man
nen), moreel geoorloofd was om met
zo'n snelheid door een smal straatje
te jakkeren waar iedereen, op dat
uur van de dag (tegen 12 uur 's
avonds), op de middenweg flaneer
de. Een moord ja, een ontvoering ja,
een heroine-deal misschien, een au
todiefstal nou nee, door rood licht
rijden nee....
Hoe groot is immers niet de kans
dat de man die achtervolgd wordt
in zijn zenuwen van de weg rijdt, te
gen een boom op knalt, en ook ande
re mensen de dood in jaagt of voor
altijd invalide maakt? Politie die
maar een ding voor ogen heeft: kos
te wat kost de verdachte te achter
halen, speelt geen politie maar film
cowboy. Kranten spreken in zulke
gevallen ook altijd van een Wild
West-achtervolgingschreef ik toen
drie jaar geleden in een Trijfel.
Weer terug in Nederland zag ik in
de Volkskrant een berichtje dat
daar naadloos op aansloot:
ZWOLLE - Twee 23-jarige mannen
uit Dordrecht zijn maandagavond
op de A-28 ter hoogte van Zwolle
met een snelheid van meer dan
tweehonderd kilometer per uur op
een voorligger gebotst. Een van de
twee mannen raakte daarbij le
vensgevaarlijk gewond; de be
stuurder van de voorligger, een 59-
jarige man uit Koekange, lie-fi ern
stige verwondingen op. De twee
werden achtervolgd door een Por
sche van de rijkspolitie, omdat ze in
Putten benzine hadden getankt
zonder te betalen. Ze hadden de
auto op 11 september in Delft gesto
len.
Waarom kom ik hier nu op terug?
Omdat ik gisteren in het Engelse
dagblad The Independent las, dat
die achtervolgingsraces door de
Engelse politie langzamerhand een
verontrustend aantal slachtoffers
hebben geëist. In 1987 was de politie
bij 279 ernstige ongevallen betrok
ken. Zestien burgers werden daar
bij gedood, en acht politiemannen.
Het afgelopen jaar. 1988 dus, von
den er alleen in Londen al 5440 on
gelukken plaats waarbij politieau
to's betrokken waren. In 1295 van
die gevallen lag de schuld geheel oj
gedeeltelijk bij de politie. Tachtig
burgers kwamen daarbij om het le
ven, waarvan de helft als inzitten
den van een auto, en de andere helft
als voetganger.
En het is er dit jaar niet beter op ge
worden. Alleen al in de laatste twee
weken zijn vijf mensen gedood en
een groter aantal zwaargewond ge
raakt bij achtervolgingen door de
politie. Zoals altijd in zulke geval
len, mankeert er weinig of niets aan
de richtlijnen van Scotland Yard.
Die zeggen dat een politieauto al
leen de achtervolging van een ver
dachte auto mag inzetten als dat
'absoluut essentieel' is, waaraan
dan nog wordt toegevoegd 'dat het
veel beter is een misdadiger te laten
ontsnappen dan onschuldige men
sen te doden of te verwonden'
Het hoofdredactionele kommen-
taar over deze kwestie van The In
dependent begint aldus:
„De achtervolging per auto is voor
de huidige generatie het ideale ver
vangingsmiddel van het Wildwest
duel op het pistool, een perfecte are
na waarin het goede het kwade kan
overwinnen temidden van veel op
winding en gevaar. In films en op de
televisie valt vrijwel geen politie
man meer te bekennen die iemand
zonder piepende banden weet te
overmeesteren. In het werkelijke le
ven echter, annonceren die piepen
de banden maar al te vaak het hui
len van familieleden die iemand
verloren hebben".
„Meer en meer rijst de verdenking",
gaat het hoofdartikel verder, „dat
onze politiemensen niet minder dan
anderen vatbaar zijn voor de infan
tiele agressie en gevoelens van al
macht die bezit kunnen nemen van
een man achter zijn stuur. De
publieke zorg betreft met name de
achtervolgingen per auto waarbij
het opjagen van de misdadigers er
toe leidt dat zij nog gevaarlijker en
crimineler worden dan zij al waren
toen zij ontdekt werden. De kunde
en training van de politiechauf
feurs is nog een extra argument te
gen deze achtervolgingen. Want als
zij tot aan de grenzen van hun be
kwaamheid rijden, zullen de ach
tervolgde en desperate misdadi
gers bijna zeker de grenzen van hun
bekwaamheid als chauffeur ver
overschrijden"
zich voorgenomen de tien program-
malanden, waar het merendeel van de
Nederlandse hulp naartoe gaat, te be
zoeken in de vier jaar van zijn ambts
periode. Pakistan kan jaarlijks op 60
miljoen gulden rekenen.
Op deze reis wil de minister vooral kij
ken naar de kwaliteit van de ontwikke
lingshulp, met het oog op een beleids
notitie die in mei het licht moet zien.
„Volgens sommigen valt de projec
thulp in de 'afdeling onzin'", meldt de
minister. Maar hij neemt daar stelling
tegen. Financiering van kleine projec
ten werkt in veel gevallen goed.
Als voorbeeld haalt Bukman het Pak
Holland Metal Project aan. „Platte
landsontwikkeling vraagt ook andere
dan agrarische projecten". De land
bouwactiviteiten leveren immers niet
voldoende werkgelegenheid op. Van
uit Peshawar rijden mobiele werk
plaatsen door het land om de Pakista
ni vertrouwd te maken met metaalbe
werking.
Maar tijdens een ontmoeting met Ne
derlandse ontwikkelingswerkers moet
Bukman zeer kritische opmerkingen
over projecthulp pareren. Het moet
een 'openhartig gesprek' worden,
wordt de minister niet moe te herha
len. Na enige aarzeling steken de Ne
derlanders van wal.
Wie beoordeelt eigenlijk of een project
wel of niet wordt voortgezet? Dat is
niet duidelijk en het resultaat is dat
projecten min of meer automatisch
doorgaan. „Dat is een zwak punt",
meent een van de deelnemers. Ook
voordat wordt besloten een project te
beginnen, moet een onderzoek de le
vensvatbaarheid aantonen. Met de
Pakistaanse wederpartij dient eerst
overeenstemming te worden bereikt
over de invulling en doelstelling van
het project. „Pas daarna mag besloten
worden er geld in te steken".
Evaluatie van projecten vindt alleen
plaats door Nederlanders, luidt een
ander bezwaar. De missies die daartoe
worden afgevaardigd, blijven veelal
niet langer dan vier of zes weken. In die
tijd is het onmogelijk een goede eva
luatie uit te voeren. En: „Als je Jantje
vraagt om Pietje te evalueren, weet je
vantevoren wat de uitkomst is", illu
streert iemand de 'collegialiteit' onder
Nederlanders.
Het verzoek meer geld te steken in on
derzoek, kan door de minister niet
worden gehonoreerd. Geldgebrek is de
reden. De minister onderschrijft dat
onderzoeksmissies een internationa-
ler karakter moeten hebben. En coör
dinatie tussen de donorlanden is nood
zakelijk. Het mag bovendien niet zo
zijn dat verschillen van opvatting tus
sen de westerse organisaties leiden tot
ruzies die door de plaatselijke, Pakis
taanse, autoriteiten moeten worden
opgelost.
De ontwikkelingswerkers tonen zich
na afloop niet bijster tevreden over het
gesprek. „Wij zitten met specifieke
problemen. Met de minister kan alleen
een algemene discussie worden ge
voerd. De theorie ziet er meestal mooi
uit, maar voor onze praktische proble
men is in zo'n gesprek geen ruimte".
Die geluiden zijn de minister bekend
van gesprekken met andere Nederlan
ders in ontwikkelingslanden. Maar hij
kan natuurlijk niet worden geacht op
de hoogte te zijn van alle gedetailleer
de problemen. De ambassade dient in
eerste instantie als aanspreekpunt
voor de ontwikkelingswerkers. En die
argumenteren dan weer dat de ambas
sade te weinig ambtenaren met des
kundige kennis in huis heeft.
pas. Met het bijeengebrachte kapitaal,
nu aangegroeid tot 51 miljoen rupees,
kopen de boeren tractoren, irrigeren ze
gronden en brengen ze produkten naar
de markt. Onder collectief beheer wor
den de kale vlakten herschapen in
groene valleien. Bijna honderd pro
cent van de leningen wordt terugbe
taald.
Volgens Bukman een modelvoorbeeld
van de manier waarop ontwikkelings
samenwerking in de praktijk eigenlijk
moet. „Beginnen waar je bent en niet
beginnen waar je wezen moet", her
haalt Bukman een van zijn credo's.
Aansluiting zoeken bij de sociaal-cul
turele situatie. Claus merkt later op
daar al 25 jaar voor te pleiten.
Zo reist de delegatie door het land.
Zorgvuldig geselecteerde projecten
worden bezocht. Zij moeten illustre
ren dat de Nederlandse ontwikke
lingsgelden in Pakistan goed worden
besteed. Maar de minister sluit de
ogen niet voor mislukkingen. Daarom
benadrukt hij keer op keer dat de dis
cussie over de kwaliteit van de ont
wikkelingshulp hoge prioriteit moet
krijgen.
Een zakelijke discussie moet het wor
den. Geen vrijblijvend gepraat, maar
nadruk op het management van pro
jecten en het economisch nut van de
hulp. Met het ongecontroleerd 'para
chuteren' van ideëen moet het afgelo
pen zijn. „Je weet immers niet of dege
ne die het bedenkt, ergens in het veld.
wel weet wat ermee te doen", aldus
Bukman.
Op de terugreis naar Nederland moe
ten diverse tussenstops worden inge
last. In Sharjah, een van de Arabische
Emiraten, staat de sjeik weer op het
platform te wachten. Op de heenreis
was hij ook al van de partij. Bukman
speelt een bijrol; alle aandacht is hier
wederom voor prins Claus. Op de bank
keuvelt de sjeik met Claus over koffie,
bloemen en kaas. De sjeik meldt als
belangrijkste wapenfeit in 1968 Alk
maar te hebben bezocht.
Ook in Koeweit staat een afvaardiging
van de plaatselijke sultan op het plat
form. Claus houdt zich aan zijn af
spraak. Het onderhoud met het ont
vangstcomité duurt kort. De prins ver
ontschuldigt zich; hij had de pers een
gesprek beloofd vóór aankomst in Ne
derland.
Bukman speelt de tweede viool, maar
hij mort niet; in Pakistan trok hij vol
op belangstelling. Na een opsomming
van de posten die hij in het verleden
bekleedde, voegde premier Benazir
Bhutto hem zelfs toe: „Zo, dan moet u
een heel belangrijk man zijn".
Advertentie
Prins Claus wil nog naar het Aga
Khan-project, dat is opgezet onder de
boeren in het noorden van Pakistan.
Dat bezoek blijkt echter niet in het
reisschema te passen. Er wordt een
film over het project gedraaid.
Agrariërs in het onherbergzame noor
den van het land worden aangemoe
digd te investeren. Enkele banken le
verden kredieten ter waarde van
200.000 rupees (ongeveer 20.000 gul
den) als startkapitaal. De banken had
den het geld al afgeschreven 'Die boe
ren gaan er toch mee vandoor'), maar
worden aangenaam verrast.
Het Aga Khan-project is een privé-ini-
tiatief, de overheid komt er niet aan te
kapelle
01102-43810
(Door René Diekstra)
/k kan er gewoon niet bij hoe het
komt dat mijn zoon homofiel is.
tic heb almaar het gevoel dat ik iets
ontzettend verkeerd heb gedaan
dat het mijn schuld is dat hij zo is. Ik
denk niet dat ik het ooit kan accepte
ren". Een ontredderde moeder van
een 35-jarige homoseksuele man aan
het woord.
Ze is één van de 700 ouders met een
homoseksueel kind die geïnterviewd
loerden door onderzoekers van de
universiteiten van Georgia en North
Carolina in de Verenigde Staten. De
studie was bedoeld, aldus de onder
zoekers Skeen, Walters en Robinson
in een onlangs gepubliceerd verslag,
om na te gaan hoe ouders met dat ge
geven omgaan en hoe ze uiteindelijk
tot een aanvaarding daarvan ko
men of, als dat niet lukt, waarom
niet.
Uit het verslag blijkt dat de meeste
ouders een heftige emotionele shock
ondergingen en een soort rouwperio-
de doormaakten toen ze voor het
eerst hoorden dat hun dochter les
bisch of hun zoon homofiel was. Meer
dan de helft van de ouders had angst
voor de toekomst van hun kinderen,
en zeiden het zo verdrietig en spijtig
voor hen (de kinderente vinden. An
dere ouders raakten zo volkomen
overstuur dat ze in een min of meer
ernstige depressie schoten. De sta
dia in dat rouwproces van shock
en ontkenning via schuldgevoelens
en boosheid tot in veel gevallen ge
lukkig acceptatie worden in het
verslag uitvoerig en vaak heel in
voelbaar uit de doeken gedaan.
De meeste ouders zeiden dat ze aan
vankelijk zeer geschokt waren toen
ze ontdekten dat hun kind homosek
sueel was. Een moeder vertelde dat
ze volslagen hysterisch raakte en
een paar dagen in bed moest blijven
alvorens ze weer een beetje bij zin
nen was. Ongeloof en gevoelens van
hulpeloosheid zijn typerend. Voor
veel ouders werden hun kinderen
plotseling vreemden, en ze hadden
grote angst voor de risico's van een
homofiele levensstijl ivaarvan ze zelf
weinig of niets wisten. Ouders waren
vaak ook bezorgd dat hun kinderen
een verandering van geslacht (langs
operatieve weg) zouden willen, ze
waren bang dat hun andere kinde
ren homofiel zouden zijn, waren
bang dat ze het zelf hadden veroor
zaakt, en voelden zich eenzaam om
dat ze meestal geen andere ouders
kenden met ivie ze daarover zouden
kunnen praten.
Ouders waren ook heel bezorgd over
hoe ze het voor hun familieleden,
vrienden en hun collega's verborgen
zouden moeten houden. Er waren
ouders die zich zorgen maakten over
hun eigen loopbaan en over wat an
deren van hen zouden denken als ou
der van een homofiel kind. Sommige
ouders merkten dat wanneer ande
ren eenmaal van het feit op de hoog
te waren, ze soms via-via commenta
ren kregen als dat verbaast me niks
met zulke ouders", of „nou, ik vond
het er bij die vader ook altijd al een
beetje inzitten".
Gevoelens van gekwetstheid, ver
driet en depressie kwamen steeds
sterker op de voorgrond te staan bij
de meeste ouders als de aanvankelij
ke schok afnam. Het verdriet van
veel ouders had te maken met het feit
dat hun kinderen geen gewoon hu
welijk zouden hebben en ook zeif
geen kinderen zouden hebben, en
dat op de lange duur de samenleving
hen zou discrimineren.
Verdriet was er vaak ook over het
feit dat ouders moesten constateren
hoe lang hun kind al met de weten
schap of het geheim van z'n homo
seksualiteit had rondgelopen en wat
een last dat voor hem of haar ge
weest moest zijn om er met niemand
of met slechts enkele mensen over te
kunnen praten. Een moeder zei het
zo: „Ik vond het zo beroerd voor hem
dat hij al die jaren met dat probleem
helemaal alleen had moeten rondlo
pen, dat hij nou nooit een normaal
gezinsleven zou hebben en dat hij
een leven zou moeten leiden dat hem
waarschijnlijk in veel opzichten pijn
en afwijzing zou brengen. Ik was
bang dat hij nooit zou weten wat lief
de was".
In deze periode bleken ouders sterk
de neiging te hebben om de werke
lijkheid voor zichzelf te ontkennen.
Ze trachtten zich almaar in te pren
ten dat het een voorbijgaande fase
was waarin hun kind zat, dat het rit
zo zou blijven, dat hun zoon of doei
ter vroeg of laat wel iemand van lit
andere geslacht zou ontmoeten ms
wie hij of zij een intieme relatie a
ontwikkelen. Sommige ouders hiel
den het er voor zichzelf op dat ht
zoon of dochter geivoon iets aan U
uitproberen was, of gewoon in dj
war was en niet precies wist wat lij
of zij nou werkelijk wilde.
Maar naarmate de realiteit van 4
seksuele voorkeur van hun kin
meer en meer onontkoombaar weri
kwamen andere emoties op de voot-
grond te staan. „Een tijdlang want
mijn gevoelens verward en ivistil
niet precies wat er aan de hand was,
had ik nog hoop", zei een moedet.
„Omdat hij ons vroeg er niet overt
praten, hadden we een strohalm vai
hoop om aan vast te grijpen. Mm
uiteindelijk werd ons duidelijk da
ive ons er bij zouden moeten gaai
neerleggen".
Op dat punt aangekomen voelen di
meeste ouders zich schuldig en da
ken zelf de oorzaak te zijn van de to
moseksualiteit van hun kind. „Alle
wat ik kon denken was", zei een va
der, waarom wij? Wat hebben n
verkeerd gedaan? Ik dacht dat hé
een ziekte of een stoornis was, ver
oorzaakt door iets wat ik verkeen
gedaan had of wat ik gewoon niet gi
daan had".
Andere ouders voelen zich schuldi
over het feit dat ze zelf bepaalde aj
wijzende, negatieve houdingen tei
opzichte van homoseksuelen heb
ben, die op volle sterkte terugkoma
en het contact tussen hen en
kind een tijdlang echt kunnen be
dreigen. Een andere vader zei hetze:
„Mijn hele leven heb ik homofiela
eenvoudigweg genegeerd. Mijn we
reld niet. Afwijkend, vies zelfs. En
nou is het wel mijn wereld en wal
moet je dan met zulke ingewortelde
overtuigingen"
Een andere ouder: „Eén van de din
gen die maar steeds in m'n hoofd te
rugkwamen was: hoe kun je nou ho
moseksueel en gelukkig zijn?" Vei
ouders raken op dit punt boosti
zichzelf vanwege die opvatting),
Soms ook, ook al zeggen ze dat niet
gemakkelijk, boos op het kind do
hun dat aandoet, en boos op elkaar
als ze een zondebok zoeken. Het ma-
formatie over homoseksualiteit en
alles wat er mee samenhangt waar
door ouders geleidelijk ontdekken
dat zij niet de oorzaak zijn, dathetl
mogelijk is voor homoseksuele man-
nen en vrouwen om een gelukkig/e
ven te leiden.
Hoe meer ouders zich met homosek
sualiteit bezighouden en er met hun
kind of met vrienden of vriendinnen
daarvan openlijk over praten, hoe
meer aanvaarding van de realiteit
geleidelijkaan mogelijk werd. Hoe
langer ouders zich blijven vastklam
pen aan hun eigen bestaande fanta
sieën over huwelijk, gezin en een he
teroseksuele levensstijl voor hun
kinderen, hoe langer het rouwproces
duurt en hoe moeilijker het ivordt
hoe groter de kans op een onover
brugbare verwijdering van hun kin
deren.
Veel ouders zijn bang, vanwege de
aids-epidemie, dat hun kind in dal
opzicht grote risico's loopt en zij zelj
op den duur mogelijk ook. Maar uil
het onderzoek blijkt dat het openlijk
bespreken daarvan met elkaar een
belangrijke factor is van het wegne
men van onredelijke angsten in dal
opzicht.
Bij een overweldigende meerderheid
van de ouders blijkt dat het contact
met andere ouders in dezelfde situa
tie een enorm positief effect kan heb-
ben op het omgaan met de werkelijk
heid en het aanvaarden daarvan,
Zoals een ouder dat uitdrukte, naja-
renlang met dat probleem gewor
steld te hebben en uiteindelijk tot een
acceptatie en een goede verstand
houding met het homoseksuele kind
te zijn gekomen: „Je denkt, hij heejl
een afwijking, hij is mijn kind,
moet er bij mij ook het een en ander
mis zijn. Wat afwijkend is is minder
waardig, dus mijn kind en ik zijn bei
den minderwaardig en dat zal nooit
meer veranderen. Het heeft me heel
wat gekost om uiteindelijk te ontdek
ken dat afwijkend anders is. En an
ders is anders, niet meer, en zeker
ook niet minder. Een homoseksueel
kind is hetzelfde kind als dat watje
hebt gebaard en waarvan je gisteren
hield. De wetenschap van vandaas
verandert hem of haar niet, en mag
het dus ook niet die gevoelens veran
deren".
Advertentie
In een grote tent bij de opening van een iirigatieproject in Pakistan toetst minister Bukman de theorie van de Nederland
se ontivikkelingsssamenwerking aan de praktijk
Openingstijden:
Dagelijks 14-22 uur, Zondag,
Goede Vrijdag, Paaszaterdag
en beide Paasdagen 11-18 uur.
Chasséveld, Breda.
Tel.: 076 - 222888