PZC Begrafenis Hirohito in Tokio: diplomatieke massa-ontmoeting Handtekeningen Het lange afscheid opinie en achtergrond VRIJDAG 24 FEBRUARI 1989 Verleden Sjinto-ritueel TRIJFEL Nico Scheepmaker Geen staatsgodsdienst PLAATS VAN CEREMONIE KEIZERLIJKE BEGRAAFPLAATS Ruimte waar Hirohito tijdens de plechtigheid ligt opgebaard SHINJUKU GYOEN Tent voor genodigden Tent voor leden van de keizerlijke familie te gast Verbetering Huilen Denkwijzer Schuldig (Van onze correspondent in het Verre Oosten, Bob Mantiri De begrafenis van keizer Hirohito, vandaag, zal de grootste diplo matieke gebeurtenis zijn in de ge schiedenis van Japan. Onder de geno digden zijn koningen, prinsen, presi denten en premiers. Voor hun veilig heid hebben de Japanse autoriteiten kosten noch moeite gespaard. Er is voor 19 miljoen dollar aan veilig heidsvoorzieningen getroffen. De maatregelen worden de strengste ge noemd in de Japanse historie. Tijdens een speuractie naar terroris ten zijn sinds de dood van de Showa- keizer op 7 februari duizenden mensen verhoord die langs de route wonen van het paleis naar de Shinjuku-tuinen, waar de keizer wordt begraven. Het rioleringssysteem op deze route is nauwkeurig onderzocht op eventueel verborgen bommen en alle auto's wor den tot op de bodem gecontroleerd. Ook de aan buitenlanders verhuurde appartementen langs de wegen waar de stoet langs komt zijn miniutieus on derzocht. De politie is bang dat terro risten in de gehuurde appartementen explosieven hebben opgeslagen die ze vanaf een afstand kunnen opblazen. Ten minste zes radicale groepen heb ben gedreigd de 13 uur durende begra fenisplechtigheid te zullen verstoren omdat zij tegen het keizerlijke sys teem zijn. Onder hen zijn het Japanse Rode Leger, de marxistisch-leninisti- sche guerrillagroep Chukakuha. Er zijn intussen al 50 radicale activisten opgepakt. De stedelijke politie is ver sterkt met 32.000 man uit de provincie. De prominentste onder de gasten is wellicht de Amerikaanse president George Bush, die geen enkele moeite heeft om naar de begrafenis te gaan van de man die door velen als een oor logsmisdadiger wordt beschouwd. Bush zei liever .vooruit te willen kij ken dan achterom". Maar velen hebben het verleden ech ter niet vergeten. De Nieuwzeelandse minister van defensie, Bob Tizard, zei dat keizer Hirohito aan het einde van de oorlog had moeten worden opge hangen als oorlogsmisdadiger. Brice Ruxton, voorzitter van de Australi sche veteranenorganisatie, meent dat Hirohito de grootste oorlogsmisdadi ger is op de aarde. „Hitier is vergele ken met Hirohito een zondagsschool onderwijzer", zegt Ruxton. In Nederland leidde de vraag wie naar Tokyo moest worden gestuurd tot emotionele debatten, vooral onder de Indische Nederlanders die tijdens de Japanse bezetting familie hebben ver loren of in kampen geïnterneerd zijn geweest. Er is geprotesteerd tegen het sturen Van premier Lubbers of van een lid van het Koninklijk Huis naar Ja pan. Onder de tienduizenden genodigden zijn drie hoge Nederlanders: minister van buitenlandse zaken Van den Broek, die de Nederlandse regering vertegenwoordigt, ambassadeur Dries van Agt namens de EG en de Neder landse ambassadeur in Tokyo. De Japanse regering heeft 74 miljoen dollar uitgegeven voor twee enorme tenten in de tuinen van het Shinjuku- park, waar de tienduizend hoogwaar digheidsbekleders getuige kunnen zijn van de plechtigheid, waarbij de aloude sjinto-riten worden gebruikt. Het is voor het eerst dat een Japanse keizer niet wordt begraven volgens het goddelijke sjinto-ritueel. De vorige keizer, Taisho, werd als een god begra ven. Hirohito krijgt volgens de grondwet een staatsbegrafenis, waarbij het sjinto-ritueel tot een minimum is be perkt. Sjinto-priesters zeggen mid deleeuwse Japanse gedichten op, er is een staatsprocessie van 225 mensen, 52 potige mannen torsen de een ton wegende doodskist, tien anderen dra gen de banieren die ook in 1927, bij de begrafenis van Hirohito's vader, kei zer Taisho, werden gebruikt. Keizer Taisho stierf op 7 februari 1927, vijftien jaar nadat hij de troon had be stegen. Hirohito's vader was krankzin nig als gevolg van een verwaarloosde geslachtsziekte. Een van zijn laatste staatsverplichtingen was de opening van het parlement. In plaats van een toespraak te houden, rolde hij het do cument op tot een soort kijker en gluurde er doorheen naar de parle mentariërs. De begrafenis van Taisho was een kleurig schouwspel. De kar met doods kist van keizer Taisho werd getrokken door zeven heilige ossen. De kist werd onmiddellijk gevolg door een kamer heer die, volgens de aloude tradities, de sandalen van de keizer droeg. De os sen waren zorgvuldig uitgezocht in een stad dicht bij de eeuwenoude hoofd stad Kyoto. De genodigden mochten geen gebruik maken van voertuigen, omdat dat hen hoger zou plaatsen dan de keizer. Dat is ook de reden waarom de buitenland se televisiemaatschappijen geen toe- Tf unt u zich nog het moment her- XV inner en (nee, niet waarop u hoorde dat Kennedy was doodge schoten), dat u voor het eerst dacht: „Die Frederik Weinreb, of hoe heet te hij ook alweer precies, hoe zou het daar eigenlijk mee gaan? Daar hoor je nooit meer over!" Zou er, over zeg tien jaar, ooit een dag komen dat we opeens, eigenlijk zonder bijzondere aanleiding, zul len denken: „Die Salman Rushdie, of hoe heette hij ook alweer precies, hoe zou het daar eigenlijk mee gaan? Zou hij nog wel leven?" In New York hebben driehonderd leden van de Nationale Schrijvers bond woensdagochtend gedemon streerd voor de vertegenwoordi ging van Iran bij de Verenigde Na ties. Een van de demonstranten droeg een groot bord met de woor den NIET BANG en daaronder zijn naam en adres, in de hoop dat niet alleen de ayatollische moslims maar ook enkele uitgevers daar nota van zouden nemen. - O nee, sorry, we zouden ons bij dit onder werp van nodeloze ironie onthou den.- Het doet me denken aan An- drej Amalrik, die zo'n twintig jaar geleden zijn verboden boeken en open brieven naar tijdschriften in het westen altijd met zijn naam en Moskouse adres (Vachtangova uli- ca 5) placht te ondertekenen, in- plaats van zo'n bord: NIET BANG. Die driehonderd Amerikaanse schrijvers, die gedemonstreerd heb ben, betekenen dat de Nederlandse literaire wereld bij zijn protest ver houdingsgewijs met 15 schrijvers had kunnen volstaan, dus het zal de ayatollah wel rauw op het dak zijn gevallen dat een veelvoud daarvan te vinden was in de advertentie die woensdag in enkele dagbladen werd geplaatst. Ik telde so-wie-so al meer dan 120 ondertekenaars van wie ik zeker wist dat zij ooit in boek vorm hebben gepubliceerd. En als ik daarvan een Top Vijftien samen stel die verhoudingsgewijs overeen komt met dat totale getal van 300 Amerikaanse demonstrerende schrijvers, dan wed ik dat wij de Amerikanen kwalitatief gezien ver re overtreffen: H. Bernlef, J.M.A. Biesheuvel, Rem- co Campert, Adriaan van Dis, A.F.Th, van der Heijden, Rutger Kopland, Gerrit Kouwenaar, Mar- ga Minco, Adriaan Morrien, Karei van het Reve, Renate Rubinstein, Annie M.G. Schmidt, M. Vasalis, Si mon Vinkenoog, Willem Wilmink. Men zal de namen niet allemaal kennen in Teheran, maar het besef dat ook dit een zwarte pijl is die, eenmaal afgeschoten richting Iran, niet meer onderweg te stoppen valt, zal daar hoop ik toch enige indruk maken. U weet, de Iraanse presi dent Ali Khameini heeftin Belgrado verklaard dat 'een pijl van vergel ding op weg is naar het hart van Salman Rushdie', en dat afgescho ten pijlen nu eenmaal onverstoor baar hun weg plegen te vervolgen en onderweg niet meer teruggeroe pen kunnen worden. Oosterse en bloemrijke taal dus. Maar mijn informant over het schie ten met pijl en boog heeft mij verteld dat pijlen, naarmate de af te leggen afstand groter is, met luchtturbu- lenties rekening moeten houden, onderweg wel eens gestuit kunnen worden door plotseling opduikende obstakels, of door het doelwit zelve kunnen worden afgeweerd door middel van schild, harnas of een snel pasje opzij. Zulke obstakels zijn een advertentie hier, een de monstratie daar, een gezamenlijke EG-aktie ginder, en dan zullen we nog wel eens zien hoe het die pijl on derweg vergaat. Overigens gebiedt de eerlijkheid dat we, na het samenstellen van die Top Vijftien die de advertentie gete kend hebben, ook even nagaan wie van onze Top Duizend schrijvers NIET getekend hebben. Als ik am bassadeur van Iran was, en een beetje gevoel voor humor had, dan zou ik, om tweedracht in de vijande lijke gelederen te zaaien, een adver tentie plaatsen met daarin de na men van al die Grote Nederlandse Schrijvers, Journalisten, Uitgevers, Intellectuelen en Kunstenaars die de Salman Rushdie-advertentie NIET getekend hebben: Willem Frederik Hermans, Gerard Reve, Harry Mulisch, Jan Wolkers, Hella S. Haasse, Ida M. Gerhardt, Lucebert, Maarten 't Hart, Hugo Brandt Corstius, Cees Nooteboom, Judith Herzberg, Kees van Kooten, Bert Schierbeek, Jeroen Brouwers, Anton Koolhaas, K. Schippers, Gerrit Komrij, Theun de Vries, Ger rit Krol, Jan Cremer, enzovoort. Een indrukwekkender lijst dan die van de ondertekenaars! Ik vind het wel deftig en van een fiere onafhan kelijke geest getuigen dat ik ook niet in de advertentie voorkwam, maar misschien komt dat omdat ik toen in Parijs zat, net als Hermans. Ik voel bovendien wel iets voor het argument van Harry Mulisch dat de tekst hem te ambtelijk was, en dat hij wel onder de befaamde tekst van Henk van Randwijk had willen staan: Een volk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf en goed verliezen,- dan dooft het licht..." Dat heeft ook mijn voorkeur: ieder een tekent protest aan onder zijn ei gen banier! Ik kies voor de uit spraak van de Duitser W. Finck: „Waar het te ver gaat, begint pas de vrijheid." stemming krijgen om bij de begrafenis van Hirohito op hogere plaatsen came ra's te zetten. Keizer Taisho werd vroeg in de och tend begraven, samen met twee kisten die kleding en sandalen bevatten die hij tijdens zijn leven had gedragen. Bij zijn begrafenis waren geen buitenland se staatshoofden en regeringleiders, maar ook geen camera's, die anders de enorme verwarring onder de half mil joen belangstellenden hadden kunnen registreren. Vijftien mensen werden toen onder de voet gelopen en zeker 500 anderen gewond. De rouwperiode duurde volgens het sjinto-ritueel meer dan een jaar. Zij bevestigde de goddelijkheid van de nieuwe keizer en demonstreerde de macht die de regering kon uitoefenen op het keizerlijke systeem. Beide wa ren nauw met elkaar verweven. In het dikke rituele handboek dat de keizerlijke hofhouding voor de vroege re keizers gebruikte, is na de capitula tie flink geschrapt door de Amerikaan se bezetters. De Amerikanen decre teerden dat de sjinto-godsdienst geen staatsgodsdienst is. De begrafenis van de keizer moet een pure staatsaangele- genheid zijn, zonder sjinto-ritueel. Maar rechtse krachten binnen de rege rende liberale partij en in de regering willen de oude keizerlijke glorie in Ja pan weer in ere herstellen. Zij willen in ieder geval dat de grondwet zodanig wordt gewijzigd dat de nieuwe keizer, Akihito, grote executieve bevoegdhe den worden gegeven en niet slechts een staatssymbool is. Hirohito (schematische *'~-^^weergave) (Door René Diekstra) De bewoners van de dorpen op de helling van de vulkaan de Stromboli leiden al eeuwenlang een merkwaardig bestaan. Regelmatig rommelt en borrelt het in het binnen ste van de berg en komen er rook pluimen uit de kratermond. Maar de dorpelingen laten zich daardoor in hun dagelijkse beslommeringen niet of nauwelijks storen. Ongerust ma ken ze zich pas als de berg lange tijd niets van zich heeft laten horen en er geen kleine uitbarstingen in de kra termond zijn geweest. Dan, zo veronderstellen ze, zijn de 'ventielen' in de krater dichtgeslibd en bestaat de kans dat zich in de berg spanning aan het opbouwen is, die op een bepaald moment voor een massale uitbarsting kan zorgen. Als voorzorgsmaatregel begeven groep jes mannen zich dan in de krater- mond om in de bodem gaten te hak ken of te boren, zodat de berg haar spanning weer kan afreageren. Op die manier hebben mens en vulkaan al sinds onheuglijke tijden een min of meer vreedzame vorm van coëxis tentie gevonden. In zekere zin leeft ieder van ons op de helling van de vulkaan van ons ge voelsleven. Eén van de meest heftige en ontredderende spanningen die zich in onze innerlijke vulkaan kun nen ontwikkelen, is het gevolg van het verlies van een dierbare door de dood. Uit verschillende studies blijkt dat het verlies van een partner voor de achterblijvende partner vaak ge paard gaat met een verhoogd risico op ziekten en zelfs op overlijden mede door het toenemen van ge zondheidsbes chadigende gedragin gen als roken, alcohol drinken en medicamentengebruik. De reacties op verlies door de dood noemen we gewoonlijk rouw en ver driet. Psychologen en psychiaters hebben in de afgelopen jaren gepro beerd om na te gaan hoe rouwpro cessen precies verlopen, wat voor stadia je daarin kunt herkennen, en wat het verschil is tussen gezonde en ongezonde rouw. Er zijn inmiddels zo veel van die rouwmodellen dat een gewone sterveling door de bo men het bos niet meer kan zien. Het meest inzichtelijk zij het dan een voudig is een indeling in drie fasen van de rouw, namelijk de fase van het protest, de fase van de desorga nisatie en de fase van de reorganisa tie. Bij de heer F. van Slooten (PZC gis teren) zijn nogal wat vragen gere zen naar aanleiding van het vertrek van de heer Bontenbal als directeur van de provinciale VVV. Hij zegt meer dan gewone belangstelling voor toe risme te hebben en door vermelding van zijn vele oud-bestuurslidmaat schappen suggereert hij de lezer een niet geringe deskundigheid in de ma terie. Het is mij volstrekt een raadsel waarom iemand met zijn achtergrond niet de moeite heeft genomen eens wat dieper in de materie te duiken voor hij met zijn 'suggestieve vragen' naar buiten trad. Op verzoek van de hoofdredactie van de PZC wil ik kort op enkele van zijn 'vragen' ingaan. Dat de vergelijking van Bontenbal tussen 'heel toeristisch Walcheren' en een Center Pare wantrouwen zou heb ben gwekt bij het kleinschalig bedrijfs leven, is een stelling die nog nooit eer der is gehoord. Het tegendeel van deze bewering is waar. Alle Walcherse ge meenten hebben zich de afgelopen ja ren beziggehouden met de vraag hoe in de toekomst de toeristische plannen beter op elkaar kunnen worden afge stemd. Hoe voorkomen kan worden dat opnieuw eenzijdigheid in nieuwe voorzieningen de kop opsteekt, zodat Walcheren straks bijvoorbeeld vijf tro pische zwemparadijzen kent, maar geen goede wandel-, fiets- of ruiterpa den. Wel seizoensverlengende investe ringen in de verblijfsrecreatie, maar geen bijpassend pakket van voorzie ningen, waar je bij elk weer wat aan hebt. Juist op Walcheren geeft men geen blijk van wantrouwen, maar van ver trouwen in deze aanpak, hetgeen zal blijken uit een eerstdaags te publice ren studie van een projectgroep onder leiding van burgemeester Rutten van Middelburg. Gebrek aan beleid en realiteitszin is het verwijt dat hoort bij het vaststel len dat de promotiepot leeg is. Dat haaltje de koekoek! Dat geld was be stemd voor die promotie-uitgaven in de periode 1983-'88! Had het geld soms op de bank gezet moeten worden? Ontbreekt het de schrijver nu zelf niet een beetje aan realiteitszin? Vervolgens komt het bureau Bos aan de beurt dat er allemaal niets van zou hebben begrepen. De vraag rijst of Van Slooten het advies zelf ooit gelezen heeft en of hij kan aangeven wat er aan de adviezen mankeerde? Niet alleen is gebleken dat de structuur ons goed bevallen is, maar dat o.a. een provincie waar men op een essentieel onderdeel van diezelfde structuur is afgeweken, overweegt terug te komen op de wijze waarop wij het in Zeeland doen. De schrijver kan gerust zijn als het om verantwoording afleggen gaat. Dat gebeurt zowel in AB-vergaderingen van de PVVV bij begroting en jaarre- king als bij de subsidiegever, de pro vincie Zeeland. Welnu, ik kan daar over duidelijk zijn. De financiële stukken over 1987 zijn ook daar goed gekeurd en de voorlopige resultaten rekening over 1988 (reeds per begin fe bruari beschikbaar) laat een goed fi nancieel beleid zien. „De opzet van een gereorganiseerde provinciale VVV zou op sterven na dood zijn". Hoewel het niet duidelijk is wat met deze kreet nu weer bedoeld wordt, is het voor velen binnen de Zeeuwse VVV-afdelingen wel duidelijk geworden dat juist de taakafbakening tussen de dienstencoördinatie promo tie, produktontwikkeling, bemidde ling en administratie (waaronder auto matisering) goede vruchten heeft afge worpen. Wie de moeite neemt kennis te nemen van de stimulerende taken van de dienstencoördinator en zijn begelei dingscommissie weet dat veel goed werk verzet wordt. Niet alleen binnen Zeeland, maar ook daarbuiten weet men dat de geautomatiseerde infor matievoorziening (Zeeland Zien) een koploperspositie inneemt. Ook een stijging van 50% in inkomsten van arrangementen en andere bemid delingsactiviteiten, geeft aan dat suc cesvol gewerkt wordt. Het aantal gidsen nam niet alleen toe in aantal, diversiteit en wervende kracht, maar ook de inkomsten uit het bedrijfsleven waardoor deze geflnan- cieerd worden, namen met ca. 50% toe tot een kleine 400.000,-. Als het erom gaat kosten en baten dui delijk te maken dan is dat per definitie geen eenvoudige zaak. Al gauw ver zeilt men in subjectieve benaderingen, want wat voor de één veel is, is voor de andere weinig. Aan de kostenkant is er slechts de mogelijkheid van vergelij ken met andere provincies. Zo kan ge steld worden dat Zeeland met ca. 800.000,- subsidie (op een totaal bud get van 1,8 miljoen) een gemiddelde plaats inneemt tegenover de andere provincies. In de jaren '70, toen toeris me niet mocht groeien, bedroeg de bij drage ongeveer de helft en behoorde Zeeland tot de provincies waar op pro vinciaal niveau het minst werd uitge geven. Zeeland heeft dus in financiële zin de achterstand ingehaald tot een gemid deld niveau. Het belang van toerisme is in Zeeland echter tweemaal zo groot als gemiddeld elders in Nederland. Aan de batenkant zijn enkele indica ties te melden van resultaten die aan promotie-inspanningen te danken zijn, waarvan de PVVV-bijdragen on getwijfeld deel uitmaken. Zo steeg het verblijfstoerisme uit Duitsland en Bel gië in de periode 1983-'86 met 75% en 65% en nam het aantal Nederlandse vakantiegangers in de zomermaanden van 1988 met 3% toe, terwijl het elders in Nederland met gemiddeld 5% daal de. Voorts kan iedereen waarnemen dat de beoogde seizoensverlenging lijkt te gaan slagen door de zichtbare aanwezigheid van toeristen in perio des als herfst-, kerst- en krokusvakan tie. In een recent onderzoek van het provinciaal griffiebureau 'data en on derzoek' staat vermeld dat de totale werkgelegenheid in het toerisme sinds 1980 met ca. 1000 arbeidsplaatsen is toegenomen. Een cijfer dat zeker in be langrijke mate het gevolg is van het gevoerde toeristische beleid, waartoe de PVVV a raison van 800.000,- per jaar een belangrijk hulpmiddel is. Natuurlijk zijn er zaken die voor ver betering in aanmerking komen. De commentaarschrijver wijst in de PZC van 4 februari in de richting van een teveel aan dirigisme. Het is in es sentie daar waar de schoen wringt. Het bestuur van de PVVV is dat ook met hem eens, al betreuren wij het zeer dat hij en zijn redactie zich ken nelijk niet hebben gerealiseerd dat wij daartoe reeds in april 1988 een an dere koers hebben uitgezet. Ter verduidelijking het volgende. Het provinciaal bestuur en het alge meen bestuur van de PVVV-nieuwe stijl hebben in 1985 uitgesproken dat de promotie van Zeeland door de PVVV zou dienen te geschieden. Als basis gold de afspraak met enkele pro vinciaal georganiseerde branche-orga nisaties dat zij de financiering hiervan op zich zouden nemen, zij het dat door het provinciaal promotiefonds tot een met 1988 een 'startsubsidie' zou wor den verleend. Omdat het provinciaal promotiebeleid niet alleen door de provinciale branche-organisatie posi tie werd ontvangen, maar ook door ve le plaatselijk of regionaal werkzame instellingen (zoals plaatselijke of streek-VVV's, regionale promotie stichtingen), werden de ondernemers tweemaal benaderd voor hetzelfde doel: een bijdrage aan de promotie doelstellingen. Zoals begrijpelijk in kleinschalig Zeeland wonnen de plaat selijke/regionale lobby's het van de provinciaal georganiseerde branche organisaties. In tegenstelling tot de laatsten, die de promotie-activiteiten geheel aan de PVVV wilden overlaten, stelden de regio's zich veel zelfstandi ger op, geruggesteund door veelal de gemeentebesturen die meestal ook niet achter wilden of konden blijven bij activiteiten welke hun gemeente over de grenzen heen bracht. Tegen deze activiteiten behoeft ook in het geheel geen bezwaar te zijn. Ster ker nog, ze zijn zelfs toe te juichen, in dien deze plaatsvinden in een goede onderlinge afstemming met elkaar en met het provinciaal niveau. Daar waar hun activiteiten zich richten buiten de provinciegrenzen dient dit naar mijn mening in samenwerking met de PVVV te gebeuren omdat alleen een 'Zeeland-imago' sterk genoeg is om verkocht te worden. De provinciale branche-organisaties erkennen dit volmondig maar zijn helaas tot nu toe niet bij machte gebleken een methode voor collectieve fondsverwerving te realiseren. Teneinde deze problematiek te lijf te gaan is eerst door ons en oud-be stuurslid E. T. Oosterhuis een plan voor heffing van opcenten op de bij drage aan de kamers van koophandel ontworpen. Dat werd echter door de staatssecretaris van economische za ken, die voor invoering toestemming had moeten verlenen, verworpen. Vervolgens stelde ons bestuur een commissie uit de PVVV in, die advi seerde met de regionale promotie stichtingen vaste afspraken te maken over fondsenwerving door hen en het beschikbaar stellen van een deel van het budget ten behoeve van de alge mene Zeeland-promotie. Dit advies maakt sinds april 1988 deel uit van ons beleid. Vanaf dit moment was reeds duidelijk dat een dirigeren de opstelling van de PVVV tot het ver leden zou gaan behoren. Teneinde tot sluitende afspraken te komen is aan de gemeenten in Zeeland gevraagd om onderling tot een eensluidende opstel ling ten aanzien van de promotiestich tingen te komen. Voor alle partijen is het absoluut noodzakelijk om vooraf af te spreken 'wie wat doet' en 'wie wat en waarvoor' betaalt. In de afgelopen jaren (1987 en 1988) is veel tijd en moei te besteed aan overleg tussen de ver schillende partijen in Zeeland. Deze wijziging in de positie van de PVVV ten aanzien van de promotione le taken betekent eveneens een be langrijke verandering in het taken pakket van de directeur van de PVW, die zich zo intensief met promotie be zighoudt. Omdat de functie hierdoor een andere inhoud kreeg dan bij de aanvang met de heer Bontenbal was overeengekomen heeft deze gemeend een andere functie te moeten aanvaar den. Jammer, maar wel begrijpelijk. Dat betekent dus ook dat de PZC op 4 februari gelijk had met zijn waarschu wing tegen een dirigistische aanpak. In de huidige verhoudingen werkt dit niet. Alleen jammer dat hij toen niet wist dat we daar al hard aan werken. (De schrijver van deze reactie, J. P. Ventevo gel, is lid van het college van gedeputeerde staten van Zeeland en voorzitter van het da gelijks bestuur van de provinciale VVV). De protestfase wordt zo genoemc omdat in deze fase de nabestaand hardnekkige pogingen blijft doen or, de band met de dierbare dode vast t houden of te herstellen. Dit proce neemt vaak de vorm aan van ongt loof of ontkenning. De nabestaand kan bijvoorbeeld zeggen: nee, ik gt loof het niet, het is niet gebeurd. H of zij kan dan eenvoudigweg niet ht idee accepteren of verdragen dat d dierbare dood is en nooit meer teru( komt, en gaat vaak door met zich t gedragen alsof er niets is gebeurd. Een dramatische vorm van protest i de shocktoestand, waarin tijdelij, alle zintuigen, alle gevoel verdoof is, lamgelegd. Zo'n nabestaande zegt achteraf dat hij niks meer voeldt niks meer zag, niks meer hoorde, i een soort trance leefde. Zo'n afschel ming van de hele wereld is een vort van massale verdedigingof mai saai protest tegen iedere erkennin van de werkelijkheid van het verliet In deze fase is huilen vaak een uitin van protest, maar ook als het war een soort poging om de verlorene U rug te krijgen, op dezelfde manie waarop een jong kind kan huilen al z'n moeder hem tijdelijk verlate heeft en daarmee een signaal ui zendt dat ze moet terugkomen. Hm len heeft ook de functie van de omgt ving anderen attent te maken op hè verlies en er iets aan te doen. En ovl dat anderen daar natuurlijk nik aan kunnen doen, komt het nog c eens voor dat agressie of boosheid o\ die ander wordt gericht, zoals op ee\ behandelend arts aan wie wordt vei weten dat hij er niks aan gedaa heeft om de dierbare in leven te hoi den. De fase van het protest kan enkel minuten duren, maar soms ook dt gen, weken of zelfs maanden. Het i heel gewoon en normaal dat ze oj treedt omdat het eigenlijk de enig manier is waarop geest en lichaa van de nabestaande kunnen reagt ren om de emotionele pijn van ht verlies in het begin binnen draagli ke grenzen te houden. Meestal ve dwijnt die protestfase om plaats maken voor een fase van desorgam satie of ontregeling, waarin geleide{ lijke bewustwording van het verliep ontstaat. Deze fase is de allermoeilijkste, Dl achterblijvende realiseert zich nl dat de dood heeft toegeslagen en fie] overheersende gevoel is droefheit' met een snijdend verlangen naar d| overledene. In zo'n toestand lijkt ht leven vaak leeg en zinloos. Menhee, in feite geen lust meer aan het lever geen honger meer, voelt zich licht melijk slecht, heeft vaak een brok i: de keel en de neiging zich terug t\ trekken uit de gewone wereld, zichzelf te keren. De nabestaande is nu voortdurem bezig met herinneringen aan de diei bare, herinneringen aan de period rondom z'n dood of aan de vroeger jaren, aan de leuke en plezierige dir gen die men samen gehad heeft. Oot al wil men er vaak niet aan denkei dit soort herinneringen komen ii dere keer met een grote mate va pijnlijkheid terug en het lukt maa niet om ze uit te bannen. De achte blijvende is bezig zichzelf voortdi rend te kwellen met de onverenii baarheid van wens en werkelijkheit Uiteindelijk schept het voortduren door het dal gaan en er weer ee beetje uit klimmen, een soort va springprocessie, de voorwaard voor de overgang naar het laatst stadium: dat van de reorganisatie In dit stadium begint de nabestaai de geleidelijk aan de energie en int» resse weer wat naar de buitenwereft te richten. Bij sommige mensen kati het overigens vele maanden of zelf jaren duren voordat ze dat kunne bij anderen gaat het vlugger. Ke\ merkend is in ieder geval dat de n® bestaande het intense bezig zijn me de verloren dierbare begint te ve\ minderen, het wordt opeens gemat keiijker om de spullen van de overÜ dene op te ruimen, het huis opnieuj in te richten, en de voorbereidingen te treffen voor het leven op jezelf. Herinneringen beginnen wat te vef vagen en als ze komen zijn ze nir meer zo pijnlijk of zo intens. Niettemin voelen veel nabestaanden zich in deze fase soms ook schuldig over het weer plezier in het levU krijgen, over het zelf wel in leven zijn („waarom ik wel en hij niet") en ovet. het gaan zien van nieuwe mogelijk heden waaraan de dierbare overle dene nooit deel zal hebben. Het ont wikkelen van een nieuwe liefdesrewi tie bijvoorbeeld met iemand anders, kan tijdelijk gevoelens van ontrouw, van verraad aan de overleden pc® ner heftig doen opkomen. Maar wat voor veranderingen er nu ook zijn, er zijn altijd bepaalde as pecten van de relatie met de overW; dene die gelijk blijven. Bepaalde her inneringen die men blijft koesteren, bepaalde gebruiken die men blm volhouden, of bepaalde taken c«J men nu van de overledene oveiïj neemt zoals het runnen van een lm drijf of het actief zijn in een bepaal^f organisatie. Die identificatie kan overigens o negatieve gevolgen hebben als bijr voorbeeld de doodsoorzaak een ziekte is waarvan de nabestaande zich geleidelijk aan gaat verbeelden dat hij of zij daar ook aan zal gacm sterven en voortdurend op zoek gaaf naar symptomen of klachten uW daarop wijzen. Rouw en verdriet zijn dus noodzakelijk voor het losma- kingsproces, maar die winst wor% vaak met veel moeite verworven onderbroken door perioden van te rugval, die misschien op den duur minder heftig worden, maar al? nooit helemaal verdwijnen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 4