PZC
Begrafenis Hirohito in Tokio:
diplomatieke massa-ontmoeting
Handtekeningen
Het lange
afscheid
opinie en achtergrond
VRIJDAG 24 FEBRUARI 1989
Verleden
Sjinto-ritueel
TRIJFEL
Nico Scheepmaker
Geen staatsgodsdienst
PLAATS VAN CEREMONIE
KEIZERLIJKE BEGRAAFPLAATS
Ruimte waar
Hirohito tijdens
de plechtigheid
ligt opgebaard
SHINJUKU
GYOEN
Tent voor
genodigden
Tent voor leden
van de keizerlijke
familie
te gast
Verbetering
Huilen
Denkwijzer
Schuldig
(Van onze correspondent in
het Verre Oosten, Bob Mantiri
De begrafenis van keizer Hirohito,
vandaag, zal de grootste diplo
matieke gebeurtenis zijn in de ge
schiedenis van Japan. Onder de geno
digden zijn koningen, prinsen, presi
denten en premiers. Voor hun veilig
heid hebben de Japanse autoriteiten
kosten noch moeite gespaard. Er is
voor 19 miljoen dollar aan veilig
heidsvoorzieningen getroffen. De
maatregelen worden de strengste ge
noemd in de Japanse historie.
Tijdens een speuractie naar terroris
ten zijn sinds de dood van de Showa-
keizer op 7 februari duizenden mensen
verhoord die langs de route wonen van
het paleis naar de Shinjuku-tuinen,
waar de keizer wordt begraven.
Het rioleringssysteem op deze route is
nauwkeurig onderzocht op eventueel
verborgen bommen en alle auto's wor
den tot op de bodem gecontroleerd.
Ook de aan buitenlanders verhuurde
appartementen langs de wegen waar
de stoet langs komt zijn miniutieus on
derzocht. De politie is bang dat terro
risten in de gehuurde appartementen
explosieven hebben opgeslagen die ze
vanaf een afstand kunnen opblazen.
Ten minste zes radicale groepen heb
ben gedreigd de 13 uur durende begra
fenisplechtigheid te zullen verstoren
omdat zij tegen het keizerlijke sys
teem zijn. Onder hen zijn het Japanse
Rode Leger, de marxistisch-leninisti-
sche guerrillagroep Chukakuha. Er
zijn intussen al 50 radicale activisten
opgepakt. De stedelijke politie is ver
sterkt met 32.000 man uit de provincie.
De prominentste onder de gasten is
wellicht de Amerikaanse president
George Bush, die geen enkele moeite
heeft om naar de begrafenis te gaan
van de man die door velen als een oor
logsmisdadiger wordt beschouwd.
Bush zei liever .vooruit te willen kij
ken dan achterom".
Maar velen hebben het verleden ech
ter niet vergeten. De Nieuwzeelandse
minister van defensie, Bob Tizard, zei
dat keizer Hirohito aan het einde van
de oorlog had moeten worden opge
hangen als oorlogsmisdadiger. Brice
Ruxton, voorzitter van de Australi
sche veteranenorganisatie, meent dat
Hirohito de grootste oorlogsmisdadi
ger is op de aarde. „Hitier is vergele
ken met Hirohito een zondagsschool
onderwijzer", zegt Ruxton.
In Nederland leidde de vraag wie naar
Tokyo moest worden gestuurd tot
emotionele debatten, vooral onder de
Indische Nederlanders die tijdens de
Japanse bezetting familie hebben ver
loren of in kampen geïnterneerd zijn
geweest. Er is geprotesteerd tegen het
sturen Van premier Lubbers of van een
lid van het Koninklijk Huis naar Ja
pan.
Onder de tienduizenden genodigden
zijn drie hoge Nederlanders: minister
van buitenlandse zaken Van den
Broek, die de Nederlandse regering
vertegenwoordigt, ambassadeur Dries
van Agt namens de EG en de Neder
landse ambassadeur in Tokyo.
De Japanse regering heeft 74 miljoen
dollar uitgegeven voor twee enorme
tenten in de tuinen van het Shinjuku-
park, waar de tienduizend hoogwaar
digheidsbekleders getuige kunnen
zijn van de plechtigheid, waarbij de
aloude sjinto-riten worden gebruikt.
Het is voor het eerst dat een Japanse
keizer niet wordt begraven volgens het
goddelijke sjinto-ritueel. De vorige
keizer, Taisho, werd als een god begra
ven.
Hirohito krijgt volgens de grondwet
een staatsbegrafenis, waarbij het
sjinto-ritueel tot een minimum is be
perkt. Sjinto-priesters zeggen mid
deleeuwse Japanse gedichten op, er is
een staatsprocessie van 225 mensen,
52 potige mannen torsen de een ton
wegende doodskist, tien anderen dra
gen de banieren die ook in 1927, bij de
begrafenis van Hirohito's vader, kei
zer Taisho, werden gebruikt.
Keizer Taisho stierf op 7 februari 1927,
vijftien jaar nadat hij de troon had be
stegen. Hirohito's vader was krankzin
nig als gevolg van een verwaarloosde
geslachtsziekte. Een van zijn laatste
staatsverplichtingen was de opening
van het parlement. In plaats van een
toespraak te houden, rolde hij het do
cument op tot een soort kijker en
gluurde er doorheen naar de parle
mentariërs.
De begrafenis van Taisho was een
kleurig schouwspel. De kar met doods
kist van keizer Taisho werd getrokken
door zeven heilige ossen. De kist werd
onmiddellijk gevolg door een kamer
heer die, volgens de aloude tradities,
de sandalen van de keizer droeg. De os
sen waren zorgvuldig uitgezocht in een
stad dicht bij de eeuwenoude hoofd
stad Kyoto.
De genodigden mochten geen gebruik
maken van voertuigen, omdat dat hen
hoger zou plaatsen dan de keizer. Dat
is ook de reden waarom de buitenland
se televisiemaatschappijen geen toe-
Tf unt u zich nog het moment her-
XV inner en (nee, niet waarop u
hoorde dat Kennedy was doodge
schoten), dat u voor het eerst dacht:
„Die Frederik Weinreb, of hoe heet
te hij ook alweer precies, hoe zou
het daar eigenlijk mee gaan? Daar
hoor je nooit meer over!"
Zou er, over zeg tien jaar, ooit een
dag komen dat we opeens, eigenlijk
zonder bijzondere aanleiding, zul
len denken:
„Die Salman Rushdie, of hoe heette
hij ook alweer precies, hoe zou het
daar eigenlijk mee gaan? Zou hij
nog wel leven?"
In New York hebben driehonderd
leden van de Nationale Schrijvers
bond woensdagochtend gedemon
streerd voor de vertegenwoordi
ging van Iran bij de Verenigde Na
ties. Een van de demonstranten
droeg een groot bord met de woor
den NIET BANG en daaronder zijn
naam en adres, in de hoop dat niet
alleen de ayatollische moslims
maar ook enkele uitgevers daar
nota van zouden nemen. - O nee,
sorry, we zouden ons bij dit onder
werp van nodeloze ironie onthou
den.- Het doet me denken aan An-
drej Amalrik, die zo'n twintig jaar
geleden zijn verboden boeken en
open brieven naar tijdschriften in
het westen altijd met zijn naam en
Moskouse adres (Vachtangova uli-
ca 5) placht te ondertekenen, in-
plaats van zo'n bord: NIET BANG.
Die driehonderd Amerikaanse
schrijvers, die gedemonstreerd heb
ben, betekenen dat de Nederlandse
literaire wereld bij zijn protest ver
houdingsgewijs met 15 schrijvers
had kunnen volstaan, dus het zal de
ayatollah wel rauw op het dak zijn
gevallen dat een veelvoud daarvan
te vinden was in de advertentie die
woensdag in enkele dagbladen
werd geplaatst. Ik telde so-wie-so al
meer dan 120 ondertekenaars van
wie ik zeker wist dat zij ooit in boek
vorm hebben gepubliceerd. En als
ik daarvan een Top Vijftien samen
stel die verhoudingsgewijs overeen
komt met dat totale getal van 300
Amerikaanse demonstrerende
schrijvers, dan wed ik dat wij de
Amerikanen kwalitatief gezien ver
re overtreffen:
H. Bernlef, J.M.A. Biesheuvel, Rem-
co Campert, Adriaan van Dis,
A.F.Th, van der Heijden, Rutger
Kopland, Gerrit Kouwenaar, Mar-
ga Minco, Adriaan Morrien, Karei
van het Reve, Renate Rubinstein,
Annie M.G. Schmidt, M. Vasalis, Si
mon Vinkenoog, Willem Wilmink.
Men zal de namen niet allemaal
kennen in Teheran, maar het besef
dat ook dit een zwarte pijl is die,
eenmaal afgeschoten richting Iran,
niet meer onderweg te stoppen valt,
zal daar hoop ik toch enige indruk
maken. U weet, de Iraanse presi
dent Ali Khameini heeftin Belgrado
verklaard dat 'een pijl van vergel
ding op weg is naar het hart van
Salman Rushdie', en dat afgescho
ten pijlen nu eenmaal onverstoor
baar hun weg plegen te vervolgen
en onderweg niet meer teruggeroe
pen kunnen worden. Oosterse en
bloemrijke taal dus.
Maar mijn informant over het schie
ten met pijl en boog heeft mij verteld
dat pijlen, naarmate de af te leggen
afstand groter is, met luchtturbu-
lenties rekening moeten houden,
onderweg wel eens gestuit kunnen
worden door plotseling opduikende
obstakels, of door het doelwit zelve
kunnen worden afgeweerd door
middel van schild, harnas of een
snel pasje opzij. Zulke obstakels
zijn een advertentie hier, een de
monstratie daar, een gezamenlijke
EG-aktie ginder, en dan zullen we
nog wel eens zien hoe het die pijl on
derweg vergaat.
Overigens gebiedt de eerlijkheid
dat we, na het samenstellen van die
Top Vijftien die de advertentie gete
kend hebben, ook even nagaan wie
van onze Top Duizend schrijvers
NIET getekend hebben. Als ik am
bassadeur van Iran was, en een
beetje gevoel voor humor had, dan
zou ik, om tweedracht in de vijande
lijke gelederen te zaaien, een adver
tentie plaatsen met daarin de na
men van al die Grote Nederlandse
Schrijvers, Journalisten, Uitgevers,
Intellectuelen en Kunstenaars die
de Salman Rushdie-advertentie
NIET getekend hebben:
Willem Frederik Hermans, Gerard
Reve, Harry Mulisch, Jan Wolkers,
Hella S. Haasse, Ida M. Gerhardt,
Lucebert, Maarten 't Hart, Hugo
Brandt Corstius, Cees Nooteboom,
Judith Herzberg, Kees van Kooten,
Bert Schierbeek, Jeroen Brouwers,
Anton Koolhaas, K. Schippers,
Gerrit Komrij, Theun de Vries, Ger
rit Krol, Jan Cremer, enzovoort.
Een indrukwekkender lijst dan die
van de ondertekenaars! Ik vind het
wel deftig en van een fiere onafhan
kelijke geest getuigen dat ik ook
niet in de advertentie voorkwam,
maar misschien komt dat omdat ik
toen in Parijs zat, net als Hermans.
Ik voel bovendien wel iets voor het
argument van Harry Mulisch dat
de tekst hem te ambtelijk was, en
dat hij wel onder de befaamde tekst
van Henk van Randwijk had willen
staan:
Een volk dat voor tirannen zwicht
zal meer dan lijf en goed verliezen,-
dan dooft het licht..."
Dat heeft ook mijn voorkeur: ieder
een tekent protest aan onder zijn ei
gen banier! Ik kies voor de uit
spraak van de Duitser W. Finck:
„Waar het te ver gaat, begint pas de
vrijheid."
stemming krijgen om bij de begrafenis
van Hirohito op hogere plaatsen came
ra's te zetten.
Keizer Taisho werd vroeg in de och
tend begraven, samen met twee kisten
die kleding en sandalen bevatten die
hij tijdens zijn leven had gedragen. Bij
zijn begrafenis waren geen buitenland
se staatshoofden en regeringleiders,
maar ook geen camera's, die anders de
enorme verwarring onder de half mil
joen belangstellenden hadden kunnen
registreren. Vijftien mensen werden
toen onder de voet gelopen en zeker
500 anderen gewond.
De rouwperiode duurde volgens het
sjinto-ritueel meer dan een jaar. Zij
bevestigde de goddelijkheid van de
nieuwe keizer en demonstreerde de
macht die de regering kon uitoefenen
op het keizerlijke systeem. Beide wa
ren nauw met elkaar verweven.
In het dikke rituele handboek dat de
keizerlijke hofhouding voor de vroege
re keizers gebruikte, is na de capitula
tie flink geschrapt door de Amerikaan
se bezetters. De Amerikanen decre
teerden dat de sjinto-godsdienst geen
staatsgodsdienst is. De begrafenis van
de keizer moet een pure staatsaangele-
genheid zijn, zonder sjinto-ritueel.
Maar rechtse krachten binnen de rege
rende liberale partij en in de regering
willen de oude keizerlijke glorie in Ja
pan weer in ere herstellen. Zij willen in
ieder geval dat de grondwet zodanig
wordt gewijzigd dat de nieuwe keizer,
Akihito, grote executieve bevoegdhe
den worden gegeven en niet slechts
een staatssymbool is.
Hirohito
(schematische
*'~-^^weergave)
(Door René Diekstra)
De bewoners van de dorpen op de
helling van de vulkaan de
Stromboli leiden al eeuwenlang een
merkwaardig bestaan. Regelmatig
rommelt en borrelt het in het binnen
ste van de berg en komen er rook
pluimen uit de kratermond. Maar de
dorpelingen laten zich daardoor in
hun dagelijkse beslommeringen niet
of nauwelijks storen. Ongerust ma
ken ze zich pas als de berg lange tijd
niets van zich heeft laten horen en er
geen kleine uitbarstingen in de kra
termond zijn geweest.
Dan, zo veronderstellen ze, zijn de
'ventielen' in de krater dichtgeslibd
en bestaat de kans dat zich in de berg
spanning aan het opbouwen is, die
op een bepaald moment voor een
massale uitbarsting kan zorgen. Als
voorzorgsmaatregel begeven groep
jes mannen zich dan in de krater-
mond om in de bodem gaten te hak
ken of te boren, zodat de berg haar
spanning weer kan afreageren. Op
die manier hebben mens en vulkaan
al sinds onheuglijke tijden een min of
meer vreedzame vorm van coëxis
tentie gevonden.
In zekere zin leeft ieder van ons op de
helling van de vulkaan van ons ge
voelsleven. Eén van de meest heftige
en ontredderende spanningen die
zich in onze innerlijke vulkaan kun
nen ontwikkelen, is het gevolg van
het verlies van een dierbare door de
dood. Uit verschillende studies blijkt
dat het verlies van een partner voor
de achterblijvende partner vaak ge
paard gaat met een verhoogd risico
op ziekten en zelfs op overlijden
mede door het toenemen van ge
zondheidsbes chadigende gedragin
gen als roken, alcohol drinken en
medicamentengebruik.
De reacties op verlies door de dood
noemen we gewoonlijk rouw en ver
driet. Psychologen en psychiaters
hebben in de afgelopen jaren gepro
beerd om na te gaan hoe rouwpro
cessen precies verlopen, wat voor
stadia je daarin kunt herkennen, en
wat het verschil is tussen gezonde en
ongezonde rouw. Er zijn inmiddels
zo veel van die rouwmodellen dat
een gewone sterveling door de bo
men het bos niet meer kan zien. Het
meest inzichtelijk zij het dan een
voudig is een indeling in drie fasen
van de rouw, namelijk de fase van
het protest, de fase van de desorga
nisatie en de fase van de reorganisa
tie.
Bij de heer F. van Slooten (PZC gis
teren) zijn nogal wat vragen gere
zen naar aanleiding van het vertrek
van de heer Bontenbal als directeur
van de provinciale VVV. Hij zegt meer
dan gewone belangstelling voor toe
risme te hebben en door vermelding
van zijn vele oud-bestuurslidmaat
schappen suggereert hij de lezer een
niet geringe deskundigheid in de ma
terie. Het is mij volstrekt een raadsel
waarom iemand met zijn achtergrond
niet de moeite heeft genomen eens
wat dieper in de materie te duiken
voor hij met zijn 'suggestieve vragen'
naar buiten trad. Op verzoek van de
hoofdredactie van de PZC wil ik kort
op enkele van zijn 'vragen' ingaan.
Dat de vergelijking van Bontenbal
tussen 'heel toeristisch Walcheren' en
een Center Pare wantrouwen zou heb
ben gwekt bij het kleinschalig bedrijfs
leven, is een stelling die nog nooit eer
der is gehoord. Het tegendeel van deze
bewering is waar. Alle Walcherse ge
meenten hebben zich de afgelopen ja
ren beziggehouden met de vraag hoe
in de toekomst de toeristische plannen
beter op elkaar kunnen worden afge
stemd. Hoe voorkomen kan worden
dat opnieuw eenzijdigheid in nieuwe
voorzieningen de kop opsteekt, zodat
Walcheren straks bijvoorbeeld vijf tro
pische zwemparadijzen kent, maar
geen goede wandel-, fiets- of ruiterpa
den. Wel seizoensverlengende investe
ringen in de verblijfsrecreatie, maar
geen bijpassend pakket van voorzie
ningen, waar je bij elk weer wat aan
hebt.
Juist op Walcheren geeft men geen
blijk van wantrouwen, maar van ver
trouwen in deze aanpak, hetgeen zal
blijken uit een eerstdaags te publice
ren studie van een projectgroep onder
leiding van burgemeester Rutten van
Middelburg.
Gebrek aan beleid en realiteitszin is
het verwijt dat hoort bij het vaststel
len dat de promotiepot leeg is. Dat
haaltje de koekoek! Dat geld was be
stemd voor die promotie-uitgaven in
de periode 1983-'88! Had het geld soms
op de bank gezet moeten worden?
Ontbreekt het de schrijver nu zelf niet
een beetje aan realiteitszin?
Vervolgens komt het bureau Bos aan
de beurt dat er allemaal niets van zou
hebben begrepen. De vraag rijst of Van
Slooten het advies zelf ooit gelezen
heeft en of hij kan aangeven wat er aan
de adviezen mankeerde? Niet alleen is
gebleken dat de structuur ons goed
bevallen is, maar dat o.a. een provincie
waar men op een essentieel onderdeel
van diezelfde structuur is afgeweken,
overweegt terug te komen op de wijze
waarop wij het in Zeeland doen.
De schrijver kan gerust zijn als het om
verantwoording afleggen gaat. Dat
gebeurt zowel in AB-vergaderingen
van de PVVV bij begroting en jaarre-
king als bij de subsidiegever, de pro
vincie Zeeland. Welnu, ik kan daar
over duidelijk zijn. De financiële
stukken over 1987 zijn ook daar goed
gekeurd en de voorlopige resultaten
rekening over 1988 (reeds per begin fe
bruari beschikbaar) laat een goed fi
nancieel beleid zien.
„De opzet van een gereorganiseerde
provinciale VVV zou op sterven na
dood zijn". Hoewel het niet duidelijk is
wat met deze kreet nu weer bedoeld
wordt, is het voor velen binnen de
Zeeuwse VVV-afdelingen wel duidelijk
geworden dat juist de taakafbakening
tussen de dienstencoördinatie promo
tie, produktontwikkeling, bemidde
ling en administratie (waaronder auto
matisering) goede vruchten heeft afge
worpen.
Wie de moeite neemt kennis te nemen
van de stimulerende taken van de
dienstencoördinator en zijn begelei
dingscommissie weet dat veel goed
werk verzet wordt. Niet alleen binnen
Zeeland, maar ook daarbuiten weet
men dat de geautomatiseerde infor
matievoorziening (Zeeland Zien) een
koploperspositie inneemt.
Ook een stijging van 50% in inkomsten
van arrangementen en andere bemid
delingsactiviteiten, geeft aan dat suc
cesvol gewerkt wordt.
Het aantal gidsen nam niet alleen toe
in aantal, diversiteit en wervende
kracht, maar ook de inkomsten uit het
bedrijfsleven waardoor deze geflnan-
cieerd worden, namen met ca. 50% toe
tot een kleine 400.000,-.
Als het erom gaat kosten en baten dui
delijk te maken dan is dat per definitie
geen eenvoudige zaak. Al gauw ver
zeilt men in subjectieve benaderingen,
want wat voor de één veel is, is voor de
andere weinig. Aan de kostenkant is er
slechts de mogelijkheid van vergelij
ken met andere provincies. Zo kan ge
steld worden dat Zeeland met ca.
800.000,- subsidie (op een totaal bud
get van 1,8 miljoen) een gemiddelde
plaats inneemt tegenover de andere
provincies. In de jaren '70, toen toeris
me niet mocht groeien, bedroeg de bij
drage ongeveer de helft en behoorde
Zeeland tot de provincies waar op pro
vinciaal niveau het minst werd uitge
geven.
Zeeland heeft dus in financiële zin de
achterstand ingehaald tot een gemid
deld niveau. Het belang van toerisme
is in Zeeland echter tweemaal zo groot
als gemiddeld elders in Nederland.
Aan de batenkant zijn enkele indica
ties te melden van resultaten die aan
promotie-inspanningen te danken
zijn, waarvan de PVVV-bijdragen on
getwijfeld deel uitmaken. Zo steeg het
verblijfstoerisme uit Duitsland en Bel
gië in de periode 1983-'86 met 75% en
65% en nam het aantal Nederlandse
vakantiegangers in de zomermaanden
van 1988 met 3% toe, terwijl het elders
in Nederland met gemiddeld 5% daal
de. Voorts kan iedereen waarnemen
dat de beoogde seizoensverlenging
lijkt te gaan slagen door de zichtbare
aanwezigheid van toeristen in perio
des als herfst-, kerst- en krokusvakan
tie. In een recent onderzoek van het
provinciaal griffiebureau 'data en on
derzoek' staat vermeld dat de totale
werkgelegenheid in het toerisme sinds
1980 met ca. 1000 arbeidsplaatsen is
toegenomen. Een cijfer dat zeker in be
langrijke mate het gevolg is van het
gevoerde toeristische beleid, waartoe
de PVVV a raison van 800.000,- per
jaar een belangrijk hulpmiddel is.
Natuurlijk zijn er zaken die voor ver
betering in aanmerking komen. De
commentaarschrijver wijst in de PZC
van 4 februari in de richting van een
teveel aan dirigisme. Het is in es
sentie daar waar de schoen wringt.
Het bestuur van de PVVV is dat ook
met hem eens, al betreuren wij het
zeer dat hij en zijn redactie zich ken
nelijk niet hebben gerealiseerd dat
wij daartoe reeds in april 1988 een an
dere koers hebben uitgezet.
Ter verduidelijking het volgende.
Het provinciaal bestuur en het alge
meen bestuur van de PVVV-nieuwe
stijl hebben in 1985 uitgesproken dat
de promotie van Zeeland door de
PVVV zou dienen te geschieden. Als
basis gold de afspraak met enkele pro
vinciaal georganiseerde branche-orga
nisaties dat zij de financiering hiervan
op zich zouden nemen, zij het dat door
het provinciaal promotiefonds tot een
met 1988 een 'startsubsidie' zou wor
den verleend. Omdat het provinciaal
promotiebeleid niet alleen door de
provinciale branche-organisatie posi
tie werd ontvangen, maar ook door ve
le plaatselijk of regionaal werkzame
instellingen (zoals plaatselijke of
streek-VVV's, regionale promotie
stichtingen), werden de ondernemers
tweemaal benaderd voor hetzelfde
doel: een bijdrage aan de promotie
doelstellingen. Zoals begrijpelijk in
kleinschalig Zeeland wonnen de plaat
selijke/regionale lobby's het van de
provinciaal georganiseerde branche
organisaties. In tegenstelling tot de
laatsten, die de promotie-activiteiten
geheel aan de PVVV wilden overlaten,
stelden de regio's zich veel zelfstandi
ger op, geruggesteund door veelal de
gemeentebesturen die meestal ook
niet achter wilden of konden blijven
bij activiteiten welke hun gemeente
over de grenzen heen bracht.
Tegen deze activiteiten behoeft ook in
het geheel geen bezwaar te zijn. Ster
ker nog, ze zijn zelfs toe te juichen, in
dien deze plaatsvinden in een goede
onderlinge afstemming met elkaar en
met het provinciaal niveau. Daar waar
hun activiteiten zich richten buiten de
provinciegrenzen dient dit naar mijn
mening in samenwerking met de
PVVV te gebeuren omdat alleen een
'Zeeland-imago' sterk genoeg is om
verkocht te worden. De provinciale
branche-organisaties erkennen dit
volmondig maar zijn helaas tot nu toe
niet bij machte gebleken een methode
voor collectieve fondsverwerving te
realiseren.
Teneinde deze problematiek te lijf te
gaan is eerst door ons en oud-be
stuurslid E. T. Oosterhuis een plan
voor heffing van opcenten op de bij
drage aan de kamers van koophandel
ontworpen. Dat werd echter door de
staatssecretaris van economische za
ken, die voor invoering toestemming
had moeten verlenen, verworpen.
Vervolgens stelde ons bestuur een
commissie uit de PVVV in, die advi
seerde met de regionale promotie
stichtingen vaste afspraken te maken
over fondsenwerving door hen en het
beschikbaar stellen van een deel van
het budget ten behoeve van de alge
mene Zeeland-promotie.
Dit advies maakt sinds april 1988 deel
uit van ons beleid. Vanaf dit moment
was reeds duidelijk dat een dirigeren
de opstelling van de PVVV tot het ver
leden zou gaan behoren. Teneinde tot
sluitende afspraken te komen is aan de
gemeenten in Zeeland gevraagd om
onderling tot een eensluidende opstel
ling ten aanzien van de promotiestich
tingen te komen. Voor alle partijen is
het absoluut noodzakelijk om vooraf
af te spreken 'wie wat doet' en 'wie wat
en waarvoor' betaalt. In de afgelopen
jaren (1987 en 1988) is veel tijd en moei
te besteed aan overleg tussen de ver
schillende partijen in Zeeland.
Deze wijziging in de positie van de
PVVV ten aanzien van de promotione
le taken betekent eveneens een be
langrijke verandering in het taken
pakket van de directeur van de PVW,
die zich zo intensief met promotie be
zighoudt. Omdat de functie hierdoor
een andere inhoud kreeg dan bij de
aanvang met de heer Bontenbal was
overeengekomen heeft deze gemeend
een andere functie te moeten aanvaar
den. Jammer, maar wel begrijpelijk.
Dat betekent dus ook dat de PZC op 4
februari gelijk had met zijn waarschu
wing tegen een dirigistische aanpak.
In de huidige verhoudingen werkt dit
niet. Alleen jammer dat hij toen niet
wist dat we daar al hard aan werken.
(De schrijver van deze reactie, J. P. Ventevo
gel, is lid van het college van gedeputeerde
staten van Zeeland en voorzitter van het da
gelijks bestuur van de provinciale VVV).
De protestfase wordt zo genoemc
omdat in deze fase de nabestaand
hardnekkige pogingen blijft doen or,
de band met de dierbare dode vast t
houden of te herstellen. Dit proce
neemt vaak de vorm aan van ongt
loof of ontkenning. De nabestaand
kan bijvoorbeeld zeggen: nee, ik gt
loof het niet, het is niet gebeurd. H
of zij kan dan eenvoudigweg niet ht
idee accepteren of verdragen dat d
dierbare dood is en nooit meer teru(
komt, en gaat vaak door met zich t
gedragen alsof er niets is gebeurd.
Een dramatische vorm van protest i
de shocktoestand, waarin tijdelij,
alle zintuigen, alle gevoel verdoof
is, lamgelegd. Zo'n nabestaande zegt
achteraf dat hij niks meer voeldt
niks meer zag, niks meer hoorde, i
een soort trance leefde. Zo'n afschel
ming van de hele wereld is een vort
van massale verdedigingof mai
saai protest tegen iedere erkennin
van de werkelijkheid van het verliet
In deze fase is huilen vaak een uitin
van protest, maar ook als het war
een soort poging om de verlorene U
rug te krijgen, op dezelfde manie
waarop een jong kind kan huilen al
z'n moeder hem tijdelijk verlate
heeft en daarmee een signaal ui
zendt dat ze moet terugkomen. Hm
len heeft ook de functie van de omgt
ving anderen attent te maken op hè
verlies en er iets aan te doen. En ovl
dat anderen daar natuurlijk nik
aan kunnen doen, komt het nog c
eens voor dat agressie of boosheid o\
die ander wordt gericht, zoals op ee\
behandelend arts aan wie wordt vei
weten dat hij er niks aan gedaa
heeft om de dierbare in leven te hoi
den.
De fase van het protest kan enkel
minuten duren, maar soms ook dt
gen, weken of zelfs maanden. Het i
heel gewoon en normaal dat ze oj
treedt omdat het eigenlijk de enig
manier is waarop geest en lichaa
van de nabestaande kunnen reagt
ren om de emotionele pijn van ht
verlies in het begin binnen draagli
ke grenzen te houden. Meestal ve
dwijnt die protestfase om plaats
maken voor een fase van desorgam
satie of ontregeling, waarin geleide{
lijke bewustwording van het verliep
ontstaat.
Deze fase is de allermoeilijkste, Dl
achterblijvende realiseert zich nl
dat de dood heeft toegeslagen en fie]
overheersende gevoel is droefheit'
met een snijdend verlangen naar d|
overledene. In zo'n toestand lijkt ht
leven vaak leeg en zinloos. Menhee,
in feite geen lust meer aan het lever
geen honger meer, voelt zich licht
melijk slecht, heeft vaak een brok i:
de keel en de neiging zich terug t\
trekken uit de gewone wereld,
zichzelf te keren.
De nabestaande is nu voortdurem
bezig met herinneringen aan de diei
bare, herinneringen aan de period
rondom z'n dood of aan de vroeger
jaren, aan de leuke en plezierige dir
gen die men samen gehad heeft. Oot
al wil men er vaak niet aan denkei
dit soort herinneringen komen ii
dere keer met een grote mate va
pijnlijkheid terug en het lukt maa
niet om ze uit te bannen. De achte
blijvende is bezig zichzelf voortdi
rend te kwellen met de onverenii
baarheid van wens en werkelijkheit
Uiteindelijk schept het voortduren
door het dal gaan en er weer ee
beetje uit klimmen, een soort va
springprocessie, de voorwaard
voor de overgang naar het laatst
stadium: dat van de reorganisatie
In dit stadium begint de nabestaai
de geleidelijk aan de energie en int»
resse weer wat naar de buitenwereft
te richten. Bij sommige mensen kati
het overigens vele maanden of zelf
jaren duren voordat ze dat kunne
bij anderen gaat het vlugger. Ke\
merkend is in ieder geval dat de n®
bestaande het intense bezig zijn me
de verloren dierbare begint te ve\
minderen, het wordt opeens gemat
keiijker om de spullen van de overÜ
dene op te ruimen, het huis opnieuj
in te richten, en de voorbereidingen
te treffen voor het leven op jezelf.
Herinneringen beginnen wat te vef
vagen en als ze komen zijn ze nir
meer zo pijnlijk of zo intens.
Niettemin voelen veel nabestaanden
zich in deze fase soms ook schuldig
over het weer plezier in het levU
krijgen, over het zelf wel in leven zijn
(„waarom ik wel en hij niet") en ovet.
het gaan zien van nieuwe mogelijk
heden waaraan de dierbare overle
dene nooit deel zal hebben. Het ont
wikkelen van een nieuwe liefdesrewi
tie bijvoorbeeld met iemand anders,
kan tijdelijk gevoelens van ontrouw,
van verraad aan de overleden pc®
ner heftig doen opkomen.
Maar wat voor veranderingen er nu
ook zijn, er zijn altijd bepaalde as
pecten van de relatie met de overW;
dene die gelijk blijven. Bepaalde her
inneringen die men blijft koesteren,
bepaalde gebruiken die men blm
volhouden, of bepaalde taken c«J
men nu van de overledene oveiïj
neemt zoals het runnen van een lm
drijf of het actief zijn in een bepaal^f
organisatie.
Die identificatie kan overigens o
negatieve gevolgen hebben als bijr
voorbeeld de doodsoorzaak een
ziekte is waarvan de nabestaande
zich geleidelijk aan gaat verbeelden
dat hij of zij daar ook aan zal gacm
sterven en voortdurend op zoek gaaf
naar symptomen of klachten uW
daarop wijzen. Rouw en verdriet zijn
dus noodzakelijk voor het losma-
kingsproces, maar die winst wor%
vaak met veel moeite verworven
onderbroken door perioden van te
rugval, die misschien op den duur
minder heftig worden, maar al?
nooit helemaal verdwijnen.