PZC
Controle gebruik
lichaamsdelen is
nooit waterdicht
CDA'ers massaal
voor vrijlating
opinie en achtergrond
Stemgedrag 2e kamerleden
gratie Twee van Breda'
T
ZATERDAG 28 JANUARI 1989
Worsteling
Verbranding
Hoog niveau
Uitleveren
Minister Korthals Altes en premier Lubbers achter de regeringstafel.
Een van de weinige demonstranten vrijdagmorgen op het Binnenhof.
Kamerleden en Korthals Altes
worstelen met hun geweten
(Van onze parlementaire
redacteuren
Bart Jochems
en Theo Haerkens
Voor de ingang van het gebouw
van de Tweede Kamer staat vrij
dagmorgen een handvol demonstran
ten. Een oude man houdt een prenten
boek opengeslagen voor zijn borst.
Hij ziet de discussie als een partij-po
litiek steekspel: „Ik roep u op tot 1999
niet meer op VVD of CDA te stem
men".
Binnen, in de vergaderzaal, blijkt het
tegendeel. De fracties zijn gespleten;
ieder maakt zijn of haar eigen afwe
ging. Enkele fracties trekken zich na
het indrukwekkende verhaal van mi
nister van justitie Korthals Altes wel
iswaar terug voor intern beraad, maar
de argumenten hoeven niet meer te
worden gewisseld. Alles is gezegd, het
gaat er alleen maar om de voor- en te
genstemmers te tellen.
CDA-fractieleider De Vries legt uit
waarom zijn fractie een nieuw beraad
niet noodzakelijk acht; „Ieder moet
zijn eigen, persoonlijke besluit ne
men". Premier Lubbers heeft zich in de
loge genesteld en praat met een onbe
kende dame.
Bij de hervatting van het debat, vrij
dagochtend om kwart over tien, is al
duidelijk dat een meerderheid van de
kamerleden zich achter het kabinets
standpunt opstelt: de Twee van Breda
worden losgelaten, „om ze uit onze sa
menleving te bannen", zegt PvdA'er
Kosto. De inhoud van een prullenbak
in de vergaderzaal kan als een vinger
wijzing worden gezien. Daarin ligt een
stencil met de tekst: 'Bedenk: u stemt
ook over een verzoek om gratie voor de
overlevenden van de vernietigings
kampen, nabestaanden van aldaar
omgebrachten en hun nakomelingen
nu! Nee voor de twee'.
Op de tribune heeft mevrouw Van den
Dool. die woensdag als enige bij het
Catshuis demonstreerde, zich niet bij
de verwachte uitkomst neergelegd:
„Ik blijf vechten. In het verzet zeggen
ze dan: 'Oh, daar heb je Annie weer'.
Dat zal zo blijven". Haar buurman,
met vele onderscheidingen gedeco
reerd, vraagt haar begrip te hebben
voor het standpunt van „die jongeren.
Juist onder de jeugd zijn er die ons be
grijpen".
In de zaal heeft Korthals Altes zijn
verhaal dan al afgerond. De jurist pur
sang probeert uiteen te zetten waar
om het kabinet de Twee gratie wil
verlenen. 'Gratie' is in dit verband
een woord dat de lading van het be
sluit niet dekt, geeft hij toe. Maar de
juridische handboeken en de Grond
wet laten alleen dat woord toe.
Het geeft de worsteling aan die de mi
nister met zijn eigen geweten heeft ge
voerd. De belangen van de rechtsstaat
tegenover het leed dat oud-verzets
strijders en oorlogsslachtoffers wordt
aangedaan. De jurist, door een enke
ling achter de groene gordijnen 'een
koele kikker' genoemd, blijkt geëmo
tioneerd en wenst zijn gevoelens niet
te verbergen.
Hij meldt tot degenen te behoren die
menen dat destijds „in gevallen als de
ze de door de Bijzondere Raad van
Cassatie uitgesproken doodstraf beter
voltrokken had kunnen worden".
Premier Lubbers spreekt niet. Hij no
teert en knikt Korthals Altes bemoedi
gend toe. Maar de minister lijkt het
niet te merken; hij probeert de zinnen
op het papier voor hem uit te spreken.
Als hij is uitgesproken valt een stilte.
Bij de PvdA worden blikken van ver
standhouding gewisseld. Schorsing
van het debat wordt gevraagd.
Korthals Altes sluit zijn aktentas en
verlaat met samengeperste lippen de
zaal. Van D66-fractievoorzitter Van
Mierlo krijgt hij een schouderklopje.
De minister lijkt het niet te merken.
De zaal is leeg, de griffiers nemen de
presentielijst door met het oog op de
komende stemmingen.
Rabbijn Soetendorp, achtergebleven
op de tribune: „Vanmorgen heb ik de
Duitse radio gehoord. Toen ik hier
heen kwam, had ik een slechte smaak
in mijn mond". Ook Soetendorp is on
der de indruk van Korthals Altes,
maar de minister heeft geen ant
woord gegeven op de vraag waarom
het besluit tot gratiëring juist nu
moest worden genomen.
Als de vergadering na drie kwartier
wordt hervat, komt mevrouw Haas-
Berger (PvdA) met een motie die de re
gering vraagt af te zien van gratie. De
rechtsstaat, zo verklaart zij, behelst de
normen en waarden in onze samenle
ving. De rechtsstaat omvat ook het
rechtsgevoel van die Nederlanders die
in de oorlog hebben geleden. Op een
van beide tribunes wordt na haar
woorden geapplaudisseerd. Op de tri
bune aan de overkant van de zaal is
daar geen sprake van, hoewel ook daar
vele oud-verzetsstrijders het debat
volgen.
Korthals Altes neemt voor de tweede
maal het woord. De emoties worden
hem te machtig wanneer hij spreekt
over de reünie van zijn oude school,
elke vijf jaar. Dan komen de verhalen
boven over „de kinderen die plotse
ling naar een andere school moesten".
„Er is er nog één van over". De be
windsman gaat zitten en drinkt een
glas water leeg tot op de bodem.
Lubbers zwijgt. Hij wenst niet in te
gaan op vragen over de samenloop van
de gratiëring met een besluit over de
afvaardiging naar de begrafenis van
Hirohito.
Na afloop, buiten op het plein voor de
Tweede Kamer, duurt het even voor de
uitslag van de stemming bij iedereen
doordringt. Bij het handjevol demon
stranten is de verontwaardiging alge
meen. „Als ik een dagje naar Duits
land ga, kan ik ze tegenkomen", roept
een man uit. „En ik ben niet de enige,
zo zijn er nog duizenden". Een vrouw
roept op alle verzetsherdenkingskrui-
sen en andere onderscheidingen op
een hoop te gooien en in brand te ste
ken. „Dit is verraad aan het verzet en
aan alle mensen die het allemaal heb
ben meegemaakt".
„Als je de politiek nu nog niet door
hebt, leer je het nooit", meent iemand.
„Als het weer gebeurt, zitten zij als eer
sten aan de overkant van het Kanaal".
Het groepje wordt snel kleiner. Een
toeschouwer: „Zie je wel, maar een
paar demonstranten. Het leeft niet
meer onder de bevolking. Dat heeft de
regering goed ingeschat".
Van onze verslaggever
Runa Hellinga
oen we er door de KRO over
99 M. werden aangesproken, zijn
we natuurlijk bij onszelf nagegaan
of het mogelijk is dat iemand hier
lichaamsdelen meeneemt. En ik
moet eerlijk zeggen, een volledig
waterdichte controle daarop is
haast niet mogelijk. Toch lijkt het
me onwaarschijnlijk dat dat hier
gebeurd is".
Als directeur van het anatomisch la
boratorium van het Amsterdamse
VU-ziekenhuis vindt dr A. H. M. Loh-
man de berichten over handel in
mensenhoofden en de mogelijke be
trokkenheid van academische zie
kenhuizen daarbij hoogst onplezie
rig. Toch verheelt de hoogleraar ana
tomie niet dat de zaak hem minder
schokt dan de meeste buitenstaan
ders, en dat is ook we1 te begrijpen
van een man die van het snijden in
dode lichamen zijn vak heeft ge
maakt.
Hoeveel lijken er jaarlijks in anato
mische laboratoria worden gebruikt,
is niet precies bekend. Wel staat vast
dat het aanbod veel groter is dan de
vraag en dat de academische zieken
huizen regelmatig mensen afwijzen
die hun lichaam ter beschikking van
de wetenschap willen stellen. Met de
aangeboden lijken gaan de zieken
huizen volgens Lohman zorgvuldig
om. Maar de stoffelijke overschotten
zijn, eenmaal in het anatomisch la
boratorium beland, in de eerste
plaats werkmateriaal waar studen
ten op kunnen oefenen en chirurgen
nieuwe operaties op uitproberen.
De ziekenhuizen realiseren echter
zich terdege dat de terbeschikkings
telling voor de wetenschap voor de
nabestaanden een heel moeilijke
stap kan zijn. Vandaar dat de familie
altijd de vrijheid houdt om de wilsbe
schikking van de overledene te nege
ren en hem of haar toch te begraven.
Lohman: „Dat kan ook moeilijk an
ders, want als ze ons niet opbellen
dat iemand gestorven is, dan komen
we dat nooit te weten".
De meeste mensen die zichzelf ter be
schikking willen stellen, nemen voor
hun dood contact op met het zieken
huis. Ze krijgen dan de nodige papie
ren plus een telefoonnummer dat na
bestaanden zo snel mogelijk na hun
dood moeten bellen. „Het liefst heb
ben we een lichaam binnen 24 uur in
huis. Maar we hebben er ook begrip
voor als de familie wat langer nodig
heeft om afscheid te nemen", zegt
Lohman.
Het VU-ziekenhuis zorgt er na het te
lefoontje zo snel mogelijk voor dat
een begrafenisondernemer het lijk
ophaalt, waarna het in het zieken
huis gebalsemd wordt. Dan gaat het
lichaam in een grote plastic zak vol
balsemvloeistof. Daarin wordt het
twaalf maanden lang opgeslagen zo
dat het goed van de vloeistof door
drongen raakt en geprepareerd
wordt. Pas daarna kunnen de licha
men gebruikt worden voor medisi
doeleinden.
Als een lichaam bedoeld is als oef*
materiaal voor studenten, gaat
gemiddeld zo'n twaalf maam
mee. Lohman: „Dan worden eerst
borst en buik gebruikt, daarna h:
en hoofd en dan het onderlijf, stei
voor studenten in verschillende s
diefasen".
Dergelijke snij oefeningen zijn tarr|
lijk massale bijeenkomsten waarl
meerdere studenten zich bui^
over één lijk. Volgens Lohman is
haast onmogelijk dat tijdens die si
sies delen van lichamen worden oI
vreemd: „Ten eerste is er de soci;
controle van de studenten onderlii
en ten twee lopen er overal assist*
ten rond die de gang van zaken in
gaten houden. Misschien dat je e
pink kunt meenemen, maar grote
delen zoals een hoofd, dat houdt
voor uitgesloten".
In de loop van de tijd dat een
chaam gebruikt wordt, vallen del
af die verder niet meer worden j
bruikt. „Daarvan houden we een
gistratie bij en die gaan vervolge
onze eigen verbrandingsovens
Dat gebeurt zo'n vier keer per ja:
Als we de lijken niet meer noc
hebben, worden die ook verbrai
hoewel een begrafenis ook mogeli
is als de familie dat echt wil. E
komt overigens zelden voor. Het
opvallend hoe goed mensen afsta:
kunnen nemen als ze eenmaal bes
ten hebben dat een lichaam naar o
toegaat".
Van buitenaf bestaat er geen enke
controle wat de academische zieke
huizen met de lichamen doen
overlijden moet de burgemeester!
terbeschikkingstelling van de w
tenschap een ontheffing geven vt
de wettelijke verplichting een li,
binnen vijf dagen te begraven of
verbranden. Maar dat is dan ook h>
enige moment dat de overheid zie
met het lichaam bezighoudt.
De interne registratie en verbra:
ding zijn geen waterdichte syst
men om diefstal van delen van li
ken te voorkomen. Toch kan Lol
man het zich eigenlijk niet inde:
ken dat de hoofden die in de hand*
zijn, uit de academische ziekenhui
zen afkomstig zijn: „Het is waar, d
mensen die hier werken, hebben
tuurlijk een vertrouwenspositii
We hebben personeel dat al
lang in dienst is en en het zijn menj
sen die ik volledig vertrouw. Vol)
gens mij is zo'n diefstal nog noo
voorgekomen. Maar ja, als iema
echt wil, dan is er niets tegen
doen. Je kunt geen controle opzetti
die zo waterdicht is, dat je diefstl
echt kunt voorkomen. We hebben
de laatste dagen vaak over
dacht of we wel zorgvuldig genoi
te werk zijn gegaan, en ik heb ec!
het gevoel dat dat zo is".
Vooral de leden van de CDA-fractie
hebben vrijdagmiddag massaal
vóór vrijlating van de Twee van Bre
da gestemd. Maar liefst 46 CDA'ers
stemden tegen een motie, waarin de
regering werd gevraagd Aus der Fün-
ten en Fischer niet vrij te laten. Onder
de voorstanders bevonden zich ook
alle fractievoorzitters van de vier
grote partjen, De Vries (CDA), Kok
(PvdA), Voorhoeve (VVD) en Van
Mierlo (D66).
De tekst van de motie luidde:
„De Kamer, gehoord de beraadsla
ging; gelezen de brief van de minister
van justitie van 24 januari 1989 betref
fende de twee te Breda gedetineerde
oorlogsmisdadigers; verzoekt de rege
ring te blijven afzien van het gebruik
van haar bevoegdheid tot gratieverle
ning op andere dan individuele basis,
en gaat over tot de orde van de dag.
Haas-Berger, Wiebenga, Beinema,
Van den Berg, Tommei, Lankhorst,
Leerling".
Voor de motie stemden 55 leden:
CDA: Beinema, Eversdijk, Van Leijen-
horst, Reitsma.
PvdA: Ter Beek, Van den Berg, Haas-
Berger,Buurmeijer, De Cloe, Dolman,
Hummel, Huys, Jabaaij, Leijnse, Lili-
paly, Lonink, Moor, Netelenbos, Van
Otterloo, De Pree, Pronk, Rienks,
Schaefer, Spieker, Stoffelen, Swil-
dens-Rozendaal, Vermeend, Visser,
Vliegenthart, Wallage, Worrel, Zijlstra.
VVD: De Beer, Blaauw, Van Erp,
Franssen, De Grave, Heemskerck Pil-
lis-Duvekot, Kamp, Keja, Linschoten,
Nijhuis, Ploeg, Van Rey, Terpstra,
Veldhuis, Weisglas, Wiebenga.
D66: Nypels, Tommei.
PPR: Lankhorst.
SGP: Van der Berg, Van Dis, Van der
Vlies.
RPF: Leerling.
Tegen de motie stemden 85 leden:
CDA: Aarts, Baas-Jansen, Biesheuvel,
De Boer, Boers-Wijnberg, Borgman,
Van der Burg, Doelman-Pel, Esselink,
Frinking, Frissen, Gerritse, Gualthé-
rie van Weezei, Van der Heijden, Hen-
nekam, Hermes, De Hoop Scheffer,
Van Iersel, Janmaat-Abee, Koetje, De
Kok, Krajenbrink, De Kwaadsteniet,
Laning-Boersema, Lansink, De
Leeuw, Van der Linden, Mateman, Mo-
ret-de Jong, Nijland, Van Noord, Oom-
en-Ruijten, Paulis, Roosen-van Pelt,
Van der Sanden, Schartman, Smits,
Soutendijk-van Appeldoorn, Tege-
laar-Boonacker, Terpstra, Tuinstra,
Vreugdenhil, Vriens-Auerbach, De
Vries, Weijers, Wolters.
PvdA: Alders, Castricum, Feenstra,
Van Gelder, Hageman, Knol, Kok,
Kombrink, Kosto, Melkert, Niessen,
Rijn-Vellekoop, Roethof, Stemerdink,
Van Traa, Van der Vaart, Ter Veld,
Verspaget, Wöltgens.
VVD: Blauw, Braams, Dijkstal, Joe-
kes, Jorritsma-Lebbink, Korthals,
Lauxtermann, Rempt-Halmmans de
Jongh, Scherpenhuizen, Voorhoeve.
D66: Eisma, Engwirda, Groenman,
Kohnstam, Van Mierlo, Nuis, Wolffen-
sperger.
PSP: Van Es.
GPV: Schutte.
PPR: Beckers-De Bruijn.
Bonn bewondert hoge niveau
van parlementaire discussie
(Van onze correspondenten)
Zwel in Bonn als in Tel Aviv is
gisteren terughoudend gerea
geerd op de vrijlating van de twee
oorlogsmisdadigers Fischer en Aus
der Fünten. In West-Duitsland over
heerste de waardering voor de wijze
waarop het Nederlandse parlement
de discussie voerde. Israël keurt de
vrijlating af maar is beheerst in zijn
kritiek. In een gisteravond uitgege
ven korte verklaring zegt het minis
terie van buitenlandse zaken: „Nie
mand kan van de regering van Israel
verwachten dat ze een dergelijk be
sluit toejuicht. Vanuit ons gezichts
punt, als Israëliërs en als joden, be
staat er geen ruimte voor verjarings
termijnen als het gaat om de vervol
ging van Nazi-oorlogsmisdadigers".
Tot gisteravond weigerde Israel eni
ge reactie te geven omdat de zaak
volgens een woordvoerder van het
ministerie van buitenlandse zaken
een Nederlandse binnenlandse aan
gelegenheid is.
Twee wankelende oude heertjes
stapten vrijdagavond uit een ambu
lance in Dammer Bruch, even ten
zuiden van de Westduitse plaats We-
sel. Vrijwel onopgemerkt waren de
79-jarige Ferdinand Aus der Furiten
en de 87-jarige Klaus Fischer over de
grens gezet. Vier politiemannen be
geleidden de twee op hun weg terug
naar Duitsland. Vragen wilden ze
niet beantwoorden. De twee zijn met
hun naaste familieleden onderge
bracht op onbekende adressen. Het
enige wat de begeleiding kwijt wilde,
is dat beide oorlogsmisdadigers nau
welijks nog toerekeningsvatbaar
zijn.
De gratie voor de Twee van Breda
was vrijdag een belangrijk thema in
de Bondsrepubliek. In alle radio-en
tv-uitzendingen werd uitvoerig aan
dacht besteed aan het parlementsbe
sluit. De algemene teneur is, dat in
ons land een parlementair debat op
hoog niveau is gevoerd, dat er op
waardige wijze een streep onder het
verleden is gezet en dat de huidige
relatie tussen beide staten geen rol
speelde. Verder werd er veel begrip
opgebracht voor de emotionele be-
Oudstrijders toonden tijdens het debat over de Twee van Breda vrijdag al
hun onderscheidingen. Daarmee demonstreerden zij hun verzet tegen de vrij
lating van de twee oorlogsmisdadigers.
trokkenheid. Gewaarschuwd werd
de twee niet als martelaars te zien.
De Westduitse president Richard
von Weizsacker bedankte vrijdag di
rect na de stemming als eerste het
Nederlandse parlement voor het be
sluit de Twee van Breda vrij te laten.
„Na een 43-jarige gevangenisstraf en
gezien de leeftijd van de twee gevan
genen beantwoordt dit aan het ver
langen naar humaniteit, ook in de
tenuitvoerlegging van straffen. Met
het besluit van het Nederlandse par
lement is de houding van een rechts
staat tot uitdrukking gebracht, die
juist ook daarom altijd een humani
taire staat is", aldus Von Weizsacker.
De vice-voorzitter van de SPD en mi
nister-president van Noordrijn-West-
falen, Johannes Rau, zei dat „wat zij
voor de tijd van het nazi-geweld in be
zet Nederland te verantwoorden heb
ben, kan niet meer worden goedge
maakt. Het opheffen van hun straf zie
ik als een bewijs van genade en men
selijkheid. Daartoe zijn alleen demo
cratische landen in staat. En dit in te
genstelling tot gewelddadige syste
men, waaronder miljoenen onschul-
digen vele jaren, ook in Nederland,
moesten lijden. Hoe goed ik ook de
wanhoop en woede van vroegere ge
vangenen in concentratiekampen
kan begrijpen, ik vraag begrip voor
de vrijlating. Niets zal, kan en moet
vergeven en vergeten worden, maar
wel kan genade worden bewezen".
Fractievoorzitter Dregger van de
CDU-CSU begroette het besluit. Hij
had er echter ook begrip voor dat
veel Nederlanders lange tijd emotio
nele bezwaren hebben gehad tegen
de gratie. De FDP wilde niet reage
ren. De Groenen daarentegen stel
den dat „de beslissing een uiterst hu
mane instelling van het Nederland
se parlement ten aanzien van oor
logsmisdadigers en massamoorde
naars kenbaar maakt". De woord
voerder van de Groenen voegde
daaraan toe, dat de Westduitse rege
ring zich meer moet bezighouden
met de jonge erfgenamen van het na
tionaal socialisme dan met acties te
gen halfdode nazi's.
De woordvoerder van het Westduitse
ministerie van buitenlandse zaken,
Jurgen Chrobog, zei dat de regering
opgelucht is dat deze zaak eindelijk
uit de wereld is. „In Duitsland is men
goed op de hoogte van de misdaden
die ze hebben begaan en ze zijn te
recht veroordeeld", zei Chrobog, die
daaraan toevoegde dat de twee oor
logsmisdadigers zeker niet officieel
zullen worden begroet. De Westduit
se regering heeft verder niets met
deze zaak te maken, aldus de woord
voerder.
De voorzitter van de Centrale Raad
der Joden in West-Duitsland, Heinz
Galinski, wilde niet reageren op de
gratieverlening. De secretaris van de
Westduitse bisschoppenconferentie
zei: „Wij zien deze gratie als een daad
van menselijkheid en we begroeten
het, dat ondanks de verschrikkelijke
herinneringen aan de begane misda
den dit teken van christelijke verge
ving mogelijk was". De Westduitse
katholieken hadden in het verleden
samen met de Evangelische Kerk ge
pleit voor gratie op humanitaire
gronden.
In de Westduitse media heeft de affai
re vooral de laatste dagen meer aan
dacht gekregen. De algemene trend
in de berichtgeving is zakelijk en ob
jectief. De nadruk wordt gelegd op de I
emoties in de bevolking en het feit
dat de scheidslijnen voor of tegen
gratie dwars door de partijen heen
liepen.
Het in Los Angeles gevestigde Si
mon Wiesenthal Centrum wil dat I
West-Duitsland de oorlogsmisdadi-1
gers Fischer en Aus der Fuenten uit
levert aan Israel. De directeur van
de Israëlische afdeling van het cen
trum, Efraim Zuroff, heeft gisteren
een telegram gestuurd aan minister
van justitie Dan Meridor, met het
verzoek er voor te zorgen dat de
Twee van Breda in Israel tercht kun
nen staan.
Efraim Zuroff (40) heeft, voor hij zijn
huidige functie aanvaardde, jaren in
de Verenigde Staten gewerkt voor
het speciale onderzoekteam dat is
belast met de opsporing van oorlogs
misdadigers. Hij toonde zich gisteren
ontdaan door het besluit van het Ne
derlandse parlement. Zuroff: „Ik
hoop dat Fischer en Aus der Fuenten
zullen worden gedwongen zich naar
Auschwitz te begeven om daar op de
graven van hun slachtoffers om ver
giffenis te smeken. Maar juist omdat
ik weet dat zoiets niet gebeurt, ben ik
tegen hun vrijlating".
Zuroff verwacht dat Fischer en Aus
der Fuenten in Duitsland hartelijk
zullen worden verwelkomd door
neo-Nazi's. „Alleen de voldoening in
die kring had al reden genoeg moeten
zijn om ze niet te laten gaan. Met hun
vrijlating maakt de Nederlandse re
gering duidelijk dat ze de misdaden
eigenlijk niet zo verschrikkelijk vindt
en dat is een volstrekte verdraaiing
van wat er is gebeurd. Het is toch wel
ironisch dat uitgerekend in dit jaar
twee landen, Canada en Australië,
hun wetgeving zodanig aanpassen
dat ze oorlogsmisdadigers kunnen
uitleveren. En een land als Neder
land, dat zo heeft geleden onder de
Nazi's, laat mensen vrij die de ver
schrikkelijkste misdaden hebben be
gaan".