PZC
20.000 gulden
per man voor
een symposium
Veertig Nederlanders
WeGk-in ZATERDAG 28 JANUARI 1989 2 9
Gerieflijk
Monoloog
Wat Bayreuth voor de
operaliefhebbers en
Wimbledon voor de
tennisliefhebbers betekent, is
Davos voor 'big business'.
Topmanagers in de hele
wereld vechten erom om voor
zo'n 20.000 gulden per persoon
een week deel te mogen nemen
aan het befaamde
managementsymposium in dit
Zwitserse wintersportplaatsje.
Het symposium is een
initiatief van de
onafhankelijke stichting World
Economie Forum uit Genève,
die onder leiding van professor
Klaus Schwab sinds 1971
jaarlijks deze 'tweede
Bilderberg' organiseert.
Afgelopen donderdag begon de
negentiende editie van dit
Mekka van de manager. Een
kijkje achter de schermen.
3* -ff
Kraayeveld
Ruding
(KvK)
(financiën).
Kortewcg
(Perscombinatie),
(Robeco).
Hoo.vkaas
Berghuis
(Shell),
(Akzo).
Everaert
Rootliep
Kleiterp
Kuperus
(Nedlloyd),
Ahold
(Pierson).
(Friesland Bank).
Davos is altijd goed voor
contacten en contracten
Twaalf jaar geleden was Wim Kok als
betrekkelijk nieuw voorzitter van de
FNV in Davos uitgenodigd om te spreken
over arbeidsverhoudingen. Het was een
toepasselijk moment: in Nederland dreig
den al weken stakingen. VNO en FNV
stonden zo ongeveer op voet van oorlog
met elkaar over het wel of niet afschaffen
van de automatische prijscompensatie.
De vakbondsleider werd derhalve door de
Nederlandse deelnemers aan het sympo
sium met diep wantrouwen bekeken.
Het lukte Kok vervolgens al snel ook de
hele zaal tegen zich in het harnas te jaren,
toen hij doodgemoedereerd de grootste
vloek liet vallen die in dit ondernemers-
walhallah mogelijk was: arbeiderszelfbe
stuur. ,,U droomt", krijste een Engelsman.
„U bent gek", brieste een Duitser. „De to
tale waanzin", schreeuwde een Zwitser.
„Wat een zieke gedachte".
Het was opmerkelijk, dat Kok deson
danks na zijn optreden niet onder boe-ge
roep het podium verliet. Hij mocht dan
wel op ongehoorde wijze het beschermde
bestaan van de aanwezigen op de tocht
zetten, maar hij deed dat in ieder geval op
een manier die bewondering afdwong. In
het Frans, Duits en Engels pareerde hij in
zó'n ratelend tempo de opmerkingen van
de internationale deelnemers, dat de echt
genote \%n een Nederlandse ondernemer
ten slotte vertederd opmerkte: „Ach, ja,
Nijenrode, dat blijf je zien...".
Die bewondering werd gedeeld, zo bleek,
's Avonds spraken we tijdens een diner
een Amerikaans lid van de Raad van Be
stuur van het staalconcern Thyssen Bor-
nemisza. Hij had Kok met grote waarde
ring gadegeslagen, vertelde hij.
„Kunt u me niet eens met hem in contact
brengen?" vroeg hij. „Mensen die een
boodschap zó presenteren, kunnen we
best gebruiken. Zo iemand willen we best
in de Raad van Bestuur, altijd goed om
een linkse jongen erbij te hebben, die weet
hoe hij tegen de vakbonden moet optre
den. Hij kan bij ons zo drie ton per jaar
verdienen". Doch berustend: „Maar ja,
dat zal hij nu ook wel minstens hebben".
We legden hem uit dat zelfs de voorzitter
van een vakcentrale met (toen) een mil
joen leden in Nederland nooit meer kreeg
dan pakweg 60.000 gulden bruto per jaar.
De ogen van de Amerikaan gingen even
wijd open. Vervolgens roerde hij peinzend
in zijn koffie: „Zestigduizend gulden?
Werkt die man voor zo'n fooi en weigert hij
dan zo'n aanbod?"
Hij legde met een beslist gebaar zijn ser
vet neer: „In dat geval is hij echt gevaar
lijk..".
Een momentopname uit Davos. Zomaar
een gebeurtenis in de wandelgangen van
een opmerkelijk congres, waarheen elk
jaar zo'n zevenhonderd managers uit zes
tig landen afreizen om in de gerieflijke am
biance van ski-pistes, party's, recepties en
galafeesten hun kennis te laten bijspijke
ren door een imposante stoet van promi
nente politici, wetenschappers, econo
men, bankiers en andere financiële des
kundigen. Een machtig gezelschap: tesa-
men maken ze omzetten van biljoenen
guldens en hebben ze miljoenen werkne
mers onder zich.
De meeste deelnemers komen er al vele ja
ren en hebben elkaar goed leren kennen,
„waardoor Davos altijd goed is voor de
contacten en de contracten", aldus de or
ganisator en initiatiefnemer Klaus
Schwab. Deze Zwitserse hoogleraar weet
elk jaar wel weer een nieuwe crisis of uit
daging uit zijn hoge hoed te toveren om
over te kunnen discussiëren. Hij houdt de
modetrends in de internationale onderne
merswereld nauwgezet in de gaten vanuit
het hoofdkwartier van zijn World Econo
mie Forum in Genève en lardeert het ge
heel niet zelden met prikkelende stunts.
Op de dag bijvoorbeeld dat Lockheed-pre
sident Kotchian in 1976 in de Amerikaan
se senaat vertelde dat zijn vliegtuigmaat
schappij voor miljoenen aan steekpennin
gen had uitgedeeld, stond een van de ont
vangers, prins Bernhard, op het podium
van Davos om onder luid applaus te spre
ken over een „benepen, ongegronde en
schadelijke campagne tegen het vrije on
dernemerschap". Schwab reageerde
alert: voor het volgend jaar nodigde hij se
nator Frank Church, de voorzitter van de
Lockheed-hoorzittingen, uit om naar
Zwitserland te komen en was corruptie
een discussie-onderwerp („Wat zeg ik op
de tv, als het uitlekt?").
Twee jaar later debatteerden de nu beiden
overleden Franz Joseph Strauss („Die
Den Uyl is een socialist uit het stenen tijd
perk") en Joop den Uyl („Die Strauss lijkt
niet alleen op een Mercedes, hij is een Mer
cedes") over de (on)gerieven en (on)ge-
makken van de vrije-markteconomie. Het
waren twee totaal verschillende werelden
op één podium.
Toen de Duitse werkgeversvoorzitter
Hans Martin Schleyer tien jaar geleden
net was vermoord (hij was uitgenodigd in
Davos te spreken) werd een Zwitserse so
cioloog in zijn plaats gevraagd om ge
nuanceerd over terrorisme te spreken. De
Russische dissident Vladimir Boekovsky
was net uit de Siberische gevangenis, of
hij stond in Davos op het spreekgestoelte:
„U, Westerse ondernemers, moet beden
ken dat u de handboeien hebt geleverd die
ons ketenen en dat u de kogels hebt ge
maakt waarmee ze ons executeren". In
Polen was de storm met de vakbeweging
Solidariteit nog maar net opgestoken in
1981, of de vice-premier Rakowski kwam
een avondje langs om over de toestand
van zijn land te praten: „Onze economi
sche situatie is in alle opzichten rampza
lig".
De Engelse oud-premier Ted Heath en de
voormalige Amerikaanse minister van
Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger,
vlogen elkaar in Davos openlijk in de ha
ren. Aan de andere kant gaven de rege
ringsleiders van Griekenland en Turkije,
Papandreou en Özal, elkaar er vorig jaar
voor het eerst sinds vele jaren een hand.
Voor hetzelfde geld hoorden de aanwezi
gen prins Philip van Engeland als presi
dent van het World Wildlife Fund praten
over bedreigde dier- en plantensoorten,
wat vooral de meegereisde dames aan
sprak, als de Britse mijnwerkersleider An
drew Scargill fulmineren tegen het kapi
talisme, wat hun echtgenoten tot grote ra
zernij bracht.
„Ach, dat hoort bij de show", sprak de Pa-
rijse studentenleider uit 1968, Daniel
Cohn-Bendit, twee jaar geleden na een
prikkelende rede berustend. „Ze willen je
waren er de Arabieren, wat zelfs leidde tot
een apart symposium. Toen aan het begin
van de jaren tachtig de Chinese leiders
'grote moderniseringen' aankondigden,
reisde prompt een Chinese delegatie naar
Davos. Het gevolg: Schwab ging elk jaar
in Beijing een apart symposium houden.
Toen de Franse ex-premier Raymond
Barre eens de Pacific aanduidde als grote
investeringsmogelijkheid, stroomden
prompt delegaties uit Australië, Maleisië
en de Filipijnen toe om later weer plaats te
maken voor allerlei regio's uit de hele we
reld, die hun ongekende mogelijkheden
kwamen aanprijzen.
Nauwelijks had Gorbatsjov zijn 'glasnost'
en 'perestrojka' geïntroduceerd, of de
Russische premier Rhyzkov kwam via
een satellietscherm vertellen dat zijn land
in de toekomst graag joint-ventures met
Bijna zevenhonderd managers uit 55 landen zijn dit jaar bij het symposium in
Davos. Onder hen bijna veertig Nederlanders:
A. P. G. Appel (directeur NKF Kabel), J. W. Berghuis Raad van Bestuur AKZO),
R. H. Bloemers (directeur Imbema-Holland)R. P. M. de Bok voorzitter Kamer
van Koophandel, RotterdamH. Coeberïjh (Raad van Bestuur Heineken),
M.C.B. Coock president Montleigh International), H.P.H. Crijns (voorzitter
Raad van Bestuur Pakhoed), P. J. Everaert vice-president Koninklijke Ahold),
H. de Groot (Raad van Bestuur Borg-Warner Chemicals Europe), W. H. Guis di
recteur Oreo), C. J. van Heest (voorzitter Raad van Bestuur Levob Verzekerin
gen), P. Heinen (Raad van Bestuur Buhrman Tetterode), J. J. Heusdens (direc
teur Hoogovens), H. Hooykaas (president-directeur Shell Nederland), M. de Jong
hoofddirecteur Perscombinatie)A. J. H. Jongbloed (directeur Staal Bankiers),
R. V. Kingma (president De Oude Delft), J. Kleiterp (voorzitter Raad van Bestuur
Pierson, Heldring Pierson), K. de Kluis (voorzitter Raad van Bestuur VRG-
Groepi, P. Korteweg voorzitter Raad van Bestuur RobecoJ. H. Kraaijeveld
van Hemert voorzitter Kamer van Koophandel, Zuid-Holland-Zuid), N. J. Kre-
ver (Raad van Bestuur Bank Mees Hope), J. R. Kuperus president Friesland
Bank), H. J. A. F. Meertens (Raad van Bestuur Oc; van der GrintenJ. Mohr-
mann (directeur Tropeninstituut)R. D. J. Morgan directeur Oc; van der Grin
ten), J. A. Onderdijk (president Transol), H. Rootliep (voorzitter Raad van Be
stuur Nedlloyd), H. O. Ruding (minister van Financien)K. J. Scholtes (Raad van
Bestuur Postbank), A. A. Soetekouiv (Raad van Bestuur NMB), B. W. M. Tivaalf-
hoven (president IndiversI, L. Verstoep (voorzitter Raad van Bestuur Boskalis),
W. E. de Vin (senior partner De Brauw Westbroek), H. Wisman (voorzitter Raad
van Bestuur Hoek Loost, J. P. Wyler president Granaria Beheer) en C. van Za
delhof/ (makelaar)
wel eens in het wild meemaken en dan
zorgt de organisatie daarvoor". 'Rode'
Danny streek er zesduizend gulden voor
op en ging daar welgemoed een paar da
gen van skiën. Onderwijl werd niet zelden
ook nog met een scheut bezinning ge
strooid, zoals met de omstreden theoloog
Hans Kung, die als thema had opgekre
gen de vraag of managers nog wel in God
geloofden, maar die alras cynisch opmerk
te dat wat hem betreft beter de vraag ge
steld kon worden, of God nog in de mana
gers geloofde.
En tussen al die kopstukken door kwa
men jaarlijks steeds meer delegaties rond
rennen uit landen waarvan in de toekomst
handelsgewin viel te verwachten. Eerst
Westerse ondernemingen zou aangaan.
Sindsdien vliegt jaarlijks een grote Russi
sche delegatie naar Davos om de aanwezi
gen van de laatste ontwikkelingen op de
hoogte te houden.
In 1969 kwam de, toen 31-jarige. Klaus
Schwab op het idee het managementsym-
posium te organiseren. De directe aanlei
ding was het verschijnen van het toen ge
ruchtmakende boek De Amerikaanse uit-
daging van de Franse journalist Jean-Jac
ques Servan Schreiber. waarin een uiterst
somber toekomstbeeld van de Europese
industrie werd geschilderd. De Amerika
nen zouden vanwege hun betere manage
mentskwaliteiten en hun technologische
voorsprong het Europese bedrijfsleven
van de kaart vegen. Een gedachte, die om
de zoveel jaar de kop pleegt op te steken
en dan lucratief voer vormt voor organisa
toren van symposia en seminars.
Schwab zag zijn gat in die markt, toen hij
dat jaar tijdens zijn wintersportvakantie
een baantje trok in het zwembad van Da
vos en zag dat er pal naast het bad een
nieuw congresgebouw werd gebouwd. Hij
maakte ogenblikkelijk een afspraak met
de Davoser burgemeester Christian Jost,
die het meteen zag zitten. Jost: „Het voor
gestelde project, managers enkele dagen
uit de beslommeringen van alledag te ha
len en hier in Davos wat over de langere
termijn te laten filosoferen paste wonder
wel in onze opvattingen. Tot dat tijdstip
waren we afhankelijk van congres
sen van artsen en apothekers. Een inter
nationaal management-symposium leek
ons een ideale aanvulling. Ik heb, om kort
te zijn, zonder aarzelen de gehele infra
structuur van Davos ter beschikking ge
steld".
Het eerste symposium in 1971, met onder
meer prominente gastsprekers als John
Kenneth Galbraith, Kenneth Baker en
Aurelio Pecci van de Club van Rome, was
een overweldigend succes. Er kwamen 500
deelnemers, die genoeg geld in het laatje
brachten om van het (toen nog geheten)
European Management Forum meteen
een stichting te maken. De volgende jaren
kwam er weliswaar enigszins de klad in,
omdat Schwab zijn deelnemers te serieus
bezig hield. Maar toen hij de formule zo
had gewijzigd dat de deelnemers niet al
leen maar een dikke week diepzinnig met
elkaar van gedachten hoefden te wisselen
over de verre toekomst, maar ook onder
ling zaken konden doen en tijd genoeg
overhielden om tussendoor naar de ski
pistes te snellen, stond niets een zege
tocht meer in de weg.
Moest Schwab in die eerste jaren nog zelf
de boer op om klanten en bezoekers te
werven, nu staan al weer vele jaren topma
nagers uit de hele wereld te trappelen van
ongeduld op lange wachtlijsten om een
maal Davos te mogen aandoen. In Raden
van Bestuur wordt gevochten óm een
plaatsje onder de Zwitserse winterzon.
Het wordt als een gunst gezien om voor
dat weekje tussen de Alpentoppen zo'n
20.000 gulden entreegeld te mogen neer
leggen en dan op het symposium te wor
den toegelaten.
In de loop der jaren werd Davos zo'n must
dat Schwab het zich rustig kon permitte
ren management-consultants en head
hunters van zijn symposium te weren, een
scherpe selectie bij het uitnodigen van de
pers toe te passen en ten slotte de dames
vari de deelnemers niet meer in de grote
conferentiezaal toe te laten, maar hen (on
der luide protesten, dat wel) naar het bal
kon te verwijzen. De laatste jaren bonkten
managers uit de hele wereld op de deur,
wat voor Schwab aanleiding was de naam
van zijn European Management Forum te
wijzigen in World Economie Forum.
Het was ook wat. Tientallen ministers,
ex-ministers, premiers en ex-premiers lie
pen er zomaar in het wild rond, konden
worden aangeraakt en dronken met ieder
een, die 'toevallig' voorbijliep een glas aan
het buffet. En hoewel de aanwezige mana
gers niet blijk gaven erg veel op te hebben
met politici, die in hun ogen vooral korte
termijn-denkers zijn, was het toch aardig
om zich eenmaal weer thuis te laten ont
vallen dat Henry, „ik bedoel dus Kissin
ger", toch ook een interessante mening
had gegeven over het betreffende onder
werp.
Zo werd het symposium in Davos het mid
delpunt van de vele activiteiten van
Schwabs als kool groeiende stichting, die
nu ongeveer zestig vaste werknemers telt
en een „wereldwijd netwerk van relaties
en onderling vertrouwen" heeft opge
bouwd, zoals hij het plechtig noemt. Hij
ging ook in zeventien landen zogenaamde
ronde-tafelgesprekken organiseren tus
sen nationale donateurs van zijn stich
ting, nationale politici en nationale vak
bondsleiders.
Jaarlijks houdt hij in Genève een ontmoe
ting tussen twintig ministers uit ontwik
kelingslanden en grote investeerders,
geeft hij tegenwoordig een eigen blad
World Link uit voor zogeheten wereldlei
ders en stelt hij jaarlijks een rapport sa
men over de concurrentiepositie tussen
de belangrijkste industrielanden. Het leg
de hem geen windeieren. Jaarlijks bedra
gen de inkomsten zo'n twintig miljoen
gulden, waar hij redelijk wat van opzij kan
zetten. In 1988 passeerde het eigen vermo
gen de zes miljoen gulden. Belasting hoeft
daarover niet te worden betaald, omdat
Schwab met zijn stichting domicilie koos
in het Zwitserse kanton Graubunden,
waar men de stichting fiscaal ongemoeid
laat.
Niettemin, zo leggen we Schwab voor, be
staat de kritiek dat zijn symposium steeds
meer op een monoloog van gelijkgezinden
dan op een dialoog begint te lijken. Zal dat
het succes niet ondergraven?
Die vaststelling lijkt hem niet te raken.
„Dat komt nu eenmaal", zegt hij, „omdat
iedereen het tegenwoordig met elkaar
eens is over de oplossing om het econo
misch herstel door te laten gaan. Alleen
kleine minderheidsgroepen pruttelen nog
wel eens wat tegen, maar die zijn niet rele
vant meer en daarom hoeven ze ook op
zo'n symposium geen rol meer te spelen".
Hij raakt dan ook zeker niet uit balans, als
we opmerken dat leuke linkse idealen
waarmee in vroeger jaren op zijn sympo
sium rekening werd gehouden als maat
schappelijke factoren, nu niet of nauwe
lijks meer worden verwoord. „Het heeft er
alles mee te maken", glimlacht hij, „dat
het thans niet meer zo'n grote vraag is in
welke richting de maatschappij moet
gaan. Er heerst daarover veel meer con
sensus dan nog maar enkele jaren gele
den. Tien jaar geleden hebben Franz Jo
seph Strauss en Joop den Uyl hier heel
verhit gediscussieerd, 't Waren botsende
meningen. Twee werelden. Maar als ik nu
bijvoorbeeld een man als Jacques Delors,
de voorzitter van de Europese commissie,
op een podium zet met een politicus als
Strauss, dan zijn ze het eens. Als ik de so
cialist Mitterrand uit Frankrijk laat de
batteren met Helmuth Kohl uit Duits
land, hebben ze geen verschil van mening
meer. Zo is de situatie op het ogenblik".
Rien Robijns
J&k
Verstoep
(Boskalis).