In de maalstroom onderwijs WOENSDAG 25 JANUARI 1989 Pijnlijk Het lieve leventje begint al op vierjarige leeftijd. De prille kinderziel wordt dan voor het eerst in het schoolregime geperst. De aanvang van een schoolloopbaan, die de basis moet vormen voor een succesvolle maatschappelijke carrière. Voor de boekentas in de vlaggemast kan worden gehangen, moet er heel wat gebeuren. Basisonderwijs, algemeen voortgezet of beroepsonderwijs, hoger onderwijs, mogelijk ook nog speciaal onderwijs. Het leerproces vraagt veel aanpassingsvermogen, wie een diploma op zak wil hebben moet meerdere keren naar een ander schip overstappen. In deze onderwijsbijlage wordt aandacht besteed aan die ingrijpende koerswijzigingen in het leven van de scholier. De kleuter die voor het eerst in de schoolbank aanschuift, de brugklasser die van de één op de andere dag in de grote wereld wordt ondergedompeld, de student in het hoger onderwijs die de verleiding van het blond lonkend bier moet weerstaan. Ook onderwijsvernieuwing en automatisering vergen aanpassingsvermogen van onderwijsgevenden en leerlingen. En hoe staat het met de opvang van buitenlandse kinderen, die de overstap van een dikwijls zonnig vaderland naar een mistig Zeeland maken? Volwassenen keren terug in de klas om zich op een nieuw beroep te orieriteren en om hun kennis bij te spijkeren. Het speciaal onderwijs komt in beeld als het leren problematisch is. Tenslotte komen ook de leerkrachten aan het woord, die aan het begin of het eind van hun loopbaan een nieuw leven beginnen. Na zes jaar de broekriem aangehaald te hebben lijkt er weer enige rek in het onderwijsbudget van minister Deetman te komen. Voor de jaren negentig verwacht hij een minder strakke financiering. Of het onderwijs daar profijt van kan hebben, zal nog moeten blijken. Overheid op afstand, is het Haagse credo. De schoolbesturen, gemeenten en provincie zullen meer hun eigen boontjes moeten doppen. Het onderwijs in Zeeland maakt zich op voor de strijd. In stedelijke regio's als Rotterdam en Breda zitten machtige kapers op de kust, die de Zeeuwse student lokken. Hoogste tijd om orde op zaken te stellen in eigen huis, vindt het provinciebestuur. Uitholling Creatief Jan van Damme stap voor stap Mnister Deetman zei het vorige maand tijdens een spreek beurt in Middelburg heel nadruk kelijk: „Ik kan niet ontkennen dat ik het ombuigen zat ben". Om ver volgens de verwachting uit te spre ken dat er in de jaren negentig meer financiële ruimte voor het on derwijs zal komen. Het einde van de magere jaren lijkt derhalve in zicht. De - nog steeds zeer omstre den - korting op de personeels sterkte van de kleinere basisscho len zou wel eens de aankondiging van een nieuwe lente voor het on derwijs in zich kunnen bergen. De naweeën van de ingrijpende be zuinigingen zullen nog lang voel baar blijven. Recente alarmbe- richten over een dreigend tekort aan gekwalificeerde leerkrachten in het voortgezet onderwijs rechtvaardigen een sombere toe komstvisie. Het leraarberoep heeft de laatste jaren zoveel aan status verloren, en de aanvangssalaris sen zijn zo bedroevend laag, dat de aanwas van jong talent minimaal is. Het toekomstbeeld dringt zich op: misschien meer geld voor het onderwijs, maar geen mensen meer die voor de klas willen staan. Tijdens de overgang van de ijzige winter naar het - mogelijk - groene voorjaar zullen in onderwijsland niet meteen alle sneeuw- en ijsres ten verdwenen zijn. De verant woordelijke minister is zich dat ge vaar bewust. In zijn Middelburgse spreekbeurt zei hij dat de tijdens zijn bewind genomen bezuini gingsmaatregelen opnieuw de re vue moeten passeren, zogauw de staatskas minder onder druk staat. „Want", gaf hij toe, „sommi ge maatregelen van de laatste ja ren zijn niet onderwijskundig ge motiveerd. Als er meer financiële ruimte is moeten we overwegen of bepaalde bezuinigingen kunnen worden omgebogen, of zelfs terug gedraaid moeten worden". De fel bekritiseerde vierjarigen-maatre gel - kinderen die vier jaar worden zijn pas het volgend schooljaar welkom op de basisschool - is één van de beleidskwesties die daar voor in aanmerking komt. Klare taal van een bewindsman, die er meer dan eens van verdacht werd het veelgeprezen Nederland se onderwijssysteem aan de bezui nigingsdrift van zijn collega Ru- ding op te willen offeren. Gloort ook voor het Zeeuwse on derwijs weer een sprankje hoop aan de horizon? De huidige proble men lijken het zicht op een zonni ger toekomst vooralsnog te ver duisteren. Om met het basisonder wijs te beginnen: tal van kleine plattelandsscholen zitten nog steeds in de gevarenzone. De jong ste inkrimping van de personeels sterkte maakt hun perspectief er niet beter op. Het provinciaal on dersteuningsproject voor de mar ginale schooltjes stemt misschien hoopvol, maar het biedt zeker geen garantie voor het voortbestaan. Het speciaal onderwijs worstelt al jaren met een te groot aanbod van leerlingen uit de reguliere basis scholen. Gedwongen door Den Haag kunnen scholen voor kinde ren met gedrags- en leerproblemen lang niet alle aanvragen honore ren. Een pijnlijke zaak, temeer om dat er in de 'gewone' basisschool niet voor opvang kan worden ge zorgd. De veelbesproken zorgver breding, die de opvangcapaciteit van het regulier onderwijs moet vergroten, laat op zich wachten. Het algemeen voortgezet onder wijs wordt binnenkort met het fe nomeen basisvorming geconfron teerd. De eerste driejaar zal het on derwijs op twee niveaus moeten worden aangeboden. De zoge naamde eindtermen, die inhoude lijk zicht behoren te geven op de veranderde situatie, zijn in behan deling bij de Tweede Kamer. De discussie over een nieuwe opzet van het talenonderricht is momen teel in volle gang. Een Europa zon der grenzen stelt andere eisen, zo veel is duidelijk. Maar welke, en hoe kan daar het beste op worden ingespeeld? Het dreigend leraren tekort dringt te positieve verwach tingen voorlopig naar de achter grond. Het beroepsonderwijs is volop in beweging. Grotere instellingen zijn sterker en kunnen beter op de verwachtingen van het bedrijfsle ven inspelen, is het Haagse credo. De Hogeschool Zeeland, die sinds 1987 alle Zeeuwse instellingen voor hoger beroepsonderwijs in zich verenigt, is daar een voor beeld van. Tot nu toe heeft de Zeeuwse trots zich vooral bezig moeten houden met de vraag hoe het hoofd boven water gehouden kan worden. De afdeling 'fysiothe rapie is verdwenen, en bouwkunde staat op de tocht. Daar staat te genover dat de nieuwe richting ontwikkelingskunde tot de ver beelding spreekt. Anderzijds: hoe zit het met de beoogde nieuwbouw in Vlissingen, die volgens eerdere verwachtingen al in de steigers zou hebben moeten staan? Het middelbaar beroepsonderwijs is nog niet in mammoetinstellin gen samengebracht. Wel zijn daar de fusiebesprekingen in volle gang. In eerste instantie resulteren dergelijke ingrijpende wijzigingen voor de betrokkenen in een on overzichtelijke en onzekere toe komst, omdat er aan de rechtspo- Het schijngevecht is voorbij, nu moet de vuist op tafel sitie van de leerkrachten wordt ge sleuteld. In het lager beroepson derwijs (lbo) staat volgend jaar eveneens een fusieronde op het programma. Staatssecretaris Gin jaar-Maas wil nu eindelijk ernst gaan maken met de opwaardering van dat type onderricht. Het lbo zal voortaan aangeduid worden als voorbereidend beroepsonderwijs. Een veelbetekenende naamsver andering, die gecombineerd wordt met een duidelijker afstemming van het onderwijs op de arbeids markt. Of daarmee een vele jaren veronachtzaamde onderwijstak voldoende wordt opgewaardeerd, moet worden afgewacht. Het Zeeuwse volwassenenonder wijs lijkt, na de aangekondigde' structuurwijzigingen, het bos inge stuurd te worden. Op de Zeeuwse Dag- en Avondscholengemeen- structuren. Die periode kan ge voeglijk worden afgesloten, liet hij in Middelburg weten, de tijd is nu rijp om inhoudelijk aan het onder wijs te gaan werken. De rijksover heid zal daarbij bewust een stapje terug doen, zodat de afzonderlijke scholen ruimte wordt gegeven voor eigen creatieve ideeën. En de kosten en problemen worden op de onderwijsbesturen en leerkrach ten afgewenteld, voegt een weinig optimistische onderwijsvakbond daar meteen aan toe. De minister ontkent dat, hij zegt de scholen een eerlijke kans te willen geven om vernieuwingen door te voeren. Overheid op afstand, zoals de Haagse terminologie luidt. Dat houdt in dat de eigen verantwoor delijkheid van de scholen toe neemt, en dat de concurrentie tus sen regio's onderling sterker zal worden. Maakt het middelbaar en hoger onderwijs in Zeeland kans om in die dikwijls nietsontziende strijd te overleven? De verbindin gen met Breda en Rotterdam zijn goed, en in het Vlaamse worden Nederlandse studenten met open armen ontvangen. Dreigt Zeeland leeg gezogen te worden? „Als we niet over echt belangrijke zaken gaan praten, dan verliezen we". G. van der Scheer, hoofd van de afdeling onderwijs van de pro vincie, heeft zich de laatste maan den merkbaar aan de gang van za ken rond de Hogeschool Zeeland geërgerd. Natuurlijk, het mag al leen gefluisterd worden, maar het gevaar is niet denkbeeldig dat het hoger onderwijs aan onbenullighe den ten onder gaat. „De hoge school", zegt Van der Scheer, „is voor Zeeland van groot belang. Ik schat dat over vijfjaar duidelijk zal zijn of we de hele zaak overeind kunnen houden. Daarom hebben we nu geen tijd om ons met schijn gevechten bezig te houden, er moet echt een vuist worden ge maakt. Een afdeling bouwkunde, die kan blijven als er heldere rede nen voor instandhouding bestaan. Zijn die er niet, dan kun je je beter concentreren op afdelingen die meer gewicht in de schaal leggen". Het provinciebestuur heeft zich de laatste jaren ingezet om nieuwe opleidingen naar Zeeland te halen. Vooral in het middelbaar beroeps onderwijs zijn er met de school voor sport en beweging en de ho telschool punten gescoord. Derge lijke opleidingen trekken ook stu denten van buiten de provincie aan. „Het gaat", zegt Van der Scheer, „om onze overlevingskan sen. Het is gewoon noodzakelijk dat we mensen naar Zeeland trek ken. Ik ben ervan overtuigd dat het onderwijs een belangrijke im puls kan zijn om de negatieve be volkingsontwikkeling af te rem men en een aanzet tot een nieuwe bloei te geven. Het is heel simpel: we moeten de jeugd in huis hou den, een vertrekoverschot is de dood in de pot". Aan het studieklimaat in een stad als Vlissingen kan in het belang van het hoger onderwijs nog veel worden verbeterd. Goedkope huis vesting en meer culturele voorzie ningen zouden volgens Van der Scheer een positieve uitstraling hebben. De Hogeschool zelf zou met een in het oog springend stu die-aanbod aan de weg moeten timmeren. „Meestal wordt over die zaken in vage bewoordingen ge praat. Dat kunnen we ons op dit moment niet meer veroorloven. Het onderwijs in Zeeland moet nu zijn maatschappelijke relevantie aantonen, want anders is het te laat". schap wordt in elk geval met een dreigende kaalslag rekening ge houden. Provincie en gemeente Middel burg hebben de van groot belang geachte lerarenopleiding van de Nutsacademie in de Zeeuwse hoofdstad een financiële injectie gegeven. Maar of het rijk die be kostiging - zoals wordt voorzien - over zal nemen, is zeer de vraag. De opleiding voor leraren in techni sche vakken mag vooralsnog al leen hopen op een douceurtje uit Middelburg. Het einde van de bezuinigingen is in zicht. Daarmee wordt er vrijwel tegelijkertijd - aldus Deetman - een streep gezet onder de vernieu wing en aanpassing van onderwijs De provincie is van zins aan die discussie een substantiële bijdra ge te leveren. Kwaliteit moet ten allen tijde voorop staan, vindt Van der Scheer. De uitholling van het basisonderwijs gaat hem dan ook zeer aan het hart. Hij geeft de voor keur aan duidelijke beleidskeuzes, die weer rust in het basisonderwijs kunnen brengen. Het behoud van de laatste school in een dorpskern blijft een onomstreden uitgangs punt. Maar voor de stedelijke ge bieden heeft de provincie een nieu we aanpak op het oog. Binnenkort wordt een provinciaal plan gepresenteerd, dat voorziet in sluiting van een aantal stedelijke basisscholen. Van der Scheer: „De problematiek is duidelijk. Hoewel het aantal leerlingen afneemt, ko men er toch steeds nieuwe basis scholen bij. Ik denk dat we het principe, dat er in elke stadswijk een openbare, christelijke en ka tholieke school behoort te zijn, moeten laten varen. Als' een pak melk in een winkel in een andere wijk een dubbeltje goedkoper is, dan vinden we het toch ook geen probleem om daar boodschappen te doen? Datzelfde geldt volgens mij voor het onderwijs. Zeker in een stad als Middelburg zal een fundamentele rekensom gemaakt moeten worden. Sluiting en fusie van scholen levert geld op en biedt de mogelijkheid de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Ik ben me ervan bewust dat ons beleid ve len schrik zal aanjagen. Mensen zijn kennelijk gewoontedieren, die vasthouden aan wat er is. Als over heid moet je daarboven staan en de keuzes durven maken die nodig zijn".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 25