Chemische wapens zijn
de wereld nog niet uit
PZC opinie en achtergrond
4
MILIEU NIET ALLEEN AAN VROM OVERLATEN
VRIJDAG 13 JANUARI 1989
Extra stoot
TRIJFEL
Nico Scheepmaker
Regio-consulenten
Vrijheid
Vernietiging
Plicht
denkwijzer
Spanning
De Korte opent offensief
tegen energieverspilling
Minister De Korte: de kwaliteit van de
economie moet beter.
(Door onze redacteur
Carel Goseling)
Bij een actief milieubeleid moet
energiebesparing een grote rol
spelen". Minister De Korte (Economi
sche Zaken) steekt meteen van wal.
Hij wacht niet eens op de eerste
vraag. Met het rapport „Zorgen voor
morgen", waarin het Rijksinstituut
voor volksgezondheid en milieu
(RIVM) onlangs een zeer somber beeld
over het milieu schilderde, vers van
de pers, heeft hij haast. Het milieu is
opnieuw 'in'. En De Korte wil daar bij
zijn.
In een lange monoloog spreekt de mi
nister over energiebesparing, vooral
„de verspillingsmarkt". Jaarlijks
wordt er vijf miljard gulden ten on
rechte aan energie uitgegeven, waar
van 1,5 miljard gulden door de gezin
nen. Onnodige uitgaven door het laten
branden van lampen waar dat niet no
dig is. het ondoelmatig gebruik van al
lerlei apparaten, het stoken van de
verwarming bij open ramen, het niet
hergebruiken van afvalwarmte, het la
ten draaien van machines waar dat
niet nodig is of het achterwege laten
van eenvoudige investeringen zoals
isolatie.
„Dat bedrag liegt er niet om. Door
technische, organisatorische en ge
dragsveranderingen kunnen we daar
op afdingen. Daarmee kan ook de mi
lieuvervuiling worden teruggedron
gen. Bovendien hoeven burgers en be
drijven minder uit te geven. Zo slaan
we meerdere vliegen in eén klap.
Voorts kunnen milieubehoud en eco
nomische groei hand in hand gaan",
aldus De Korte.
Zelf wil de minister een extra stoot
aan het hele proces geven. Zo kondigt
hij aan dit jaar 110 miljoen gulden te
zullen besteden aan diverse vormen
van energiebesparing. Dat geld wordt
als volgt verdeeld: 65 miljoen voor in
vesteringen en het gezamenlijk op
wekken van warmte en kracht in zo
genoemde WKK-installaties, 40 mil
joen voor investeringen in windmo
lens, vijf miljoen voor investeringen
in zonne-energie en energiezuinige
lampen. Dit alles onder de fraaie
naam Stimuleringsregeling energie
besparing en stromingsenergie.
Bij de stimulans voor WKK gaat het
om subsidie tussen 25 procent (bedrij
ven) en 40 procent (woningen) met een
maximum van 3000 gulden per opge
wekte kilowatt energie. De exploitan
ten van windmolens krijgen tussen 37
(niet op winst gerichte bedrijven) en 45
procent subsidie. Het hoogste bedrag
geldt voor ondernemingen die wel
winst maken. Er is geen maximum aan
het subsidiebedrag per aanvrager ge
steld omdat Economische Zaken
streeft naar 100 tot 150 kilowatt wind
vermogen. De Korte: „Bovendien, hoe
groter de windmolens hoe beter. We
hebben nu windmolens met een ver
mogen van 500 kilowatt. We hopen
binnenkort een molen te krijgen van
1,5 megawatt. VMF-Stork heeft daar
een ontwikkelingsvoorstel voor ge
daan".
Door de grotere windmolens kan de in
ons land voor het opwekken van wind
energie beschikbare ruimte beter be
nut worden. Tegelijk meent de minis
ter wel dat het aantal fabrikanten van
windmolens kleiner moet worden. De
industrietak moet beter samenwer
ken. In het algemeen neemt de belang
stelling voor het neerzetten van wind
molens toe. Alleen de nutssector blijft
achter. Als oorzaken daarvoor noemt
De Korte de lange procedures voor
vergunningen om windmolens neer te
zetten (minimaal een halfjaar maar er
zijn gevallen die al meer dan drie jaar
lopen) en de geringe vergoeding voor
aan het openbare net teruggeleverde
stroom. „Karig", aldus de bewinds
man.
Bij zonne-energie is de subsidie 40 pro
cent van de projectkosten met een mi
nimum voor 2000 gulden aan investe
ringen. De energiezuinige verlichting
kan rekenen op 25 procent subsidie in-
T Tan mijn Friese afnemers kreeg
V ik enkele Friese tongbrekers
toegestuurd. De bekendste is blijk
baar die van 't Snitser skip. Tiny
Bonnema-Dikkerboom uit IJlst
leerde hem als kind van 'us heit' die
nu 85 is:
„Der siet in snip op 't Snitser skip,
dy snie it spek mei de bek fan 't spit.
Der wie gjin snipskries dy't dat die
dy't spek mei de bek fan 't spit of
snie."
Deze tongbreker kent blijkbaar zijn
variaties, zoals deze van Siebe Ha
ven uit Welsrijp:
„Op it Snitser skip, der siet in skrie,
dy't mei de bek it spek fan't spit ofs-
nie en der wie gjinien snip noch
skrie, dy't him dat neidie; dy't mei
de bek it spek fan't spit of snie."
Skrie is grutto, - is het wonder dat
Hollanders in Friesland de weg niet
kunnen vinden als zij op zoek naar
Grutto alleen maar Skrie op de
ANWB-borden zien staan!
Een variatie in de derde regel werd
mij door Tjitte Bouwhuis uit Top-
penhuizen toegestuurd:
Fierder wie der snip noch skrie..."
Er bestaat dus meningsverschil
over de vraag of het om een snip of
een grutto gaat. Mej. T. Rienks uit
Leeuwarden houdt het op de snip,
en is zo vriendelijk geweest bij haar
versie ook de fonetische uitspraak
er voor alle lezers buiten Friesland
bij te schrijven:
„Dur siejt us un snip op ut Snitse
skip, die friejt mai sien bek un stik
spekfon 't spit; dur wiej gjin snip ea
(tweeklank) die dot diej, die mai
sien bek un stik spek fon ut spit ao
(tweeklank) sniej."
We begrijpen natuurlijk allemaal
wat dat betekent, maar voor alle ze
kerheid geef ik toch ook haar verta
ling er nog bij:
„Er zat eens een snip op het Sneker
schip, die vrat met z'n bek een stuk
spek van het spit; er was geen snip
ooit die dat deed, die met z'n bek een
stuk spek van het spit af sneed."
Peter Ruitenberg uit Bovenkarspel
zond mij een Westfriese tongbreker:
„Moin veers vreet liever reeuwe rei-
pe as roipe kool met ruipe."
('mijn vaars vreet liever rauwe
koolrapen dan rijpe kool met rup
sen')
Een vaars, dat weet u, is een jonge
koe van ongeveer twee jaar die nog
niet of voor de eerste keer gekalfd
heeft, - een hele uitkomst dat ze
daar een eenlettergrepig woord
voor hebben weten te bedenken! Die
vaars speelt ook nog een rol in een
Friese tongbreker:
Rearikke rierreljirre" - rookvlees
van een vaars.
Over de spelling hiervan verkeren
de Friezen overigens in het onzeke
re, want ik kreeg ook nog de varia
ties 'read rikke rjirreljirre' (rood
hardgerookt vlees ener jonge koe)
en 'readrike riereljirre' roodge-
rookte vaarzenrookvlees) toege
stuurd!
Een andere Friese tongbreker van
Lysbeth Mollema uit Franeker)
luidt aldus:
„Mei ik mei joiv jojo jojoe? Jojo jo
mar meijow eigen jojo" (mag ik met
uw jojo jojoën? etc.).
En Sjirk de Boer uit Zelliem kent er
nog twee:
„De Terkappelster klok kljept trije-
ris, trijeris kljept de Terkappelster
klok,"
en:
„Sawn stringen bloedreade blut-
kralen."
Als Noordhollander heb ik met de
laatste geen enkel probleem, maar
voor de Friese tongval ligt dat ken
nelijk anders. De heer A. van Dijk
uit Slappeterp attendeert me op
'Uit Frieslands Volksleven' van Wa
ling Dykstra, die over Groote Pier
uit Kimswerd (in 1515 door de her
tog van Gelder benoemd tot Admi
raal der Zuiderzee) vertelt hoe deze
elf schepen van de Hollanders buit-
maakte en vijfhonderd Hollanders
bij tweeen ruggelings aan elkaar
gebonden in zee liet werpen. Een
der overwonnenen liet hij leven om
dat deze een Geldersman was, want
Groote Pier ging van het juiste prin
cipe uit dat hij alleen Hollanders en
Bourgondiërs doodde. Ik citeer nu:
„Buter, brea en griene tsiis, kwa dat
net sizze kin is nin rjuchte Fries."
iBoter, brood en groene kaas, die
dat niet zeggen kan is geen echte
Fries
„Dit is het shibbolet geweest van
Grooten Pier, want hij wilde geen
zijner landgenoten dooden. Sprak
iemand genoemde friesche woor
den zonder haperen uit zoo 't be
hoort, dan was hij zeker een Fries."
Andere Friese tongbrekers die ge
bruikt werden om Hollanders te
ontmaskeren zodat zij twee-aan-
twee in de Zuiderzee konden wor
den geplempt waren:
„Njoggen en njoggentig Frjentjer-
der lippewjukkennegenenne
gentig Franeker kievitswieken'),
en:
„Op us finneherne lizze fjouwer
klearlottere Ijeap-aeijen yn ien
nest," ('op de hoek van ons weiland
liggen vier zuiver-gelouterde kievit
seieren in een nest').
Dit laatste werd gebruikt schrijft
Waling Dykstra), toen in 1500 de
Friezen de hertog van Saksen in
zijn residentiestad Franeker bele
gerden. Zoals wij dus in de meida
gen van 1940 alle als non verklede
Duitse parachutisten ontmasker
den door hen het woord 'schevenin-
gen' te laten zeggen, of als zij zaten
een appeltje in de schoot te werpen
i deden ze dan in een reflex de benen
bijeen, dan waren ze mannen, de
den ze de benen uiteen, dan waren
ze nonnen....).
dien er mee dan 2000 gulden aan ge
spendeerd wordt.
De Korte wil echter meer. Zo zal een
campagne van zijn ministerie met de
organisatie van stroombedrijven
VEEN voor het gebruik van energie
zuinige lampen worden herhaald. De
eerste actie was zo'n succes dat Phi
lips en Osram openlijk een prijzen
oorlog aangingen om hun lampen aan
de markt te slijten. En dat bij een
rijksbijdrage van „een kleine 300.000
gulden".
„Wij gaan ook alle andere departe
menten begeleiden bij het energiebe
heer in hun gebouwen. Daarvoor ma
ken wij voor hen programma's. Met
een bijdrage van 4 miljoen gulden den
ken wij het energieverbruik in de over
heidsgebouwen met tien procent te
kunnen beperken. Dat levert een be
perking van 26 miljoen gulden per jaar
aan energiekosten op", vertelt De Kor
te triomfantelijk. Het bovenstaande
cijfer is wel exclusief het departement
van Defensie, dat een eigen program
ma voor energiebesparing heeft.
In april wil de bewindsman drie tot zes
regio-consulenten aanstellen die voor
al ziekenhuizen, bejaardentehuizen en
overheidsinstellingen zullen bijstaan
om energieverspilling terug te drin
gen. Met twee miljoen gulden per jaar
aan uitgaven denkt De Korte zo de
energierekening van deze groep instel
lingen met tien procent (uiteindelijk
150 miljoen gulden) te kunnen beper
ken. De Korte: „Ook hier is het weer:
voor weinig geld kun je veel doen. Je
verdient het meer dan terug".
Alle uitgaven voor energiebesparing
en duurzame energie tezamen belopen
200 miljoen gulden per jaar. Een be
drag dat volgens De Korte al snel (mo
gelijk nog voor de zomer) moet verdub
belen om energieverspilling tegen te
gaan en milieubehoud te dienen.
De Korte erkent zonder meer dat het
tegengaan van energieverspilling door
besparing ertoe zal leiden dat er min
der energie nodig is. In antwoord op de
vraag of dit ook kan leiden tot een ne
gatief besluit over de omstreden bouw
van meer kerncentrales in ons land
zegt hij: „Dat kun je zo niet zeggen.
Dat hangt van het moment waarop de
besparing wordt bereikt af. Het is ook
de vraag of dit leidt tot minder centra
les. Eerder een andere brandstof'.
Indien de energieverspilling van vijf
miljard gulden per jaar helemaal kan
worden teruggedrongen, zal er jaar
lijks 24.000 ton stikstofoxyden, 3000
ton zwaveldioxyde en 16 miljoen ton
koolwaterstoffen minder in de lucht
komen. We gaan er dan vanuit dat
energie in ons land gemaakt wordt
met behulp van kolen en gas.
Blijft de vraag waarom de minister nu
met zijn besparingsverhaal komt. Het
antwoord is eenvoudig: „Wij cooördi-
neren het energiebeleid, technologie
beleid en de milieutechnologie. Dat is
vanouds onze rol. Wij hebben boven
dien al een jarenlange ervaring'. Het is
nuttig als Economische Zaken op bei
de terreinen een belangrijke rol
speelt", klinkt het vastberaden.
Maar wat dan met VROM? Schiet dat
dan tekort? De Korte: „Voor milieu
verbeteringen in de investerings- en
technologiesfeer is samenwerking tus
sen Economische Zaken en VROM een
noodzakelijke voorwaarde. Het gaat
om een gezamenlijke operatie van het
hele kabinet. Net als bij het werkgele
genheidsbeleid. Beiden hebben de
hoogste prioriteit".
Het zou Nederland volgens De Korte
niet misstaan als zij een voortrekkers
rol zou spelen in de bestrijding van de
milieuvervuiling. Van de andere kant
laat hij daarop wel meteen volgen er
van uit te gaan dat onze buurlanden
soortgelijke maatregelen als die in ons
land worden getroffen, zullen moeten
nemen. „Zo heeft niemand econo
misch nadeel en wordt het milieu scho
ner", zegt hij.
De Korte wil onderscheid maken tus
sen de soorten milieuvervuiling. Daar
waar het gaat om luchtvervuiling
door koolwaterstoffen is internatio
nale, mondiale samenwerking gebo
den. Koolwaterstoffen veroorzaken
immers het broeikaseffect. Maatrege
len van ons land alleen kunnen hier
niet helpen. Wat luchtvervuiling door
andere stoffen aangaat wil De Korte
Europese samenwerking. Hij wijst
erop dat 60 procent van alle stikstofo
xyden en zwaweldioxyde die in „Ne
derlandse" lucht zit, afkomstig is van
elders. Milieuproblemen die ons land
alleen moet aanpakken zijn onder
meer de uitstoot van ammoniak in de
lucht, bodem- en grondwatervervul
ling alsmede de hoeveelheid afval die
dagelijks vrijkomt. „Dat is onze eigen
pakje aan. Dat moeten we zelf doen",
meent De Korte.
Een ding staat voor de minister vast:
door alle activiteiten op energie- en
milieugebied zal de kwaliteit van „de
economie" in ons land beter worden.
In die volgorde, met het welzijn van de
economie op de eerste plaats.
fDoor René Diekstra
Tf nijp me 'ns", vraagt de maso-
A. chist. „Neen", antwoordt de
sadist. Een op het oog oppervlakkig
grapje, dat toch maar mooi twee
diepere waarheden bevat. Namelijk
dat je door 'nee' te zeggen anderen
pijn kan doen, maar datje door dat
zelfde 'neen'je eigen persoonlijkheid
of karakter uitdrukt of bevestigt.
Door 'nee' trekken we een grens tus
sen onszelf en anderen, waar tevo
ren misschien nog helemaal geen
verschil was. Een tiener die op een
bepaald moment zegt niet meer met
de familie op vakantie te willen, is be
zig met afstand scheppen. Bezig met
de eigen persoonlijkheid, de eigen
identiteit los te weken van die van
vader, moeder en de rest van het ge
zin. 'Nee' tegen anderen is zo bezien
in wezen 'ja' tegen jezelf.
Een volwassen kind, dat nooit open
lijk 'nee, ik heb geen zin' tegen be
jaarde ouders durft te zeggen als die
voor de zoveelste keer vragen langs
te komen, zit nog altijd met de eigen
identiteit, de eigen grenzen te
knoeien. Het kan nog altijd niet vol
mondig zeggen: „Ik heb een eigen le
ven, ik heb een eigen persoonlijkheid
met eigen wensen en behoeften, die
niet altijd gelijk lopen met die van
anderen. En dat hebben we weder
zijds te accepteren en te respecte
ren".
Dus verzint dat volwassen kind
smoezen als het gewoon geen zin
heeft en voelt het zich daar achteraf
toch lullig over, alsof het toch iets
stouts, iets verkeerds heeft gedaan.
Voortdurend 'ja' zeggen, tenvijlje ei
genlijk 'nee'wil, bespaartje op korte
termijn vaak gezeur met anderen en
een schuldgevoel bij jezelf. Als je
partner sex met je ivil en jij wilt al-
iveer) niet. dan is het op een bepaald
moment wel zo gemakkelijk om het
toch maar te doen. Je voorkomt zo
dat je partner weer gefrustreerd
raakt, je hoeft jezelf even niet schul
dig of tekortschietend te voelen. En,
waarschijnlijk het meest wezenlijke
van alles: je vermindert bij jezelf een
gevoel van angst. De angst namelijk
dat 'nee' blijven zeggen de kiem zal
gaan vormen voor verwijdering,
voor scheiding uiteindelijk.
Zoals 'ja' betekent dat ive dingen bij
elkaar voegen of bij elkaar houden,
met als prijs een inperking van onze
bewegingsvrijheid, zo betekent 'nee'
dat we juist onze beivegingsvrijheid
vergroten, maar de prijs daarv ior is
afstand, verwijdering, soms zelfs af
wijzing van en door anderen. Wie 'ja'
zegt op het verzoek van zijn baas om
over te werken, die houdt daardoor
de relatie voor het moment goed
maar levert daarvoor een stuk van
zijn vrijheid, vrije tijd in. Wie 'neen'
zegt, loopt het risico dat de relatie
daaronder te lijden heeft, maar be
houdt voor zichzelf, voor partner of
gezin meer vrijheid.
Het is niet voor niks dat het tijdstip
waarop een kind begint te leren
'neen' te zeggen in gebaar of woord,
samenvalt met het tijdstip waarop
het zich zelfstandig gaat bewegen.
Door de toename van de beivegings-
vrijheid van het kind ondergaat de
verhouding met moeder of vader een
radicale veranderingOmdat het
Een van de Koerdische slachtoffers van een gasaanval van Irak ivordt verpleegd in een ziekenhuis in Teheran.
(Door onze correspondent
in Parijs
Wilko Voordouw)
Na lange laatste onderhandelin
gen zijn de 149 landen, die deelna
men aan de Internationale Conferen
tie over Chemische Wapens in Parijs
het eens geworden over een gezamen
lijke slottekst. In die verklaring wor
den kool en geit zorgvuldig gespaard.
Niemand kan zich een buil vallen aan
het rijtje goede bedoelingen dat is op
gesomd. Dus vertrekken zowel de
Arabische landen als de Verenigde
Staten tevreden uit de Franse hoofd
stad.
Maar heeft het allemaal zin gehad?
Anders gezegd: Is de chemische oorlog
definitief verbannen nu „de deelne
mende staten vastbesloten zijn om re
clame te maken voor de vrede"? Dat is
nog maar de vraag. Want het gebruik
van chemische wapens is nog altijd
niet totaal buiten hèt internationale
wetboek gesteld. Natuurlijk beloven
alle 149 plechtig geen chemische wa
pens te zullen gebruiken, maar ook on
der die ogenschijnlijk ondubbelzinni
ge frase schuilen de nodige voetangels
en klemmen.
Ten eerste is de aanmaak van chemi
sche wapens niet verboden. Ieder land
met een beetje verfijnde farmaceuti
sche en chemische industrie kan en
mag chemische wapentuig vervaardi
gen. Ten tweede is het nog altijd toege
staan om chemische wapens in bezit te
hebben. De Verenigde Staten en de
Sovjetunie geven allebei toe uitgebrei
de arsenalen te hebben. Ten derde is
het nog altijd mogelijk om een aanval
met chemische wapens met andere
chemische wapens te beantwoorden.
Alleen het 'eerste gebruik' kan in strijd
zijn met internationale wetten.
'Kan'. Want - om maar een recent
voorbeeld te noemen - de Iraakse aan
val op het Koerdische stadje Halabja
is niet in strijd met het in 1925 opge
stelde Protocol van Geneve. Het ging
daar immers om een nationale opera
tie. Iraakse bommenwerpers bestook
ten Iraakse burgers. En hoewel de slot
verklaring van de Parijse Conferentie
spreekt van „serieuze bezorgdheid om
recente schendingen" hoeft Bagdad
V)
zich niet aangevallen te voelen. Het
land kon dus met een gerust hart voor
de slotverklaring stemmen. Zoals ook
de Verenigde Staten, Israel, Libië', Sy
rië', Roemenie',' de Sovjetunie en al die
andere landen, die chemische wapens
hebben of in ieder geval de mogelijk
heid hebben om ze snel te produceren.
Het enige nieuwe geluid kwam van de
Sovjetunie. Die maakte - in het kader
van de glasnost - bekend al dit jaar,
zelfs zonder verder akkoord in Gene
ve, in een splinternieuwe fabriek te
zullen beginnen met de vernietiging
van zijn voorraad chemische wapens.
Maar dat is een uiterst pijnlijke en
langdurige operatie. Chemische wa
pens werp je niet zomaar in de ver
brandingsoven. Tot aan het begin van
de jaren '80 werden oude voorraden in
een kluit beton gestopt en op de zeebo
dem gestort. Maar dat mag nu niet
meer.
Hoe moeilijk u._ /ernietiging van che
mische wapens is, blijkt wel uit het
grote probleem die België heeft met
oude chemische granaten op de slag
velden van de Eerste Wereldoorlog. In
de provincie West-Vlaanderen ligt nog
altijd zo'n 160.000 ton wapentuig opge
slagen in overdekte bewaarplaatsen.
Volgens Belgische legerkringen vindt
men jaarlijks nog 20.000 ton aan oude
granaten in de grond.
De Parijse conferentie heeft in vijf da
gen van uitputtend vergaderen verder
weinig concreets opgeleverd. Het is op
zich natuurlijk verheugend dat landen
als Noord- en Zuidkorea, Bangla Desh,
Laos, Haiti, Zaïre en Guinee-Bissau nu
ook het verdrag van 1925 - het meest
vergaande protocol tegen chemische
wapens - erkennen en willen onderte
kenen, maar dat verandert niets aan
de werkelijke problematiek.
kind nu ruimte tussen zichzelf enj
opvoeder kan scheppen ivordt diei
controle of invloed over het g
van het kind in toenemende matei
liankelijk van gebaar en tooord.
opvoeder doet dat meestal doort.
hoofd te schudden en het woe
'neen' te gebruiken. Het kind Ie
deze signalen te associëren met
frustaties van z'n wensen - en met
agressie die door die frustatie worl
opgeroepen.
Op den duur begint het kind zelfde
signalen over te nemen en ze -
rond de 15de maand - te gebruik
als z'n eigen manier om tegen
wensen of de aanwijzingen van
opvoeder in te gaan. Daarmee l
de koppigheidsfase, die zo typeren
is voor het tiveede levensjaar en a
nogal wat opvoeders problemen
zorgt. Het kind heeft immers de i
ging precies datgene niet te doenwi
je het vraagt. Geslepen opvoeden
gebruiken daarom wel de truc h
kind precies het tegenovergestel
te vragen van wat ze willen: „Als
dadelijk naar buiten in de sneeu
gaan wandelen mag je je jas n
aandoen".
Opvoeden en opgevoed worden is in
feite een ingewikkeld spel vanja'si
nee's, van je voegen en iets van ja
inleveren en van je teweer stellen
ruimte voor jezelf claimen. Omdol
opvoeders aanvankelijk de mees
macht hebben en liever willen d
kinderen zich voegen dan hun eig
weg kiezen, gebruiken ze de ma
uiteenlopende trucs om 'nee' del
in te drukken. De meest gebruikten
vermoedelijk meest schadelijke isii
'schuldtruc': Als je 'nee' tegen n
zegt voel ik mij boos, verdrietig,
wezen, tekort gedaan. Dat ik - c
ne die je heeft voortgebracht, ver
zorgd, zich altijd voor je heeft uitge
sloofd - dat gevoel komt dus do
jou, is jouw schuld. Je bent slecht als
je zo doet".
Kinderen, die via zo'n truc volwas
sen worden blijken nogal eens i
rotzooi van hun leven te maken. It
vinden het vaak moeilijk duidelijkt
keuzes te maken, ze hebben voortiu
rend het gevoel dat ze van alles mot
ten. Ze doen veel dingen niet omdat
De Iraakse minister van buitenlandse zaken Tareq Aziz geeft een persbijeen
komst in Parijs. Irak tekende ondanks het recent gebruik van chemische wa
pens tegen de Koerden de slotverklaring van de inernationale conferentie.
Sommige landen - vooral uit de Ara
bische en niet-gebonden hoek - be
schouwen chemische wapens 'de
kernbom van de armen' als hun eigen
afschrikkingswapen. Gelijk dus aan
de kernbom voor de grootmachten.
Deze landen wilden in het slotak
koord een koppeling tussen de beide
wapens en afbraak van het ene soort
koppelen aan die van de ander. Maar
daar waren de kernmachten en de an
dere westerse landen niet voor te por
ren. Voor een heel klein deel hebben
'de armen' gelijk gekregen. Maar, om
de woorden van een westerse diplo
maat te citeren, het moest „hard uit
onderhandeld worden".
Net zo overigens als het probleem van
de verspreiding van de chemische wa
pens. Het rijke westen is fel tegen een
verdere verspreiding van bestaande
chemische wapens. De arme landen
wilden zo'n artikel best slikken in de
slotverklaring, maar daar moest te
genover staan dat 'het noorden' moest
accepteren dat er ook een regeltje
werd gewijd aan het gevaar van het
ontwikkelen van nieuwe, nog 'fijnge
voeliger' chemische wapens, hetgeen
meestal in de rijke landen gebeurt.
Hoe het ook zij, alle delegaties waren
het er over eens dat het resultaat van
de conferentie „een goede aanzet" is
voor een toekomstige Geneefse Con
ventie tegen de chemische wapens.
„De turbo is aangezet," zei een diplo
maat. In de Zwitserse stad moeten nu
spijkers met koppen worden geslagen.
In Parijs ging het er alleen maar om
een politieke uitspraak te doen. En die
is, zo meende voorzitter Dumas, over
tuigend. De 149 landen hebben zich, zo
zij in het bezit zijn van mosterdgas,
ypriet of andere chemische wapens,
verplicht via artikel 1 om „chemische
wapens compleet te elimineren".
Het zal nog wel even duren voor het zo
ver is, gezien de eis van een aantal lan
den, waaronder Nederland, om bij een
chemische aanval met hetzelfde wa
pen terug te kunnen slaan. Dan is er
ook de angst bij Amerika en Israel, dat
„zekere landen" het chemische wapen
wel eens ter beschikking konden stel
len van terroristische groepen. Het
wachten is ook op voldoende onder
ling vertrouwen om controles door
derden toe te staan.
ze dat echt ivïllen, maar omdat st
denken dat ze niet anders km
dat het hun plicht is. In feite attente
niet meer wat zij zelf nou uillm.m
ze zelf zijn.
Freud heeft in een heel cwrieus mti
kei dat hij de titel 'Ontkenning mee
gaf, laten zien waarom zo'n reactie
patroon op volwassenleeftijd in jeite
heel kinderlijk is. Zijn stelling is i
ons onbewuste, zeg maar ons drifllt
ven, het begrip van het negatie;
van 'nee' zeggen, niet kent. Het on in
wuste streeft alleen maar naar zot
reet mogelijk, en zo frustratiel
mogelijk bevredigen van alle
wensen. Als het goed is leren we in
loop van onze ontwikkeling ontd
ken dat er ook een realiteitsprinc
is. Een principe dat inhoudt dat
deze wereld een ongeremde bevrei
ging van onze driften niet mogelijk
en we dat op sommige van onze we
sen het antwoord 'nee' of'niet mogt
lijk' moeten leren incasseren.
Voor andere wensen en voorkeurt
kunnen we slechts een gedeeltelj
bevrediging verwachten. Bovendit
zijn we vaak van anderen afhankt
lijk voor het verkrijgen van wat
willen, en die afhankelijkheid i
kent dat we onder bepaalde omsta
digheden ook 'neen' als antwoo
kunnen krijgen. Voor veel menst
geldt dat naarmate hun relatie n.
een ander emotioneel meer bete
nis heeft, een 'neen' moeilijker te
cepteren is. Meestal is het zo data
moeilijker te accepteren is, oc
moeilijker te geven is. Zo zien wei-,
veel ouders met hun kinderen en»
kinderen met hun ouders omga
alsof ze de plicht hebben om de fit
stratie, de niet-bevrediging van vit
sen over en weer, zo veel mogelijk
voorkomen.
Als u bijna altijd 'ja' zegt tegen
mand - een baas, collega, familiel
of kennis - als die vraagt of u wiltl
men helpen met een klus omdat
daar goed in bent, dan roept u
keer 'neen' zeggen spanning opf
u die spanning interpreteert a
'toch niet zo aardig van mij, ik k
het misschien toch maar even me
ten doen, hij zal me vast niet symps
thiek vinden...' of iets dergelijks,i>
gaat u de volgende keer geheid ut
voor de bijl.
Wanneer u tegen uzelf zou kuntt
zeggen dat u nu een keer nee
daarmee een gewoonte doorbree
u daarbij wat onwennig en gespo
nen voelt en dat zoiets een heel f
woon verschijnsel is, dan zult u ui-
geen verwijten gaan maken of gj"
zeggen dat wat u doet verkeerdis
Maar er is natuurlijk een prijs die
taald moet worden voor nee zegt
waar u vroeger steeds 'ja' zei
prijs is dat anderen dat soms im
daad niet zo leuk zullen vinden,
misschien zelfs aanvankelijk mm
zullen waarderen. En ook dat u
comfortabel gevoel in de zin van i
staan altijd voor elkaar klaar
doen alles voor elkaar' zult ven-
zen. Wie duidelijk eigen grens-
trekt, z'n eigen identiteit vasts'1
die verwerft meer emotionele l
gingsvrijheid en zelfrespect
verliest in zekere zin een comfortW
gevoel van „we zijn met z'n allen
grote familie".
Er zijn nogal wat mensen die bei®
willen: 'nee' kunnen zeggen als-
daar zin in hebben en toch de reik
met anderen in hun directe oM
ving precies hetzelfde houden als-
de periode dat ze gewend waren'-
tijd 'ja' te zeggen. Zulke mensen'
driegen zichzelf, want kiezen is®'
liezen. Maar net als in de politiek5
,tje niet-kiezers de echte verliezers