Chemische wapens zijn de wereld nog niet uit PZC opinie en achtergrond 4 MILIEU NIET ALLEEN AAN VROM OVERLATEN VRIJDAG 13 JANUARI 1989 Extra stoot TRIJFEL Nico Scheepmaker Regio-consulenten Vrijheid Vernietiging Plicht denkwijzer Spanning De Korte opent offensief tegen energieverspilling Minister De Korte: de kwaliteit van de economie moet beter. (Door onze redacteur Carel Goseling) Bij een actief milieubeleid moet energiebesparing een grote rol spelen". Minister De Korte (Economi sche Zaken) steekt meteen van wal. Hij wacht niet eens op de eerste vraag. Met het rapport „Zorgen voor morgen", waarin het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu (RIVM) onlangs een zeer somber beeld over het milieu schilderde, vers van de pers, heeft hij haast. Het milieu is opnieuw 'in'. En De Korte wil daar bij zijn. In een lange monoloog spreekt de mi nister over energiebesparing, vooral „de verspillingsmarkt". Jaarlijks wordt er vijf miljard gulden ten on rechte aan energie uitgegeven, waar van 1,5 miljard gulden door de gezin nen. Onnodige uitgaven door het laten branden van lampen waar dat niet no dig is. het ondoelmatig gebruik van al lerlei apparaten, het stoken van de verwarming bij open ramen, het niet hergebruiken van afvalwarmte, het la ten draaien van machines waar dat niet nodig is of het achterwege laten van eenvoudige investeringen zoals isolatie. „Dat bedrag liegt er niet om. Door technische, organisatorische en ge dragsveranderingen kunnen we daar op afdingen. Daarmee kan ook de mi lieuvervuiling worden teruggedron gen. Bovendien hoeven burgers en be drijven minder uit te geven. Zo slaan we meerdere vliegen in eén klap. Voorts kunnen milieubehoud en eco nomische groei hand in hand gaan", aldus De Korte. Zelf wil de minister een extra stoot aan het hele proces geven. Zo kondigt hij aan dit jaar 110 miljoen gulden te zullen besteden aan diverse vormen van energiebesparing. Dat geld wordt als volgt verdeeld: 65 miljoen voor in vesteringen en het gezamenlijk op wekken van warmte en kracht in zo genoemde WKK-installaties, 40 mil joen voor investeringen in windmo lens, vijf miljoen voor investeringen in zonne-energie en energiezuinige lampen. Dit alles onder de fraaie naam Stimuleringsregeling energie besparing en stromingsenergie. Bij de stimulans voor WKK gaat het om subsidie tussen 25 procent (bedrij ven) en 40 procent (woningen) met een maximum van 3000 gulden per opge wekte kilowatt energie. De exploitan ten van windmolens krijgen tussen 37 (niet op winst gerichte bedrijven) en 45 procent subsidie. Het hoogste bedrag geldt voor ondernemingen die wel winst maken. Er is geen maximum aan het subsidiebedrag per aanvrager ge steld omdat Economische Zaken streeft naar 100 tot 150 kilowatt wind vermogen. De Korte: „Bovendien, hoe groter de windmolens hoe beter. We hebben nu windmolens met een ver mogen van 500 kilowatt. We hopen binnenkort een molen te krijgen van 1,5 megawatt. VMF-Stork heeft daar een ontwikkelingsvoorstel voor ge daan". Door de grotere windmolens kan de in ons land voor het opwekken van wind energie beschikbare ruimte beter be nut worden. Tegelijk meent de minis ter wel dat het aantal fabrikanten van windmolens kleiner moet worden. De industrietak moet beter samenwer ken. In het algemeen neemt de belang stelling voor het neerzetten van wind molens toe. Alleen de nutssector blijft achter. Als oorzaken daarvoor noemt De Korte de lange procedures voor vergunningen om windmolens neer te zetten (minimaal een halfjaar maar er zijn gevallen die al meer dan drie jaar lopen) en de geringe vergoeding voor aan het openbare net teruggeleverde stroom. „Karig", aldus de bewinds man. Bij zonne-energie is de subsidie 40 pro cent van de projectkosten met een mi nimum voor 2000 gulden aan investe ringen. De energiezuinige verlichting kan rekenen op 25 procent subsidie in- T Tan mijn Friese afnemers kreeg V ik enkele Friese tongbrekers toegestuurd. De bekendste is blijk baar die van 't Snitser skip. Tiny Bonnema-Dikkerboom uit IJlst leerde hem als kind van 'us heit' die nu 85 is: „Der siet in snip op 't Snitser skip, dy snie it spek mei de bek fan 't spit. Der wie gjin snipskries dy't dat die dy't spek mei de bek fan 't spit of snie." Deze tongbreker kent blijkbaar zijn variaties, zoals deze van Siebe Ha ven uit Welsrijp: „Op it Snitser skip, der siet in skrie, dy't mei de bek it spek fan't spit ofs- nie en der wie gjinien snip noch skrie, dy't him dat neidie; dy't mei de bek it spek fan't spit of snie." Skrie is grutto, - is het wonder dat Hollanders in Friesland de weg niet kunnen vinden als zij op zoek naar Grutto alleen maar Skrie op de ANWB-borden zien staan! Een variatie in de derde regel werd mij door Tjitte Bouwhuis uit Top- penhuizen toegestuurd: Fierder wie der snip noch skrie..." Er bestaat dus meningsverschil over de vraag of het om een snip of een grutto gaat. Mej. T. Rienks uit Leeuwarden houdt het op de snip, en is zo vriendelijk geweest bij haar versie ook de fonetische uitspraak er voor alle lezers buiten Friesland bij te schrijven: „Dur siejt us un snip op ut Snitse skip, die friejt mai sien bek un stik spekfon 't spit; dur wiej gjin snip ea (tweeklank) die dot diej, die mai sien bek un stik spek fon ut spit ao (tweeklank) sniej." We begrijpen natuurlijk allemaal wat dat betekent, maar voor alle ze kerheid geef ik toch ook haar verta ling er nog bij: „Er zat eens een snip op het Sneker schip, die vrat met z'n bek een stuk spek van het spit; er was geen snip ooit die dat deed, die met z'n bek een stuk spek van het spit af sneed." Peter Ruitenberg uit Bovenkarspel zond mij een Westfriese tongbreker: „Moin veers vreet liever reeuwe rei- pe as roipe kool met ruipe." ('mijn vaars vreet liever rauwe koolrapen dan rijpe kool met rup sen') Een vaars, dat weet u, is een jonge koe van ongeveer twee jaar die nog niet of voor de eerste keer gekalfd heeft, - een hele uitkomst dat ze daar een eenlettergrepig woord voor hebben weten te bedenken! Die vaars speelt ook nog een rol in een Friese tongbreker: Rearikke rierreljirre" - rookvlees van een vaars. Over de spelling hiervan verkeren de Friezen overigens in het onzeke re, want ik kreeg ook nog de varia ties 'read rikke rjirreljirre' (rood hardgerookt vlees ener jonge koe) en 'readrike riereljirre' roodge- rookte vaarzenrookvlees) toege stuurd! Een andere Friese tongbreker van Lysbeth Mollema uit Franeker) luidt aldus: „Mei ik mei joiv jojo jojoe? Jojo jo mar meijow eigen jojo" (mag ik met uw jojo jojoën? etc.). En Sjirk de Boer uit Zelliem kent er nog twee: „De Terkappelster klok kljept trije- ris, trijeris kljept de Terkappelster klok," en: „Sawn stringen bloedreade blut- kralen." Als Noordhollander heb ik met de laatste geen enkel probleem, maar voor de Friese tongval ligt dat ken nelijk anders. De heer A. van Dijk uit Slappeterp attendeert me op 'Uit Frieslands Volksleven' van Wa ling Dykstra, die over Groote Pier uit Kimswerd (in 1515 door de her tog van Gelder benoemd tot Admi raal der Zuiderzee) vertelt hoe deze elf schepen van de Hollanders buit- maakte en vijfhonderd Hollanders bij tweeen ruggelings aan elkaar gebonden in zee liet werpen. Een der overwonnenen liet hij leven om dat deze een Geldersman was, want Groote Pier ging van het juiste prin cipe uit dat hij alleen Hollanders en Bourgondiërs doodde. Ik citeer nu: „Buter, brea en griene tsiis, kwa dat net sizze kin is nin rjuchte Fries." iBoter, brood en groene kaas, die dat niet zeggen kan is geen echte Fries „Dit is het shibbolet geweest van Grooten Pier, want hij wilde geen zijner landgenoten dooden. Sprak iemand genoemde friesche woor den zonder haperen uit zoo 't be hoort, dan was hij zeker een Fries." Andere Friese tongbrekers die ge bruikt werden om Hollanders te ontmaskeren zodat zij twee-aan- twee in de Zuiderzee konden wor den geplempt waren: „Njoggen en njoggentig Frjentjer- der lippewjukkennegenenne gentig Franeker kievitswieken'), en: „Op us finneherne lizze fjouwer klearlottere Ijeap-aeijen yn ien nest," ('op de hoek van ons weiland liggen vier zuiver-gelouterde kievit seieren in een nest'). Dit laatste werd gebruikt schrijft Waling Dykstra), toen in 1500 de Friezen de hertog van Saksen in zijn residentiestad Franeker bele gerden. Zoals wij dus in de meida gen van 1940 alle als non verklede Duitse parachutisten ontmasker den door hen het woord 'schevenin- gen' te laten zeggen, of als zij zaten een appeltje in de schoot te werpen i deden ze dan in een reflex de benen bijeen, dan waren ze mannen, de den ze de benen uiteen, dan waren ze nonnen....). dien er mee dan 2000 gulden aan ge spendeerd wordt. De Korte wil echter meer. Zo zal een campagne van zijn ministerie met de organisatie van stroombedrijven VEEN voor het gebruik van energie zuinige lampen worden herhaald. De eerste actie was zo'n succes dat Phi lips en Osram openlijk een prijzen oorlog aangingen om hun lampen aan de markt te slijten. En dat bij een rijksbijdrage van „een kleine 300.000 gulden". „Wij gaan ook alle andere departe menten begeleiden bij het energiebe heer in hun gebouwen. Daarvoor ma ken wij voor hen programma's. Met een bijdrage van 4 miljoen gulden den ken wij het energieverbruik in de over heidsgebouwen met tien procent te kunnen beperken. Dat levert een be perking van 26 miljoen gulden per jaar aan energiekosten op", vertelt De Kor te triomfantelijk. Het bovenstaande cijfer is wel exclusief het departement van Defensie, dat een eigen program ma voor energiebesparing heeft. In april wil de bewindsman drie tot zes regio-consulenten aanstellen die voor al ziekenhuizen, bejaardentehuizen en overheidsinstellingen zullen bijstaan om energieverspilling terug te drin gen. Met twee miljoen gulden per jaar aan uitgaven denkt De Korte zo de energierekening van deze groep instel lingen met tien procent (uiteindelijk 150 miljoen gulden) te kunnen beper ken. De Korte: „Ook hier is het weer: voor weinig geld kun je veel doen. Je verdient het meer dan terug". Alle uitgaven voor energiebesparing en duurzame energie tezamen belopen 200 miljoen gulden per jaar. Een be drag dat volgens De Korte al snel (mo gelijk nog voor de zomer) moet verdub belen om energieverspilling tegen te gaan en milieubehoud te dienen. De Korte erkent zonder meer dat het tegengaan van energieverspilling door besparing ertoe zal leiden dat er min der energie nodig is. In antwoord op de vraag of dit ook kan leiden tot een ne gatief besluit over de omstreden bouw van meer kerncentrales in ons land zegt hij: „Dat kun je zo niet zeggen. Dat hangt van het moment waarop de besparing wordt bereikt af. Het is ook de vraag of dit leidt tot minder centra les. Eerder een andere brandstof'. Indien de energieverspilling van vijf miljard gulden per jaar helemaal kan worden teruggedrongen, zal er jaar lijks 24.000 ton stikstofoxyden, 3000 ton zwaveldioxyde en 16 miljoen ton koolwaterstoffen minder in de lucht komen. We gaan er dan vanuit dat energie in ons land gemaakt wordt met behulp van kolen en gas. Blijft de vraag waarom de minister nu met zijn besparingsverhaal komt. Het antwoord is eenvoudig: „Wij cooördi- neren het energiebeleid, technologie beleid en de milieutechnologie. Dat is vanouds onze rol. Wij hebben boven dien al een jarenlange ervaring'. Het is nuttig als Economische Zaken op bei de terreinen een belangrijke rol speelt", klinkt het vastberaden. Maar wat dan met VROM? Schiet dat dan tekort? De Korte: „Voor milieu verbeteringen in de investerings- en technologiesfeer is samenwerking tus sen Economische Zaken en VROM een noodzakelijke voorwaarde. Het gaat om een gezamenlijke operatie van het hele kabinet. Net als bij het werkgele genheidsbeleid. Beiden hebben de hoogste prioriteit". Het zou Nederland volgens De Korte niet misstaan als zij een voortrekkers rol zou spelen in de bestrijding van de milieuvervuiling. Van de andere kant laat hij daarop wel meteen volgen er van uit te gaan dat onze buurlanden soortgelijke maatregelen als die in ons land worden getroffen, zullen moeten nemen. „Zo heeft niemand econo misch nadeel en wordt het milieu scho ner", zegt hij. De Korte wil onderscheid maken tus sen de soorten milieuvervuiling. Daar waar het gaat om luchtvervuiling door koolwaterstoffen is internatio nale, mondiale samenwerking gebo den. Koolwaterstoffen veroorzaken immers het broeikaseffect. Maatrege len van ons land alleen kunnen hier niet helpen. Wat luchtvervuiling door andere stoffen aangaat wil De Korte Europese samenwerking. Hij wijst erop dat 60 procent van alle stikstofo xyden en zwaweldioxyde die in „Ne derlandse" lucht zit, afkomstig is van elders. Milieuproblemen die ons land alleen moet aanpakken zijn onder meer de uitstoot van ammoniak in de lucht, bodem- en grondwatervervul ling alsmede de hoeveelheid afval die dagelijks vrijkomt. „Dat is onze eigen pakje aan. Dat moeten we zelf doen", meent De Korte. Een ding staat voor de minister vast: door alle activiteiten op energie- en milieugebied zal de kwaliteit van „de economie" in ons land beter worden. In die volgorde, met het welzijn van de economie op de eerste plaats. fDoor René Diekstra Tf nijp me 'ns", vraagt de maso- A. chist. „Neen", antwoordt de sadist. Een op het oog oppervlakkig grapje, dat toch maar mooi twee diepere waarheden bevat. Namelijk dat je door 'nee' te zeggen anderen pijn kan doen, maar datje door dat zelfde 'neen'je eigen persoonlijkheid of karakter uitdrukt of bevestigt. Door 'nee' trekken we een grens tus sen onszelf en anderen, waar tevo ren misschien nog helemaal geen verschil was. Een tiener die op een bepaald moment zegt niet meer met de familie op vakantie te willen, is be zig met afstand scheppen. Bezig met de eigen persoonlijkheid, de eigen identiteit los te weken van die van vader, moeder en de rest van het ge zin. 'Nee' tegen anderen is zo bezien in wezen 'ja' tegen jezelf. Een volwassen kind, dat nooit open lijk 'nee, ik heb geen zin' tegen be jaarde ouders durft te zeggen als die voor de zoveelste keer vragen langs te komen, zit nog altijd met de eigen identiteit, de eigen grenzen te knoeien. Het kan nog altijd niet vol mondig zeggen: „Ik heb een eigen le ven, ik heb een eigen persoonlijkheid met eigen wensen en behoeften, die niet altijd gelijk lopen met die van anderen. En dat hebben we weder zijds te accepteren en te respecte ren". Dus verzint dat volwassen kind smoezen als het gewoon geen zin heeft en voelt het zich daar achteraf toch lullig over, alsof het toch iets stouts, iets verkeerds heeft gedaan. Voortdurend 'ja' zeggen, tenvijlje ei genlijk 'nee'wil, bespaartje op korte termijn vaak gezeur met anderen en een schuldgevoel bij jezelf. Als je partner sex met je ivil en jij wilt al- iveer) niet. dan is het op een bepaald moment wel zo gemakkelijk om het toch maar te doen. Je voorkomt zo dat je partner weer gefrustreerd raakt, je hoeft jezelf even niet schul dig of tekortschietend te voelen. En, waarschijnlijk het meest wezenlijke van alles: je vermindert bij jezelf een gevoel van angst. De angst namelijk dat 'nee' blijven zeggen de kiem zal gaan vormen voor verwijdering, voor scheiding uiteindelijk. Zoals 'ja' betekent dat ive dingen bij elkaar voegen of bij elkaar houden, met als prijs een inperking van onze bewegingsvrijheid, zo betekent 'nee' dat we juist onze beivegingsvrijheid vergroten, maar de prijs daarv ior is afstand, verwijdering, soms zelfs af wijzing van en door anderen. Wie 'ja' zegt op het verzoek van zijn baas om over te werken, die houdt daardoor de relatie voor het moment goed maar levert daarvoor een stuk van zijn vrijheid, vrije tijd in. Wie 'neen' zegt, loopt het risico dat de relatie daaronder te lijden heeft, maar be houdt voor zichzelf, voor partner of gezin meer vrijheid. Het is niet voor niks dat het tijdstip waarop een kind begint te leren 'neen' te zeggen in gebaar of woord, samenvalt met het tijdstip waarop het zich zelfstandig gaat bewegen. Door de toename van de beivegings- vrijheid van het kind ondergaat de verhouding met moeder of vader een radicale veranderingOmdat het Een van de Koerdische slachtoffers van een gasaanval van Irak ivordt verpleegd in een ziekenhuis in Teheran. (Door onze correspondent in Parijs Wilko Voordouw) Na lange laatste onderhandelin gen zijn de 149 landen, die deelna men aan de Internationale Conferen tie over Chemische Wapens in Parijs het eens geworden over een gezamen lijke slottekst. In die verklaring wor den kool en geit zorgvuldig gespaard. Niemand kan zich een buil vallen aan het rijtje goede bedoelingen dat is op gesomd. Dus vertrekken zowel de Arabische landen als de Verenigde Staten tevreden uit de Franse hoofd stad. Maar heeft het allemaal zin gehad? Anders gezegd: Is de chemische oorlog definitief verbannen nu „de deelne mende staten vastbesloten zijn om re clame te maken voor de vrede"? Dat is nog maar de vraag. Want het gebruik van chemische wapens is nog altijd niet totaal buiten hèt internationale wetboek gesteld. Natuurlijk beloven alle 149 plechtig geen chemische wa pens te zullen gebruiken, maar ook on der die ogenschijnlijk ondubbelzinni ge frase schuilen de nodige voetangels en klemmen. Ten eerste is de aanmaak van chemi sche wapens niet verboden. Ieder land met een beetje verfijnde farmaceuti sche en chemische industrie kan en mag chemische wapentuig vervaardi gen. Ten tweede is het nog altijd toege staan om chemische wapens in bezit te hebben. De Verenigde Staten en de Sovjetunie geven allebei toe uitgebrei de arsenalen te hebben. Ten derde is het nog altijd mogelijk om een aanval met chemische wapens met andere chemische wapens te beantwoorden. Alleen het 'eerste gebruik' kan in strijd zijn met internationale wetten. 'Kan'. Want - om maar een recent voorbeeld te noemen - de Iraakse aan val op het Koerdische stadje Halabja is niet in strijd met het in 1925 opge stelde Protocol van Geneve. Het ging daar immers om een nationale opera tie. Iraakse bommenwerpers bestook ten Iraakse burgers. En hoewel de slot verklaring van de Parijse Conferentie spreekt van „serieuze bezorgdheid om recente schendingen" hoeft Bagdad V) zich niet aangevallen te voelen. Het land kon dus met een gerust hart voor de slotverklaring stemmen. Zoals ook de Verenigde Staten, Israel, Libië', Sy rië', Roemenie',' de Sovjetunie en al die andere landen, die chemische wapens hebben of in ieder geval de mogelijk heid hebben om ze snel te produceren. Het enige nieuwe geluid kwam van de Sovjetunie. Die maakte - in het kader van de glasnost - bekend al dit jaar, zelfs zonder verder akkoord in Gene ve, in een splinternieuwe fabriek te zullen beginnen met de vernietiging van zijn voorraad chemische wapens. Maar dat is een uiterst pijnlijke en langdurige operatie. Chemische wa pens werp je niet zomaar in de ver brandingsoven. Tot aan het begin van de jaren '80 werden oude voorraden in een kluit beton gestopt en op de zeebo dem gestort. Maar dat mag nu niet meer. Hoe moeilijk u._ /ernietiging van che mische wapens is, blijkt wel uit het grote probleem die België heeft met oude chemische granaten op de slag velden van de Eerste Wereldoorlog. In de provincie West-Vlaanderen ligt nog altijd zo'n 160.000 ton wapentuig opge slagen in overdekte bewaarplaatsen. Volgens Belgische legerkringen vindt men jaarlijks nog 20.000 ton aan oude granaten in de grond. De Parijse conferentie heeft in vijf da gen van uitputtend vergaderen verder weinig concreets opgeleverd. Het is op zich natuurlijk verheugend dat landen als Noord- en Zuidkorea, Bangla Desh, Laos, Haiti, Zaïre en Guinee-Bissau nu ook het verdrag van 1925 - het meest vergaande protocol tegen chemische wapens - erkennen en willen onderte kenen, maar dat verandert niets aan de werkelijke problematiek. kind nu ruimte tussen zichzelf enj opvoeder kan scheppen ivordt diei controle of invloed over het g van het kind in toenemende matei liankelijk van gebaar en tooord. opvoeder doet dat meestal doort. hoofd te schudden en het woe 'neen' te gebruiken. Het kind Ie deze signalen te associëren met frustaties van z'n wensen - en met agressie die door die frustatie worl opgeroepen. Op den duur begint het kind zelfde signalen over te nemen en ze - rond de 15de maand - te gebruik als z'n eigen manier om tegen wensen of de aanwijzingen van opvoeder in te gaan. Daarmee l de koppigheidsfase, die zo typeren is voor het tiveede levensjaar en a nogal wat opvoeders problemen zorgt. Het kind heeft immers de i ging precies datgene niet te doenwi je het vraagt. Geslepen opvoeden gebruiken daarom wel de truc h kind precies het tegenovergestel te vragen van wat ze willen: „Als dadelijk naar buiten in de sneeu gaan wandelen mag je je jas n aandoen". Opvoeden en opgevoed worden is in feite een ingewikkeld spel vanja'si nee's, van je voegen en iets van ja inleveren en van je teweer stellen ruimte voor jezelf claimen. Omdol opvoeders aanvankelijk de mees macht hebben en liever willen d kinderen zich voegen dan hun eig weg kiezen, gebruiken ze de ma uiteenlopende trucs om 'nee' del in te drukken. De meest gebruikten vermoedelijk meest schadelijke isii 'schuldtruc': Als je 'nee' tegen n zegt voel ik mij boos, verdrietig, wezen, tekort gedaan. Dat ik - c ne die je heeft voortgebracht, ver zorgd, zich altijd voor je heeft uitge sloofd - dat gevoel komt dus do jou, is jouw schuld. Je bent slecht als je zo doet". Kinderen, die via zo'n truc volwas sen worden blijken nogal eens i rotzooi van hun leven te maken. It vinden het vaak moeilijk duidelijkt keuzes te maken, ze hebben voortiu rend het gevoel dat ze van alles mot ten. Ze doen veel dingen niet omdat De Iraakse minister van buitenlandse zaken Tareq Aziz geeft een persbijeen komst in Parijs. Irak tekende ondanks het recent gebruik van chemische wa pens tegen de Koerden de slotverklaring van de inernationale conferentie. Sommige landen - vooral uit de Ara bische en niet-gebonden hoek - be schouwen chemische wapens 'de kernbom van de armen' als hun eigen afschrikkingswapen. Gelijk dus aan de kernbom voor de grootmachten. Deze landen wilden in het slotak koord een koppeling tussen de beide wapens en afbraak van het ene soort koppelen aan die van de ander. Maar daar waren de kernmachten en de an dere westerse landen niet voor te por ren. Voor een heel klein deel hebben 'de armen' gelijk gekregen. Maar, om de woorden van een westerse diplo maat te citeren, het moest „hard uit onderhandeld worden". Net zo overigens als het probleem van de verspreiding van de chemische wa pens. Het rijke westen is fel tegen een verdere verspreiding van bestaande chemische wapens. De arme landen wilden zo'n artikel best slikken in de slotverklaring, maar daar moest te genover staan dat 'het noorden' moest accepteren dat er ook een regeltje werd gewijd aan het gevaar van het ontwikkelen van nieuwe, nog 'fijnge voeliger' chemische wapens, hetgeen meestal in de rijke landen gebeurt. Hoe het ook zij, alle delegaties waren het er over eens dat het resultaat van de conferentie „een goede aanzet" is voor een toekomstige Geneefse Con ventie tegen de chemische wapens. „De turbo is aangezet," zei een diplo maat. In de Zwitserse stad moeten nu spijkers met koppen worden geslagen. In Parijs ging het er alleen maar om een politieke uitspraak te doen. En die is, zo meende voorzitter Dumas, over tuigend. De 149 landen hebben zich, zo zij in het bezit zijn van mosterdgas, ypriet of andere chemische wapens, verplicht via artikel 1 om „chemische wapens compleet te elimineren". Het zal nog wel even duren voor het zo ver is, gezien de eis van een aantal lan den, waaronder Nederland, om bij een chemische aanval met hetzelfde wa pen terug te kunnen slaan. Dan is er ook de angst bij Amerika en Israel, dat „zekere landen" het chemische wapen wel eens ter beschikking konden stel len van terroristische groepen. Het wachten is ook op voldoende onder ling vertrouwen om controles door derden toe te staan. ze dat echt ivïllen, maar omdat st denken dat ze niet anders km dat het hun plicht is. In feite attente niet meer wat zij zelf nou uillm.m ze zelf zijn. Freud heeft in een heel cwrieus mti kei dat hij de titel 'Ontkenning mee gaf, laten zien waarom zo'n reactie patroon op volwassenleeftijd in jeite heel kinderlijk is. Zijn stelling is i ons onbewuste, zeg maar ons drifllt ven, het begrip van het negatie; van 'nee' zeggen, niet kent. Het on in wuste streeft alleen maar naar zot reet mogelijk, en zo frustratiel mogelijk bevredigen van alle wensen. Als het goed is leren we in loop van onze ontwikkeling ontd ken dat er ook een realiteitsprinc is. Een principe dat inhoudt dat deze wereld een ongeremde bevrei ging van onze driften niet mogelijk en we dat op sommige van onze we sen het antwoord 'nee' of'niet mogt lijk' moeten leren incasseren. Voor andere wensen en voorkeurt kunnen we slechts een gedeeltelj bevrediging verwachten. Bovendit zijn we vaak van anderen afhankt lijk voor het verkrijgen van wat willen, en die afhankelijkheid i kent dat we onder bepaalde omsta digheden ook 'neen' als antwoo kunnen krijgen. Voor veel menst geldt dat naarmate hun relatie n. een ander emotioneel meer bete nis heeft, een 'neen' moeilijker te cepteren is. Meestal is het zo data moeilijker te accepteren is, oc moeilijker te geven is. Zo zien wei-, veel ouders met hun kinderen en» kinderen met hun ouders omga alsof ze de plicht hebben om de fit stratie, de niet-bevrediging van vit sen over en weer, zo veel mogelijk voorkomen. Als u bijna altijd 'ja' zegt tegen mand - een baas, collega, familiel of kennis - als die vraagt of u wiltl men helpen met een klus omdat daar goed in bent, dan roept u keer 'neen' zeggen spanning opf u die spanning interpreteert a 'toch niet zo aardig van mij, ik k het misschien toch maar even me ten doen, hij zal me vast niet symps thiek vinden...' of iets dergelijks,i> gaat u de volgende keer geheid ut voor de bijl. Wanneer u tegen uzelf zou kuntt zeggen dat u nu een keer nee daarmee een gewoonte doorbree u daarbij wat onwennig en gespo nen voelt en dat zoiets een heel f woon verschijnsel is, dan zult u ui- geen verwijten gaan maken of gj" zeggen dat wat u doet verkeerdis Maar er is natuurlijk een prijs die taald moet worden voor nee zegt waar u vroeger steeds 'ja' zei prijs is dat anderen dat soms im daad niet zo leuk zullen vinden, misschien zelfs aanvankelijk mm zullen waarderen. En ook dat u comfortabel gevoel in de zin van i staan altijd voor elkaar klaar doen alles voor elkaar' zult ven- zen. Wie duidelijk eigen grens- trekt, z'n eigen identiteit vasts'1 die verwerft meer emotionele l gingsvrijheid en zelfrespect verliest in zekere zin een comfortW gevoel van „we zijn met z'n allen grote familie". Er zijn nogal wat mensen die bei® willen: 'nee' kunnen zeggen als- daar zin in hebben en toch de reik met anderen in hun directe oM ving precies hetzelfde houden als- de periode dat ze gewend waren'- tijd 'ja' te zeggen. Zulke mensen' driegen zichzelf, want kiezen is®' liezen. Maar net als in de politiek5 ,tje niet-kiezers de echte verliezers

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1989 | | pagina 4