PZC De politie scoort graag in kilo's oud nieuw ZATERDAG 31 DECEMBER 1988 37 Imitatie-Pipo Sprookjeswereld Medewerking Bespreekbaar Een geboren Terneuzenaar, 45 jaar oud. Kalend en een tikje gebogen, met een sjokkende tred. Een beetje een sombere man, die zo op het eerste gezicht ieder mo ment in huilen uit kan barsten. J an Dieleman is fotograaf van beroep. Met een mooie studio in een pand in de Axelsestraat. Waar z'n hon den wat geeuwerig rondhangen en de telefoon nooit stilstaat. Maar als Dieleman de winkeldeur achter zich dichttrekt en iets verderop in de regio het podium betreedt, staat daar de clown Joepi. Die struikelend de zaal in rent, duiven tevoorschijn goochelt, dames doorzaagt en kinderen op limona de tracteert. „Kinderen alles pre cies uitleggen - een stukje opvoe ding - dat is me allemaal veel te braaf en te rustig. Ik moet de zaal aan de gang hebben, op z'n kop zet ten. Ik eindig met twaalf para plu's...Sneltreinvaart, overdonde rend. Dat vinden kinderen leuk. Maar het is niet volgens de regels dus." Jan Dieleman was altijd een verle gen marinetje. En eigenlijk is hij het nog steeds. Zet hem in een zaal met een paar honderd man, maar zonder z'n mooie kostuum of z'n clowns-uitrusting, dan presteert hij niks. Vragen vrienden hem op een feestje 'eens iets leuks' te laten zien, dan mislukt het. Maar zodra hij dat pak heeft aangetrokken, is hij een ander. „Met m'n kostuum, m'n tafeltjes, m'n attributen...dan interesseert het mij geen bal, al zit er duizend man in de zaal." Vroeger had z'n vader een grossier- derij in de Dijkstraat in de Terneu- zense binnenstad. Jantje was zes of zeven en gaf iedere zaterdagmid dag een voorstelling, in de brand gang tussen het Kerkplein en de Dijkstraat. Een dubbeltje entree. Dat leverde nog flink wat op in die tijd, want met die omvangrijke fa milie Jansen in de buurt was er al tijd voldoende publiek. De kinde ren uit de buurt klapten voor het optreden van Jan, 'in een afgeknip te broek en met een veeg op je snuit'. En knepen de ogen dicht als hij zich opmaakte voor de ver schrikkelijke dodensprong. Wat die inhield? De jonge artiest sprong van een schuurtje op een paar matrassen. En veerde net zo hard weer terug...Z'n assistenten waren Henk de Buck en Pierre van Damme, nog altijd slager in die zelfde Dijkstraat. Hij deed ook poppenkast. Altijd weer het verhaal van Jan Klaassen en Katrijn. Met de Dood-van-Pier- lala en de boef. De verhaaltjes ver- zon-ie ter plekke; ze waren altijd anders. „Ik had een kast gemaakt en ook poppen. Op een mooie dag kwam m'n vader thuis met zes prachtige handpoppen. Dat was helemaal exclusief voor Terneu- zen. Hoe-ie die op de kop had ge tikt? Hij had contact met een gros sier in speelgoed in Rotterdam. Wij We zitten nu in zo'n periode datje zegt: Laten we even af wachten, dat is momenteel beter dan wat kruimeltjes te pakken." Inspec teur Henk Siersema van de gemeen tepolitie Terneuzen blikt niet ontevre den terug op de resultaten van het anti-drugsbeleid van het afgelopen jaar. Er zijn resultaten geboekt. Maar natuurlijk kan het nog veel beter. Er zijn afspraken gemaakt met de plaat selijke horeca. En er is nu ook inten sief overleg met de collega's in de Vlaamse grensgemeenten. Trou wens, ook de districtsrecherche van de rijkspolitie werkt prima mee. Het moet allemaal leiden tot een beter, grensoverschrijdend politie-optre- den. Tegen de drugshandel. Terneu zen speelt daarin een belangrijke rol. Immers, sinds jaar en dag is men erin België en Frankrijk van overtuigd: In Terneuzen kom je wel heel gemakke lijk aan 'het spul'. Of het nu om soft- dan wel om hard-drugs gaat. Maar justitie en politie zitten niet stil, laat dat duidelijk zijn. Een paar weken geleden werd een omvangrijk trans port onderschept. Het kwam uit Ma- Een zaal vol kinderen weggetoverd deelden namelijk in de Sin terklaasperiode altijd cadeaupud dingen-met-surprise uit. Vandaar- ...Ik liet het publiek vaak flink la chen. Vooral toen ik in het vuur van de strijd van Jan Klaassen en de boef met poppenkast en al voor over de zaal in duvelde. Op een ge geven moment wilde ik ook een tri bune trouwens. Groef ik de brand gang uit en maakte ik een verho- ginkje...Nou lagen daar toevallig een paar honden begraven. Stin ken! De hele buurt op stelten." Toen hij verkering kreeg, schoot het artiestendom er een beetje bij in. Van z'n twaalfde tot (pakweg) z'n twintigste stelde het allemaal niet zoveel voor. Hij deed z'n pop penkastvoorstellingen nog wel na tuurlijk, maar daarbij bleef het... „Ik ben ontstaan...Tja, ik kwam een keer in Roosendaal om voor m'n baas foto's te maken van car naval. 's Middags was er zo'n limo nadebal en daar kwam een verkle de kerel binnen met een hele sliert kinderen achter zich aan. Een soort Rattenvanger van Hameien. Hij deed ook iets leuks met duifjes enzo. Toen dacht ik: Jan, dat is het! En een week later was ik het ook: zo'n soort imitatie-Pipo. Dat heb ik dus later verder uitge bouwd. Clownerie, stijl-goochelen, de illusionist. Alles onder de verza melnaam 'De Toverspiegel'." „Als clown moet je ontzettend menselijk zijn. Ik kan bijvoorbeeld zeer genieten van het feit dat een ander geniet. Ik heb me er hele maal in verdiept. Een clown is een deskundige die op de leek als een dwaas overkomt. Ik heb trouwens ook ontdekt dat het hem niet in dat masker zit. Ik ben daar dan ook prompt van afgestapt. Aan de andere kant hou ik ook weer niet van dat moderne gedoe. Zoiets van door deuren stappen, die er niet zijn. Als ik iets met een deur doe, moet-ie wel zichtbaar zijn. Ik werk graag met kinderen, maar als ik een kind vertel: 'Dit is een aap!', dan zal het ook een aapje wezen. Wat er op dit moment allemaal ge beurt...ik heb er gruwelijk de pest aan. Ze noemen het opvoedkun dig, zo'n show van Meneer Kaktus bijvoorbeeld. Maar wat is er op voedkundig aan het roepen van poep en kak. Ben je dan een flinke jongen, met je opgetekende snor retje en dat haar op je knieën...Ik vind het twee keer niks. Maar ze herkennen het van de televisie en dan is het dus automatisch prach tig. Maar zou ik in m'n blote kont op het toneel gaan staan, dan zou je een gedonder hebben..." „De echte clowns komen door die grapjassen een beetje in de ver drukking. Wat wij doen wordt be Jan Dieleman/Joepi schouwd als ouwerwets, maar als ik een showtje draai, heb ik min stens zoveel succes. Ik neem de kinderen bij wijze van spreken mee naar een snoepfabriek, een sprook jeswereld. We beginnen met een flinke opwarming ...het kat-en- muisspel... dat kan ik eenvoudig niet laten. Laatst in 'Den Dullaert' in Hulst was m'n assistente me kwijt. Hing ik bovenin de zaal aan een paar lichtbakken te bungelen. En zij zat in die kist en dacht: 'Straks flikkert-ie eraf en valt hart stikke dood'. Mooi niet dus. Ik klim ook heel makkelijk op een ladder en vlieg er dan zo...fjonggg- ...weer af. Een keer was ik m'n clownsschoenen kwijt en moest ik m'n zwarte lakschoentjes van het stijl-goochelen aan. En dan ga je dus met de binnenkant van die schoenen..roetsjjj.naar beneden. Dat was mooi het einde van die schoenen..." En laatst, op die school in Terneu zen. „Er hing zo'n gordijn en ik wist niet precies wat daar achter zat. Ik klap bij binnenkomst altijd een keer of drie op m'n gezicht. Dus ik kom aanlopen en val heel bewust op m'n bek. Nou was die vloer daar pas geboend...en met die mouwen van m'n clownspak kon ik niet af remmen. Ik gleed met een vaart tot achter dat gordijn. Je denkt: daar is nog wel wat ruimte. Stond er zo'n ijzeren pilaar. Een enorme buil op m'n kop...gelukkig zag nie mand er iets van. Dankzij die grote pruik..." „En als er iets mis gaat, houdt het Foto Wim Riemens niet meer op hè. Ik sta voor een zaal vol kinderen en m'n assisten te, de clown Pipi, slaat me op m'n rug. M'n gebit vloog tien meter de zaal in, midden tussen de kinde ren. Ik ben er direct achteraan ge sprongen. Ze hebben het niet eens gemerkt. Of ik zo'n act erin hou? Nee. Maar je hebt ook dingen, die wél geschikt zijn. Laatst heb ik een hele zaal vol kinderen wegge toverd. Op televisie zie je dat ook weieens, maar dat is geen kunst. Daar doen ze gewoon het licht uit. In de zaal zelf is dat veel moeilijker. Maar ik kreeg ze zover. Allemaal muisstil onder de stoeltjes. Dat hou ik er dan in dus." Een artiest heeft het bepaald niet gemakkelijk in Zeeuwsch-Vlaan- deren. En zeker niet als de clown, goochelaar of illusionist in kwestie ook zelf nog Zeeuws-Vlaming is. Jan Dieleman: „Iemand uit de re gio kan dus kennelijk geen goeie artiest zijn. Daar zijn we hier met z'n allen te bekrompen voor. Pas als iemand uit Holland komt, is het een artiest. En omgekeerd...ga ik naar Holland of naar België, dan word ik ook heel anders, heel wat beter behandeld. Een beetje mede werking..." „Hoe dat in de praktijk vaak gaat? Neem nou zo'n voorstelling ergens in West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Je wordt gecontracteerd en belt voor af nog even op. Om half twee moet je optreden. En als je dan vraagt hoe laatje in de zaal kunt-je moet toch wat voorbereidingen treffen hè-dan krijg je te horen: 'Jao, een 'alf uure van tevoren...da luk wè...' Om twaalf uur? Dat kan nooit, want dan moeten ze nog eten. En als je dan toch wat vroeger komt, sloft er zo'n sjagrijn naar de voor deur om open te doen. Met pijn en moeite kan er dan een lichtje aan - niet teveel want dat kost geld - en je mag je verkleden in de kelder, waar ze anders de petatten in be waren. Ik heb vijfjaar techniek ge daan in het Zuidlandtheater in Terneuzen. Sindsdien stel ik ook m'n eisen. Licht, geluid, accommo datie...het is allemaal ontzettend belangrijk." Een goochelende clown. Maar ook een stijl-goochelaar. Het begon al lemaal pas goed toen hij werd uit genodigd voor een gespreksgroep- je. In de jaren zestig was dat, in buurthuis 't Kotje aan de Terneu- zense Markt. Met Wil Kes. „Die praatgroepen waren toen in na tuurlijk. En wij daar een beetje zit ten ...ouwehoeren... Ik zeg: Laten we een toneelclub oprichten, dan hebben we écht iets om over te pra ten. Dat werd dus de club 'Kom ma'. Een jaar of wat ging het goed. Toen kwamen Dallas, Peyton Pla ce en Dynasty. Die tv-series heb ben het verenigingsleven een enor me dreun verkocht." En Jan Dieleman? Die stapte over naar een cabaretgroepje, deed con férences, goochelde wat en werd clown. Jodokus en Joepie, Joepie en Pipi. Wekelijks, vooral in Zeeuwsch-Vlaanderen. Of het in de •familie zit? „Dat heb ik nooit kunnen ontdek ken. M'n vader had wel dezelfde in teresses, maar hij is er nooit aan toe gekomen. Och, eigenlijk heb ik de hele familie altijd één grote clownerie gevonden. Snap je?" Wout Bareman rokko, via Spanje. En dankzij intensief rechercheren kon de Franse politie de koeriers in de kraag grijpen. Met dank aan de drugsteams in Nederland en België... In april van dit jaar werd er in de krant melding van gemaakt. „Vooral Ter neuzen wordt door de Belgische justi tie gezien als een geliefkoosd inkoop centrum voor Belgische jongeren die drugs willen hebben. Met de Belgi sche rijkswacht en douane heeft het parket in Gent afgesproken de con trole aan de grens op te voeren", no teerde de verslaggever van dienst. Het intensieve speurwerk dat volgde op de moord op drie prostituées in de Dijkstraat in Terneuzen zette de poli tie ook op het spoor van een handvol drugsdealers; de rechercheurs zagen plotsklaps allerlei vermoedens be vestigd. Het gevolg: een opvallende stijging van het aantal aanhoudin gen. Inspecteur Siersema nu: „Het kwam toen allemaal in een stroomversnel ling. En dan moet je meezwemmen. Inspecteur Siersema; beleid werpt vruchten af. Foto Wim Riemens Nog altijd hebben we twee man die full-time bezig zijn met drugs. Plus tien, zeg maar, parttimers. Plotseling werd het allemaal duidelijk: Het was dus toch een probleem. Dat werd nu onderkend. Autoriteiten gingen zich ermee bemoeien. Het had voordien allemaal veel tijd gekost, maar nu was het plotseling op alle niveau's bespreekbaar. We hebben nu een keer per maand overleg, grensover schrijdend inderdaad. Met Eeklo, Maldegem en ook de rijkspolitie. We wisselen gegevens uit. Een enorme verbetering, die ook z'n vruchten af werpt." „Ik wil ook weer niet tè positief zijn hoor. Zo van we hebben het allemaal in het snotje en dan en dan pakken we die en die in de kraag... Het beeld is tamelijk rustig. Maar toch, op een be paald moment denk je dat je duidelijk zicht hebt op die aanvoerlijnen en plotseling verandert dat dan weer. Het blijft een kwestie van lange adem. Van intensief rechercheren. Wij pak ken de zaken nu binnen het korps ook efficiënter aan. Dat kan dankzij een re delijke integratie tussen recherche en algemene dienst. Dat bedoel ik dus met die zogenaamde parttimers. Dat zijn mensen, die ook rechercheren als ze in uniform zijn. Die dan een auto zien rijden, waarvan ze weten dat zo'n nummerbord is genoemd in het korpsjournaal. Die aanpak heeft ongeveer een jaar voorbereiding ge vergd, maar het werkt nu." „Resultaten? Er wordt dus erg veel gerechercheerd rond individuele handelaars, groepjes ook. En op een gegeven moment hopen we dat iets in elkaar past en dat je er dan in één klap een stuk of acht, negen oppakt. Kruimels? Daar heb je niks aan - ik zei het al. Dan pak je vier-, vijfmaal een kruimeltje en dat lijkt dan aardig. Of je lekker scoort. Maar wij scoren liever niet in aantallen, maar in grammen of kilo's. En als je zo'n 'tak' kunt afsnij den, moet je dat als winst zien en niet zeggen: 'Ach, volgend jaar is-ie mis schien weer aangegroeid. Want dan werp je het moede hoofd in de schoot en..." Wout Bareman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 37