Verzwakte vakbeweging
laat werkgevers ruimte
1988 jaar vol
natuurrampen
opinie en achtergrond
TILBURGSE HOOGLERAAR ARBEIDSRECHT JACOBS:
Je organiseren
Sinds 1982
'Balen'
Internationaal
V
DONDERDAG 29 DECEMBER 1988
ARMENIË
PAKISTAN
SUDAN
MOZAMBIQUE
Slepers van Smit Internationale blokkeerden in juni van dit jaar in de Wilhelminahaven van Rotterdam sleepbotej
van Kooren vanwege 'oneerlijke concurrentie'.
(Van onze verslaggeefster
Runa Hellinga)
Werknemers vinden zaken als
een cao, loonsverhoging en
góede arbeidsomstandigheden van
zelfsprekend. Maar dat is alleen zo,
zolang er sterke vakbonden zijn".
Aan het woord is Antoine Jacobs,
hoogleraar arbeidsrecht aan de Uni
versiteit van Tilburg. De laatste tijd
lijken steeds meer bedrijven af te
willen van een bedrijfstak-cao.
Eerst kwam het kersverse slepersbe-
drijf Kooren in Rotterdam met een
eigen arbeidsovereenkomst. On
langs wilde Swiss Bank de bank-cao
niet meer volgen. Bij UCN voert de
FNV actie om eindelijk als onder
handelingspartner erkend te wor
den. Werkgevers filosoferen steeds
vaker over het idee om een cao met
de ondernemingsraad af te sluiten.
Jacobs heeft wel een verklaring voor
die ontwikkelingen. De vakbonden
hebben volgens hem teveel van hun
macht verloren.
Sleper Kooren haalde bijna een jaar
geleden de media, toen op zijn initia
tief een personeelsvereniging werd
opgericht die een cao met de baas af
sloot. De werknemers kregen slechte
re arbeidsvoorwaarden dan hun col
lega's bij concurrent Smit, met als ge
volg dat Kooren goedkoper kan
werken. Een doorn in het oog, niet al
leen van de Vervoersbond FNV, maar
ook van Smit, die nu zijn cao-onder-
handelingen onder druk zet door te
verwijzen naar Kooren.
In landen als Engeland, Frankrijk en
Duitsland had de slimme sleperbaas
geen poot aan de grond gekregen.
Daar moeten vakbonden kunnen
aantonen dat ze volkomen onafhan
kelijk zijn, willen ze aan een onder
handelingstafel mogen verschijnen.
Duitse rechters eisen van een bond
zelfs dat ze bereid zijn een staking uit
te roepen. Bonden die dat principieel
niet willen, kunnen hun werk name
lijk niet goed doen, zo is de redene
ring.
De Nederlandse cao-wet vraagt maar
een ding van werknemers-onderhan
delaars: hun organisaties moeten een
officiële rechtspersoon zijn. Een eis
van niets, vindt Jacobs: „Dat we daar
tot nu toe nooit eerder problemen
mee hebben gehad, komt omdat we
traditioneel zulke keurige werkge
vers hebben in ons land. Problemen
met zogenaamde gele vakbonden,
bonden die door de ondernemers zelf
werden opgericht, hebben zich hier
nauwelijks voorgedaan.
Maar de tijden zijn veranderd. Bui
tenlandse ondernemingen met een
andere bedrijfsmentaliteit hebben
Een stoet demonstrerende FNV-leden in Amsterdam.
1988 was een jaar vol
natuurrampen. De
grootste blijven in het
geheugen gegrift: de
verschrikkelijke aard
beving in Armenie, de
wervelstormen in Mid-
den-Amerika, het Carai-
bisch gebied, de Filipij-
nen en - alsof het nog
niet genoeg was - Bang
ladesh.
Begin 1988 en eind 1987
was er de honger die in
grote delen van Afrika
dreigde. Honger als ge
volg van droogte maar
ook als gevolg van het
oorlogsgeweld waarvoor
velen wegvluchten.
Andere rampen haalden
het nieuws nauwelijks of
niet. De aardverschui
vingen eind november in
Thailand bijvoorbeeld.
Een miljoen mensen
werd door deze ramp ge
troffen. Vierhonderd
mensen verloren het le
ven. Er werden 50.000
huizen verwoest. De in
frastructuur - bruggen,
dijken en wegen - werd
voor een groot deel on
bruikbaar.
Begin februari vaagden
modderlawines in Brazi
lië duizenden huizen
weg in de krottenwijken
van Rio de Janeiro. Uit
eindelijk bleek dat de
trieste balans was: 250
doden, 1000 gewonden,
2500 daklozen.
In het voorjaar dreigde
als gevolg van langduri
ge droogte een hongers
nood in het zuiden van
Mexico. Tot tweemaal
toe was de oogst mis
lukt. 15.000 mensen wer
den rechtstreeks in hun
bestaan bedreigd. En
dan waren er de over
stromingen als gevolg
van plotselinge en over
vloedige regen in de an
ders zo droge Sahel-lan-
den Mali, Tsjaad, Came-
roun en Burkina Fasso.
Nederlandse hulporga
nisaties hebben zich in
al die gebieden inge
spannen om de plaatse
lijke bevolking uit de
ergste ellende te halen.
Aan het eind van het
jaar maken zij de balans
op. Zo verleende de
stichting Mensen in
Nood in 53 landen voor
bijna 25 miljoen gulden
hulp aan slachtoffers
van rampen en aan
vluchtelingen.
hun intrede gedaan en de bondej
hebben jarenlang met forse ledenven
hezen te maken gehad. In een bedril
als Kooren, waar veel voormali
werklozen werken, zijn de werkne
mers al blij dat ze een baan hebber
Dat gaat voor de algemene belange:
die de vakbond verdedigt of de sol]
dariteit met de werknemers van coij
current Smit.
In de banksector, waar Swiss Banl
nu van de cao af wil, hebben de botf
den van oudsher toch al weinig in
melk te brokkelen. In die sector
weliswaar al jaren een bedrijfstak
cao, maar die is nooit officieel algl
meen verbindend verklaard voor alf
banken. Als zo'n verklaring wordt
gegeven door het ministerie van sdj
ciale zaken, moeten alle bedrijven j|
de sector zich eraan houden. In
bankwereld heeft men dat nooit nl
dig gevonden. Het zijn toch heren on? m
der elkaar.
Aan die situatie kwam een paar jaaT
geleden een einde, toen de banker!
een cao afsloten met twee kleine boni
den en de FNV op die manier buiten]
spel zetten. Die ontwikkeling maakt
het Swiss Bank gemakkelijker oral
onder de cao uit te komen en met an-'
dere onderhandelingspartners in ze<
te gaan. Jacobs: „Zo'n bank weet na
tuurlijk ook dat de Dienstenboni
FNV eigenlijk niets kan doen. Eei
stakingsparool zou nooit worden op
gevolgd".
De Tilburgse hoogleraar steekt nie
onder stoelen of banken dat zijl
sympathie in dit soort conflictei
naar de werknemers gaat. Toch aai
zelt hij over de vraag of de wetgeve
en de rechter in deze kwesties eei
belangrijke taak hebben. „Het is we
goed als mensen aan dit soort inci
denten gaan merken dat het nodig i
je te organiseren. Wie niet horen wil
moet maar voelen", voegt hij e
zacht aan toe.
Nederland zal zijn wat achterhaald
wetgeving op den duur wel moetei
aanpassen. Er bestaat een interna
tionaal ILO-verdrag waarin eisei
worden gesteld aan de onafhanke
lijkheid van onderhandelingspart
ners bij cao-besprekingen. Nedei
land heeft dat ILO-verdrag nog nie
ondertekend, maar gaat dat we
doen.
Volgens Jacobs is het echter onzin o]
de ondertekening van dit verdrag t
wachten. Niets weerhoudt de wetge
ver om de wet nu al aan te passen
Verder hebben rechters hebben di
mogelijkheid tot interpreteren vai
de wet. „En je kunt er toch vanui
gaan dat de geest van de wet wel be
doelde dat werkgeversorganisatie
onafhankelijk moeten zijn", vindt Ja
cobs.
Zelf neigt de jurist er echter naar nie
al te snel naar wetgeving te grijper
bij het regelen van dit soort zaken
Hij noemt als voorbeeld bedrijver
waar geen cao is en de ondernemer d(
arbeidsvoorwaarden vaststelt ir
overleg met de ondernemingsraad
Een dergelijke situatie doet zich voo
bij UCN in Twente.
„In Engeland kon een bond vroege
naar de rechter stappen en eisen da
hij als onderhandelingspartner er
kend werd. Maar die wet werkte al!
het paard van Troje. Het gaf de moge
lijkheid een onbetekenend bondje of
te richten en je zo in te dringen bij on
derhandelingen met grote machtigi
vakbonden". Bonden kunnen in eer
dergelijk geval volgens hem bete
hun erkenning via een staking af
dwingen: „Dat is door de rechter vol
ledig geaccepteerd". Bovendien zul
len op die manier alleen bonden aai
de onderhandelingstafel verschijnen
die een groot deel van de werknemer
achter zich hebben.
Het valt de jurist overigens op dat di
vakbonden zelf tot nu toe ook nie
erg veel druk op verandering van di
wetgeving hebben uitgeoefend. Ja
cobs ziet daar wel een reden voor,
Hij heeft zijn vraagtekens bij de onj
afhankelijkheid van de Nederland58
bonden. „Neem zo'n vakbondstienj
tje dat de bonden van de werkgever!
krijgen, bijvoorbeeld. Zo'n subsidi!
van werkgevers zou voor onafhanl
kelijke bonden uit den boze moeten'
zijn. In Duitsland is het de bonden
bijvoorbeeld verboden ook maar
een cent van de werkgevers aan
nemen. Maar hier is dat heel ge*
Vergeten vredeskorps in
verlaten Sinaï-woestijn
(Van onze verslaggever
Peter Contant)
Sterren pinkelen boven de woes
tijn. Het is fris in het noordelijke
deel van de Sinaï. Sinds de zon als een
rode bal achter de horizon verdween,
is de temperatuur in een paar uur tijd
al met tien graden teruggelopen. De
hitte van de dag is verdwenen. Het zal
die nacht nog kouder worden.
Als een oase, omgeven door prikkel
draad en wachtposten, ligt het hoofd
kwartier El Gorah van de MFO in deze
grote zandbak. De locatie is niet wille
keurig gekozen: het kamp ligt op de
plek. van waaruit de Israeli's in 1976 de
operatie Entebbe startten.
Vanuit een uitkijkpost loert een Fiji-
militair naar twee Bedoeinen, die met
hun ezeltje een partij kreupelhout ver
voeren. Het is rustig. Maar de rust
heeft hier ook iets onheilspellends. De
grens met de Gaza-strook, waar de Pa
lestijnse vluchtelingen hun zinnen op
een eigen staat hebben gezet, ligt op
enkele tientallen kilometers afstand.
Streng verboden gebied voor deze uit
elf neutrale buitenlandse mogendhe
den gevormde vredesmacht, die een
strikt onafhankelijke positie moet in
nemen. Dat geldt ook voor de heilige
stad Jeruzalem, die hemelsbreed op
enkele tientallen kilometers afstand
ligt van El Gorah.
Stemmen weerklinken in „Barstreet",
waar het merendeel van de bars is ge
vestigd. Elk deelnemend land aan de
Sinaï-vredesmacht heeft daar z'n ei
gen stulp. „Give us peace on earth",
klinkt het uit één van de met kerst-
groen aangeklede Amerikaanse ba
rakken. Een jeep met een aantal en
thousiaste Franse militairen stopt
voor Moulin Rouge, een mager alter
natief voor het vermaarde Parijse uit
gaanscentrum. De pernod zal de ge
dachten aan thuis even verdrijven. En
morgen zien ze wel weer. Zo gaat dat
bij deze militairen.
Ze begrijpen het wel, dat ze niet dage
lijks meer in de krant staan, maar toch
steekt het een beetje. Ver in den
vreemde, verstoken van vrouw en
haard. Op zichzelf aangewezen in een
vreemd land met een al even ondoor
zichtige cultuur. Het valt niet altijd
mee. Velen verlieten Nederland voor
het avontuur. Niet meteen om daad
werkelijk de vrede te dienen. Dat
wordt gezien als een „niet onaardige"
bijkomstigheid. En natuurlijk telt de
dagelijkse premie, die een aardig
duitje extra met zich meebrengt. Maar
niet alleen geld houdt het moreel hoog.
Daarvoor is meer nodig.
Is in menig legerplaats het voedsel on
derwerp van kritiek, bij deze vredes
macht geldt dat asbsoluut niet. De
maaltijden zijn er drie keer per dag van
een haast ongekend niveau. Dermate
zelfs, dat het eerste de beste vijfsterren
hotel ongezien het menu zou willen
presenteren. Een bijna overdadige
keuze uit vlees, groenten en fruit wordt
geserveerd in tientallen bakken.
De filosofie achter de goede kwalitatie
ve en riante kwantitatieve maaltijden
houdt dan ook onmiskenbaar verband
met een goed moreel. Want kankeren
op het eten, kan funest zijn voor de
sfeer onder de manschappen. Dat
moet ten koste van alles vermeden
worden. Vandaar.
Recreatie is een ander belangrijk
punt. Sport en ontspanning zijn voor
vele MFO-militairen „een must".
Voetbalwedstrijden staan bijna dage
lijks op het programma. Maar op het
veld kunnen de vredelievende militai
ren ook hun andere kant laten zien.
Menig onschuldig balspelletje loopt
uit de hand en leidt frequent tot het
heenzenden van de heetgebakerden.
Niemand kijkt daar meer écht van op.
In 1982, onder verantwoordelijkheid
van de toenmalige D66-minister Van
Mierlo, besloot Nederland deel te ne
men aan de vredesmacht in de Sinai.
Twee taken zijn er sinds die tijd weg
gelegd voor de huidige 107 Neder
landse mannen en tien vrouwen. Er
wordt zorggedragen voor alle radio-,
telex-, telefoon- en telegrafieverbin-
dingen in de woestijn. Daarnaast vor
men 37 Nederlandse marechaussee's
in dit gebied de Militaire Politie.
Twee hoofdtaken in een langgestrekte
zone van honderden kilometers. Niet
alleen in het noordkamp El Gorah zit
ten de Nederlanders, ook in het zuid
kamp Sharm El Sheikh, grenzend aan
de Rode Zee, treffen we Nederlandse
vredesbewakers aan. Om dan nog
maar te zwijgen over de vijf tussen het
noord- en zuidkamp gelegen bewa
kingsposten.
Verlaten van alles en iedereen geeft
een handjevol landgenoten trouw hun
waarnemingen door naar het noord
kamp El Gorah. Het gaat om zo'n
35.000 telefoongesprekken en 5500 te
lexberichten per maand. Via een ra
diostraalverbinding kan er contact
met de basis worden onderhouden.
Makkelijk is het niet, dat blijkt al snel
uit het relaas van luitenant-kolonel
Helms uit Arnhem, die sinds een paar
maanden eerst verantwoordelijke is
voor al de verbindingen in de Sinai.
„Thuis zijn we gewend dat de telefoon
het gewoon doet. Maar het komt hier
af en toe voor, dat er in de straalverbin
ding, die over een afstand van 450 kilo
meter loopt, een storing zit. Soms is er
acht uur geen contact met een aantal
posten. Zoiets is natuurlijk een bron
van ellende, temeer daar de oorzaak
vaak toegeschreven moet worden aan
atmosferische effecten. Toch doen we
het als verbindingseenheid niet
slecht", concludeert Helms. „Omdat
we als Nederlanders een goede talen
kennis hebben, kunnen we voor ieder
een wat betekenen".
Claudia Brosens (22) uit Huizen zit lui
onderuit in de verbindingsbarak,
waar ze als telefoniste werkt. Vier
Het Midden Oosten is al sinds jaar en dag het toonbeeld van oorlog. Vrede
lijkt daar nauwelijks mogelijk. Wordt dat incidenteel toch bereikt, dan
moet dat gekoesterd worden om te voorkomen dat een nieuw gewapend
conflict uitbreekt. De Islamitische wereld is nu eenmaal explosief.
Een fel bevochten vredesbestand bestaat sinds maart 1979 tussen Israel
en Egypte. Onder het toeziend oog van Amerika's president Jimmy Carter
sloten president Sadat en premier Begin een vredesakkoord. Een histori
sche mijlpaal. Een reden ook voor Israël om de ingenomen Sinai-woestijn
aan Egypte terug te geven.
Op 26 april 1982 ontruimde Israël het laatste gedeelte en werd in de Sinai
de internationale vredesmacht Multinational Force and Observers MFO i
geïnstalleerd. Een onafhankelijk internationaal observatielegerdat
moet toezien op naleving van de bereikte overeenkomst. In de gortdroge
woestijn zitten ook 117 Nederlandse militairen, die deel uitmaken van de
drieduizend man die de vrede beschermen.
Een verhaal over een leger, waarvan nog weinigen het bestaan weten.
Een soldaat van de Fiji-eïlanden speurt de woestijn af.
Judith Steenvoorden heeft het best naar haar zin.
jaar zit ze nu als matroos bij de mari
ne. En na bijna drie jaar gevaren te
hebben, kon ze even niet de woelige
baren op. Vandaar dat ze koos voor
een vrijwillig verblijf in de woestijn.
Maar gelukkig is ze er niet. „Ik baal
enorm van dit werk. We doen met een
heel team een taak, die makkelijk
door één persoon gedaan kan wor
den".
Ze denkt, dat ze te veel van de wereld
gezien heeft om, zoals nu, vastgeke
tend te zijn aan één plaats. „Ik heb het
hier wel gezien", concludeert ze een
beetje verbitterd. Maar er zijn enkele
lichtpuntjes: vriendin Saskia uit Hui
zen komt in februari over en als alles
goed gaat, is ze in mei weer terug in het
Gooi.
Haar collega Miranda Koning (20) uit
Wormer onderbreekt even haar geani
meerde onderhoud met een jonge
Amerikaan. Ze is een andere mening
toegedaan. „Ik wilde wat zien van de
wereld. Die kans heb ik met beide han
den aangegrepen". Miranda mist haar
familie niet, zegt ze. Maar ze verklapt
wel één keer per week naar haar ou
ders in Noord-Holland te schrijven.
„Verder gaan er vaak zo'n veertig
kaartjes per week naar andere beken
den de deur uit".
En daarmee is direct aangegeven dat
de post iets heel belangrijks is. Korpo
raal Jalvingh uit Denekamp („eerst
verantwoordelijke voor de post, ja
wel") kan daarover meespreken. „Ze
lopen de deur plat in mijn kantoortje.
Als de post een dag later dan gepland
arriveert, dan kan je gewoon merken
dan de stemming down is".
De eerste Nederlandse beroepsarts
van het detachement, Teun van Eg-
mond uit Harderwijk, onderschrijft
het belang van een goede relatie met
de thuisbasis. „Op mijn spreekuur
hoor ik regelmatig dat mensen thuis
missen. Zeker met de feestdagen voor
de deur dwalen de gedachten iets va
ker af naar huis. Als militairen hier ook
naar toe komen met de gedachte van:
fijn, we gaan hier lekker een halfjaar in
de zon zitten, dan komen ze bedrogen
uit. Voor opvang zijn ze dan wel op el
kaar en op mij aangewezen, omdat
hier een raadsman of dominee ont
breekt".
Vooral voor een grote garde jonge, on
getrouwde Nederlanders is een ver
blijf van enkele maanden in de Sinaï
een prachtige gebeurtenis om inter
nationale ervaring op te doen. Al
thans, zo zien ze het zelf. MP-er Judith
Steenvoorden (21) uit Weert, gedeta
cheerd op een controlepost bij het
hoofdkamp, is er zo een. „Veel van m'n
collega's hebben dit werk ook gedaan.
En het bevalt mij ook prima".
Het werk van de Militaire Politie is een
verhaal apart. Dat blijkt als overste
Gert Besselink uit Zevenbergen, die
zich gekscherend de „lokal sheriff
noemt, postvat voor een wand met fo
to's van ongelukken. Het moeilijk be
rijdbare gebied is de oorzaak van veel
auto-ongevallen. „We hebben daar
onze handen aan vol". Besselink vindt
dat de grootste charme van zijn werk
schuilt in de brede internationale er
varingdie hij hier opdoet. „Je leert bui
tengewoon goed omgaan met andere
culturen. Als Nederlandse politieman
ben je misschien gewend dat iedereen
doet wat je zegt, maar dat geldt niet
voor dit gebied. Wij zijn hier absoluut
niet het geweten van de wereld. Je
leert hier dat je het niet alleen weet.
Alles ligt dermate gevoelig dat elke
zaak met evenveel tact en grote om
zichtigheid moet worden aangepakt".
Marthen de Wit (22) uit Meppel, die als
verbindingsman soms weken geïso
leerd in de woestijn zit om zijn meldin
gen aan het noordelijke kamp door te
geven, bekent eerlijk zich soms af te
vragen wat hij hier doet. „Maar ik kan
in m'n vrije tijd prachtige uitstapjes
maken naar Israël en Egypte. Daar ge
niet ik enorm van. En tevens doe ik een
hoop internationale ervaring op". Ar-
noud Verheij (21) uit Noordeloos en
Marcel van Elven (22) uit Amsterdam
vinden zichzelf ook echte bofferds. Het
is vooral de dagelijkse toelage van vijf
tig gulden, die het tweetal aanspreekt.
Een ongemakkenbeloning buiten het
normale salaris om".
En daar draait het natuurlijk allemaal
om. Er is momenteel geen oorlog in de
Sinai. Wel zijn de sporen van eerdere
militaire confrontaties tussen Israël
en Egypte intact gebleven. Verroeste
tanks, legertrucks en afweergeschut is
nog bij bosjes te vinden. Het doet ie
dereen beseffen, dat het kleinste inci
dent opnieuw de lont in het kruitvat
kan gooien. De commandant van het
Nederlandse detachement Gilo Edens
uit Meppel, die eerder in Libanon bij
Unifil diende zegt: „Hoe vrede defini
tief bereikt kan worden in het Mid
den-Oosten weet ik niet. Wel weet ik,
dat de huidige situatie in de Sinai al
een hele stap vooruit betekent. En wij
als Nederlanders mogen er trots op
zijn, dat wij een belangrijke schakel in
deze vredeseenheid vormen. Want on
danks het feit, dat ik hier op grotere
moeilijkheden had gerekend, dwingt
ons functioneren hier, internationaal
gezien, grote respect af'.
Het gaat ze al met al niet écht slecht,
de mannen en vrouwen van de MFO.
Maar wie een paar dagen optrekt met
een aantal Nederlandse militairen
van dit detachement bespeurt al snel
dat men iets van erkenning mist. Een
gebrek aan waardering van het grote
publiek voor het optreden in de verla
ten Sinai. „Die mijnenvegers in de
Perzische Golf stonden voortdurend
in krant, terwijl ze maar anderhalve
mijn uit het water hebben gevist. Veel
Nederlanders weten niet eens, dat wij
hier zitten". Zo'n kreet valt nogal
eens te beluisteren. Daar wordt niet
dramatisch of vol zelfmedelijden
over gedaan, maar toch....
MEXICO
MIDDEN-AMERIKA/
CARIBISCH GEBIED
FILIPPIJNEN
ANGOLA
BRAZILIË
Mexico
voorjaar droogte
Midden-Amerika/
Caribisch gebied
halt september:
wervelstorm "Gilbert"
half oktober
wervelstorm Joan"
Brazilië
februari overstroming
Angola
permanent vluchtelingen
Mozambique
permanent vluchtelingen
Sudan
augustus overstromingen
permanent burgeroorlog
Rwanda/Burundi
augustus onlusten
Ethiopië
januari droogte
Armenië
7 december aardbeving
n Pakistan
juli/augustus: overstromingen
Bangladesh
september overstromingen
30 november:
wervelstorm, vloedgolf
u Thailand
november aardverschuiving
Filippijnen
oktober
wervelstorm "Unsang"