PZC
Marco
van Basten,
spits
I
De lijdensweg van
Ruud Gullit
41
ZATERDAG 24 DECEMBER 1988
WMWIIBP
terugkijken heeft geen zin",
Afstandelijk
Niksnut
Cruijff
Domme pech
Gescoord
Desillusies
Hij laat zich wegzinken in
een van die witlederen
fauteuils en zegt: „Nee, echt
leuk vind ik dit interview
niet". Milanello, het protserige
maar bloedmooie onderkomen
van de Associazone Calcio
Milan in Carnago, een
kilometer of veertig buiten
Milaan. Buiten lonken de
Alpen, binnen blikt de
voetbalkeizer van 1988 terug op
zijn wonderbaarlijke
avonturen in Westduitsland en
Italié. Met enige tegenzin,
„want ik zit hier bepaald niet
op te wachten". Een gesprek
met Marco van Basten, spits.
Marco van Basten was op het Europees kampioenschap topscorer van
zegt hij zelf.
het toernooi met vijf doelpunten, maar
Met AC Milan het bos in
Zonnebril, leren jackie, spijker
broek. Het meegebrachte ge
schenk, de verhalenbundel Zeven
sloten van Kees van Kooten,
wordt met een glimlach aanvaard.
„Lijkt me leuk. Nee, ik heb nog
nooit wat van 'm gelezen. Ik lees
sowieso weinig. Geen tijd voor.
Kranten? Alleen als ik er toevallig
een in mijn handen krijg gestopt.
Joh, er wordt zoveel onzin geschre
ven, daar hou ik me allemaal niet
mee bezig".
Marco van Basten, van 31 oktober
1964, roept ook buiten het veld her
inneringen op aan Johan Cruijff,
zijn voorbeeld. Verslaggevers ko
men bij hem niet over de vloer, met
zijn prive-'leven heeft niemand wat
te maken. „Laten we het maar ge
woon over voetbal hebben". De
spontane Marco van Basten be
staat slechts binnen de lijnen. Pas
serend, agerend tegen scheids
rechters, scorend, juichend...
De fijnproevers hebben daar ge
noeg aan. Het talent van Van Bas
ten is nooit een punt van discussie
geweest. Door Ajax acht jaar gele
den weggeplukt van de Utrechtse
amateurvelden, producent van 128
treffers in de eredivisie en één
maal, met 31 doelpunten, uitgeroe
pen tot Europees topscorer van
het jaar. De laatste twijfelaars wer
den in juni van dit jaar over de
streep getrokken. Van Basten
loodste het Nederlands elftal in
Westduitsland met vijf doelpunten
naar de Europese titel.
Van Basten: „Nederland leek toen
wel even Italië'. Die gekte, al die
mensen die de straat opgingen, on
ze intocht en huldiging in Amster
dam, het enthousiasme, heerlijk.
En een maand later loop je dan
met AC Milan in een bos voor de
eerste conditietrainingen. Je valt
in een gat, eventjes. Zei ik ook nog
tegen Ruud. Natuurlijk, op zo'n
moment vraag je je wel 'ns af wat
het in godsnaam voor zin heeft,
waarvoor je het allemaal doet".
„Je wordt hier iedere wedstrijd opnieuw beoordeeld en, als je pech
hebt, veroordeeld."
Maar twijfels duren nooit lang bij
Marco van Basten. De begenadig
de spits weet wat hij kan (en niet
kan) en van hetzerige verhalen in
de Italiaanse pers ligt hij niet wak
ker. „En heus niet alleen omdat ik
ze niet lees". Van Basten heeft in
Italië moeten leren leven met lawi
nes van kritiek. Vorig seizoen werd
openlijk getwijfeld aan de reden
van de transfer. Van Basten begon
sterk, maar bleek veel hinder te on
dervinden van een blessure aan de
rechterenkel, een pijnlijke herin
nering aan het Europa Cup-duel
van Ajax in het 'zwembad' van
Real Zaragoza.
Pas na de chirurgische ingreep
kregen de aanhangers van AC Mi
lan een glimp te zien van zijn ta
lent. Marco van Basten, in de aan
val verdrongen door Pietro Paolo
Virdis, maakte het seizoen af als in
valler, vierde het titelfeest slechts
bescheiden mee en voegde zich in
juni fris en fit bij de selectie van het
Nederlands elftal. Als bankzitter
zag hij tandenknarsend hoe Oran
je in het openingsduel tegen de
Sovjetunie onderuit ging, als vaste
kracht zorgde hij ervoor dat in Am
sterdam het stampvolle Leidse-
plein werd omgedoopt tot Marco
van Bastenplein.
Lang nagenoten? „Terugkijken
ligt niet in mijn aard. Normaal ge
sproken zou ik het Europees kam
pioenschap snel vergeten zijn". En
haastig toelichtend: „Nou ja, ver
geten, ik zou er niet meer aan den
ken. Aan het EK ontkom je echter
niet, steeds zie je die beelden weer
op televisie, steeds worden er weer
vragen over gesteld. Ik realiseer
me nu dat het allemaal uniek was".
Italië legde begin dit seizoen de ro
de loper uit voor Marco van Bas
ten. Van Basten kreeg bijna magi
sche kwaliteiten toegedicht, stond
op de voorpagina van ieder tijd
schrift en zou samen met Ruud
Gullit en Frank Rijkaard AC Mi
lan wel even aan de tweede landsti
tel op rij zou helpen. Na nederlagen
tegen Atalanta, Napoli en stadge
noot Inter sloeg de euforie om in
twijfel. Achter de naam van Van
Basten verschenen vette vraagte
kens.
„Zo gaat het hier. Vandaag ben je
te groot voor woorden, morgen een
niksnut die er geen hout van kan.
Zo gaat het nu eenmaal in alle top-
landen. Ik scoor weinig ja, en dat is
het enige waarop je hier als spits
wordt beoordeeld. Scoren is hier
alles. Je mag spelen als een krant,
als je die bal er maar in ramt. Dat
het elftal door allerlei blessures
steeds omgegooid moest worden
en vooral de afwezigheid van Ruud
enorm zwaar weegt, doet volstrekt
niet terzake. Vorig seizoen werd
AC Milan de hemel in geprezen, nu
hebben we forse tegenwind, ruk
winden zelfs zo nu en dan".
„Je hoeft hier niet aan te komen
met opmerkingen over leerproces
sen en zo. Tijd heeft een trainer
hier niet. Het gaat om die wed
strijd van zondag, niet om volgen
de week, laat staan om volgend sei
zoen. Je wordt iedere wedstrijd op
nieuw beoordeeld en, als je pech
hebt, veroordeeld".
„Twijfels? Heb ik niet. Ik weet wat
ik kan. Zolang ik weet dat ik er al
les aan gedaan heb, twijfel ik niet.
Die kritiek is onaangenaam, maar
niet meer dan dat. Laat die kran
ten maar schrijven, daar gaat nie
mand dood van. Je maakt hier de
meest krankzinnige toestanden
mee, dus een artikeltje meer of
minder maakt niet uit. Je moet le
ren omgaan met die druk, zoals je
ook moet leren omgaan met de
pers".
„Ik geef eerlijk toe dat ik niet op al
die interviews zit te wachten. Voor
mij zijn ze niet meer dan een onder
deel van het vak, en niet het leuk
ste onderdeel. Een of twee keer per
maand een interview geven, dat
zou ideaal zijn. Heb je tenminste
ook 'ns wat nieuws te vertellen.
Nou valt het met Nederlandse
journalisten nogal mee, daar valt
over het algemeen wel een aardig
gesprek mee te voeren. Italiaanse
verslaggevers zijn veel kortzichti-
ger, die gaat het alleen om de vol
gende wedstrijd, om aanstaande
zondag. Het verleden speelt geen
rol, en de toekomst eigenlijk ook
niet. Dat zijn heel onbevredigende
gesprekken. En dat iedere dag,
want je komt hier dagelijks ver
slaggevers van de sportkranten te
gen. Ontsnappen is niet mogelijk".
„De verering van de supporters
gaat ver, heel ver. Zondag nog kon
ik na de wedstrijd pas na een kwar
tier wegkomen. Stonden er hon
derden supporters om m'n auto te
wachten op een handtekening en
een praatje. Beangstigend? Nee,
dat niet. Wel lastig af en toe en
soms héél vermoeiend. Maar op de
eerste plaats geinig om mee te ma
ken. En ach, het duurt maar een
paar jaar".
De 28-voudige international, in
Oranje sinds zijn debuut in 1983 te
gen IJsland goed voor elf treffers,
kreeg in Italië ook met andersoor
tige dan sportieve kritieken te ma
ken. Van Basten zou zich niet wil
len conformeren aan de omstan
digheden en zijn beroep op Neder
landse fysiotherapeuten als Rai
nier van Dantzig en Jeanine de
Kok gaf veel stof tot schrijven. „Ik
pas me zoveel als nodig is aan de
Italiaanse levenswijze aan", verde
digt hij zich. „Maar ik blijf natuur
lijk Nederlander. De taal? Nee, die
beheers ik niet goed. Goed genoeg,
maar niet goed. Ik ben daar niet te
vreden over, geef toe dat ik er te
weinig aan doe. 't Heeft trouwens
ook zijn voordelen, want nu kan ik
net doen of ik sommige vragen van
verslaggevers niet begrijp".
Van Basten: „Ik denk echt niet
vaak terug aan de periode met
Cruijff bij Ajax. Dat is geweest,
over. We hebben mekaar regelma
tig aan de telefoon om wat nieuw
tjes uit te wisselen of gewoon om
wat bij te kletsen. Of ik 'm advie
zen vraag? Nee, eigenlijk niet. Ik
vraag Cruijff echt niet wat ik moet
doen als ik alleen op de keeper af
loop of zoiets".
„Waar we dan over praten? Nou,
over Barcelona en AC Milan voor
al. En over Ajax natuurlijk. Ajax
komt altijd wel een keer ter sprake.
Ik blijf een bepaalde sympathie
voor die club houden. Ajax is lek
ker apart, maar toch heel Neder
lands. Als ik al eens een krant in
mijn handen krijg, kijk ik altijd on
middellijk hoe Ajax heeft ge
speeld. En ik bel iedere week wel
een keer met Danny Blind en John
van 't Schip. Er gebeurt weinig bij
Ajax dat ik niet weet".
„Over mijn toekomst denk ik zel
den na. Ik weet tegen wie we de vol
gende twee, drie wedstrijden moe
ten, maar daar houdt het ook wel
mee op. Terugkijken heeft geen zin
en vooruitkijken evenmin. In het
algemeen kan je zeggen dat ik hier
wil slagen. Dat is mijn doel. Goed
spelen, scoren en dus erkenning
krijgen, daar gaat het me om. Veel
buitenlanders zijn hier enorm afge
gaan. Ik wil niet dat mij dat over
komt".
Paul Onkenout
Driehonderd en zes minuten.
Bij elkaar opgeteld niet eens
drie en een halve wedstrijd. Zo
lang stond Ruud Gullit vanaf het
begin van dit seizoen in het veld
voor AC Milan, dat inmiddels 22
wedstrijden heeft afgewerkt. Hij
ontziet zijn rechterdijbeen, dat de
afgelopen week wat gevoelig werd
doordat hij het ongemerkt extra
heeft belast om z'n geblesseerde
linkerbeen te ontzien. Wat is er aan
de hand met Ruud Gullit? Is er ei
genlijk wel wat aan de hand?
Zelf meent de nog steeds heersen
de Europese voetballer-van-het-
jaar dat er geen allesverklarende
reden schuilt achter de blessures
(achtereenvolgens: knie, enkel en
twee keer dijbeen), die hem al
sinds de voorbereiding van het sei
zoen verhinderen de successen van
vorig jaar te herhalen. Feit is wel
dat de centrale man van AC Milan
en het Nederlands elftal de afgelo
pen maanden voor het eerst in zijn
bijna tienjarige carrière als top-
voetballer geconfronteerd is met
lichamelijke blessures en mentale
problemen.
Al brengt hij deze problemen liever
niet zelf ter sprake, Gullit is be
hoorlijk geïrriteerd door de rod
dels rond zijn prive-'leven in de Ita
liaanse pers. Tot op de dag van
vandaag werkt Ruud Gullit aan
zijn herstel. Maar wanneer hij ook
zijn rentree zal maken, vanaf he
den stapt hij een stuk cynischer
door het leven. „Grijs bestaat niet
meer voor mij. Als mensen wat van
me willen is het zwart of wit. Ja of
nee. Dan zeggen ze maar: die Gul
lit heeft kapsones gekregen".
„Nee, het EK heeft er niets mee te
maken. Zeker, geestelijk was ik
vermoeid, maar ik heb daarna
goed gerust. Geen knikker ge
raakt, helemaal niets gedaan. On
der andere tien dagen op de Ber
muda's geweest, in een villa van
Berlusconi. Ik kwam echt goed te
rug. Begon het voetbal aan het
eind van de vakantie al te missen.
Op de training had ik echt zin. De
problemen kun je niet tot het EK
terugvoeren".
„Gewoon pech gehad. Een ander
woord heb ik er niet voor. Gewoon
domme pech. Eerst een pees bij
m'n knie. Dat was me al eens ge
beurd bij PSV. Op zich niks aan de
hand. Daarna op de training door
m'n enkel gegaan. Kun je ook nau
welijks wat achter zoeken. Maar
door die enkel ben ik wel anders
gaan lopen en heb ik andere spie
ren te veel belast".
„Begin vorige maand in de wed
strijd tegen Verona was het ver
schrikkelijk koud. Bij een actie
verrekte ik een spier in m'n dij
been, achterin. De donderdag erna
was er de Europa-cupwedstrijd te
gen Rode Ster Belgrado. Toen heb
ik risico genomen. Daar moet ik nu
voor boeten. Vijf minuten vóór tijd
werd er opzettelijk een knietje in
m'n dijbeen gezet. Net op het mo
ment dat ik me afzette en m'n spie
ren zich dus ontspanden. Ook diep
in m'n been werden spieren ge
raakt".
„Het is gaan verharden. Via fysio
therapie is men bezig met het ver
wijderen van die stolsels. Het doet
verschrikkelijk veel pijn, maar ik
heb geen spiit. Ik vond het nodig
om te spelen. Zowel bij Feyenoord
als bij PSV was ik nog nooit verder
gekomen dan de tweede ronde. Ik
wilde door die barrière heen. En ik
ben blij dat dat is gelukt".
„Het is eigenlijk gek. Ik heb in die
maanden maar een paar wedstrij
den voor Milan kunnen spelen en
toch ging het bijna steeds goed.
Lazio-thuis (0-0) was niet best.
Maar voor de rest. Voor de beker
uit tegen Campobasso speelde ik
eén helft en maakte twee goals. In
de Europa-Cup tegen Vitocha een
goal, tussendoor nog met het Ne
derlands elftal tegen Wales. Ook
gescoord. Net als voor de competi
tie tegen Juventus en Verona.
Maar toen kwam die wedstrijd in
Belgrado tegen Rode Ster".
Gullit bekend moeite te hebben
met de druk dat hij steeds weer
speelt. Over de problemen met de
Italiaanse pers wil hij echter niet
ingaan. „Nee, over andere dingen
zeg ik niets. Ik heb onlangs voor
het eerst na maanden een inter
view op tv gegeven en daar heb ik
al het eén en ander in gezegd. Ik
heb antwoord gegeven op de din
gen waarop ik wilde antwoorden
en het is uitgezonden zoals het is
opgenomen. Nee, ik ga daar niet op
in, of al die publikaties invloed op
me hebben? Ik doe het niet. Ik zeg
er niks over".
„Ja, de mensen lullen. Er is zoveel
gebeurd, de verhalen die verzon
nen zijn. Cynisch? Nee, zo wil ik me
zelf niet noemen. Attent ben ik ge
worden. En een ervaring rijker. Ik
zal heus nog wel eens op m'n muil
vallen, maar in ieder geval is me de
afgelopen maanden wel duidelijk
geworden dat als mensen je niet
meer nodig hebben, je niet meer
bestaat. Ja, desillusies. Namen?
Nee, noem ik niet. Ik heb geleerd.
Van nu af aan vat ik de stier bij de
horens. Als er nu mensen komen
die wat van me willen is het ja of
nee".
„Nee, ik voel me geen ster. Nog
steeds niet. Ik ben een gewoon ie
mand die af en toe ook wel eens
naar de film wil. Maar voor allerlei
mensen schijn ik heel interessant
te zijn. Het is echt ongelooflijk
waar ze af en toe toe in staat zijn. Je
moet voorzichtig zijn. Bijvoor
beeld oppassen datje niet met een
vreemde dame op de foto ver
schijnt. Men kan van alles bij die
foto schrijven. Je moet echt overal
voor uitkijken".
„Afgeknapt op Italië? Nee hoor,
echt niet. Dat stukje leven in het
openbaar is maar een klein gedeel
te van alles. Privé is belangrijker.
Daar moet ik ook na m'n carrière
mee door. En dat gaat fantastisch.
Trouwens: ook in Nederland heb je
mensen die slecht willen. Nee, Ita
lië bevalt me nog steeds. Ik blijf tot
ongeveer m'n 32e spelen. Mis
schien blijf ik na die tijd ook wel in
Italië. Wellicht iets in de muziek.
Een studiootje, een bandje, of een
muziekblad. Maar eerst komt Mi
lan. We zijn nog lang niet voor de
titel uitgeschakeld. Het enige dat
de ploeg nu ontbreekt is een beetje
spelvreugde".
Martin Schoots
Ruud Gullit: „Nee, ik voel me geen ster, nog steeds niet."