PZC
G. J, de Jager (65) ridder
Na het deltaplan
moeten de dijken
weer versterkt
Domburgs paar: onze zoon is op de
Korczakschool geestelijk mishandeld
provincie
17
BKR-kunst
Genoeg geld
voor sloop
Sluiskil-Oost
OPLEGGEN ZWITSERLAND
Jeugd vv Steen
in tv-programma
Waterschap legt
geschiedenis van
deltadijken vast
DONDERDAG 27 OKTOBER 1988
TERNEUZEN - De Vervoersbond FNV en de directie van Wil
lem Muller Nederland bv hebben na moeizaam onderhandelen
een principe-akkoord bereikt over een ouderenregeling voor
een deel van de bemanning van de bergingssleper Zwitser
land. Die wordt op 1 januari uit de vaart genomen omdat de
exploitatielasten niet meer zijn op te brengen.
Positief
Solidair
Vertrouwen
Leider
Boek
HOOFDDIRECTEUR RIJKSWATERSTAAT
Aanscherping
Harde aanpak
Belangen
Onbekend
Confrontatie
FN V-bond en
Muller toch
nog akkoord
De regeling kwam pas uit de bus na
urenlange onderhandelingen. De dele
gatie van de Vervoersbond en de direc
tie van Muller zaten toen weer op één
lijn: het opleggen van de Zwitserland,
het vlaggeschip van de firma, mocht
niet leiden tot gedwongen ontslagen.
Daarover waren de bond en het bedrijf
het begin september al eens. Echter,
een paar weken geleden liet de Muller-
directie schriftelijk weten dat ze niet
kon garanderen dat er absoluut nie
mand zou worden ontslagen. Het ging
om in totaal twaalf bemanningsleden
(twee ploegen van zes) van de Zwitser
land.
Directeur J. Roeland van Muller (een
volle dochter van Wijsmuller in IJmui-
den) woensdag: „Wij hebben van begin
af aan duidelijk gemaakt dat wij die
garantie niet konden geven. Het was
wel ons uitgangspunt dat we niemand
wilden ontslaan, maar garanderen
konden we dat niet voor honderd pro
cent".
Woordvoerder Han ter Halle van de
Vervoersbond: „Muller had ons uit
gangspunt - geen gedwongen ontsla
gen - tijdens het overleg overgeno
men. Een paar weken geleden heeft
men dat weer losgelaten. Men zag on
voldoende mogelijkheden. Die oude
renregeling vond men bijvoorbeeld te
SINT-JANSTEEN - De jeugdafdeling
van de voetbalvereniging STEEN is
door de Tros-tv uitgekozen om deel te
nemen aan het nieuwe sportprogram
ma 'De bal is rond'.
Aan dit programma dat naar aanlei
ding van de jongste EK-successen van
het Nederlandse elftal tot stand is ge
komen, verlenen acht jeugdafdelingen
van clubs uit heel Nederland mede
werking. STEEN is de enige vertegen
woordiger van Zeeland.
Het feit dat vv STEEN in 1989 het zes
tigjarig bestaan viert, is een van de re
denen dat de vereniging uit tientallen
aanmeldingen mede is verkozen.
Het tv-programma dat 7 februari 1989
wordt uitgezonden, bestaat uit drie
onderdelen.
(Slot van pagina 13)
willen nog welleens als nieuwelingen
aan de vraagkant van de markt ver
schijnen".
duur. Tijdens de besprekingen was er
aanvankelijk geen doorkomen aan.
Men zat maar te rekenen en te reke
nen, maar vergat daarbij onder meer
dat het bedrijf door die ouderenrege
ling kon besparen op de VUT-rege-
ling".
De onderhandelingsdelegatie van de
Vervoersbond wist zich in de gesprek
ken met de Muller-directie gesteund
door de hele achterban, het gros van
de werknemers bij het bedrijf. Ter
Halle: „De mensen wilden solidair
zijn. Er was dus geen sprake van dat
er gezegd werd: zolang het om die
twaalf van de Zwitserland gaat, raakt
het ons niet".
Uiteindelijk kwamen de Vervoersbond
en de Muller-directie overeen dat er
voor vier oudere bemanningsleden een
speciale afvloeiingsregeling wordt ge
troffen (die ouderenregeling dus), dat
twee andere bemanningsleden in de
havendienst worden geplaatst en dat
voor de resterende zes gezocht zal wor
den naar vergelij kbaar werk bij een an
der bedrijf. Roeland woensdagmid
dag: „We gaan voor die mensen op
zoek in de regio. Ja, dan moet je het
inderdaad zoeken in de haven". De
Vervoersbond stelt nu zo snel mogelijk
een protocol op. Roeland: „Zodra dat
binnen is, tekenen we en daarmee is de
zaak dan rond".
Overigens heeft het personeel van het
transport- en bergingsbedrijf Wijs
muller in IJmuiden (het moederbe
drijf van Willem Muller) het vertrou
wen opgezegd in directeur mr J. F.
(Frank) Wijsmuller. De aandeelhou
ders van het familiebedrijf zullen op
korte termijn bijeen komen om zich
over de situatie te beraden. Verwacht
wordt dat Michiel Wijsmuller, neef
van Frank, de plaats van z'n oom zal
innemen.
Wijsmuller raakte als bedrijf in de pro
blemen toen de huisbankier het voor
nemen kenbaar maakte de zwaar-
transportvloot te willen verkopen. De
directie van Wijsmuller heeft zich daar
fel tegen verzet. Volgens haar komt
daarmee namelijk de hele onderne
ming in gevaar.
De hoofddirectie overwoog naar de
rechter te stappen om de verkoop via
die omweg te verhinderen. Maar dat
stuitte weer op protesten van de kant
van de directie van Wijsmuller Trans
port. Die distantieerde zich zich daar
mee van haar eigen concerndirectie.
Ir H. Engel, directeur rijkswatersaat Zeeland (links) overhandigt een afscheidsgeschenk aan dijkgraaf G. J. de
Jager. Die draagt de versierselen, behorende bij het ridderschap in de orde van de Nederlandse Leeuw, die burge
meester J. van Bommel van Kapelle hem eerder heeft opgespeld.
HEINKENSZAND Een benoeming tot ridder in de
orde van de Nederlandse Leeuw. Toekenning van de
erepenning van de Unie van Waterschappen. Ont
vangst van het boek Goed Zeeuws, Goed Rond. Het eer
ste exemplaar van de slotuitgaaf van het driemaande
lijkse bericht deltawerken. Een reeks geschenken,
waaronder schilderijen en historische kaarten. En bij
monde van tien sprekers veel waardering voor de kwa
liteit van het geleverde werk en de betoonde inzet. Dit
alles viel dijkgraaf G. J. de Jager (65) woensdag in De
Stenge te Heinkenszand te beurt, bij zijn afscheid van
het waterschap Noord- en Zuid-Beveland.
Er was een buitengewone Algemene Vergadering bijeen
geroepen, aangevuld met gasten uit de regio, provincie
en het land, om het tijdperk De Jager af te sluiten. De
Kapelse burgemeester J. van Bommel had de vertrek
kende dijkgraaf eerder de versierselen opgespeld, beho
rende bij het ridderschap in de orde van de Nederlandse
Leeuw. Een hoge koninklijke onderscheiding bij bevor
dering, want De Jager was al officier in de orde van
Oranje Nassau.
Burgemeester Van Bommel gaf aan dat zijn ingezetene
(De Jager woont in Wemeldinge) het eremetaal verdient
wegens zijn langdurige inzet als bestuurder; eerst in de
agrarische sector en vervolgens in de waterschapswe
reld. Van Bommel zei dat het waterschap Noord- en
Zuid-Beveland tot de grootste 'all-in' waterschappen in
Nederland behoort en het dijkgraafschap als zeer voor
aanstaand kan worden aangemerkt. Ook was De Jager
zeer actief in het dagelijks bestuur van de Unie van Wa
terschappen en zette hij zich met name in voor het tijdig
uitvoeren van de dijkversterkingen in het kader van het
deltaplan.
Gedeputeerde J. D. de Voogd constateerde dat er een
markante waterschapper vertrekt, met een grote in
breng en veel kennis van zaken. „Hij was steeds bezig
met het waterschap van morgen en heeft daarmee in de
Zeeuwse waterschapswereld zijn nek uitgestoken".
Ir H. Engel, directeur rijkswaterstaat Zeeland, noem
de De Jager een geboren leider, die inspireerde en de
weg wees. Hij prees de duidelijkheid waarmee de
scheidende dijkgraaf steeds optrad. Loco-burgemees
ter L. H. de Leeuw van Goes vond De Jager 'een persoon
met een grote uitstraling'.
Namens de zes Bevelandse gemeenten bracht burge
meester drs G. C. G. van den Heuvel van Borssele waar
dering en respect over voor de samenwerking. Hij prees
de onderhandelingstechniek, de beschaafde pressie en
het geduld van De Jager. Vice-voorzitter L. A. M. de
Bekker van de Unie van Waterschappen reikte de wa
terschapspenning uit. „Vlammend en vasthoudend op
het hardnekkige af', zo typeerde mr J. Lantsheer, voor
zitter van de Zeeuwse Waterschapsbond, zijn collega.
Hoofdingeland C. Rijk-de Winter stelde vast dat de
hooggespannen verwachtingen die de Algemene Verga
dering van De Jager had, zijn uitgekomen. Griffier mr
drs J. A. de Visser vond dat het waterschap onder De
Jager goed heeft geboerd. „Hij bezielde de mensen met
zijn bezetenheid, gaf ambtenaren voldoende ruimte en
was een dijkgraaf van de wederkerigheid".
Waarnemend-dijkgraaf L. J. Mol-de Jager gaf een over
zicht van de periode waarin De Jager aan het bewind
was. Ze zei dat vele werkzaamheden zijn afgerond. „Ie
mand wars van overbodige franje en geleuter; moeilijke
beslissingen niet ontwijkend; een open oog voor belan
gen buiten het waterschap; voorop lopend om de water
schappen een volwaardige plaats in de samenleving te
geven; de gave om in duidelijke taal een beleid uit te
leggen", aldus mevrouw Mol. Ze onderstreepte de rol
die mevrouw M. de Jager-Aarnoudse vervulde, met na
me richting waterschapmedewerkers.
De waarnemend-dijkgraaf overhandigde De Jager het
eerste exemplaar van het boek 'G. J. de Jager: Goed
Zeeuws, Goed Rond', geschreven door de Zeeuwse jour
nalist Rinus Antonisse. Daarin wordt door interviews
een beeld geschetst van de persoon De Jager en zijn
werk voor de waterschappen.
Ir P. J. Gruijters, vanaf 1 november nieuwe dijkgraaf,
vertelde dat hij het beleid van zijn voorganger zal
voortzetten. De Jager sprak een dankwoord. Daarin
zette hij kort zijn visie op de toekomst van de water
schappen uiteen.
HEINKENSZAND Nu de deltawer
ken zijn voltooid, moet Nederland
meteen nadenken over het behoud
van de bereikte veiligheid in de toe
komst. Nederland zakt, de zeespiegel
rijst. Inslapen is er niet bij; de beheer
ders van de waterkeringen moeten
alert blijven. Deze boodschap bracht
ir W. van der Kleij, hoofddirecteur
van rijkswaterstaat, woensdag mee
naar het symposium 'Veilig achter de
deltadijken?', dat het waterschap
Noord- en Zuid-Beveland in Hein
kenszand hield. Aanleiding: het ge
reedkomen van het op deltahoogte
brengen van de dijken.
Van der Kleij gaf aan dat de techniek
vandaag-de-dag de bewoners van Ne
derland elk gewenst veiligheidsniveau
kan bieden, behalve absolute veilig
heid. Hij zei dat de keus van het veilig
heidsniveau afhankelijk is van een be
stuurlijke en politieke afweging. De
hoofddirecteur herinnerde aan de keu
zes van het deltaplan: een overstro
mingskans van 1 in 10.000 jaar voor
centraal Nederland en van 1 in 4.000
j aar voor de rest. Ir Van der Kleij merk
te op dat nu al rekening moet worden
gehouden, bijvoorbeeld bij planologi
sche beslissingen, met nieuwe dijkver
sterkingen.
P. Nijhoff, algemeen directeur van de
Stichting Natuur en Milieu, stelde dat
de bereikte deltaveiligheid mogelijk
heden biedt het slechte rentmeester
schap jegens de natuur te verbeteren.
Hij pleitte, na de grote verliezen die de
natuur in de delta heeft geleden, voor
een herkansing. Uitgangspunten daar
voor moeten volgens Nijhoff zijn: kwa
liteit, dynamiek, samenhang en zorg
vuldigheid. „Dit alles gericht op een
duurzame ontwikkeling".
Hij beklemtoonde dat aanscherping
van het milieubeleid nodig is, evenals
een natuurvriendelijk beheer van dij
ken en watergangen, van oeverszones
langs (voormalige) zeearmen, van
Neeltje Jans en de Voordelta. Nijhoff
betoogde dat recreatief parasitisme
op natuurwaarden moet worden te
gengegaan.
De oud-voorzitter van de Unie van Wa
terschappen, ir W. J. L. J. Merkx,
bracht naar voren dat de bescherming
tegen het water vóór alle andere
belangen gaat. „Komen tot een duur
zaam Nederland kan alleen als er ster
ke, goed onderhouden dijken zijn".
Oud-kamerlid ir H. van Rossum wees
erop dat aan het veiligheidsniveau al
tijd een prijskaartje hangt. Hij vond
dat werken van nationaal belang, ook
nationaal betaald moeten worden. In
dit verband doelde hij onder meer op
aanleg van een stormvloedkering in de
Nieuwe Waterweg.
Mr A. W. H. Docters van Leeuwen,
plaatsvervangend directeur-generaal
orde van veiligheid, gaf de betrekke
lijkheid van het begrip veiligheid aan.
Hij voerde aan dat Zeeland een voor-
beeldgebied is. „Je kunt er rijden in
een molotovcocktail - een auto - ver be
neden de zeespiegel, richting kerncen
trale en langs een groot industriege
bied en zonodig gebruik maken van
een veerboot". Docters van Leeuwen
waarschuwde voor zelfgenoegzaam-
De Reimerswaalse wethouder van
cultuur J. W. P. Cornelissen ziet dat
anders. Hij denkt dat degenen die nu
wellicht kiezen voor de aankoop van
een kunstwerk, dat anders niet zou
den hebben gedaan. „Het werk is al ja
ren in ons bezit. We hadden de moge
lijkheid om het te verhuren, maar
daar werd nauwelijks gebruik van ge
maakt. We denken juist dat dit een po
sitieve invloed kan hebben op de ver
koop van Lensvelts werk".
De kunstenaar wil er de nadruk opleg
gen dat het niet alleen om hem gaat,
maar om alle collega's die voor hun bo
terham van de vrije markt afhankelijk
zijn en potentieel leveranciers van
kunstwerken kunnen worden ge
noemd. „Bovendien heeft nooit ie
mand geweten van die uitleenmoge
lijkheid. Daarover is in Reimerswaal
Informatie nimmer een bericht ver
schenen". Volgens Lensvelt is juist het
uitleensysteem bijzonder geschikt om
mensen in aanraking te brengen met
kunst.
De gemeenteraad van Reimerswaal is
niet gekend in het voornemen van het
college. Vanuit de PvdA-fractie wer
den dinsdagavond wel vragen gesteld
over waar het kunstbezit van de ge
meente zich bevond, maar daarop
kwam slechts het antwoord dat het in
de kelders van het gemeentehuis is op
geslagen.
Wethouder Cornelissen vindt die gang
van zaken niet abnormaal. „Niemand
vroeg ernaar wat ermee gaat gebeu
ren, dus hoefde ik niet te vertellen dat
het aanbod een dag later in het infor
matieblad zou staan. Bij de meeste
verkopen is het zo dat de transactie
wordt gesloten op voorwaarde dat de
raad ermee akkoord gaat. Met het
voornemen zijn we niet naar de raad
gegaan. Als we uiteindelijk gaan ver
kopen is de toestemming van de raad
wel noodzakelijk". De wethouder be
nadrukt dat de verkoopregeling nog
helemaal niet vaststaat. „We verbin
den er allerlei voorwaarden aan zoals
het verplicht ophangen in publieke
ruimten en het niet mogen verkopen
aan derden".
Lensvelt zal eerst proberen het college
en de raad op andere gedachten te
brengen. Als dat niet helpt wil hij de
beslissing aanvechten op grond van de
regels. De overweging van de wethou
der dat een particulier die een kunst
werk voor minder dan de oorspronke
lijk aankoopprijs verkoopt, toch ook
niet van marktbederf kan worden be
ticht, vindt de kunstenaar onzinnig.
„Deze werken zijn met gemeenschaps
geld aangeschaft. Die moeten in het
bezit van de gemeenschap blijven. De
overheid mag het een kleine zelfstan
dige toch zeker niet met gemeen
schapsgeld onmogelijk maken de kost
te verdienen", aldus Lensvelt.
DOMBURG - Het verhaal van André
Oostdijk, de Middelburgse jongen die
na verwijdering van de Korczak
school op geen enkele school meer te
recht lijkt te kunnen, heeft heel wat
los gemaakt bij de familie Van der
Heyden in Domburg. De moeilijkhe
den, die ze eveneens dit voorjaar had
den met hun zoon Michel en die
school, voor kinderen met omgangs-
en gedragsproblemen, kwamen weer
pijnlijk boven.
Na lang nadenken hebben ze nu beslo
ten, nadat de familie Oostdijk dat be
gin deze week al deed, hun verhaal in
de openbaarheid te brengen. Michel
(13) zit inmiddels naar volle tevreden
heid op de Middelburgse Tooren-
vliedtschool, voor speciaal voortgezet
onderwijs.
De familie Van der Heyden heeft een
wrok behouden tegen de Korczak
school, die Michel vier jaar bezocht
heeft. „Onze zoon is daar geestelijk
mishandeld. Wij willen de andere ou
ders waarschuwen en ze stimuleren
contact met elkaar te zoeken. We ho
pen dat anderen door ons verhaal bo
venal blijven geloven in wat hun kin
deren zeggen. Wij hadden zelf gewild,
dat we dat eerder hadden gedaan".
Wanneer de Van der Heydens terugkij
ken, concluderen ze, dat het nooit fan
tastisch ging met Michel en de Korc-
zackschool. Ze dachten er al langer
over om hem naar een andere school te
sturen, maar wisten niet naar welke.
De scholen voor speciaal onderwijs
zijn over het algemeen overbezet.
Het afgelopen schooljaar, toen de
leerlingen van de Korczakschool van
uit verschillende dependances ver
huisden naar een nieuw gebouw, ging
het helemaal bergafwaarts met Mi
chel. Zijn leerprestaties bleven bene
den peil en hij werd steeds depressie
ver. Michel zat in dezelfe groep als An
dré Oostdijk en kon evenals hij niet
met de nieuwe leerkracht overweg,
die na verschillende wisselingen van
docenten vast voor de groep kwam te
staan.
„Wij willen het niet uitsluitend aan die
man wijten", zeggen Michel's ouders.
Het echtpaar Van der Heyden
„Hij kreeg ook zijn instructies en daar
hoorde blijkbaar een harde aanpak
van kinderen bij".
De verhalen, die het gezin Van der
Heijden kan vertellen over intimidatie
van hun zoon door medewerkers van
de school, zijn talrijk. „Michel is geen
makkelijk kind, maar ook niet één van
de moeilijkste", zegt zijn vader. „Ik zal
een voorbeeld geven. Op een keer
kwam hij helemaal drijfnat thuis.
Bleek hij als straf met kleren aan in het
zwembad te zijn gegooid. Zulke vreem
de zaken kwamen vaker voor. Wat er in
al die tijd gepasseerd is, is met geen
pen te beschrijven".
Wat voor de ouders de deur dicht deed,
was het incident met André. Hij liep
bij een botsing met de groepsleraar
lichte verwondingen en blauwe plek
ken aan zijn arm op. De betrokken do
cent is overigens inmiddels met ziekte
verlof. Michel was na het gebeuren
compleet van streek. Nadat hij enige
tijd thuis was geweest en wat rustiger
werd, wilde de familie het nog één keer
proberen. Michel ging weer naar
school en enige tijd later, begin mei,
gebeurde er weer wat in de groep. Een
meisje werd tijdens de gymles gesla
gen.
Daarna hielden de Van der Heydens
hun zoon thuis en stuurden een pro
testbrief naar het bestuur, gevolgd
door een klachtenlijst. Ze wilden ver
der graag de namenlijst van de ouders
inzien, om die te kunnen benaderen
om een oudervereniging op te richten.
Ze pleitten ook voor een onafhankelij
ke vertrouwenspersoon waar kinderen
naartoe kunnen wanneer er zich wat
voordoet. Het bestuur ging daar niet
verder op in en het advies was uitein
delijk Michel naar een andere school te
sturen. De Toorenvliedtschool was be
reid Michel in te schrijven.
De ouders van Michel maken de Korc
zakschool nog steeds verwijten. Ou
ders hebben daar volgens hen niets te
zeggen en zijn afhankelijk van leer
krachten. Er is onvoldoende overleg.
De school zou de kinderen onterecht
een stempel opdrukken, waardoor an
dere scholen huiverig zijn hen op te ne
men.
De Van der Heydens zeggen nog veel
meer trieste verhalen van andere ou
ders te kennen, die verder geen initia
tieven durfden te ontplooien, omdat ze
bang zijn dat hun kind daar schade
van ondervindt. Contact tussen de ou
ders onderling is moeilijk omdat de
kinderen uit heel Zeeland komen.
heid. „Het werk is af. De drempel is
hoog en lang. Maar binnendringen
lukt altijd 'n keer". Hij achtte aanwe
zigheid van een goed communicatie
systeem bij watersnoden erg belang
rijk.
In de discussie kwam onder meer het
afwegen van tegenstrijdige belangen
aan de orde: landbouw contra natuur
en milieu. Zowel Merkx als Nijhoff
stelden dat er geen algemene belan-
genvolgorde aan te geven is. Steeds
zal van geval tot geval bekeken moe
ten worden welke oplossing voorkeur
geniet. Nijhoff herinnerde aan de
partiële dijkverhogingen langs de
Oosterschelde, waarbij met belangen
van zowel natuur als landbouw goed
rekening is gehouden.
Ir H. Engel, directeur rijkswaterstaat
Zeeland, wees op de noodzaak geld be
schikbaar te stellen om onveiligheid
door milieuvervuiling op te heffen.
Symposiumvoorzitter dr C. Boertien
vatte de discussie zo samen: „Bij de
hele ontwikkeling speelt het milieu
meer een rol dan in het verleden. Dat is
een heel goede zaak".
Mevrouw C. Koster, voorzitter van
het bestuur van de school, kent verder
geen ernstige klachten van ouders,
behalve van de Van der Heijdens en
de familie Oostdijk. Ouders blijken,
volgens haar, zelf niet erg geneigd om
mee te praten in bijvoorbeeld een me
dezeggenschapsraad.
Het bestuur was na het initiatief van
de familie Van der Heyden bereid een
vergadering bijeen te roepen voor ou
ders, met het doel een vereniging op te
richten, maar wilde dit niet alleen door
de familie Van der Heyden laten doen.
Mevrouw Koster: „Die wilden alleen
een soort negatieve actie ontketenen,
hadden wij het idee",
Over het verhaal van de Van der Hey
dens heeft mevrouw Koster "zo haar
twijfels". „Geestelijke mishandeling is
natuurlijk altijd moeilijk aan te tonen,
maar deze ouders overtrekken de si
tuatie, denken wij. Op een gegeven
moment zijn we met hen in een soort
welles-nietes spelletje beland. Wij vin
den als bestuur dat het bij dit soort
kinderen niet onterecht is, om soms
verbaal geweld te gebruiken. Dat is
wel eens nodig om kinderen in een klas
aan het werk te krijgen".
„Dat er klappen uitgedeeld zijn, dat
ontken ik niet, maar daar gaat ook wat
aan vooraf. Dat meisje had bijvoor
beeld eerst keihard in het kruis van de
betrokken man geschopt. Bij André
sprong er onverwachts een andere jon
gen op de rug van de groepsleerkracht,
terwijl hij André vast had".
„Toen alle leerlingen in één schoolge
bouw zijn gekomen, is er ook een aan
tal zaken veranderd. Er zijn meer re
gels gekomen, dan er in de dependan
ces gehanteerd werden, zo'n situatie is
uiteraard veel overzichtelijker, dan
een groot gebouw. Aan de uitgangs
punten van het onderwijs is echter ver
der niets veranderd. We proberen ons
werk nog steeds zo goed mogelijk te
doen in het belang van de kinderen".
„Over een aparte vertrouwensper
soon hebben we onze gedachten nog
nooit laten gaan. We hebben daar ver
der ook geen vragen naar gehad en we
hadden de laatste jaren een heleboel
andere zaken te regelen, zoals de huis
vesting bijvoorbeeld".
De directeur van de Korckzakschool,
A. Kamermans, weigert commentaar
op de zaak te geven.
HEINKENSZAND - „Tussen het
jaar 1000 en nu is er in de regio
bijna geen generatie die het on
voorspelbare gedrag van de zee
niet aan den lijve heeft onder
vonden. Heel vaak heeft de mens
de strijd tegen de zee met een ne
derlaag moeten bekopen. On
danks het gereedkomen van de
deltaversterkingen in Noord- en
Zuid-Beveland, moeten we de
kracht van wind en water blij
ven wantrouwen". Dit zei dijk
graaf G. J. de Jager van het wa
terschap Noord- en Zuid-Beve
land woensdag in Heinkens
zand, waar het boek 'Het Werk
Voltooid' ten doop werd gehou
den.
De dijkgraaf betoogde dat het
boek is samengesteld 'opdat wij
niet vergeten' en om de inspan
ningen vast te leggen die het op
deltahoogte brengen van de dij
ken met zich meebracht. De Ja
ger wees erop dat op de Bevelan-
den na de watersnoodramp van
1953 voortvarend is aangepakt.
Al in 1956 werd een eerste dijk
vak, bij Schore, versterkt, nog
vóór deltawet en sluitende
financieringsregelingen er wa
ren. De Jager overhandigde eer
ste exemplaren van het boek, dat
geschreven is door drs L. Pries
ter, aan ir W. van der Kleij van
rijkswaterstaat en commissaris
van de koningin dr C. Boertien.
Van der Kleij reikte namens mi
nister drs N. Smit-Kroes van ver
keer en waterstaat gelukwensen
aan. Hij las een toespraak voor
van de minister, die in Luxem
burg vergaderde. Smit-Kroes at
tendeerde op de noodzaak van
sterke waterschappen om de vei
ligheid te kunnen handhaven.
Noord- en Zuid-Beveland wordt
daartoe gerekend. De bewinds
vrouw onderstreepte haar voor
nemen om de Zeeuwse water
schappen in de toekomst
méér zelf te laten betalen
van de kosten voor dij konder-
houd. Ook kleine aanpassingen
aan dijkwerken komen in het
vervolg voor rekening van de wa
terschappen.
(Slot van pagina 13)
wisten dat dat extra geld haalbaar
moest zijn. We hadden immers het ge
lijk aan onze kant toen we beslisten tot
de sloop van Sluiskil-Oost. Daarover
was men het zowel bij de provincie als
bij het rijk altijd helemaal met ons
eens".
Volgens Van Rooijen heeft de directe
confrontatie met Sluiskil-Oost, een
maand geleden, Heerma aan het twij
felen gebracht. „Daarna is hij met de
minister gaan praten en die bood uit
komst: de rijksbijdrage komt nu hele
maal uit de milieupot 'geluidsvoor
zieningen', die nauw verband houdt
met de wet geluidhinder".
Nijpels heeft daarmee een voor Neder
land uniek besluit genomen, want in
die wet wordt weliswaar rekening ge
houden met sloop (als uiterste moge
lijkheid), maar hoe zo'n operatie moet
worden gefinancierd, wordt niet aan
gegeven. En staatssecretaris Heerma
heeft alleen geld voor nieuwbouw of re
novatie, maar niet voor sloop. Nijpels
heeft dat probleem eigenhandig - en
waarschijnlijk eenmalig - opgelost.
Wethouder Gosselaar: „Ik denk dat
het een goeie zaak is dat een kwestie
als deze op het bordje van 'milieu'
wordt gelegd; het is immers een uit
vloeisel van de regelgeving op dit ge
bied". Van Rooijen tenslotte: „Wij
hebben als gemeente onze nek uitge
stoken. En dat is alom gewaardeerd, zo
is mij ook tijdens dat laatste overleg in
Den Haag nogeens gebleken".