PZC G. J, de Jager (65) ridder Na het deltaplan moeten de dijken weer versterkt Domburgs paar: onze zoon is op de Korczakschool geestelijk mishandeld provincie 17 BKR-kunst Genoeg geld voor sloop Sluiskil-Oost OPLEGGEN ZWITSERLAND Jeugd vv Steen in tv-programma Waterschap legt geschiedenis van deltadijken vast DONDERDAG 27 OKTOBER 1988 TERNEUZEN - De Vervoersbond FNV en de directie van Wil lem Muller Nederland bv hebben na moeizaam onderhandelen een principe-akkoord bereikt over een ouderenregeling voor een deel van de bemanning van de bergingssleper Zwitser land. Die wordt op 1 januari uit de vaart genomen omdat de exploitatielasten niet meer zijn op te brengen. Positief Solidair Vertrouwen Leider Boek HOOFDDIRECTEUR RIJKSWATERSTAAT Aanscherping Harde aanpak Belangen Onbekend Confrontatie FN V-bond en Muller toch nog akkoord De regeling kwam pas uit de bus na urenlange onderhandelingen. De dele gatie van de Vervoersbond en de direc tie van Muller zaten toen weer op één lijn: het opleggen van de Zwitserland, het vlaggeschip van de firma, mocht niet leiden tot gedwongen ontslagen. Daarover waren de bond en het bedrijf het begin september al eens. Echter, een paar weken geleden liet de Muller- directie schriftelijk weten dat ze niet kon garanderen dat er absoluut nie mand zou worden ontslagen. Het ging om in totaal twaalf bemanningsleden (twee ploegen van zes) van de Zwitser land. Directeur J. Roeland van Muller (een volle dochter van Wijsmuller in IJmui- den) woensdag: „Wij hebben van begin af aan duidelijk gemaakt dat wij die garantie niet konden geven. Het was wel ons uitgangspunt dat we niemand wilden ontslaan, maar garanderen konden we dat niet voor honderd pro cent". Woordvoerder Han ter Halle van de Vervoersbond: „Muller had ons uit gangspunt - geen gedwongen ontsla gen - tijdens het overleg overgeno men. Een paar weken geleden heeft men dat weer losgelaten. Men zag on voldoende mogelijkheden. Die oude renregeling vond men bijvoorbeeld te SINT-JANSTEEN - De jeugdafdeling van de voetbalvereniging STEEN is door de Tros-tv uitgekozen om deel te nemen aan het nieuwe sportprogram ma 'De bal is rond'. Aan dit programma dat naar aanlei ding van de jongste EK-successen van het Nederlandse elftal tot stand is ge komen, verlenen acht jeugdafdelingen van clubs uit heel Nederland mede werking. STEEN is de enige vertegen woordiger van Zeeland. Het feit dat vv STEEN in 1989 het zes tigjarig bestaan viert, is een van de re denen dat de vereniging uit tientallen aanmeldingen mede is verkozen. Het tv-programma dat 7 februari 1989 wordt uitgezonden, bestaat uit drie onderdelen. (Slot van pagina 13) willen nog welleens als nieuwelingen aan de vraagkant van de markt ver schijnen". duur. Tijdens de besprekingen was er aanvankelijk geen doorkomen aan. Men zat maar te rekenen en te reke nen, maar vergat daarbij onder meer dat het bedrijf door die ouderenrege ling kon besparen op de VUT-rege- ling". De onderhandelingsdelegatie van de Vervoersbond wist zich in de gesprek ken met de Muller-directie gesteund door de hele achterban, het gros van de werknemers bij het bedrijf. Ter Halle: „De mensen wilden solidair zijn. Er was dus geen sprake van dat er gezegd werd: zolang het om die twaalf van de Zwitserland gaat, raakt het ons niet". Uiteindelijk kwamen de Vervoersbond en de Muller-directie overeen dat er voor vier oudere bemanningsleden een speciale afvloeiingsregeling wordt ge troffen (die ouderenregeling dus), dat twee andere bemanningsleden in de havendienst worden geplaatst en dat voor de resterende zes gezocht zal wor den naar vergelij kbaar werk bij een an der bedrijf. Roeland woensdagmid dag: „We gaan voor die mensen op zoek in de regio. Ja, dan moet je het inderdaad zoeken in de haven". De Vervoersbond stelt nu zo snel mogelijk een protocol op. Roeland: „Zodra dat binnen is, tekenen we en daarmee is de zaak dan rond". Overigens heeft het personeel van het transport- en bergingsbedrijf Wijs muller in IJmuiden (het moederbe drijf van Willem Muller) het vertrou wen opgezegd in directeur mr J. F. (Frank) Wijsmuller. De aandeelhou ders van het familiebedrijf zullen op korte termijn bijeen komen om zich over de situatie te beraden. Verwacht wordt dat Michiel Wijsmuller, neef van Frank, de plaats van z'n oom zal innemen. Wijsmuller raakte als bedrijf in de pro blemen toen de huisbankier het voor nemen kenbaar maakte de zwaar- transportvloot te willen verkopen. De directie van Wijsmuller heeft zich daar fel tegen verzet. Volgens haar komt daarmee namelijk de hele onderne ming in gevaar. De hoofddirectie overwoog naar de rechter te stappen om de verkoop via die omweg te verhinderen. Maar dat stuitte weer op protesten van de kant van de directie van Wijsmuller Trans port. Die distantieerde zich zich daar mee van haar eigen concerndirectie. Ir H. Engel, directeur rijkswatersaat Zeeland (links) overhandigt een afscheidsgeschenk aan dijkgraaf G. J. de Jager. Die draagt de versierselen, behorende bij het ridderschap in de orde van de Nederlandse Leeuw, die burge meester J. van Bommel van Kapelle hem eerder heeft opgespeld. HEINKENSZAND Een benoeming tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Toekenning van de erepenning van de Unie van Waterschappen. Ont vangst van het boek Goed Zeeuws, Goed Rond. Het eer ste exemplaar van de slotuitgaaf van het driemaande lijkse bericht deltawerken. Een reeks geschenken, waaronder schilderijen en historische kaarten. En bij monde van tien sprekers veel waardering voor de kwa liteit van het geleverde werk en de betoonde inzet. Dit alles viel dijkgraaf G. J. de Jager (65) woensdag in De Stenge te Heinkenszand te beurt, bij zijn afscheid van het waterschap Noord- en Zuid-Beveland. Er was een buitengewone Algemene Vergadering bijeen geroepen, aangevuld met gasten uit de regio, provincie en het land, om het tijdperk De Jager af te sluiten. De Kapelse burgemeester J. van Bommel had de vertrek kende dijkgraaf eerder de versierselen opgespeld, beho rende bij het ridderschap in de orde van de Nederlandse Leeuw. Een hoge koninklijke onderscheiding bij bevor dering, want De Jager was al officier in de orde van Oranje Nassau. Burgemeester Van Bommel gaf aan dat zijn ingezetene (De Jager woont in Wemeldinge) het eremetaal verdient wegens zijn langdurige inzet als bestuurder; eerst in de agrarische sector en vervolgens in de waterschapswe reld. Van Bommel zei dat het waterschap Noord- en Zuid-Beveland tot de grootste 'all-in' waterschappen in Nederland behoort en het dijkgraafschap als zeer voor aanstaand kan worden aangemerkt. Ook was De Jager zeer actief in het dagelijks bestuur van de Unie van Wa terschappen en zette hij zich met name in voor het tijdig uitvoeren van de dijkversterkingen in het kader van het deltaplan. Gedeputeerde J. D. de Voogd constateerde dat er een markante waterschapper vertrekt, met een grote in breng en veel kennis van zaken. „Hij was steeds bezig met het waterschap van morgen en heeft daarmee in de Zeeuwse waterschapswereld zijn nek uitgestoken". Ir H. Engel, directeur rijkswaterstaat Zeeland, noem de De Jager een geboren leider, die inspireerde en de weg wees. Hij prees de duidelijkheid waarmee de scheidende dijkgraaf steeds optrad. Loco-burgemees ter L. H. de Leeuw van Goes vond De Jager 'een persoon met een grote uitstraling'. Namens de zes Bevelandse gemeenten bracht burge meester drs G. C. G. van den Heuvel van Borssele waar dering en respect over voor de samenwerking. Hij prees de onderhandelingstechniek, de beschaafde pressie en het geduld van De Jager. Vice-voorzitter L. A. M. de Bekker van de Unie van Waterschappen reikte de wa terschapspenning uit. „Vlammend en vasthoudend op het hardnekkige af', zo typeerde mr J. Lantsheer, voor zitter van de Zeeuwse Waterschapsbond, zijn collega. Hoofdingeland C. Rijk-de Winter stelde vast dat de hooggespannen verwachtingen die de Algemene Verga dering van De Jager had, zijn uitgekomen. Griffier mr drs J. A. de Visser vond dat het waterschap onder De Jager goed heeft geboerd. „Hij bezielde de mensen met zijn bezetenheid, gaf ambtenaren voldoende ruimte en was een dijkgraaf van de wederkerigheid". Waarnemend-dijkgraaf L. J. Mol-de Jager gaf een over zicht van de periode waarin De Jager aan het bewind was. Ze zei dat vele werkzaamheden zijn afgerond. „Ie mand wars van overbodige franje en geleuter; moeilijke beslissingen niet ontwijkend; een open oog voor belan gen buiten het waterschap; voorop lopend om de water schappen een volwaardige plaats in de samenleving te geven; de gave om in duidelijke taal een beleid uit te leggen", aldus mevrouw Mol. Ze onderstreepte de rol die mevrouw M. de Jager-Aarnoudse vervulde, met na me richting waterschapmedewerkers. De waarnemend-dijkgraaf overhandigde De Jager het eerste exemplaar van het boek 'G. J. de Jager: Goed Zeeuws, Goed Rond', geschreven door de Zeeuwse jour nalist Rinus Antonisse. Daarin wordt door interviews een beeld geschetst van de persoon De Jager en zijn werk voor de waterschappen. Ir P. J. Gruijters, vanaf 1 november nieuwe dijkgraaf, vertelde dat hij het beleid van zijn voorganger zal voortzetten. De Jager sprak een dankwoord. Daarin zette hij kort zijn visie op de toekomst van de water schappen uiteen. HEINKENSZAND Nu de deltawer ken zijn voltooid, moet Nederland meteen nadenken over het behoud van de bereikte veiligheid in de toe komst. Nederland zakt, de zeespiegel rijst. Inslapen is er niet bij; de beheer ders van de waterkeringen moeten alert blijven. Deze boodschap bracht ir W. van der Kleij, hoofddirecteur van rijkswaterstaat, woensdag mee naar het symposium 'Veilig achter de deltadijken?', dat het waterschap Noord- en Zuid-Beveland in Hein kenszand hield. Aanleiding: het ge reedkomen van het op deltahoogte brengen van de dijken. Van der Kleij gaf aan dat de techniek vandaag-de-dag de bewoners van Ne derland elk gewenst veiligheidsniveau kan bieden, behalve absolute veilig heid. Hij zei dat de keus van het veilig heidsniveau afhankelijk is van een be stuurlijke en politieke afweging. De hoofddirecteur herinnerde aan de keu zes van het deltaplan: een overstro mingskans van 1 in 10.000 jaar voor centraal Nederland en van 1 in 4.000 j aar voor de rest. Ir Van der Kleij merk te op dat nu al rekening moet worden gehouden, bijvoorbeeld bij planologi sche beslissingen, met nieuwe dijkver sterkingen. P. Nijhoff, algemeen directeur van de Stichting Natuur en Milieu, stelde dat de bereikte deltaveiligheid mogelijk heden biedt het slechte rentmeester schap jegens de natuur te verbeteren. Hij pleitte, na de grote verliezen die de natuur in de delta heeft geleden, voor een herkansing. Uitgangspunten daar voor moeten volgens Nijhoff zijn: kwa liteit, dynamiek, samenhang en zorg vuldigheid. „Dit alles gericht op een duurzame ontwikkeling". Hij beklemtoonde dat aanscherping van het milieubeleid nodig is, evenals een natuurvriendelijk beheer van dij ken en watergangen, van oeverszones langs (voormalige) zeearmen, van Neeltje Jans en de Voordelta. Nijhoff betoogde dat recreatief parasitisme op natuurwaarden moet worden te gengegaan. De oud-voorzitter van de Unie van Wa terschappen, ir W. J. L. J. Merkx, bracht naar voren dat de bescherming tegen het water vóór alle andere belangen gaat. „Komen tot een duur zaam Nederland kan alleen als er ster ke, goed onderhouden dijken zijn". Oud-kamerlid ir H. van Rossum wees erop dat aan het veiligheidsniveau al tijd een prijskaartje hangt. Hij vond dat werken van nationaal belang, ook nationaal betaald moeten worden. In dit verband doelde hij onder meer op aanleg van een stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg. Mr A. W. H. Docters van Leeuwen, plaatsvervangend directeur-generaal orde van veiligheid, gaf de betrekke lijkheid van het begrip veiligheid aan. Hij voerde aan dat Zeeland een voor- beeldgebied is. „Je kunt er rijden in een molotovcocktail - een auto - ver be neden de zeespiegel, richting kerncen trale en langs een groot industriege bied en zonodig gebruik maken van een veerboot". Docters van Leeuwen waarschuwde voor zelfgenoegzaam- De Reimerswaalse wethouder van cultuur J. W. P. Cornelissen ziet dat anders. Hij denkt dat degenen die nu wellicht kiezen voor de aankoop van een kunstwerk, dat anders niet zou den hebben gedaan. „Het werk is al ja ren in ons bezit. We hadden de moge lijkheid om het te verhuren, maar daar werd nauwelijks gebruik van ge maakt. We denken juist dat dit een po sitieve invloed kan hebben op de ver koop van Lensvelts werk". De kunstenaar wil er de nadruk opleg gen dat het niet alleen om hem gaat, maar om alle collega's die voor hun bo terham van de vrije markt afhankelijk zijn en potentieel leveranciers van kunstwerken kunnen worden ge noemd. „Bovendien heeft nooit ie mand geweten van die uitleenmoge lijkheid. Daarover is in Reimerswaal Informatie nimmer een bericht ver schenen". Volgens Lensvelt is juist het uitleensysteem bijzonder geschikt om mensen in aanraking te brengen met kunst. De gemeenteraad van Reimerswaal is niet gekend in het voornemen van het college. Vanuit de PvdA-fractie wer den dinsdagavond wel vragen gesteld over waar het kunstbezit van de ge meente zich bevond, maar daarop kwam slechts het antwoord dat het in de kelders van het gemeentehuis is op geslagen. Wethouder Cornelissen vindt die gang van zaken niet abnormaal. „Niemand vroeg ernaar wat ermee gaat gebeu ren, dus hoefde ik niet te vertellen dat het aanbod een dag later in het infor matieblad zou staan. Bij de meeste verkopen is het zo dat de transactie wordt gesloten op voorwaarde dat de raad ermee akkoord gaat. Met het voornemen zijn we niet naar de raad gegaan. Als we uiteindelijk gaan ver kopen is de toestemming van de raad wel noodzakelijk". De wethouder be nadrukt dat de verkoopregeling nog helemaal niet vaststaat. „We verbin den er allerlei voorwaarden aan zoals het verplicht ophangen in publieke ruimten en het niet mogen verkopen aan derden". Lensvelt zal eerst proberen het college en de raad op andere gedachten te brengen. Als dat niet helpt wil hij de beslissing aanvechten op grond van de regels. De overweging van de wethou der dat een particulier die een kunst werk voor minder dan de oorspronke lijk aankoopprijs verkoopt, toch ook niet van marktbederf kan worden be ticht, vindt de kunstenaar onzinnig. „Deze werken zijn met gemeenschaps geld aangeschaft. Die moeten in het bezit van de gemeenschap blijven. De overheid mag het een kleine zelfstan dige toch zeker niet met gemeen schapsgeld onmogelijk maken de kost te verdienen", aldus Lensvelt. DOMBURG - Het verhaal van André Oostdijk, de Middelburgse jongen die na verwijdering van de Korczak school op geen enkele school meer te recht lijkt te kunnen, heeft heel wat los gemaakt bij de familie Van der Heyden in Domburg. De moeilijkhe den, die ze eveneens dit voorjaar had den met hun zoon Michel en die school, voor kinderen met omgangs- en gedragsproblemen, kwamen weer pijnlijk boven. Na lang nadenken hebben ze nu beslo ten, nadat de familie Oostdijk dat be gin deze week al deed, hun verhaal in de openbaarheid te brengen. Michel (13) zit inmiddels naar volle tevreden heid op de Middelburgse Tooren- vliedtschool, voor speciaal voortgezet onderwijs. De familie Van der Heyden heeft een wrok behouden tegen de Korczak school, die Michel vier jaar bezocht heeft. „Onze zoon is daar geestelijk mishandeld. Wij willen de andere ou ders waarschuwen en ze stimuleren contact met elkaar te zoeken. We ho pen dat anderen door ons verhaal bo venal blijven geloven in wat hun kin deren zeggen. Wij hadden zelf gewild, dat we dat eerder hadden gedaan". Wanneer de Van der Heydens terugkij ken, concluderen ze, dat het nooit fan tastisch ging met Michel en de Korc- zackschool. Ze dachten er al langer over om hem naar een andere school te sturen, maar wisten niet naar welke. De scholen voor speciaal onderwijs zijn over het algemeen overbezet. Het afgelopen schooljaar, toen de leerlingen van de Korczakschool van uit verschillende dependances ver huisden naar een nieuw gebouw, ging het helemaal bergafwaarts met Mi chel. Zijn leerprestaties bleven bene den peil en hij werd steeds depressie ver. Michel zat in dezelfe groep als An dré Oostdijk en kon evenals hij niet met de nieuwe leerkracht overweg, die na verschillende wisselingen van docenten vast voor de groep kwam te staan. „Wij willen het niet uitsluitend aan die man wijten", zeggen Michel's ouders. Het echtpaar Van der Heyden „Hij kreeg ook zijn instructies en daar hoorde blijkbaar een harde aanpak van kinderen bij". De verhalen, die het gezin Van der Heijden kan vertellen over intimidatie van hun zoon door medewerkers van de school, zijn talrijk. „Michel is geen makkelijk kind, maar ook niet één van de moeilijkste", zegt zijn vader. „Ik zal een voorbeeld geven. Op een keer kwam hij helemaal drijfnat thuis. Bleek hij als straf met kleren aan in het zwembad te zijn gegooid. Zulke vreem de zaken kwamen vaker voor. Wat er in al die tijd gepasseerd is, is met geen pen te beschrijven". Wat voor de ouders de deur dicht deed, was het incident met André. Hij liep bij een botsing met de groepsleraar lichte verwondingen en blauwe plek ken aan zijn arm op. De betrokken do cent is overigens inmiddels met ziekte verlof. Michel was na het gebeuren compleet van streek. Nadat hij enige tijd thuis was geweest en wat rustiger werd, wilde de familie het nog één keer proberen. Michel ging weer naar school en enige tijd later, begin mei, gebeurde er weer wat in de groep. Een meisje werd tijdens de gymles gesla gen. Daarna hielden de Van der Heydens hun zoon thuis en stuurden een pro testbrief naar het bestuur, gevolgd door een klachtenlijst. Ze wilden ver der graag de namenlijst van de ouders inzien, om die te kunnen benaderen om een oudervereniging op te richten. Ze pleitten ook voor een onafhankelij ke vertrouwenspersoon waar kinderen naartoe kunnen wanneer er zich wat voordoet. Het bestuur ging daar niet verder op in en het advies was uitein delijk Michel naar een andere school te sturen. De Toorenvliedtschool was be reid Michel in te schrijven. De ouders van Michel maken de Korc zakschool nog steeds verwijten. Ou ders hebben daar volgens hen niets te zeggen en zijn afhankelijk van leer krachten. Er is onvoldoende overleg. De school zou de kinderen onterecht een stempel opdrukken, waardoor an dere scholen huiverig zijn hen op te ne men. De Van der Heydens zeggen nog veel meer trieste verhalen van andere ou ders te kennen, die verder geen initia tieven durfden te ontplooien, omdat ze bang zijn dat hun kind daar schade van ondervindt. Contact tussen de ou ders onderling is moeilijk omdat de kinderen uit heel Zeeland komen. heid. „Het werk is af. De drempel is hoog en lang. Maar binnendringen lukt altijd 'n keer". Hij achtte aanwe zigheid van een goed communicatie systeem bij watersnoden erg belang rijk. In de discussie kwam onder meer het afwegen van tegenstrijdige belangen aan de orde: landbouw contra natuur en milieu. Zowel Merkx als Nijhoff stelden dat er geen algemene belan- genvolgorde aan te geven is. Steeds zal van geval tot geval bekeken moe ten worden welke oplossing voorkeur geniet. Nijhoff herinnerde aan de partiële dijkverhogingen langs de Oosterschelde, waarbij met belangen van zowel natuur als landbouw goed rekening is gehouden. Ir H. Engel, directeur rijkswaterstaat Zeeland, wees op de noodzaak geld be schikbaar te stellen om onveiligheid door milieuvervuiling op te heffen. Symposiumvoorzitter dr C. Boertien vatte de discussie zo samen: „Bij de hele ontwikkeling speelt het milieu meer een rol dan in het verleden. Dat is een heel goede zaak". Mevrouw C. Koster, voorzitter van het bestuur van de school, kent verder geen ernstige klachten van ouders, behalve van de Van der Heijdens en de familie Oostdijk. Ouders blijken, volgens haar, zelf niet erg geneigd om mee te praten in bijvoorbeeld een me dezeggenschapsraad. Het bestuur was na het initiatief van de familie Van der Heyden bereid een vergadering bijeen te roepen voor ou ders, met het doel een vereniging op te richten, maar wilde dit niet alleen door de familie Van der Heyden laten doen. Mevrouw Koster: „Die wilden alleen een soort negatieve actie ontketenen, hadden wij het idee", Over het verhaal van de Van der Hey dens heeft mevrouw Koster "zo haar twijfels". „Geestelijke mishandeling is natuurlijk altijd moeilijk aan te tonen, maar deze ouders overtrekken de si tuatie, denken wij. Op een gegeven moment zijn we met hen in een soort welles-nietes spelletje beland. Wij vin den als bestuur dat het bij dit soort kinderen niet onterecht is, om soms verbaal geweld te gebruiken. Dat is wel eens nodig om kinderen in een klas aan het werk te krijgen". „Dat er klappen uitgedeeld zijn, dat ontken ik niet, maar daar gaat ook wat aan vooraf. Dat meisje had bijvoor beeld eerst keihard in het kruis van de betrokken man geschopt. Bij André sprong er onverwachts een andere jon gen op de rug van de groepsleerkracht, terwijl hij André vast had". „Toen alle leerlingen in één schoolge bouw zijn gekomen, is er ook een aan tal zaken veranderd. Er zijn meer re gels gekomen, dan er in de dependan ces gehanteerd werden, zo'n situatie is uiteraard veel overzichtelijker, dan een groot gebouw. Aan de uitgangs punten van het onderwijs is echter ver der niets veranderd. We proberen ons werk nog steeds zo goed mogelijk te doen in het belang van de kinderen". „Over een aparte vertrouwensper soon hebben we onze gedachten nog nooit laten gaan. We hebben daar ver der ook geen vragen naar gehad en we hadden de laatste jaren een heleboel andere zaken te regelen, zoals de huis vesting bijvoorbeeld". De directeur van de Korckzakschool, A. Kamermans, weigert commentaar op de zaak te geven. HEINKENSZAND - „Tussen het jaar 1000 en nu is er in de regio bijna geen generatie die het on voorspelbare gedrag van de zee niet aan den lijve heeft onder vonden. Heel vaak heeft de mens de strijd tegen de zee met een ne derlaag moeten bekopen. On danks het gereedkomen van de deltaversterkingen in Noord- en Zuid-Beveland, moeten we de kracht van wind en water blij ven wantrouwen". Dit zei dijk graaf G. J. de Jager van het wa terschap Noord- en Zuid-Beve land woensdag in Heinkens zand, waar het boek 'Het Werk Voltooid' ten doop werd gehou den. De dijkgraaf betoogde dat het boek is samengesteld 'opdat wij niet vergeten' en om de inspan ningen vast te leggen die het op deltahoogte brengen van de dij ken met zich meebracht. De Ja ger wees erop dat op de Bevelan- den na de watersnoodramp van 1953 voortvarend is aangepakt. Al in 1956 werd een eerste dijk vak, bij Schore, versterkt, nog vóór deltawet en sluitende financieringsregelingen er wa ren. De Jager overhandigde eer ste exemplaren van het boek, dat geschreven is door drs L. Pries ter, aan ir W. van der Kleij van rijkswaterstaat en commissaris van de koningin dr C. Boertien. Van der Kleij reikte namens mi nister drs N. Smit-Kroes van ver keer en waterstaat gelukwensen aan. Hij las een toespraak voor van de minister, die in Luxem burg vergaderde. Smit-Kroes at tendeerde op de noodzaak van sterke waterschappen om de vei ligheid te kunnen handhaven. Noord- en Zuid-Beveland wordt daartoe gerekend. De bewinds vrouw onderstreepte haar voor nemen om de Zeeuwse water schappen in de toekomst méér zelf te laten betalen van de kosten voor dij konder- houd. Ook kleine aanpassingen aan dijkwerken komen in het vervolg voor rekening van de wa terschappen. (Slot van pagina 13) wisten dat dat extra geld haalbaar moest zijn. We hadden immers het ge lijk aan onze kant toen we beslisten tot de sloop van Sluiskil-Oost. Daarover was men het zowel bij de provincie als bij het rijk altijd helemaal met ons eens". Volgens Van Rooijen heeft de directe confrontatie met Sluiskil-Oost, een maand geleden, Heerma aan het twij felen gebracht. „Daarna is hij met de minister gaan praten en die bood uit komst: de rijksbijdrage komt nu hele maal uit de milieupot 'geluidsvoor zieningen', die nauw verband houdt met de wet geluidhinder". Nijpels heeft daarmee een voor Neder land uniek besluit genomen, want in die wet wordt weliswaar rekening ge houden met sloop (als uiterste moge lijkheid), maar hoe zo'n operatie moet worden gefinancierd, wordt niet aan gegeven. En staatssecretaris Heerma heeft alleen geld voor nieuwbouw of re novatie, maar niet voor sloop. Nijpels heeft dat probleem eigenhandig - en waarschijnlijk eenmalig - opgelost. Wethouder Gosselaar: „Ik denk dat het een goeie zaak is dat een kwestie als deze op het bordje van 'milieu' wordt gelegd; het is immers een uit vloeisel van de regelgeving op dit ge bied". Van Rooijen tenslotte: „Wij hebben als gemeente onze nek uitge stoken. En dat is alom gewaardeerd, zo is mij ook tijdens dat laatste overleg in Den Haag nogeens gebleken".

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 25