Spin in het web van Fiat imperium Wat ouderen eten moet goed zijn Rode Jeugd, de romantiek van het jongensboek week-in 31 ZATERDAG 22 OKTOBER 1988 Libisch kapitaal houdt Fiat overeind. Topman Agnelli omhelst kolonel Khadaffi. L'Avvocato leidt vanuit Turijn een genadeloos machtsnetwerk. De journalist Alan Friedman stelde de praktijken van de ongekroonde koning van Italië te boek. Genadeloos Flop Alfa Romeo Hans Amesz Tafeltje dekje Car ine Neefjes Reconstructie Dreiging Paradijs? Wim Brands Agnelli: in geen enkel westers industrieland heeft eéri man zoveel macht. Agnelli's industriële mafia zet Italië naar haar hand Rome mag dan de hoofdstad van Italië zijn, de plaats waar het allemaal geregeld wordt is Tu rijn. Want daar bevindt zich het hoofdkantoor van het Agnelli-im- perium, waarvan de inmiddels 67- jarige Gianni Agnelli de onbetwis te leider is. Deze Agnelli, kleinzoon van de oprichter van Fiat, is de on gekroonde koning van Italië. In geen enkel westers industrieland heeft één man zoveel macht. Zijn rijk, beginnend met Fiats jaarlijk se inkomen van 30 miljard dollar, omvat verder banken, verzeke ringsconcerns, detailhandelske tens, ruimtevaart, helikopters, te lecommunicatie, kranten en tijd schriften, wapenfabrieken en nog veel meer. Alan Friedman, vijf jaar lang cor respondent van de Financial Ti mes in Milaan, heeft een dik boek over het gerespecteerde en ge vreesde hoofd van een van Euro pa's grootste industriële dynas tieën geschreven: 'Agnelli en de Italiaanse macht'. Aanvankelijk was hij van plan geweest om te schrijven over het 'Nieuwe Italië'. Maar hoe meer gegevens hij verza melde, des te meer ging hij inzien dat „dicht onder de oppervlakte van dat Nieuwe Italië een ouder en feodaler machtssysteem lag, met Gianni Agnelli aan de top van de piramide". Daarom concentreerde Friedmans onderzoek zich op deze unieke machtsstructuur en de in ternationale verbindingen ervan. Natuurlijk heeft Friedman gepro beerd Gianni Agnelli te intervie wen. Maar die weigerde en stuurde zes maanden na verzoek een brief je waarin hij liet weten een onder houd noch opportuun noch wense lijk te achten. In plaats daarvan wenste een publiciteitschef van Fiat inlichtingen over het boek van collega's van Friedman in Ro me. En na de aankondiging van het verschijnen van het boek, werd door Fiat tegen Friedman en de Fi nancial Times een aanklacht we gens laster ingediend. Die aan klacht ging over een artikel inzake het nogal onfrisse onderwerp van een overeenkomst op het gebied van telecommunicatie die Fiat had verbroken. Maar veel Italiaan se vrienden zeiden tegen Fried man dat deze ongehoorde juridi sche stap een waarschuwings schot van Fiat was, een soort indi recte intimidatie. Immers, in Italië schrijf je geen kritisch boek over Gianni Agnelli. „Ik weet niet of hierin enige grond van waarheid stak", schrijft Fried man, „maar in ieder geval ging ik gewoon door met het schrijven van het boek, nadat ik al uitvoerig on derzoek had gedaan in Italië, de Verenigde Staten, Engeland, Zwit serland en Frankrijk. Bij het schrijven over Agnelli en het net werk van de Italiaanse macht wil m Kolonel Khadaffi de ik alleen een aantal gegevens natrekken dat ik was tegenko men". Volgens Friedman is Agnelli, hoe minzaam en innemend hij zich ook als vriend van presidenten, vor sten en eerste ministers aan de bui tenwereld kan voordoen, in feite het hoofd van een genadeloos be stuurd macht-netwerk dat als een 'schaduwkabinet' in Italië kan worden beschouwd. Die minzaam heid moet Agnelli ontwikkeld heb ben, toen hij het leven nog 'ver slond' Jarenlang gold hij als losbol van de Rivièra. Hij begaf zich van het ene kostbare feest naar het an dere en veroverde de positie van meest aanstootgevende playboy van het naoorlogse Europa. De blitse leden van de toenmalige in crowd waren figuren als prins Rai nier van Monaco, de filmster Erroll Flynn, de voormalige diplomaat en rokkenjager Porflrio 'Rubi' Ru- birosa, de losbol Ali Khan, de van auto's bezeten Spaanse markies Alfonso de Portago en vanzelfspre kend de jonge Gianni Agnelli, die jaarlijks op een dividend van mini maal één miljoen dollar kon reke nen. Dit gezelschap, aangevuld met aantrekkelijke dames als de beroemde Zweedse 'ijsberg' Anita Ekberg (van de film La dolce vita), Rita Hayworth, Danielle Darrieux, Linda Christian, 'holde' voortdu rend van de ene villa naar de ande re. Dat hollen bestond voornamelijk uit snel transport per auto, jacht of privé-vliegtuig van villa's naar ca sino's en nachtclubs, van besloten party's naar polovelden, tussen Zuid-Frankrijk, Parijs, Turijn, New York, Buenos Aires of Rio de Janeiro. Dit soort escapades, waar Agnelli niet mee stopte nadat hij in 1953 met een Napolitaanse prinses was getrouwd, is van geen enkel belang meer voor de moderne maatschappij. Maar in die wilde ja ren was de Europese playboy nog een romantische figuur met een grote aantrekkingskracht. Prins Nickie Fignatelli, vanaf zijn jeugd met Gianni bevriend, vatte tegenover Friedman de wijze waarop de Italianen de Agnelli-le- gende bijna altijd hebben gekoes terd, als volgt samen: „De mensen hier vinden het prachtig zoals Gianni de bloemetjes buiten zet". Zonder twijfel was hij een groot deel van de naoorlogse periode de boeiendste, sterk charismatische figuur in het dagelijks leven van Italië, omdat de doorsneeburger zich in zijn eigen wensdromen en aspiraties met Agnelli's gedragin gen kon vereenzelvigen. In 1966 besloot L'Avvocato (Agnel li heeft in Turijn een graad in de rechten behaald) zich met ernsti ger zaken te gaan bezighouden en zijn aandacht op het familiebedrijf te richten. Het concern was toen al de belangrijkste industriële privé- onderneming in Italië. Agnelli wil de van Fiat een echte internatio nale automobielonderneming ma ken naar het model van General Motors. Later zou Agnelli zich als directeur geducht bewijzen, maar pas na 13 jaar vallen en opstaan. In die tijd, tot pakweg 1976, schiep hij voor Fiat minstens zoveel proble men als hij er oploste. Later, schrijft Friedman, kon geen mens meer de kracht van zijn uitzonder lijke charme, zijn humor en zijn we reldse gezindheid weerstaan, zo min als men de reputatie weerleg de die hij inmiddels als vooraan staand Europees industrieel-en- staatsman had verkregen. In 1973 leed Fiat zijn eerste be drijfsverlies. Door stakingen, marktverliezen en terroristische aanslagen stond de onderneming met de rug tegen de muur.. En dat werd er niet beter op toen Agnelli probeerde het bedrijf op grote schaal te laten diversificeren en de Italiaanse vakbond op zijn hand te krijgen door die om te kopen. Gianni Agnelli speelde in die tijd met de gedachte Fiat te laten voor wat het was en ambassadeur in Washington te worden. Als ambas sadeur had hij het waarschijnlijk beter gedaan dan als directeur - maar het heeft hem veel tijd gekost voor hij dat zelf inzag. Uiteindelijk heeft Gianni Agnelli de dagelijkse leiding aan een ander overgedragen, maar hijzelf bleef natuurlijk de spin in het web van het imperium. Eerst zou Carlo de Benedetti (van de mislukte over name van De Generale in België) Fiats eerste man worden. Dat ging niet door, omdat de Benedetti ru zie kreeg met Agnelli. Vervolgens kwam Cesare Romiti op het to neel, een man die sinds 1980 de on derneming met zeer harde hand re geert. Hij deelt de klappen uit, ter wijl Agnelli de schouderklopjes voor zijn rekening neemt. Die ceremoniële rol van Agnelli kwam goed tot uiting in 1976 ten tijde van de omstreden transactie met de Libyan Arab Foreign Bank. De bank van de Libische dictator kolonel Khadaffi was bereid het naar geld smachtende Fiat 415 miljoen dollar te betalen voor een aandeel van bijna 10 procent. De transactie zelf werd afgehandeld door de luitenants, Agnelli zelf hoefde niets anders te doen dan het nieuws bekend te maken en en kele dagen later na de lunch naar Moskou te vliegen om de onzalige overeenkomst te bezegelen, Kha daffi te omhelzen en later het diner te gebruiken met de kompanen van Sovjet-leider Leonid Brezjn- jev. Tien jaar later, toen de Libische re gering moest worden uitgekocht, omdat het Pentagon verordon neerd had dat Fiat anders geen op drachten in het kader van het Star Wars-project zou krijgen, deed Ag nelli het verzoek aan Khadaffi om zijn belang te verkopen. Maar de kolonel verlangde in eerste instan tie meer. Dat kreeg hij ook: 3,1 mil jard dollar, een winst dus van 2,5 miljard dollar, ongeveer 5 miljard gulden. De deal leidde er toe dat een honderdtal internationale banken enorme verliezen leed. Die hadden zich garant gesteld voor de overname en verkoop van nieuw uitgegeven Fiat-aandelen. Dat werd een fantastische flop, omdat de prijs van de oude aandelen-Fiat weliswaar wonderbaarlijk geste gen was, maar even wonderbaar lijk weer ineenklapte. Agnelli kost te de zaak geen cent. Verder wist hij door de deal het familie-aan deel in Fiat op te voeren van onge veer eenderde tot iets boven de veertig procent. Met geld wel te verstaan dat hij tegen een verbijs terend lage rente van 2,6 procent van de Italiaanse staatsbank had geleend. Het beste bewijs voor Agnelli's macht vormt volgens Friedman de onverwachte overname van het staatsbedrijf Alfa Romeo door Fiat. Terwijl de Italiaanse over heid eigenlijk al een akkoord had gesloten met Ford, dook Cesare Romiti in Rome op. Agnelli wilde niets van een inmenging van Ford op de Italiaanse markt hebben. Dus maakte Romiti veel misbaar, luidde de klokken van het nationa lisme en verdedigde zijn zaak in sterke bewoordingen bij de rege ring in Rome. Hij besteedde de warme zomer van 1986 bovendien aan een kat-en-muisspelletje over de vraag of Fiat nou wel of niet een eigen bod zou uitbrengen op Alfa. Toen hij tenslotte het Fiat-bod be kend maakte, had hij snel gewon nen. Ford stond in de kou. De mo nopoliepositie van Fiat als de eni ge autoproducent en beheerser van zestig procent van de markt in Italië was behouden. In juli 1987, nog geen jaar nadat Fiat de leiding overnam van Alfa Romeo, gaf de Europese Commis sie in Brussel opdracht de omstre den transactie te onderzoeken. Er diende gecontroleerd te worden of Fiat inderdaad niet meer dan 400 miljard lire had betaald voor het gehele autobedrijf, een prijs die veel lager was dan de werkelijke marktwaarde van Alfa Romeo. De onderzoekers kregen ook opdracht om beschuldigingen uit te zoeken dat Fiat tijdens de overname een voorkeursbehandeling had gekre gen van de Italiaanse regering. Het doen en laten van het Agnelli- imperium, verzekerd van het bezit van een kwart van de media en de voetbalclub Juventus, is, aldus Alan Friedman, niet altijd in over eenstemming met democratische waarden en het principe van een gezonde concurrentie; het Fiat-ap paraat legt zijn wil op aan de rege ringen van Italië en aan industrie en bankwezen. Wie het waagt te gen de door Agnelli vertegenwoor digde oligarchie stelling te nemen, wordt bijna altijd of in de kring op genomen of van de baan geveegd. Het imago van Agnelli zelf heeft nooit enige schade opgelopen. Het waren zijn handlangers die het vui le werk opknapten. Het Agnelli- concern als 'Tweede Mafia' met Gianni als Godfather. Door de toenemende vergrij zing van de bevolking krijgen steeds meer mensen te maken met chronische aandoeningen, demen tie en sociale isolatie. Deze tekort komingen kunnen leiden tot een slechte voeding waardoor oudere mensen ongezond hun oude dag tegemoet gaan. Om meer aan dacht te besteden aan deze groeiende bevolkingsgroep be noemde de Stichting Voeding Ne derland onlangs mevrouw dr. W.A. van Staveren tot bijzonder hoogle raar 'Voeding van de oudere mens' aan de Landbouwuniversiteit in Wageningen. Dat meer onderzoek naar de wel stand van ouderen niet overdreven is, blijkt uit de Nota 2000 van WVC. Volgens het rapport zal in 2030 bij na een kwart van de bevolking ou der zijn dan 65 jaar. Momenteel ligt dat percentage nog op twaalf pro cent. „De oudere mens was tot voor kort een ondergeschoven kindje in de wetenschap. Tegen woordig is de bejaarde het 'zorgen kindje' van veel onderzoekers," zegt de nieuwe hoogleraar. Samen met andere voedingskundigen spreekt zij op 25 oktober op een symposium over voeding van ou deren in de Jaarbeurs te Utrecht. De ontrafeling van het geheim van de relatie tussen voeding en verou dering is met het oog op de toe komst van groot belang. Voorals nog ontbreekt er voldoende kennis van al die aspecten die te maken hebben met de voeding voor oude ren. Dat is overigens niet zo vreemd aangezien het een heel ge mêleerde groep is en weinig een sluidende adviezen zijn te geven. Van Staveren: „De variatie aan be hoeften is veel sterker dan bij de jongere leeftijdscategorieën. Leef tijd zegt niet alles. Iemand van zes tig jaar kan echt oud zijn en een man of vrouw van tachtig nog jong. Dat maakt de materie zo com plex." Ook zijn wetenschappers er nog niet van overtuigd of ouderen echt anders moeten eten dan bijvoor beeld jongeren. Wel staat vast dat wat ze eten goed moet zijn. „Over het algemeen is de oudere mens li chamelijk minder actief, dus heeft hij ook minder energie, minder eten nodig. Voor ouderen is er min der plaats voor suiker en vet." Dat ook ouderen hun boekje te buiten gaan wat betreft vet, bleek uit het rapport 'Wat eet Neder land'. Het onderzoek dat is gehou den in opdracht van de ministeries van Lanbouw en WVC, wees uit dat Nederlanders te veel en te vet aten. Voor ouderen zijn deze extra calo rieën desastreus. Van Staveren: „Te veel vet leidt tot hart- en vaat ziekten. Als je ouder bent moetje dit voorkomen, omdat je minder weerstand hebt." Ook komt het voor dat ouderen buiten hun schuld om te vet eten. Bijvoorbeeld in verzorgingstehui zen. Uit een in 1987 gehouden on derzoek bleek dat ook de verstrek te maaltijden meestal te vet wa ren. Koks en verzorgers zijn zich er nu meer bewust van om minder vet te koken. Wat wel vasstaat voor de weten schap is dat ouderdom met gebre ken komt. Verschillende lichaams onderdelen zullen op den duur minder goed functioneren. De nie ren hebben bijvoorbeeld meer vocht nodig, omdat hun vermogen de urine te concentreren afneemt. Het is daarom verstandig om meer te drinken, zodat de afvalstoffen regelmatig worden afgevoerd. Ook de stevigheid van de botten gaat door ontkalking achteruit. Ze worden brozer en daardoor breek baar. Deze zogeheten osteoporose kan worden tegengegaan door meer kalkrijk voedsel, zoals melk- produkten en kaas te eten. Een andere, ook zeer belangrijke li chamelijke verandering is dat veel oudere mensen een gebit dragen. Van Staveren: „De meesten kun nen dan minder goed kauwen en gaan dan harde voeding mijden. Ze geven bijvoorbeeld de voorkeur aan witbrood in plaats van bruin. Zo krijgen sommigen te weinig voedingsvezels binnen wat kan lei den tot problemen bij de stoel gang." Behalve de lichamelijke verande ringen, krijgen veel ouderen te ma ken met een ommekeer in hun leef-milieu. „De kinderen zijn de deur uit en vader en moeder zitten alleen. Ze moeten dan wennen om minder boodschappen te doen, want te veel eten op oudere leeftijd is niet goed. In sommige huishou dens komt één van de partners te overlijden. Het is dan best moeilijk om opeens voor je eentje toch goed en lekker te koken." Behalve dat goede voeding nood zakelijk is voor het functioneren van het lichaam, benadrukt de nieuwe hoogleraar ook de sociale functie van de maaltijd. „Eten moet niet gebonden zijn aan aller lei regeltjes. Een gezellige en smaakvolle maaltijd staat voorop. Belangrijk is dat ze drie maaltij den per dag nemen en zich niet ge durende de dag verzadigen met koek en snoep. Dan kan je van ie dere maaltijd een feest maken." In de toekomst zal Van Staveren zich onder meer bezighouden met de praktische voorzieningen van voedsel voor ouderen. De vraag rijst op wat voor manier mensen hun oude dag willen beleven. „De tendens is dat de meesten zo lang mogelijk zelfstandig willen wonen. Dan moet er meer voorlichting ko men over hoe je zelf een lekker en gezond potje kan koken. Ook zou den er meer kleinere verpakkingen van voedingsmiddelen in de win kels moeten komen, zodat de kans verkleint dat ouderen bedorven eten consumeren. Voor diegenen die wel zelfstandig willen wonen, maar niet willen koken moeten er meer kant en klaar-menu's komen; de zogenaamde tafeltjes dekje." .ttttVS Van Staveren: eten moet niet gebonden zijn aan allerlei regeltjes. Ze wilden het kapitalisme met wortel en tak uitroeien. Vanuit Amsterdam, Eindhoven, en niet te vergeten: Breda. Aanvankelijk was de organisatie legaal. Maar nadat de politie de leden steeds harder ging vervolgen, werd besloten on dergronds te gaan. Vanaf dat moment lonkte de organisatie niet alleen meer met het terrorisme, maar had het er even alle schijn van dat er een Nederlandse RAF aan het ontstaan was. De Rode Jeugd. Vergeleken bij hen was Provo een sullig clubje bloemenpluk kers. Met name de afdeling Eindhoven had een abonnement op rook en glas scherven. En hoewel het nooit tot grote aanslagen kwam, hebben de leden jaren lang talloze vertegenwoordigers van jus titie aan het werk gehouden. Jarenlang hebben we ook al niets meer van ze ge hoord. De Rode Jeugd stierf dezelfde dood als talloze andere organisaties die de hemel willen bestormen en na de eer ste grote smak nooit meer overeind ko men. De Rode Jeugd is geschiedenis. Jeugd sentiment, voor een enkeling. Tijd dus om alles eens op een rijtje te zetten: wat dreef de leden, hoe dachten ze in Neder land een socialistisch paradijs te verwe zenlijken, waarom ging het fout? HP- journalisten Daan Dijksman en Frans Dekkers proberen in hun boek Een Hol landse stadsguerrilla antwoorden op die vragen te geven. Ze zijn daar uitstekend in geslaagd. Hoewel soms slecht geschre ven, is hun boek een uitstekende recon structie van een bevlogen tijd. Aan de hand van gesprekken met de be langrijkste oud-leden beschrijven Dijk sman en Dekkers de belangrijkste ge beurtenissen die vooral eindjaren zestig, begin jaren zeventig plaatsvonden: de bom in de auto van een politie-functiona- ris, de arrestatie van Lucien van Hoesel die springstof smokkelde, de arrestatie van Lidwien Janssen die in Zuid-Jemen zou worden opgeleid tot terroriste. Het lijken feiten uit een jongensboek. En wie deze terugblik leest kan zich ook niet onttrekken aan het idee dat de hoofdper sonen zich soms jongensboekhelden moeten hebben gevoeld: wij tegen de rest van de wereld. Ongetwijfeld waren ze oprecht in hun bedoelingen, alleen ging dat wel gepaard met een verdwa zing die op andere plaatsen, in andere tij den tot talloze doden heeft geleid. Achteraf bezien is de angst van justitie voor de Rode Jeugd belachelijk. Dat blijkt duidelijk uit dit boek. De Rode Jeugd de nieuwe RAF? Misschien heeft het er even naar uitgezien, maar verder dan politici bedreigen is de Rode Jeugd nooit gekomen. Theorie En Praktijk Van het Aanvallen Van Personenheette een van de brochures. Dreigende taal, maar de theorie verwees in de praktijk vooral naar de gewoonte om politici te bedelven onder nooit bestelde goederen uit de Wehkamp-gids. Tekenend voor het revolutionaire gehal te van de Rode Jeugd is ook dat ene ant woord van Lidwien Janssen. Ze was op weg naar Zuid-Jemen voor een terroris tenopleiding en verklaarde op een Israë lisch vliegveld tegen de agenten die haar aanhielden: 'The petrol I bought for the bombs I used in the cars'. Oké, je kunt je afvragen wat er later in Nederland was gebeurd als Janssen die opleiding in Je men wel had genoten, maar desondanks denk ik dat die ene zin veelzeggend is. Hier is geen beroepsrevolutionair aan het woord, maar een kind dat oorlogje speelt. Hoe kijken de leden terug op hun Rode Jeugd verleden? Voor de een is het nostalgie, de ander wil nog steeds het pa radijs verwezenlijken. Springstof heb ben ze nooit meer op zak. Dat kan ook niet, want de een werkt inmiddels in een boekhandel, de ander is free lance corres pondent van NRC/Handelsblad, en een derde zit voor de PSP in de gemeente raad van Eindhoven. Dit jaar heeft hij nog betoogd dat de gemeente geen Dom- melsch Bier meer mag schenken, aange zien de brouwerij het had verdomd om toneel door lesbiennes te sponsoren. Nee, met de wereldrevolutie heeft dit niet veel van doen. Frans Dekkers, Daan Dijksman, 'n Hollandse stadsguerrilla; uitgeverij Balans, f 24,50

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 31