EEN HEEL LOT
Signalement
NEDERLANDSE STAATSLOTERIJ
ZATERDAG 22 OKTOBER 1988
Ligging: ten oosten van
Clinge in Oost-Zeeuwsch-
Vlaanderen tegen Belgische
grens.
Overgangsgebied tussen
Pleistoceen zand en lagere
zeeklei.
Oppervlakte 60 hectare,
waarvan ongeveer 4 in bezit
van Het Zeeuwse Landschap
en Staatsbosbeheer.
Rijk aan zeldzame oever- en
waterplanten en
paddestoelen.
's Winters verblijfplaats
voor duiven, kraaien,
roofvogels en verscheidene
soorten mezen; 's zomers
broedgebied voor wielewaal,
ransuil, matkopmees, groene
specht en boomkruiper.
Vrij toegankelijk op wegen
en paden.
Onverkocht
«en heel lot ,25
aaris AA
de directeur.
Voorkeuren
Ben Jansen
Vervalsingen
Jim Postman
week-in
Herfstblad in Clingepolder
JTTerboden te zwemmen' staat op een
V bord bij een oude zandwinning in de
Clingepolder. En dus gaat even verderop
een rose heer te water. Het tafereel
schreeuwt erom te worden geschilderd.
'Badende bejaarde in herfstig landschap'
lijkt een juiste titel voor het doek. Vanuit
de plas blikt de zwemmer besmuikt om
hoog naar de wandelaars die hem passe
ren. Betrapt. Maar wanneer de voorbij
gangers vriendelijk groeten en informeren
naar de temperatuur van het water, komt
hij los. „Dit is veel beter dan binnen zit
ten," roept hij uitnodigend. „Daar word je
maar ziek van." Aan de andere kant van
de plas heeft een sportvisser heel afwij
kende opvattingen over de blootstelling
van het lichaam aan de elementen. Hij be
zit de nieuwste trend op hengelsportge-
bied: een speciaal voor dit doel ontworpen
tent, van waaruit hij zijn modieus mat-
'zwarte hengels in de gaten houdt. Het re
gent niet eens, maar zo'n tent koop je nu
eenmaal niet om ervóór te gaan zit
ten.
Het contrast tussen de kranige zwemmer
en de kouwelijke visser typeert de Clinge
polder. Het ongeveer 60 hectare grote ge
bied ten oosten van Clinge verschilt zelf
sterk van het omringende Oost-
Zeeuwsch-Vlaamse landschap. De polder
ligt op de overgang tussen oude pleistoce
ne zandgronden en lager gelegen zeeklei
polders. Dergelijke overgangsgebieden
hebben gewoonlijk een hoge natuurwe
tenschappelijke waarde, omdat er veel
soorten planten en dieren voorkomen. De
soortenrijkdom, zo heet het dan, is groot.
In de polder is het water puur zoet; de bo
dem kalk- en voedselarm. Het omliggende
gebied heeft water met een hoger zoutge
halte en ook komen er meer fosfaten, stik
stof en kalk voor.
De verkavelingsstructuur in de Clingepol
der is een mooi voorbeeld van het Franki
sche verervingssysteem. Alle zonen kre
gen een zelfde part van de nalatenschap
van hun vader en dus werd ook het land in
gelijke delen opgesplitst. Het resultaat is
op een kaart van het gebied, maar ook in
het landschap zelf, duidelijk te zien: lange
smalle, met houtwallen en bosjes om
zoomde kavels, die iedere rechtgeaarde
cultuur-technieker de handen zullen doen
jeuken. Maar het zal een onbevredigd
kriewelen blijven, want de Clingepolder is
in het kader van de Relatienota aangewe
zen als natuurgebied.
De stichting Het Zeeuwse Landschap
heeft er een oppervlakte van 2 hectare en
Staatsbosbeheer bezit een ongeveer even
groot deel van het gebied. De landschaps
stichting werpt zich nadrukkelijk op als
kandidaat-koper van grond in de polder.
Maar Chiel Jacobusse, medewerker van
Het Zeeuwse Landschap, is somber over
de mogelijkheid spoedig een aanzienlijke
oppervlakte van het natuurgebied tot het
bezit van de stichting te kunnen rekenen.
De Clingepolder is een geliefd plekje voor
bezitters van een stacaravan. Zij hebben
in veel gevallen aanzienlijke bedragen
Sinds het ontstaan van de Staatslote
rij in 1726 hebben miljoenen mensen
gedagdroomd over het winnen van een
fikse geldprijs. Dat slechts weinigen dat
geluk ook deelachtig wordt, leidt nog wel
eens tot speculaties. Zo duiken regelma
tig verhalen op als zou het in het over-
heids-kansspel niet eerlijk toegaan. En
kunnen die verdachtmakingen worden
ontzenuwd, dan nog blijven pechvogels
met vragen rondlopen.
Om maar meteen bij een heikel punt te
beginnen: nee, er is geen notaris aan
wezig bij de trekking van de Staatsloterij.
Die controlerende taak wordt vervuld
door een commissie, die bestaat uit werk
nemers van de Staatsloterij. Volgens
woordvoerster Astrid Hoppenbrouwer
heeft dat nooit problemen opgeleverd en
vertrouwt het ministerie van Financiën
erop dat dat ook nooit zal gebeuren. ,Wij
hebben voor niemand geheimen'.
Per maand worden gemiddeld twee mil
joen staatsloten (20 series van 100.000 lo
ten elk) verkocht via de 1500 verkoopkan
toren, de postgiro en de banken. De we
derverkopers krijgen per verkocht lot, dus
ook voor een vijfje, een gulden commissie.
Via de banken worden sinds 1984 steeds
meer staatsloten verkocht, thans 328.000.
De verkopen per postgiro zijn sinds 1969
min of meer stabiel gebleven, 290.000 per
maand.
De eerste twee trekkingen, altijd op
woensdag en maandag in het midden van
de maand, worden gedaan bij de Directie
der Staatsloterij zelf, in het Haagse hoofd
kantoor aan de Scheepsmakersstraat 25.
Naast de Trekkingscommissie zijn daar
bij mensen uit het publiek aanwezig. Maar
de belangstelling hiervoor is gering.
Eén van de toeschouwers mag op de knop
drukken van de elektronische trekkings
machine. Naast twee letters uit de series
verschijnen dan zes cijfers die bepalend
zijn voor een van de 1.005.040 uit te keren
prijzen. Overigens is die trekkingsmachi
ne geen computer. Een computer kan bij
de prijstrekkingen worden beïnvloed en
de machine niet, zo luidt de filosofie van
de Staatsloterij.
Hoeveel van die twee miljoen loten wor
den gemiddeld niet verkocht? En draaien
die niet-verkochte loten ook mee in de
prijzenpot van die elektronische trek
kingsmachine?
Hoppenbrouwer, na overleg met de afde
ling boekhouding: ,Zo'n 150.000 loten ko
men gemiddeld niet-verkocht bij ons te
rug. Die loten draaien inderdaad mee in
het prijzenbestand. Maar de twee hoofd
prijzen, de 250.000 gulden en de 500.000
gulden, worden altijd uitgekeerd'.
Het kan dus ook gebeuren dat de 100.000
gulden valt op een niet verkocht lot?
Hoppenbrouwer: ,Dat kan, ja. Ook ande
re, kleinere prijzen, kunnen vallen op
niet-verkochte loten'.
Wat gebeurt er dan met die prijzen? Wor
den die toegevoegd aan het prijzenpakket
van de volgende ronde?
Hoppenbrouwer: ,Nee, dat geld vervalt
aan de staat. Vloeit dus terug in de schat-
trekkingen 21,23 sn 29 c^i$$iir 1985
kist van het ministerie van Financiën.
Maandelijks blijft er ook zo'n drie ton aan
prijzengeld hier liggen van niet geïnde lo
ten. Van mensen bijvoorbeeld die hun
lootje zijn kwijtgeraakt in de wasmachine
of tijdens een verhuizing. Vorig jaar is op
die manier 3,7 miljoen gulden niet door
winnaars opgehaald. Ook dat geld vervalt
aan de staat'.
Kan de minister niet zorgen dat dit geld
eens in het kwartaal wordt verloot door
bijvoorbeeld een extra Superprijs van een
miljoen gulden?
Hoppenbrouwer: ,Dat moet u aan de mi
nister vragen. Overigens heeft minister
Ruding wel eens voorgesteld maandelijks
een extra prijs van een miljoen gulden in
te stellen om de concurrentie met buite-
landse loterijen te lijf te gaan. Maar voor
dit plan hebben we nog geen groen licht
gekregen. Aan de andere kant horen we
vaak van mensen: 'wat moetje met zoveel
geld. Kunnen jullie die grote prijzen niet
verdelen, zodat je meer kleine prijzen
krijgt'.
Volgens de statistieken van de Staatslote
rij ligt het uitkeringspercentage op zeven
tig percent. Op een serie van 100.000 loten
zijn er 50.250 prijzen, dus de deelnemer
heeft theoretisch een kans van 1 op 2 om
wat te winnen. Uiteraard pakt dit in de
praktijk meestal anders uit. Iemand die
een 'straatje' koopt van tien hele loten
voor 250 gulden met de nummers van 0 tot
en met 9, kan heel goed maximaal maar 70
gulden aan prijzen terugkrijgen.
De Staatsloterij boekte vorig jaar een om
zet van 638 miljoen gulden. Volgens Moni
que Nooteboom van het ministerie van Fi
nanciën in Den Haag ging hiervan onge
veer 180 miljoen gulden naar de schatkist.
,Over een plan van minister Ruding voor
een hoofdprijs van een miljoen gulden is
hier niets bekend. Maar een paar mensen
die het zouden kunnen weten zijn met
vakantie en de minister zelf is niet te be
reiken, dus.'
Hoe zit het nu met de belastingen? Geeft u
het op als iemand de hoofdprijs heeft ge
wonnen?
Hoppenbrouwer: ,Wij geven geen informa
tie aan derden, dus ook niet aan de belas
tingen. De belastingdienst vraagt ons wel
eens: 'heeft die meneer zoveel bij u gewon
nen?' Wij geven dan geen antwoord. Al
leen als de officier van Justitie het per se
moet weten zijn we verplicht hem mede
werking te verlenen. Er bestaan veel mis
verstanden over wat je wel of niet aan de
belasting moet betalen bij het winnen van
een hoofdprijs. In de eerste plaats betalen
Ook natuurbeschermers hebben zo hun
voorkeuren. Het favoriete natuurgebied
in Zeeland van Chiel Jacobusse is de Yer-
seke Moer op Zuid-Beveland. De Clinge
polder komt voor hem op de tweede
plaats. De natuurwaarden van dit aan de
rand van de provincie gelegen terrein zijn
min of meer bij toeval ontdekt. Een speur
tocht naar planten die uit Zeeland ver
dwenen leken te zijn, voerde langs klein
schalige gebieden en een ervan was de
Clingepolder. Jacobusse: „We wisten niet
hoe we het hadden toen we hier kwamen
inventariseren. Zoveel planten die in Zee
land maar ook in andere delen van het
land niet of nauwelijks meer voorkomen."
Hij somt op: vlottende bies, liggend herts-
hooi, dwergbies, gele plomp, drijvende
waterweegbree, knolrus en dooierzwam.
Vogels huizen het liefst aan de rand van
een bos. Daar zijn de meeste insecten en
de onkruiden te vinden waarmee ze zich
voeden. Middenin een bos verblijven
daarom minder vogels. Doordat in de
Clingepolder zoveel kleine bosjes en hout
wallen staan, is het aantal strekkende me
ters bosrand erg groot. En dat geldt ook
voor de hoeveelheid vogels. Jacobusse
vestigt de aandacht op de korte kreet van
de bonte specht en het gemiespel van een
troepje goudhaantjes in een haag. In het
najaar vormen de bomen in de polder een
geliefde slaapplaats voor duiven en kraai
en en 's winters kiezen er roofvogels als
buizerds, torenvalken, boomvalken en
sperwers hun domicilie.
Hoewel Het Zeeuwse Landschap zich
voorlopig nog niet hoeft bezig te houden
met de inrichting en het beheer van de ge
hele Clingepolder, heeft Jacobusse daar
nu al zijn ideeën over. „Kun je 't je voor
stellen", roept hij, geestdriftig gebarend,
„hoe het er hier uit gaan zien wanneer we
de houtwalletjes die de afgelopen jaren
zijn verdwenen, weer terug gaan planten.
Dat wordt toch zeker hartstikke mooi."
wij als Staatsloterij over alle prijzen bo
ven de duizend gulden 25 percent kans
spelbelasting aan de staat. Dat hoeft de
winnaar dus niet meer te betalen. En ook
geen inkomstenbelasting, zoals velen
denken. Wel wordt er vermogensbelasting
geheven. Dat laatste geldt alleen als je het
geld op de bank zet en er na een jaar rente
over krijgt'.
Dus als je die vijf ton binnen een jaar op
maakt is er niets aan de hand. En hoe zit
het als je het geld op een buitenlandse
bank zet?
Hoppenbrouwer: ,Het eerste klopt. En het
tweede ook, als ten minste de belasting er
niet achter komt!'
Wordt u ook met vervalste Staatsloten ge
confronteerd?
Hoppenbrouwer, lachend: ,Veel minder
dan vroeger, maar toevallig vorige week
donderdag nog een keer. Staat hier aan de
balie bij het hoofdkantoor een man met
een vervalst lot waarop zogenaamd dui
zend gulden was gevallen. Die man heb
ben we door de politie laten inrekenen.
Maar dat werd nog een heel drama'.
,Die man was namelijk met een taxi geko
men en die had hij buiten laten wachten
met draaiende motor. Tegen die taxi
chauffeur had hij gezegd: 'ik zal je zo beta
len, eerst even mijn prijs van duizend gul
den ophalen.' Dus toen hij door de politie
in een andere wagen werd geladen kreeg
de man van de taxichauffeur ook nog eens
de volle laag'.
voor een stukje grond neergeteld en zullen
niet gemakkelijk bereid zijn te verkopen
voor de prijs die Het Zeeuwse Landschap
kan betalen.
Jacobusse heeft opsporingsbevoegdheid
en dus kan hij de zwemmer die zo vermetel
het zwemverbod schendt, op de bon slin
geren. Maar de medewerker van Het
Zeeuwse Landschap is niet van plan zich
belachelijk te maken door een blauwbe-
zwembroekte bejaarde te bekeuren. En hij
heeft trouwens niet zoveel moeite met het
recreatieve gebruik van het gebied. Op de
plaatsen waar zwemmers in zandwin-
ningsputten en welen te water gaan en
hengelaars geduldig wachten tot de vis
gaat bijten, wordt de oever kaal getrapt.
Als dat met mate gebeurt, ontstaan pre
cies de juiste vestigingsvoorwaarden
waar zeldzame planten zoals het oever-
kruid het van moeten hebben. Meer be
denkingen heeft Jacobusse er tegen dat
sommige sportvissers menen de vis te
moeten lokken door een emmer kippevoer
in het water te kiepen. Dat doet het voed-
selarme karakter van het water teniet.
De eigendommen van Het Zeeuwse Land
schap en Staatsbosbeheer zijn evenals de
bospercelen van de Clingepolder vrij toe
gankelijk. Het gebied is populair bij na
tuurliefhebbers. Die gedragen zich blijk
baar keurig, want behalve voetafdrukken
in de modder en omver gelopen padde
stoelen zijn nauwelijks sporen van betre
ding te vinden. Motorcrossers, de gruwel
van iedere natuurbeschermer, zijn er nog
maar zelden gesignaleerd. Pal tegen de
landsgrens ligt op Belgisch grondgebied
een camping. Jacobusse: „Dat doen ze nu
ook met hun kerncentrales. Die zetten ze
ook vlak bij de grens." In de buurt van de
camping liggen de plastic zakken en ande
re rommel die de dolende wandelaar het
vertrouwde gevoel geven dat de bewoon
de wereld niet ver weg kan zijn.
In de bosjes ruikt het naar Brabant, maar
dan zonder de stank van mest. Dat laatste
is blijkbaar toeval, want op veel akkertjes
staat mais en dat duidt erop dat ook in de
Clingepolder kwistig mest wordt ver
spreid. Gelukkig is de meeste mais al
geoogst, zodat het landschapvervalsende
effect van dit hoge gewas grotendeels is
verdwenen. Positief is dat de ruime be
mesting van de akkers nog niet tot een
merkbare verhoging van de voedingsstof
fen in de sloten heeft geleid.