Agaath Witteman en het toneel Spoorloos een geraffineerde psycho-thriller week-uit ZATERDAG 22 OKTOBER 1988 De kwade reuk is een beetje van het repertoiretoneel af: er mag weer gespeeld worden. De tijd van de theaterleeuwen lijkt voorbij maar hun geest wordt weer vaardig op de podia. Agaath Witteman gaat er mede gestalte aan geven. Het Oosten is haar eerste werkterrein, maar daarnaast gaat haar nieuwe gezelschap dit en volgende seizoenen op reis, de andere provincies in. Eerste aanbieding: Strindbergs Dodendans in een niet alledaagse opvatting. Agaath praat ook over toneel: het kind, het badwater en de nipte redding. Gepikt Onthoofd Flexibel Badwater Peter Huysman Raadsel Zelfonderzoek Tijdniveaus Briljant Begeestering Pieter van Lierop Robert Prager, Agaath Witteman en Eric Schneider in Dodendans. Bijna hadden we het badwater weggegoo Eric Schneider als een verloe derde legerofficier die zwij gend minutenlang bovenop een piano staat met een banier in zijn hand; een waanzinnige parings dans van Robert Prager met Cris- tine Ewert als begin van een volsla gen irreële nieuwe verbintenis; plaats van handeling een verstik kend kleine, verrijdbare huiska mer met meubilair waartussen geen ruimte is om zich te verplaat sen. Scenische vondsten die een hoofd rol spelen in Dodendans van de Zweedse schrijver August Strind- berg en er mede oorzaak van zijn dat deze versie van een 87 jaar oud stuk over een huwelijksdrama lichtelijk absurdistische trekken vertoont. Regisseur Agaath Witte man is blij met de voorstelling zo als zij die 'samen met de anderen' bij toneelgroep De Appel gemaakt heeft. Zij wijst schuld aan het nastreven van effecten die zouden afleiden van de wezenlijke inhoud van het stuk af. 'De hoofdpersonen dreigen op een klein geïsoleerd eiland door haat, eenzaamheid en verdriet kapot te gaan. Die veel te kleine kamer vol gestouwd met stoelen, een piano, een tafel en een te kort ligbankje benadrukt de hel waarin deze men sen met elkaar omgaan. Dat is geen opzet geweest; het is ont staan uit spontane improvisatie'. Witteman wist waar zij met Do dendans aan begon en welke risi co's zij liep. 'Na Who's afraid ofViginia Woolf? van Edward Albee is Dodendans op de geijkte manier bijna niet meer te spelen. Niet voor niets is het stuk keer op keer gevallen en heeft het in de geschiedenis van het theater een slechte naam. Toen ik de tekst onder ogen kreeg dacht ik ook: mijn god, wat moetje met dit gezeur? In Virginia Woolf gaat het ook om echtelieden die el kaar naar het leven staan maar er zit humor in. Wij zijn op zoek ge gaan naar een sleutel om het stuk van Strindberg open te breken en hebben een andere Dodendans ontdekt nadat we van zijn andere werk, met name zijn Inferno, ken nis hadden genomen'. Tijdens dat proces van openbre ken zijn absurde en hallucinerende elementen in Dodendans boven gekomen. 'En die hebben wij in onze voorstel ling geaccentueerd, waardoor er een theaterstuk is ontstaan dat sommigen modern noemen en er ger is dan Virginia Woolf. Eric Schneider die in het stuk van Al bee gespeeld heeft, zei op een gege ven moment: ik herken het alle maal, het is gepikt van Strind berg!' Agaath Witteman ontkent dat haar opvatting over Strindberg en haar kijk op het stuk het hart uit het drama hebben gehaald. 'Wij hebben niets toegevoegd en zijn niet op een aanstellerige ma nier uit geweest op effecten. De voorstelling wekt verbazing, dat wel, en komt niet meer tegemoet aan de sombere verwachtingen. Dat is niet onze verdienste maar die van de schrijver zelf. Er wordt nu zelfs af en toe gelachen. Maar dat mag toch als er teksten vallen die bij ons zelf dagelijks als cliché's uit onze mond komen? Op het mo ment dat je die uitspraken en op merkingen alleen maar serieus neemt, dan blijven die strikt voor rekening van de personages op het toneel en dus ver van je bed'. Witteman heeft mensen gesproken die het drama tussen de man en vrouw die er een kwart eeuw zwart gallig huwelijksleven op hebben zitten en in hun misère toch niet buiten elkaar kunnen, heel goed hebben herkend. 'Er wordt om geglimlacht en ge huild. Een gezicht met twee kan ten, het bekende beeld van het ou de Griekse masker, omdat beide gemoedstoestanden aan elkaar grenzen. Ze staan elkaar niet in de weg, liggen in hetzelfde gebied zo als het leven en de dood, het een is er niet zonder het ander'. De tegengestelde reacties van pers en publiek op Wittemans Doden dans - variërend van 'schitterend' tot 'opgesmukt' - verbazen haar niet. De vrouw die de scepter gaat zwaaien over de toneelvoorzienin gen in het oosten van ons land, is eraan gewend geraakt dat haar voorstellingen óf enthousiasme óf weerstand oproepen. 'Als je je nek uitsteekt, als je voor uitersten kiest, heb je kans dat je gekroond of onthoofd wordt. Ik lok dat blijkbaar uit. Er wordt wel eens tegen me gezegd: doe het nou 'ns wat voorzichtiger aan, waarom al Foto's: Peter Senteur, GPD. tijd die risico's? Maar ik kan niet anders. Ik sta voor honderd pro cent achter iets en dat verdedig ik dan door dik en dun. Ik heb voor- en tegenstanders; bij mij bestaat er geen grijs gebied'. De controversiële plaats die Witte man in het vaderlandse toneelbe- stel inneemt, heeft de Raad voor de Kunst er kennelijk niet van weerhouden om een positief advies aan minister Brinkman van cul tuur uit te brengen over haar be noeming tot artistiek leider van het toekomstige Theater van het Oosten (standplaats Arnhem) als opvolger van toneelgroep Theater. Mei 1989 gaat zij daar officieel aan de slag maar nu al is zij volop bezig met de voorbereidingen voor het seizoen 1989-'90. 'Ik heb de plannen al helemaal rond maar ik wil me er nog niet over uitlaten. Ondanks het feit dat ik steeds met verschillende groe pen acteurs en regisseurs zal moe ten werken, probeer ik toch een soort samenhang in de keuze van het repertoirebeleid te brengen. Misschien dat er dan tenslotte, over een jaar of drie, een vast gezel schap van een man of twaalf over blijft. Ik ben blij met de huidige si tuatie: je kunt nu mensen uitpro beren. Die met een goeie mentali teit, daar ga je mee door en die kweek je verder op'. Ze wil nadrukkelijk een flexibele programmering voor het volgend seizoen. 'Niet een x-aantal stukken uit het wereldrepertoire zonder enig ver band. Ik denk eerder aan twee gro te zaalprodukties, met daarnaast beslist een aantal experimentele stukken. Verder wil ik in kleine za len en tenten kleine produkties brengen. Ik wil de 4 miljoen gulden waar wij het mee moeten doen dus niet volledig besteden aan drie of vier grote produkties. Liever min der zodat er bijvoorbeeld geld voor schrijfopdrachten overblijft. Ik ben nu bezig met Inez van Dulle- men die een stuk over incest maakt dat ikzelf ga regisseren. Ik wil de zaak dus gedifferentieerd aanpakken om meer mogelijkhe den te krijgen en meer groepen te bereiken. Anders doe je hetzelfde als de gezelschappen in het westen van het land en ik wil absoluut geen oostelijke Haagse Comedie. Witteman is nog maar vijf jaar in de professionele toneelpraktijk werkzaam. Voor die tijd deed zij universitair werk, theaterweten schap en archeologie. Hoewel zij al sinds de jaren '60 studententhea ter regisseert, heeft zij altijd huive rig tegenover het grote toneel ge staan. Als echtgenote van Hans Croiset (leider van het Nationale Toneel) heeft zij het risico willen vermijden aangezien te worden voor 'mevrouw Croiset die ook zo nodig moet'. Ze begon bij Sater, ging over naar (het samen met andere vrouwen opgerichte) Persona en deed daar tussendoor tal van gastregies zoals nu bij het Scheveningse Appel theater van Erik Vos, die haar 'op het spoor van een bepaalde manier van regisseren' zette. Hoogtepun ten in haar kortstondige carrière: Portret van Dora van Hélène Ci- xous Sater) en Het temmen van de feeks van Shakespeare (Persona). Met belangstelling kijkt Agaath Witteman uit naar de score van het Nationale Toneel. Ze is ervan over tuigd dat er zo'n gezelschap dat 'de banden met de traditie vernieuwt maar toch geen museumtoneel zal brengen', moest komen. 'Bijna is het kind met het badwa ter wegggegooid. Het is een histo risch proces geweest: de actie-To maat en de andere opvattingen over klassiek toneel, technische kwaliteit, verworvenheden, con cepten en inhoud. Van verschillen de kanten is men zodanig te werk gegaan dat repertoiretoneel in een kwade reuk kwam te staan'. 'Maar de tijden zijn veranderd: we rukken op naar de 21ste eeuw en we worden zenuwachtig. We krij gen weer wat behoefte aan vastig heid en aan antwoord op de vraag: hoe moet het verder? Het is niet voor niets dat er wordt teruggegre pen naar de 'vaders' van het to neel. Daarom is een beroep gedaan op iemand als Hans Croiset om de kloof tussen eind jaren'60 en nu (zij die de oorlog wél en niét meemaak ten), te overbruggen. Er is een zucht van verlichting door Neder land gegaan dat deze mensen be reid bleken die taak op zich te ne men, met het risico aangevallen te worden door diegenen die zullen zeggen: dat hebben we met die to maten niet bedoeld...' Strindbergs Dodendans staat 10 no vember in Terneuzen, 17 november in Middelburg en 21 november in Rotter dam. De psyeho-thriller Spoorloos werd zes weken geleden tij dens het Filmfestival van Mon treal in wereldpremière gebracht en ontving toen een dusdanig en thousiaste bespreking van het filmvakblad Variety dat produ cent-regisseur George Sluizer de buitenlandse kopers voor het uit kiezen kreeg. Gek genoeg was het op dat moment echter nog niet ze ker of Spoorloos wel in Nederland zou worden uitgebracht. Dat pro bleem werd opgelost nog voor de Nederlandse Filmdagen voorbij waren en Sluizers film door zowel de Kalveren-jury als de filmkritici uitgeroepen was tot de beste film prestatie van de afgelopen twaalf maanden. Is het Nederlandse bioscooppu bliek nog ontvankelijk voor een pure kwaliteitsfilm die het stelt zonder bekende acteursnamen, zonder brutale sex, ruige horror of stuntende speedboten in een Am sterdamse gracht? Het antwoord kan liggen bij Spoorloos. Deze film biedt een ij zingwekkend geraffineerde plot, een magistraal gespeelde hoofdrol van de Fransman Bernard-Pierre Donnadieu, kietelende humor op zijn tijd en enige behartenswaardi- ge noties over ons tijdsgericht waarin romantiek het aflegt tegen kil cynisme. Wie van een film verwacht datje er met het verstand op nul door gea museerd moeten worden, in af wachting van effecten waar ieder achtjarig kind mee kan worden plat gewalst, zal waarschijnlijk worden teleurgesteld. George Slui zer eist van zijn publiek bereidheid zich geestelijk in te spannen en daartoe een minimale lenigheid voor mee te brengen. Het verhaal van Spoorloos beweegt zich, ana loog aan Tim Krabbés boek Het Gouden Ei dat aan de basis van de ze film heeft gelegen, op twee ver schillende tijdsniveau's: 1984 en 1987. In juli 1984 maakt een jong Neder lands koppel een vakantiereis door Frankrijk. Tijdens een stop bij een service-station, verdwijnt spoorloos het meisje Saskia en blijft Rex, de jongen, vertwijfeld achter. Hij heeft geen flauwe notie van wat er gebeurd kan zijn. Drie jaar later blijkt Rex nog steeds geobsedeerd door het raadselach tige verlies van zijn vriendin en stelt hij via kranteadvertenties en t.v.-oproepen nog steeds alles in het werk om zo niet Saskia terug te vinden, dan toch in elk geval de toedracht te achterhalen. Tegenover deze bewegingen van Rex, biedt het verhaal vrijwel van meet af aan ook scènes vanuit de optiek van een sinistere Frans man: ene meneer Demorne. Die is voor het oog van de wereld een bra ve huisvader en scheikundeleraar, nochtans schijnt hij iets met Sas- kia's verdwijning te maken te heb ben. Maar wat? In 1987 blijkt hij te hebben gereageerd op de oproepen van Rex en gaat hij hem opzoeken in Nederland. Hij belooft Rex het raadsel van Saskia's spoorloze ver dwijning te ontsluieren op voor waarde dat de jongeman hem ver gezellen zal naar Zuid-Frankrijk. Rex heeft de kans om Lemorne bij de politie aan te geven, maar hij zou niet weten waarvan hij hem kan beschuldigen. Laat staan dat hij ook maar een sprietje bewijs in zijn vingers heeft. Er zit voor de Ne derlander niets anders op dan in de auto te stappen bij de Fransman. Onderweg komt het verhaal los van Lemorne die er een gewoonte van maakte zichzelf te testen, al tijd op zoek naar de eigen aard. Hij had op die manier al eens vastge steld in staat te zijn tot koelbloe dig heroïsch gedrag, redde zelfs een drenkeling maar wist nog steeds niet of hij daardoor ook een echt goed mens was. Zou hij niet evengoed in staat zijn tot een koel bloedige misdaad? Dat zou moe ten blijken uit een experiment waarvan Saskia het slachtoffer schijnt te zijn geworden. De duivel se Lemorne plaatst Rex voor de keus: doorgaan met leven en nooit te weten komen wat er drie jaar eerder is voorgevallen óf zich volle dig overgeven aan de genade van Lemorne, erop vertrouwend dat die de bevrijdende zekerheid in derdaad bieden zal. Buitengemeen intrigerende vraagstukken die pas in een huiveringwekkende finale worden opgelost. Tien jaar geleden presenteerde George Sluizer zijn speelfilm Twee vrouwen, waarvan de dstructuur met verschillende tijdsniveaus een in hoge mate irriterende factor vormden. In Spoorloos confron teert Sluizer ons andermaal met zo'n tussen heden en verleden springende vertelling, maar dit keer weet hij er honderd procent van te overuigen dat het ook de enig juiste methode is waarmee de dramatische informatie optimaal effectief mee in elkaar geschoven wordt. Een scène bevat de film waarin Sluizer het spelen met 'tijd' overdrijft. Daar laat hij binnen één shot de twee periodes in elkaar overvloeien, wat onverstandig is omdat het daar een publiek node loos ingewikkeld gemaakt wordt, terwijl die hele scène trouwens overbodig is. Een andere fout is dat de film een minuut of wat te lang voortduurt met o.a. nog eens een versierend macro-shotje met een wandelende tak (symbool van per fecte camouflage), nadat de ont knoping, de laatste klap van het verhaal, al is gevallen. Voor de rest is Spoorloos een onbe rispelijke en uiterst spannende film, bij vlagen briljant zelfs. Gran dioos is bijvoorbeeld de manier waarop het karakter van Lemorne wordt opgebouwd. Bernard-Pierre Donnadieu maakt er een creatie van met echt De Niro-achtige pre cisie en allure. Een hyperintelli gente, ijskoude empiricus die we op nu eens beangstigende dan weer fascinerende of zelfs amuse rende wijze omstandig bezig zien met de voorbereiding van zijn macabere experiment als betrof het een scheikunde-proef. Waarbij het bijna komisch overkomt als blijkt dat op zeker moment noch zijn boosaardigheid noch zijn in telligentie of koelbloedigheid de doorslaggevende factor voor het welslagen van de operatie zal vor men, maar zijn vermogen om met een wildvreemde vrouw aan te pappen. Iets waartoe hij nauwe lijks geschapen schijnt. Maar wat blijkt hij vindingrijk. Uiterst doortrapt aan deze intrige is dat Sluizer voortreffelijk weet over te brengen hoe dicht de nomi nale held (Rex, gespeeld door de Vlaming Gene Bervoets) en de no minale schurk (Lemorne) psycho logisch gezien verwant zijn. Ze zijn alle twee mannen die begeesterd zijn door getallen, wiskundige reeksen, waarschijnlijkheidsbere keningen, systematiek en de wet ten van een secondewijzer. Beiden worden ze gedreven door 'te willen weten'. En beiden zijn ze ook be reid om door grenzen te gaan, zoals de wielrenners op weg naar Alpe d'Huez, waar we via krantekoppen en radioverslagen voortdurend aan herinnerd worden: het histori sche duel tussen Fignon ('le profes- seur') en Hinault ('le blaireau'; de das, Rex lijkt op hem) die weet te rug te komen uit kansloze positie, om uiteindelijk toch te verliezen. Daar wordt tevens de zuiver geble ven Krabbé-herkomst van de ver telling door Sluizer nog eens ele gant en spiritueel geaccentueerd. Spoorloos is geen uitzonderlijk spectaculaire film, maar de nade len van een krap budget worden ruimschoots gecompenseerd door gedegen vakmanschap, artistieke inventiviteit en een goed door dachte manier om op verschillen de niveaus thema's en bijmotieven met elkaar te verbinden. Zoveel raffinement in een 'misdaadfilm' van een Nederlandse regisseur te kunnen genieten, dat is toch een soort van sensatie. George Sluizer, regisseur van Spoorloos

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 21