Baltische staten proberen meer vrijheid te veroveren In het zwarte circuit schijnt de zon volop Nationale trots T wij fels In opspraak Onervaren Banen Schemerzone 'Normaal' Pannetje soep levensbeschouwing Minder kansen Uitgestoken hand ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1988 (Van onze correspondent in Moskou Alexander Münninghoff) De demonstraties, deze week, in de Baltische hoofdsteden Vilnjoes, Riga en Tallinn gingen officieel om de herdenking van het befaamde Molo- tov-Ribbentrop-pact, dat in 1939 werd gesloten tussen de Sovjetunie en Hitler-Duitsland. Daarbij werden geheime clausules opgenomen, die de invloedssfeer van beide grootmach ten bepaalden: Duitsland kon in Po len zijn gang gaan, de Sovjets kregen de vrije hand om de onafhankelijke staten Estland, Letland en Litouwen te annexeren. In de bijna twee jaar dat het pact heeft gegolden slaagden beide landen in hun opzet: Duitsland viel kort daarna Polen binnen en in de zomer van 1940 waren de Baltische landen al bij de Sovjetunie ingelijfd. Weer een jaar la ter vielen de Duitsers Rusland aan en één van hun eerste daden was de hero vering van de Baltische landen. Toen de oorlog was afgelopen is in die gebie den door Stalin op ernstige wijze huis gehouden en grote groepen Esten. Let ten en Litouwers werden gedepor teerd. De grote twistvraag bij dit alles is steeds geweest, in hoever de Baltische landen al dan niet vrijwillig de macht van Moskou hebben geaccepteerd. Sovjet-historici hebben in de loop van tientallen jaren hun uiterste best ge daan om aan te tonen dat men in de Baltische landen maar al te graag on der de hoede van het Sovjet-rijk ge bracht wilde worden. Anderzijds was er opvallend weinig nationaal verzet tegen de Duitsers in de driejaar dat zij deze gebieden bezetten. Het heeft zelfs tot in de jaren '50 geduurd, voordat het Rode Leger de laatste Litouwse parti zanen-eenheden, die zich met steun van de bevolking in de bossen schuil hielden, had geëlimineerd. Dat de Baltische landen anders zijn. daar is iedereen het wel over eens. De Russen spreken over 'ons eigen Wes ten'. waarmee ze doelen op de veel ho gere levensstandaard die inderdaad opvallend is in deze kleine, goed-geor- ganiseerde landen, die bovendien pas na de oorlog in het keurslijf van de vijf jarenplannen en de sovchozen werden gedwongen. Met andere woorden: de bevolking daar heeft een veel langere ervaring met een vrije markteconomie en weet vaak nog uit eigen herinnering wat de voordelen zijn van een goede dienstverlenende sector en het tonen van eigen initiatief, zaken die er in de Sovjetunie door Stalin zijn uitgeramd. Dat blijkt nu in deze tijd van perestroj ka. Nergens in de Sovjetunie wordt be ter begrepen waar het om gaat dan in de Baltische landen. Nauwelijks was het sein daartoe van hogerhand gege ven, of de Esten, Letten en Litouwers richtten talloze coöperaties op, die, vooral in Estland, uitermate goed werken. Ze leveren kwaliteitsproduk- ten af, stuwen het rendement van de akkers met sprongen omhoog, veraan genamen het leven door vriendelijke service in nette restaurants. En ze ma ken winst, zonder dat iemand daar op ideologische gronden, als zijnde on-so- cialistisch, tegen protesteert, zoals on der grote delen van de bevolking in de Russische republiek nog wel geregeld gebeurt. Geen wonder dat vele Russen, vooral de jongere generatie, proberen naar de Baltische kust te verhuizen. Maar daar groeit bij de Balten de weer stand tegen. Vooral in Estland, waar van de 1,5 miljoen inwoners maar net iets meer dan de helft de Estische na tionaliteit bezit. Van oudsher weinig bestaat daar maar weinig sympathie voor de Russische immigrant, die er in elk geval goed aan doet om het moeilijke Estisch (een aan het Fins verwante taal) onder de knie te krij gen, want anders wordt hij helemaal met de nek aangekeken. Maar zelfs dat is tegenwoordig niet voldoende. Juist omdat het nu zo goed gaat met Estland, zijn daar de nationa le sentimenten de laatste tijd hevig aangewakkerd. Men heeft zelfs op ei gen kosten op het gebied van de Russi sche republiek een aantal woonblok ken gebouwd en men nodigt de Rus- Een oude verdedigingstoren op de wallen van Tallinn. sen in Estland nu uit om daarheen te verhuizen, een wel heel krasse variant op de 'oprotpremie' die wij indertijd voor onze gastarbeiders hadden be dacht. De hele republiek gaat per 1 ja nuari van het volgend jaar over op zelf-financiering, wat dus inhoud dat men meent economisch geheel op ei gen benen verder te kunnen, waarbij eigen handelscontacten met andere landen zonder inmenging van Moskou ook mogelijk zullen zijn. Dat is een geweldige, unieke stap die de Esten zeer veel nationale trots ver schaft. Wat ook duidelijk bleek op de demonstratie van deze week: daar werd met de oude Estische nationale vlag gezwaaid en het oude volkslied gezongen. Zelfs klonken er oproepen tot algehele afscheiding van de Sov jetunie. Ook in Letland en Litouwen was de na tionale driekleur tevoorschijn ge haald. Algemeen veroordeelde men op al die demonstraties Stalin. Opvallend is, dat de partijleiding in de Baltische hoofdsteden nu ook veel meer op de nationalitische lijn zit en zich veel minder dan vroeger door het centraal partijgezag in Moskou de wet laat voorschrijven. Hoe dit alles afloopt is moeilijk te zeg gen. Eén ding is in ieder geval heel erg duidelijk: alleen al om militair-strate gische redenen zal de Sovjetunie nooit toestaan dat de Baltische landen, in wier havens een grote Sovjet-vloot ligt, zelfstandig worden. Daarnaast is het niet goed denkbaar, dat er een Sov jetunie kan bestaan met een paar rijke republieken in het Baltische gebied die niets van hun welvaart zouden de len met het economisch niet zo vlot ter been zijnde Russische achterland. Er zal in de komende tijd nog heel wat tact van de leiders in het Kremlin ge vraagd worden om hier een aanvaard bare middenweg in te vinden. (Van onze correspondent Henk Dam in Washington George Bush, presidents-kandi- daat voor de Republikeinen in de Verenigde Staten, heeft enige redenen om tevreden te zijn over de jongste peilingen. Een ehquête van de grote omroep CBS heeft laten zien, dat hij zijn Democratische rivaal Michael Dukakis nu is gepasseerd. Op de vraag: „Op wie zou u stemmen?" ant woordt, aldus die enquête, 46 procent Bush en 40 procent Dukakis. Dat is een heel ander verhaal dan de enque- "te die datzelfde CBS begin deze maand hield. Toen leidde Dukakis nog met 50 tegen 33 procent. De reden voor die ogenschijnlijke om mezwaai is, dat de nieuwste opiniepei ling werd gehouden direct na afloop van de conventie van de Republikei nen, vorige week in New Orleans. Die conventie betekende voor Bush en de zijnen een week lang gratis tv-reclame in „prime time" (aan het begin van de avond, als de kijkdichtheid het hoogst is). Nadere analyse van de peiling leert, dat het vooral de jonge, onervaren kie zers van onder de 30 jaar zijn, die zich hebben laten meeslepen door het feestgedruis, de vlaggen en de ballon nen zoals ze die op de buis hebben ge zien. Want begin augustus, direct na de Democratische conventie in Atlan ta, steunde deze groep Dukakis met 54 procent tegen Bush 33 procent. En na de Républikeinse conventie in New Orleans stond diezelfde groep voor 54 procent achter Bush, en 36 procent achter Dukakis. Zoveel zeggen de cijfers van CBS dus niet, en de meest redelijke gedachte op dit moment is, dat Bush en Dukakis elkaar niet veel ontlopen en dat het op 8 november, verkiezingsdag, nog een spannende strijd belooft te worden. Juist omdat Democraten en Republi keinen zo dicht bij elkaar zitten, telt alles. Van groot belang worden de pre sidentiele tv-debatten die in septem ber en oktober worden gehouden, de regelrechte duels die een kandidaat president kunnen maken of breken. korps) te gaan. Die keus betekende dat hij niet naar Vietnam hoefde. Contac ten van zijn invloedrijke familie van krantenuitgevers zorgden ervoor, dat dat allemaal snel geregeld was. Dat ge beurde destijds wel meer. Zelfs is te verdedigen, dat het van gezond ver stand getuigde dat Quayle besloot dat hij liever zes maanden lang schreef in een krantje van de Nationale Garde, dan zijn leven te wagen in de verrader lijke jungle van Vietnam. Maar juist Quayle kan zich dit verle den niet veroorloven. Hij immers staat bekend als een havik, als een man die bijvoorbeeld geen moment zou aarze len jonge Amerikanen naar Nicaragua te sturen om de bevolking daar van de communisten te bevrijden. Hij is bovendien de beoogde vice-pre sident van de partij die het alleenrecht op vaderlandsliefde claimt. Hij is ver der de secondant van een echte oor logsheld, een man die in de Tweede Wereldoorlog door de Japanners uit de lucht werd geschoten, maar daarna weer tientallen missies vloog. komen. De kans daarop is niet zo klein. Na de oorlog moest vice-presi dent Truman de leiding in handen ne men toen president Roosevelt over leed, Zo ook volgde Johnson Kennedy op. Gerald Ford werd president toen Nixon zich gedwongen zag af te tre den. En van toenemend belang is ook, wie de twee prijsvechters als hun secon dant bij zich hebben. Met name voor Bush geldt, dat zijn keus als „running mate" (beoogde vice-president), in de ze fase veel belangrijker is dan bij voorbeeld zijn standpunt inzake SDI of abortus. Dan Quayle, de 41-jarige senator uit Indiana met het hartenbrekers-ge- zicht, beheerst, sinds Bush hem vorige week dinsdag uit zijn hoge hoed tover de, de discussie. En dat is voor de Re publikeinen een slechte zaak. Want Bush is met Quayle de afgelopen week van de ene controverse in de andere gerold. Er was om te beginnen de vraag of Quayle een aantal jaren gele den niet eendirty weekend" heeft ge had met de beeldschone lobbyiste en Playboy-model Paula Parkinson. Het rumoer hierover ging gauw liggen omdat zich een 'veel mooiere affaire' aandiende. Nog steeds raken de Ame rikaanse kranten niet uitgeschreven over de dienst-tijd van Quayle, of lie ver: het gebrek aan dienst-tijd. Het verhaal is inmiddels de hele we reld over geweest. Quayle koos er in 1969 - hij was toen 22 - voor om bij de Nationale Garde (een soort reserve- Als Bush dit allemaal vantevoren had geweten, dan zou hij Quayle zeker niet als zijn „running mate" hebben uitgekozen. Maar hij zit nu aan de se nator vast, en zowel hij als Quayle moeten er maar het beste van zien te maken. Waarom Bush aan Quayle vast zit? Omdat hij, door de senator de laan uit te sturen, zou toegeven dat zijn eerste beslissing als (beoogd) president on doordacht en onjuist was. Het zou toch al bij veel Amerikanen levende twijfels over zijn competentie zeer versterken. En dus trekt Bush door het land, roe pend dat Quayle een geweldige aan winst voor hem is, en dat de senator destijds in ieder geval niet, zoals zove le andere jongeren, de Amerikaanse vlag verbrandde en naar Canada vluchtte om de dienstplicht te ontlo pen. Quayle zelfheeft week interview na in terview gegeven waarin hij steeds weer benadrukt in 1969 niet de invloed van zijn familie te hebben gebruikt, dat er plaatsen zat waren bij de Nationale Garde, en dat hij het juist als een eer beschouwt bij zo'n formidabel korps als de Nationale Garde te hebben ge diend. In allerijl verscheen hij voor een verga dering van oorlogsveteranen waar hij dit verhaal ook afstak. Hij oogstte er een warm applaus. Ook zal hij spreken voor een vergadering van Nationale Gardisten, en er ongetwijfeld sympa thiek ontvangen worden. Maar zijn verdediging klopt niet. Hij heeft tot dusver nog niet duidelijk ge zegd waarom hij niet naar Vietnam ging. Vragen daarover beantwoordt hij met aanvallen op de pers. Soms ook begint hij over zijn gezinnetje, of ver telt hij dat hij uit een klein stadje op het platteland komt. Het heeft bij den kend Amerika - ook het gedeelte dat Republikeins stemt - de twijfels over Quayle alleen nog maar doen toene men. Want twijfels waren er toch al. De be langrijkste vraag is: is Quayle wel ge kwalificeerd voor het vice-president- schap? Want vergeet niet: hij is de man die een president Bush moet op volgen, als die iets ernstigs zou over- Dan Quale in 1970 als lid van de Nationale Garde. Bush is 64 jaar, en ook maar een mens. In het tijdperk van terrorisme waarin we leven is de kans dat hij tijdens zijn ambtstermijn om het leven komt, niet zo klein. Is Quayle dan een waardig op volger? Nee, denken veel Amerikanen. Vol gens de CBS-peiling uit het begin van het verhaal meent de helft van de kie zers dat Quayle, die in zijn acht jaar in de Senaat niet zo erg veel heeft meege maakt, te onervaren is om president te worden. Dat is pas echt dodelijk, ook voor de kansen van Bush. Daar komt dan nog bij dat de Amerikaanse pers is gaan praten op de school en universi teit die Quayle destijds opzocht. Het beeld dat daaruit oprijst, is dat Quayle een zeer middelmatig student was. Zijn cijfers op de middelbare school waren zelfs te laag om rechten te kunnen studeren op de DePauw uni versiteit in Greencastle, Indiana, maar op de een of andere manier, aldus Quayle's vader, „praatte hij daar zich zelf naar binnen". Wie dus kwaad wil, kan het volgende beeld van Quayle tekenen: een mooie jongen, die dankzij zijn uiterlijk en de invloed van zijn steenrijke familie be reikt heeft wat hij heeft bereikt, maar die onvoldoende moed en verstand voor de zwaarste baan van het land heeft. Een lichtgewicht. Uiterlijk een havik, innerlijk een kip. Prof. Arnold Heertje (Van onze verslaggever Joan Haan) Het gaat veel beter met onze economie dan uit de officiële cijfers blijkt. Als ik kijk naar de be stedingen, de enorme groei van het aantal vakantiereizen en de bereid heid van ondernemers om nieuwe initiatieven te ontplooien, dan is een feitelijke economische groei van één tot anderhalf procent veel te laag. Dat betekent gewoon, dat er achter het gordijn meer gebeurt dan wij denken. Met andere woorden: in het zwarte circuit schijnt de zon vol op". De Naardense econoom Arnold Heertje windt er geen doekjes om. Het feit dat ruim eenderde van alle huishoudens in ons land geregeld ge bruik maakt van zwartwerkers, zoals onlangs uit een onderzoek bleek, ver rast hem dan ook niet. „O nee. Dat de meeste zwarte klusjes in of om het huis worden verricht, vind ik zelfs lo gisch. Dat heeft te maken met het feit, dat de onderhoudskosten van het eigen huis niet meer aftrekbaar zijn van de belasting. Beide partijen ,zijn er nu bij gebaat, dat er zonder rekening wordt gewerkt. De klusser omdat hij een bedrag ontvangt, dat hij niet bij de fiscus hoeft op te geven; de huiseigenaar omdat hij een stuk goedkoper uit is. Ze zullen elkaar dan ook niet verlinken". Heertje spreekt in dit kader van een maatschappelijk verkeersongeluk. „Maar dan wel een botsing, die de overheid zelf heeft veroorzaakt. Vroeger konden de onderhoudskos ten worden afgetrokken en dat bete kende, dat een van de twee partijen liever een nota had. Dan kreeg men van de fiscus immers een deel terug. Als je het zwarte circuit wil terug dringen, dan zul je naar de effectivi teit van je maatregelen moeten kij ken. Het is beter om de kosten weer aftrekbaar te maken, dan om bij voorbeeld het btw-tarief voor deze diensten te verlagen". Voor dat laatste pleiten de PvdA en het Koninklijk Nederlands Onder nemers Verbond (KNOV). Volgens hen levert die verlaging zo'n tien duizend banen op. Werkgelegenheid die nu door het zwarte circuit wordt opgeslokt. Staatssecretaris Koning van financiën heeft de Kamer deze week echter meegedeeld, niets voor dat plan te voelen. Het zou te inge wikkeld zijn. Heertje wijst er in dit kader op, dat als de btw zou worden verlaagd, er niet gesproken kan worden van 'nieuwe banen'. „Er vindt gewoon een verschuiving plaats van het offi- cieuse naar het officiële circuit. Vol gens mij is het met de totale werkge legenheid ook helemaal niet zo slecht gesteld als de cijfers uitwijzen. Een heleboel arbeid wordt namelijk zwart verricht. Ik geloof er dan ook niets van, dat al die mensen die offi cieel werkloos zijn, ook feitelijk zon der werk zitten". De klusjesmarkt speelt volgens hem een belangrijke rol voor onze econo mie. „Na de beurscrisis voorspelde professor Pen, dat er een enorme de pressie zou komen. De economie zou instorten en de bestedingen zouden kelderen. Ik ben daar nooit bang voor geweest. Een stuk van de koop kracht wordt namelijk gevoed uit het informele circuit". In die officieu- se economie gaat volgens Heertje minimaal zo'n zestig miljard per jaar om. De schemerzone, zoals de Naardense econoom het noemt, heeft meer voordelen. „Het is de bakermat voor een nieuwe generatie van onderne mers. Kijk bijvoorbeeld eens naar de automonteur die 's avonds wat sleutelt of de kapster die in het weekeinde knipt. Omdat ze goed en goedkoop zijn, breidt hun klanten kring langzaam uit. Na een paar jaar is die groot genoeg om de stap naar volledige zelfstandigheid te wagen. Dan begint de automonteur z'n ei gen bedrijf en opent de kapster haar eigen salon. Ze hebben de tijd gekre gen om zonder veel risico's en zon der forse investeringen iets op te bouwen. Hadden ze meteen hun baan moeten opzeggen, dan hadden ze de sprong nooit gewaagd". Het economische leven biedt vol gens Heertje op dit moment erg veel mogelijkheden. „Het bruist en er is veel technologie beschikbaar. Daar om is het een verschrikkelijk lastige afweging, als je moet kiezen tussen het gedogen van het zwarte klusjes- werk en de harde aanpak". „Op dit moment knijpt de belasting dienst een oogje dicht. De fiscus zou best kunnen optreden, maar door ge brek aan mankracht doet hij dat niet. De prioriteit wordt elders ge legd. Dat is verstandig, want in de schemerzone is betrekkelijk weinig te halen en het maatschappelijk eco nomisch aspect kan positief zijn. Er ontstaan namelijk nieuwe bedrijfjes en daar is de werkgelegenheid mee gediend". Aan de andere kant komt de rechtvaardigheid op de tocht te staan. Heertje knikt. „Dat is inder daad het probleem. Wat zwart werk wordt bijna een vanzelfsprekenheid. Als je je oor te luisteren legt bij de notaris en de makelaar, dan krijg je de indruk, dat het normaal is dat een deel gewoon buiten de boeken gaat. Steeds meer mensen van goede naam blijken dubieuze dingen te doen. Ze worden ook niet gestraft". Kerk en vrouwen in bijstand Wat zoeken vrouwen die van een bijstandsuitkering moeten le ven bij de kerk? Of is het omgekeerd en komt de kerk naar vrouwen in de bijstand toe? Vrouwen die tot de zogenaamde mi nima gerekend worden, zoeken toch zeker eerder steun bij elkaar dan bij de kerk. Veel vrouwen staan immers argwanend tegenover de kerk. On danks het feit dat de armenzorg al ja ren heeft plaatsgemaakt voor moder ne diakonale inzichten van solidari teit heeft de kerk de angst bij veel vrouwen nog niet kunnen wegnemen dat kerkelijke bemoeienis leidt tot onvrijheid en onafhankelijkheid. Een onnodig vooroordeel tegen de kerk, zullen sommige kerkelijk mee- levenden zeggen. Maar is in de ge schiedenis van de kerk niet vaak ge bleken dat het kerkbeleid werd be paald door de mensen met macht en geld? Heeft daarnaast de feministi sche theologie niet voldoende aange toond dat kerken mede de positie van vrouwen bepaald en bekrachtigd hebben? Toen ik deze zomer in Appelscha was, hoorde ik daar dat nog geen 35 jaar geleden de veenarbeiders niet naar de kerk gingen omdat daar een orgel stond dat een geschenk was van een veenbaas. De loyale gift van de veenbaas was verdiend over de rug gen van de arbeiders heen. Was het niet vaak de fabriekdirec- teur, de reder, de baas, de notabele die het kerkelijk beleid bepaalde? Enerzijds was er de oprecht bedoelde armenzorg, maar daarnaast werd een theologie in stand gehouden die de ongelijkwaardigheid in de samenle ving bekrachtigde. God heeft het ge wild, het is zoals het is. Rijk boven arm, man boven vrouw... De argwaan en weerstand door erva ringen uit het verleden zijn te begrij pen. Toch is de kerk altijd meer ge weest dan het negatieve beeld hier geschetst. De kerk staat niet los van de samenleving en weerspiegelt vaak de onrechtvaardige machts verdeling. Maar in de worsteling met het Evangelie en de kritiek se rieus nemend van mensen in ver drukking heeft dezelfde kerk ook ge leerd. Het uitdelen van soep aan mensen die onvoldoende te eten hebben is langzamerhand berucht geworden. We zien het als een recht dat mensen over voldoende middelen kunnen be schikken om zich voldoende te kun nen voeden en een dak boven hun hoofd hebben. Het pannetje soep droeg daartoe niet bij. Het pannetje soep was misschien beter benut ge weest als het had geleid tot gemeen schappelijke maaltijden waarbij mensen delen in het samen zijn. Luisterend naar eikaars verhalen, de lend in eikaars rijkdom en armoede zonder dat dit leidt tot afhankelijk heid van de één ten opzichte van de ander. Want in de kerken zijn we wel zo wijs geworden dat we weten dat luisteren naar de vraag vooraf moet gaan aan elke poging om dienstbaar te zijn aan de ander. Vanaf haar ontstaan weet de kerk dat het haar opdracht is partijganger te zijn van armen en verdrukten. De wij ze waarop deze keuze in de praktijk gestalte kreeg en krijgt is een mense lijke, vol fouten, maar ook vol liefde en aandacht. De toenemende problemen van de mensen die zich de 'armen binnen on ze samenleving' weten, gaan de kerk ter harte. Het blijkt uit de initiatie ven tot bezinning op de 'arme kant van Nederland' en de 'arme kant van Zeeland' zoals enkele maanden gele den door drs Jan Scheffers in deze ru briek beschreven. We spreken in Ne derland, maar ook wereldwijd wel van de feminisering van de armoede. Dat wil niet zeggen dat er geen arme mannen zijn, maar wel dat in toene- mende mate alleenstaande vrouwen met een minimum inkomen een gezin moeten onderhouden. Het aantal vrouwen dat als kostwin ner alléén een gezin moet onderhou den neemt toe. Toch zijn vrouwen over het algemeen nog slecht op die taak voorbereid en is de samenle ving evenmin ingesteld op een groot aantal werkende vrouwen. Meisjes worden (zelfs als zij een vak leren) in meerderheid nog steeds opgevoed met de gedachte dat zij zullen trou wen. Het inkomen van de vrouw wordt in het huwelijk gezien als een (vaak noodzakelijk) extra. De man is in eerste instantie meestal de kost winner. Alle emancipatie-streven ten spijt, blijkt in de praktijk nog steeds dat meisjes en vrouwen worden opge voed tot economische afhankelijk heid in het huwelijk. De opleidingen die vrouwen volgen zijn gemiddeld lager gewaardeerd en de kansen op werk, zeker nadat vrouwen een tijd lang uit het arbeidsproces geweest zijn, zijn geringer. Veel vrouwen die door echtscheiding of om andere re denen alleen kinderen moeten groot brengen zijn dan ook genoodzaakt een beroep te doen op de sociale dienst. Mensen die moeten leven van een uit kering .kunnen een opleiding volgen om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. Omdat echter bepaald is dat de te volgen opleiding niet ver der mag gaan dan tot op middelbaar niveau, blijft de kans op positieverbe tering beperkt. Het probleeem van het ontbreken van voldoende moge lijkheden voor kinderopvang heb ik dan nog achterwege gelaten. In de verschillende kerken wordt ge zocht naar mogelijkheden om de handen uit te steken naar bijstands vrouwen. De Provinciale Diakonale Commissie van de Hervormde Kerk in Zeeland heeft daarbij sinds een jaar de hulp van een stagiaire, zelf bijstandsmoeder. Om het isolement, waar veel vrouwen door het ontbre ken van middelen in terecht komen, te doorbreken is samen met het Fiom een ontmoetingsgroep gestart 'Vrouwen in de bijstand - vrouwen in de kerk'. Praktische vragen, uitwisseling van ervaringen en werken aan de toe komst komen daar aan bod. Daar naast is vanuit de provinciale diako- nie contact gezocht met sociale dien sten, om knelpunten en mogelijke aanknopingspunten voor de kerk in kaart te brengen. Hoewel diakonieën bereid zijn om in acute financiële nood de helpende hand te bieden, wordt toch vooral uitgekeken naar wegen om knelsi- tuaties te voorkomen. Het gaat er niet om mensen afhankelijk te ma ken van giften, maar om met hen we gen te zoeken naar een rechtvaardig, menselijk bestaan. De toekomst van 'bijstandsmoeders' is nog allesbehalve rooskleurig. De druk op de sociale voorzieningen wordt steeds groter en de praktische problemen zijn legio. Vandaag maakt je kind studiekosten en de te gemoetkoming komt pas over een maand; wat doe je dan als je geen en kele reserve hebt kunnen opbouwen? Het is maar een van de vele voorbeel den. De financiële druk maakt dat soms afgunstig gekeken wordt naar andere minima. Spook- en stookverhalen bijvoorbeeld over asielzoekers die zo maar een compleet huis ingericht zouden krijgen doen de ronde. Onzin verhalen, want niets in de tijdelijke huisvesting van de asielzoekende vluchteling is van hem of haar. Zo verdeelt de onmacht de lotgenoten. Anneloes Steglich-Lentz

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 4