Baltische staten proberen
meer vrijheid te veroveren
In het zwarte
circuit schijnt
de zon volop
Nationale trots
T wij fels
In opspraak
Onervaren
Banen
Schemerzone
'Normaal'
Pannetje soep
levensbeschouwing
Minder kansen
Uitgestoken hand
ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1988
(Van onze correspondent in Moskou
Alexander Münninghoff)
De demonstraties, deze week, in de
Baltische hoofdsteden Vilnjoes,
Riga en Tallinn gingen officieel om de
herdenking van het befaamde Molo-
tov-Ribbentrop-pact, dat in 1939
werd gesloten tussen de Sovjetunie
en Hitler-Duitsland. Daarbij werden
geheime clausules opgenomen, die de
invloedssfeer van beide grootmach
ten bepaalden: Duitsland kon in Po
len zijn gang gaan, de Sovjets kregen
de vrije hand om de onafhankelijke
staten Estland, Letland en Litouwen
te annexeren.
In de bijna twee jaar dat het pact heeft
gegolden slaagden beide landen in
hun opzet: Duitsland viel kort daarna
Polen binnen en in de zomer van 1940
waren de Baltische landen al bij de
Sovjetunie ingelijfd. Weer een jaar la
ter vielen de Duitsers Rusland aan en
één van hun eerste daden was de hero
vering van de Baltische landen. Toen
de oorlog was afgelopen is in die gebie
den door Stalin op ernstige wijze huis
gehouden en grote groepen Esten. Let
ten en Litouwers werden gedepor
teerd.
De grote twistvraag bij dit alles is
steeds geweest, in hoever de Baltische
landen al dan niet vrijwillig de macht
van Moskou hebben geaccepteerd.
Sovjet-historici hebben in de loop van
tientallen jaren hun uiterste best ge
daan om aan te tonen dat men in de
Baltische landen maar al te graag on
der de hoede van het Sovjet-rijk ge
bracht wilde worden. Anderzijds was
er opvallend weinig nationaal verzet
tegen de Duitsers in de driejaar dat zij
deze gebieden bezetten. Het heeft zelfs
tot in de jaren '50 geduurd, voordat het
Rode Leger de laatste Litouwse parti
zanen-eenheden, die zich met steun
van de bevolking in de bossen schuil
hielden, had geëlimineerd.
Dat de Baltische landen anders zijn.
daar is iedereen het wel over eens. De
Russen spreken over 'ons eigen Wes
ten'. waarmee ze doelen op de veel ho
gere levensstandaard die inderdaad
opvallend is in deze kleine, goed-geor-
ganiseerde landen, die bovendien pas
na de oorlog in het keurslijf van de vijf
jarenplannen en de sovchozen werden
gedwongen. Met andere woorden: de
bevolking daar heeft een veel langere
ervaring met een vrije markteconomie
en weet vaak nog uit eigen herinnering
wat de voordelen zijn van een goede
dienstverlenende sector en het tonen
van eigen initiatief, zaken die er in de
Sovjetunie door Stalin zijn uitgeramd.
Dat blijkt nu in deze tijd van perestroj
ka. Nergens in de Sovjetunie wordt be
ter begrepen waar het om gaat dan in
de Baltische landen. Nauwelijks was
het sein daartoe van hogerhand gege
ven, of de Esten, Letten en Litouwers
richtten talloze coöperaties op, die,
vooral in Estland, uitermate goed
werken. Ze leveren kwaliteitsproduk-
ten af, stuwen het rendement van de
akkers met sprongen omhoog, veraan
genamen het leven door vriendelijke
service in nette restaurants. En ze ma
ken winst, zonder dat iemand daar op
ideologische gronden, als zijnde on-so-
cialistisch, tegen protesteert, zoals on
der grote delen van de bevolking in de
Russische republiek nog wel geregeld
gebeurt.
Geen wonder dat vele Russen, vooral
de jongere generatie, proberen naar
de Baltische kust te verhuizen. Maar
daar groeit bij de Balten de weer
stand tegen. Vooral in Estland, waar
van de 1,5 miljoen inwoners maar net
iets meer dan de helft de Estische na
tionaliteit bezit. Van oudsher weinig
bestaat daar maar weinig sympathie
voor de Russische immigrant, die er
in elk geval goed aan doet om het
moeilijke Estisch (een aan het Fins
verwante taal) onder de knie te krij
gen, want anders wordt hij helemaal
met de nek aangekeken.
Maar zelfs dat is tegenwoordig niet
voldoende. Juist omdat het nu zo goed
gaat met Estland, zijn daar de nationa
le sentimenten de laatste tijd hevig
aangewakkerd. Men heeft zelfs op ei
gen kosten op het gebied van de Russi
sche republiek een aantal woonblok
ken gebouwd en men nodigt de Rus-
Een oude verdedigingstoren op de wallen van Tallinn.
sen in Estland nu uit om daarheen te
verhuizen, een wel heel krasse variant
op de 'oprotpremie' die wij indertijd
voor onze gastarbeiders hadden be
dacht. De hele republiek gaat per 1 ja
nuari van het volgend jaar over op
zelf-financiering, wat dus inhoud dat
men meent economisch geheel op ei
gen benen verder te kunnen, waarbij
eigen handelscontacten met andere
landen zonder inmenging van Moskou
ook mogelijk zullen zijn.
Dat is een geweldige, unieke stap die
de Esten zeer veel nationale trots ver
schaft. Wat ook duidelijk bleek op de
demonstratie van deze week: daar
werd met de oude Estische nationale
vlag gezwaaid en het oude volkslied
gezongen. Zelfs klonken er oproepen
tot algehele afscheiding van de Sov
jetunie.
Ook in Letland en Litouwen was de na
tionale driekleur tevoorschijn ge
haald. Algemeen veroordeelde men op
al die demonstraties Stalin. Opvallend
is, dat de partijleiding in de Baltische
hoofdsteden nu ook veel meer op de
nationalitische lijn zit en zich veel
minder dan vroeger door het centraal
partijgezag in Moskou de wet laat
voorschrijven.
Hoe dit alles afloopt is moeilijk te zeg
gen. Eén ding is in ieder geval heel erg
duidelijk: alleen al om militair-strate
gische redenen zal de Sovjetunie nooit
toestaan dat de Baltische landen, in
wier havens een grote Sovjet-vloot
ligt, zelfstandig worden. Daarnaast is
het niet goed denkbaar, dat er een Sov
jetunie kan bestaan met een paar rijke
republieken in het Baltische gebied
die niets van hun welvaart zouden de
len met het economisch niet zo vlot ter
been zijnde Russische achterland. Er
zal in de komende tijd nog heel wat
tact van de leiders in het Kremlin ge
vraagd worden om hier een aanvaard
bare middenweg in te vinden.
(Van onze correspondent
Henk Dam in Washington
George Bush, presidents-kandi-
daat voor de Republikeinen in de
Verenigde Staten, heeft enige redenen
om tevreden te zijn over de jongste
peilingen. Een ehquête van de grote
omroep CBS heeft laten zien, dat hij
zijn Democratische rivaal Michael
Dukakis nu is gepasseerd. Op de
vraag: „Op wie zou u stemmen?" ant
woordt, aldus die enquête, 46 procent
Bush en 40 procent Dukakis. Dat is
een heel ander verhaal dan de enque-
"te die datzelfde CBS begin deze
maand hield. Toen leidde Dukakis
nog met 50 tegen 33 procent.
De reden voor die ogenschijnlijke om
mezwaai is, dat de nieuwste opiniepei
ling werd gehouden direct na afloop
van de conventie van de Republikei
nen, vorige week in New Orleans. Die
conventie betekende voor Bush en de
zijnen een week lang gratis tv-reclame
in „prime time" (aan het begin van de
avond, als de kijkdichtheid het hoogst
is).
Nadere analyse van de peiling leert,
dat het vooral de jonge, onervaren kie
zers van onder de 30 jaar zijn, die zich
hebben laten meeslepen door het
feestgedruis, de vlaggen en de ballon
nen zoals ze die op de buis hebben ge
zien. Want begin augustus, direct na
de Democratische conventie in Atlan
ta, steunde deze groep Dukakis met 54
procent tegen Bush 33 procent. En na
de Républikeinse conventie in New
Orleans stond diezelfde groep voor 54
procent achter Bush, en 36 procent
achter Dukakis.
Zoveel zeggen de cijfers van CBS dus
niet, en de meest redelijke gedachte op
dit moment is, dat Bush en Dukakis
elkaar niet veel ontlopen en dat het op
8 november, verkiezingsdag, nog een
spannende strijd belooft te worden.
Juist omdat Democraten en Republi
keinen zo dicht bij elkaar zitten, telt
alles. Van groot belang worden de pre
sidentiele tv-debatten die in septem
ber en oktober worden gehouden, de
regelrechte duels die een kandidaat
president kunnen maken of breken.
korps) te gaan. Die keus betekende dat
hij niet naar Vietnam hoefde. Contac
ten van zijn invloedrijke familie van
krantenuitgevers zorgden ervoor, dat
dat allemaal snel geregeld was. Dat ge
beurde destijds wel meer. Zelfs is te
verdedigen, dat het van gezond ver
stand getuigde dat Quayle besloot dat
hij liever zes maanden lang schreef in
een krantje van de Nationale Garde,
dan zijn leven te wagen in de verrader
lijke jungle van Vietnam.
Maar juist Quayle kan zich dit verle
den niet veroorloven. Hij immers staat
bekend als een havik, als een man die
bijvoorbeeld geen moment zou aarze
len jonge Amerikanen naar Nicaragua
te sturen om de bevolking daar van de
communisten te bevrijden.
Hij is bovendien de beoogde vice-pre
sident van de partij die het alleenrecht
op vaderlandsliefde claimt. Hij is ver
der de secondant van een echte oor
logsheld, een man die in de Tweede
Wereldoorlog door de Japanners uit de
lucht werd geschoten, maar daarna
weer tientallen missies vloog.
komen. De kans daarop is niet zo
klein. Na de oorlog moest vice-presi
dent Truman de leiding in handen ne
men toen president Roosevelt over
leed, Zo ook volgde Johnson Kennedy
op. Gerald Ford werd president toen
Nixon zich gedwongen zag af te tre
den.
En van toenemend belang is ook, wie
de twee prijsvechters als hun secon
dant bij zich hebben. Met name voor
Bush geldt, dat zijn keus als „running
mate" (beoogde vice-president), in de
ze fase veel belangrijker is dan bij
voorbeeld zijn standpunt inzake SDI
of abortus.
Dan Quayle, de 41-jarige senator uit
Indiana met het hartenbrekers-ge-
zicht, beheerst, sinds Bush hem vorige
week dinsdag uit zijn hoge hoed tover
de, de discussie. En dat is voor de Re
publikeinen een slechte zaak. Want
Bush is met Quayle de afgelopen week
van de ene controverse in de andere
gerold. Er was om te beginnen de
vraag of Quayle een aantal jaren gele
den niet eendirty weekend" heeft ge
had met de beeldschone lobbyiste en
Playboy-model Paula Parkinson.
Het rumoer hierover ging gauw liggen
omdat zich een 'veel mooiere affaire'
aandiende. Nog steeds raken de Ame
rikaanse kranten niet uitgeschreven
over de dienst-tijd van Quayle, of lie
ver: het gebrek aan dienst-tijd.
Het verhaal is inmiddels de hele we
reld over geweest. Quayle koos er in
1969 - hij was toen 22 - voor om bij de
Nationale Garde (een soort reserve-
Als Bush dit allemaal vantevoren had
geweten, dan zou hij Quayle zeker
niet als zijn „running mate" hebben
uitgekozen. Maar hij zit nu aan de se
nator vast, en zowel hij als Quayle
moeten er maar het beste van zien te
maken.
Waarom Bush aan Quayle vast zit?
Omdat hij, door de senator de laan uit
te sturen, zou toegeven dat zijn eerste
beslissing als (beoogd) president on
doordacht en onjuist was. Het zou toch
al bij veel Amerikanen levende twijfels
over zijn competentie zeer versterken.
En dus trekt Bush door het land, roe
pend dat Quayle een geweldige aan
winst voor hem is, en dat de senator
destijds in ieder geval niet, zoals zove
le andere jongeren, de Amerikaanse
vlag verbrandde en naar Canada
vluchtte om de dienstplicht te ontlo
pen.
Quayle zelfheeft week interview na in
terview gegeven waarin hij steeds weer
benadrukt in 1969 niet de invloed van
zijn familie te hebben gebruikt, dat er
plaatsen zat waren bij de Nationale
Garde, en dat hij het juist als een eer
beschouwt bij zo'n formidabel korps
als de Nationale Garde te hebben ge
diend.
In allerijl verscheen hij voor een verga
dering van oorlogsveteranen waar hij
dit verhaal ook afstak. Hij oogstte er
een warm applaus. Ook zal hij spreken
voor een vergadering van Nationale
Gardisten, en er ongetwijfeld sympa
thiek ontvangen worden.
Maar zijn verdediging klopt niet. Hij
heeft tot dusver nog niet duidelijk ge
zegd waarom hij niet naar Vietnam
ging. Vragen daarover beantwoordt
hij met aanvallen op de pers. Soms ook
begint hij over zijn gezinnetje, of ver
telt hij dat hij uit een klein stadje op
het platteland komt. Het heeft bij den
kend Amerika - ook het gedeelte dat
Republikeins stemt - de twijfels over
Quayle alleen nog maar doen toene
men.
Want twijfels waren er toch al. De be
langrijkste vraag is: is Quayle wel ge
kwalificeerd voor het vice-president-
schap? Want vergeet niet: hij is de
man die een president Bush moet op
volgen, als die iets ernstigs zou over-
Dan Quale in 1970 als lid van de Nationale Garde.
Bush is 64 jaar, en ook maar een mens.
In het tijdperk van terrorisme waarin
we leven is de kans dat hij tijdens zijn
ambtstermijn om het leven komt, niet
zo klein. Is Quayle dan een waardig op
volger?
Nee, denken veel Amerikanen. Vol
gens de CBS-peiling uit het begin van
het verhaal meent de helft van de kie
zers dat Quayle, die in zijn acht jaar in
de Senaat niet zo erg veel heeft meege
maakt, te onervaren is om president te
worden. Dat is pas echt dodelijk, ook
voor de kansen van Bush. Daar komt
dan nog bij dat de Amerikaanse pers is
gaan praten op de school en universi
teit die Quayle destijds opzocht.
Het beeld dat daaruit oprijst, is dat
Quayle een zeer middelmatig student
was. Zijn cijfers op de middelbare
school waren zelfs te laag om rechten
te kunnen studeren op de DePauw uni
versiteit in Greencastle, Indiana,
maar op de een of andere manier, aldus
Quayle's vader, „praatte hij daar zich
zelf naar binnen".
Wie dus kwaad wil, kan het volgende
beeld van Quayle tekenen: een mooie
jongen, die dankzij zijn uiterlijk en de
invloed van zijn steenrijke familie be
reikt heeft wat hij heeft bereikt, maar
die onvoldoende moed en verstand
voor de zwaarste baan van het land
heeft. Een lichtgewicht. Uiterlijk een
havik, innerlijk een kip.
Prof. Arnold Heertje
(Van onze verslaggever
Joan Haan)
Het gaat veel beter met onze
economie dan uit de officiële
cijfers blijkt. Als ik kijk naar de be
stedingen, de enorme groei van het
aantal vakantiereizen en de bereid
heid van ondernemers om nieuwe
initiatieven te ontplooien, dan is
een feitelijke economische groei
van één tot anderhalf procent veel
te laag. Dat betekent gewoon, dat er
achter het gordijn meer gebeurt dan
wij denken. Met andere woorden: in
het zwarte circuit schijnt de zon vol
op".
De Naardense econoom Arnold
Heertje windt er geen doekjes om.
Het feit dat ruim eenderde van alle
huishoudens in ons land geregeld ge
bruik maakt van zwartwerkers, zoals
onlangs uit een onderzoek bleek, ver
rast hem dan ook niet. „O nee. Dat de
meeste zwarte klusjes in of om het
huis worden verricht, vind ik zelfs lo
gisch. Dat heeft te maken met het
feit, dat de onderhoudskosten van
het eigen huis niet meer aftrekbaar
zijn van de belasting. Beide partijen
,zijn er nu bij gebaat, dat er zonder
rekening wordt gewerkt. De klusser
omdat hij een bedrag ontvangt, dat
hij niet bij de fiscus hoeft op te geven;
de huiseigenaar omdat hij een stuk
goedkoper uit is. Ze zullen elkaar
dan ook niet verlinken".
Heertje spreekt in dit kader van een
maatschappelijk verkeersongeluk.
„Maar dan wel een botsing, die de
overheid zelf heeft veroorzaakt.
Vroeger konden de onderhoudskos
ten worden afgetrokken en dat bete
kende, dat een van de twee partijen
liever een nota had. Dan kreeg men
van de fiscus immers een deel terug.
Als je het zwarte circuit wil terug
dringen, dan zul je naar de effectivi
teit van je maatregelen moeten kij
ken. Het is beter om de kosten weer
aftrekbaar te maken, dan om bij
voorbeeld het btw-tarief voor deze
diensten te verlagen".
Voor dat laatste pleiten de PvdA en
het Koninklijk Nederlands Onder
nemers Verbond (KNOV). Volgens
hen levert die verlaging zo'n tien
duizend banen op. Werkgelegenheid
die nu door het zwarte circuit wordt
opgeslokt. Staatssecretaris Koning
van financiën heeft de Kamer deze
week echter meegedeeld, niets voor
dat plan te voelen. Het zou te inge
wikkeld zijn.
Heertje wijst er in dit kader op, dat
als de btw zou worden verlaagd, er
niet gesproken kan worden van
'nieuwe banen'. „Er vindt gewoon
een verschuiving plaats van het offi-
cieuse naar het officiële circuit. Vol
gens mij is het met de totale werkge
legenheid ook helemaal niet zo
slecht gesteld als de cijfers uitwijzen.
Een heleboel arbeid wordt namelijk
zwart verricht. Ik geloof er dan ook
niets van, dat al die mensen die offi
cieel werkloos zijn, ook feitelijk zon
der werk zitten".
De klusjesmarkt speelt volgens hem
een belangrijke rol voor onze econo
mie. „Na de beurscrisis voorspelde
professor Pen, dat er een enorme de
pressie zou komen. De economie zou
instorten en de bestedingen zouden
kelderen. Ik ben daar nooit bang
voor geweest. Een stuk van de koop
kracht wordt namelijk gevoed uit
het informele circuit". In die officieu-
se economie gaat volgens Heertje
minimaal zo'n zestig miljard per jaar
om.
De schemerzone, zoals de Naardense
econoom het noemt, heeft meer
voordelen. „Het is de bakermat voor
een nieuwe generatie van onderne
mers. Kijk bijvoorbeeld eens naar
de automonteur die 's avonds wat
sleutelt of de kapster die in het
weekeinde knipt. Omdat ze goed en
goedkoop zijn, breidt hun klanten
kring langzaam uit. Na een paar jaar
is die groot genoeg om de stap naar
volledige zelfstandigheid te wagen.
Dan begint de automonteur z'n ei
gen bedrijf en opent de kapster haar
eigen salon. Ze hebben de tijd gekre
gen om zonder veel risico's en zon
der forse investeringen iets op te
bouwen. Hadden ze meteen hun
baan moeten opzeggen, dan hadden
ze de sprong nooit gewaagd".
Het economische leven biedt vol
gens Heertje op dit moment erg veel
mogelijkheden. „Het bruist en er is
veel technologie beschikbaar. Daar
om is het een verschrikkelijk lastige
afweging, als je moet kiezen tussen
het gedogen van het zwarte klusjes-
werk en de harde aanpak".
„Op dit moment knijpt de belasting
dienst een oogje dicht. De fiscus zou
best kunnen optreden, maar door ge
brek aan mankracht doet hij dat
niet. De prioriteit wordt elders ge
legd. Dat is verstandig, want in de
schemerzone is betrekkelijk weinig
te halen en het maatschappelijk eco
nomisch aspect kan positief zijn. Er
ontstaan namelijk nieuwe bedrijfjes
en daar is de werkgelegenheid mee
gediend".
Aan de andere kant komt de
rechtvaardigheid op de tocht te
staan. Heertje knikt. „Dat is inder
daad het probleem. Wat zwart werk
wordt bijna een vanzelfsprekenheid.
Als je je oor te luisteren legt bij de
notaris en de makelaar, dan krijg je
de indruk, dat het normaal is dat een
deel gewoon buiten de boeken gaat.
Steeds meer mensen van goede
naam blijken dubieuze dingen te
doen. Ze worden ook niet gestraft".
Kerk en vrouwen in bijstand
Wat zoeken vrouwen die van een
bijstandsuitkering moeten le
ven bij de kerk? Of is het omgekeerd
en komt de kerk naar vrouwen in de
bijstand toe?
Vrouwen die tot de zogenaamde mi
nima gerekend worden, zoeken toch
zeker eerder steun bij elkaar dan bij
de kerk. Veel vrouwen staan immers
argwanend tegenover de kerk. On
danks het feit dat de armenzorg al ja
ren heeft plaatsgemaakt voor moder
ne diakonale inzichten van solidari
teit heeft de kerk de angst bij veel
vrouwen nog niet kunnen wegnemen
dat kerkelijke bemoeienis leidt tot
onvrijheid en onafhankelijkheid.
Een onnodig vooroordeel tegen de
kerk, zullen sommige kerkelijk mee-
levenden zeggen. Maar is in de ge
schiedenis van de kerk niet vaak ge
bleken dat het kerkbeleid werd be
paald door de mensen met macht en
geld? Heeft daarnaast de feministi
sche theologie niet voldoende aange
toond dat kerken mede de positie
van vrouwen bepaald en bekrachtigd
hebben?
Toen ik deze zomer in Appelscha
was, hoorde ik daar dat nog geen 35
jaar geleden de veenarbeiders niet
naar de kerk gingen omdat daar een
orgel stond dat een geschenk was van
een veenbaas. De loyale gift van de
veenbaas was verdiend over de rug
gen van de arbeiders heen.
Was het niet vaak de fabriekdirec-
teur, de reder, de baas, de notabele
die het kerkelijk beleid bepaalde?
Enerzijds was er de oprecht bedoelde
armenzorg, maar daarnaast werd een
theologie in stand gehouden die de
ongelijkwaardigheid in de samenle
ving bekrachtigde. God heeft het ge
wild, het is zoals het is. Rijk boven
arm, man boven vrouw...
De argwaan en weerstand door erva
ringen uit het verleden zijn te begrij
pen. Toch is de kerk altijd meer ge
weest dan het negatieve beeld hier
geschetst. De kerk staat niet los van
de samenleving en weerspiegelt
vaak de onrechtvaardige machts
verdeling. Maar in de worsteling
met het Evangelie en de kritiek se
rieus nemend van mensen in ver
drukking heeft dezelfde kerk ook ge
leerd.
Het uitdelen van soep aan mensen
die onvoldoende te eten hebben is
langzamerhand berucht geworden.
We zien het als een recht dat mensen
over voldoende middelen kunnen be
schikken om zich voldoende te kun
nen voeden en een dak boven hun
hoofd hebben. Het pannetje soep
droeg daartoe niet bij. Het pannetje
soep was misschien beter benut ge
weest als het had geleid tot gemeen
schappelijke maaltijden waarbij
mensen delen in het samen zijn.
Luisterend naar eikaars verhalen, de
lend in eikaars rijkdom en armoede
zonder dat dit leidt tot afhankelijk
heid van de één ten opzichte van de
ander. Want in de kerken zijn we wel
zo wijs geworden dat we weten dat
luisteren naar de vraag vooraf moet
gaan aan elke poging om dienstbaar
te zijn aan de ander.
Vanaf haar ontstaan weet de kerk dat
het haar opdracht is partijganger te
zijn van armen en verdrukten. De wij
ze waarop deze keuze in de praktijk
gestalte kreeg en krijgt is een mense
lijke, vol fouten, maar ook vol liefde
en aandacht.
De toenemende problemen van de
mensen die zich de 'armen binnen on
ze samenleving' weten, gaan de kerk
ter harte. Het blijkt uit de initiatie
ven tot bezinning op de 'arme kant
van Nederland' en de 'arme kant van
Zeeland' zoals enkele maanden gele
den door drs Jan Scheffers in deze ru
briek beschreven. We spreken in Ne
derland, maar ook wereldwijd wel
van de feminisering van de armoede.
Dat wil niet zeggen dat er geen arme
mannen zijn, maar wel dat in toene-
mende mate alleenstaande vrouwen
met een minimum inkomen een gezin
moeten onderhouden.
Het aantal vrouwen dat als kostwin
ner alléén een gezin moet onderhou
den neemt toe. Toch zijn vrouwen
over het algemeen nog slecht op die
taak voorbereid en is de samenle
ving evenmin ingesteld op een groot
aantal werkende vrouwen. Meisjes
worden (zelfs als zij een vak leren) in
meerderheid nog steeds opgevoed
met de gedachte dat zij zullen trou
wen. Het inkomen van de vrouw
wordt in het huwelijk gezien als een
(vaak noodzakelijk) extra. De man is
in eerste instantie meestal de kost
winner.
Alle emancipatie-streven ten spijt,
blijkt in de praktijk nog steeds dat
meisjes en vrouwen worden opge
voed tot economische afhankelijk
heid in het huwelijk. De opleidingen
die vrouwen volgen zijn gemiddeld
lager gewaardeerd en de kansen op
werk, zeker nadat vrouwen een tijd
lang uit het arbeidsproces geweest
zijn, zijn geringer. Veel vrouwen die
door echtscheiding of om andere re
denen alleen kinderen moeten groot
brengen zijn dan ook genoodzaakt
een beroep te doen op de sociale
dienst.
Mensen die moeten leven van een uit
kering .kunnen een opleiding volgen
om hun kansen op de arbeidsmarkt
te vergroten. Omdat echter bepaald
is dat de te volgen opleiding niet ver
der mag gaan dan tot op middelbaar
niveau, blijft de kans op positieverbe
tering beperkt. Het probleeem van
het ontbreken van voldoende moge
lijkheden voor kinderopvang heb ik
dan nog achterwege gelaten.
In de verschillende kerken wordt ge
zocht naar mogelijkheden om de
handen uit te steken naar bijstands
vrouwen. De Provinciale Diakonale
Commissie van de Hervormde Kerk
in Zeeland heeft daarbij sinds een
jaar de hulp van een stagiaire, zelf
bijstandsmoeder. Om het isolement,
waar veel vrouwen door het ontbre
ken van middelen in terecht komen,
te doorbreken is samen met het
Fiom een ontmoetingsgroep gestart
'Vrouwen in de bijstand - vrouwen
in de kerk'.
Praktische vragen, uitwisseling van
ervaringen en werken aan de toe
komst komen daar aan bod. Daar
naast is vanuit de provinciale diako-
nie contact gezocht met sociale dien
sten, om knelpunten en mogelijke
aanknopingspunten voor de kerk in
kaart te brengen.
Hoewel diakonieën bereid zijn om in
acute financiële nood de helpende
hand te bieden, wordt toch vooral
uitgekeken naar wegen om knelsi-
tuaties te voorkomen. Het gaat er
niet om mensen afhankelijk te ma
ken van giften, maar om met hen we
gen te zoeken naar een rechtvaardig,
menselijk bestaan.
De toekomst van 'bijstandsmoeders'
is nog allesbehalve rooskleurig. De
druk op de sociale voorzieningen
wordt steeds groter en de praktische
problemen zijn legio. Vandaag
maakt je kind studiekosten en de te
gemoetkoming komt pas over een
maand; wat doe je dan als je geen en
kele reserve hebt kunnen opbouwen?
Het is maar een van de vele voorbeel
den.
De financiële druk maakt dat soms
afgunstig gekeken wordt naar andere
minima. Spook- en stookverhalen
bijvoorbeeld over asielzoekers die zo
maar een compleet huis ingericht
zouden krijgen doen de ronde. Onzin
verhalen, want niets in de tijdelijke
huisvesting van de asielzoekende
vluchteling is van hem of haar. Zo
verdeelt de onmacht de lotgenoten.
Anneloes Steglich-Lentz