gebrek aan
vertrouwen
breekt poolse
kompels op
geen tijd
voor
verliezers
zelfs al zijn
ze ziek
PZC/ week-in
ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1988
29
barricade
Werf- en
havenstaking.
i1 POL EN
r^o Gdansk r
o^,
Szczecin
Bezetting depots
van het openbaar vervoer
ondanks invallen van
oproerpolitie.
Bezetting
stationsemplacement.
Warschau
Diverse mijnen
omsingeld door
ZOMO-oproerpohtie
Stakingen in diverse]
kolenmijnen.
0 Jastrzebie_
~)X
tegenstellingen
afstand
hans geleijnse
telefoon
henk dam
f\EJ ij falen? Dat is onmogelijk. Ik
V» ben ervan overtuigd dat we
deze strijd winnen, ook al wordt het
aantal stakers minder'. Die woorden
van een vastberaden Adam Wasi-
liewsky, mijnwerker, vader van
twee kinderen, echoën nog in onze
oren als we donderdagnamiddag te
rugrijden van Jastrzebie, stakings-
stad nummer één in het Silezische
kolenmijngebied, naar het vijftig ki
lometer noordelijker gelegen Kato
wice. Halfweg bestaat het tegemoet
komend verkeer uit een onafzienba
re kolonne overvalwagens, waterka
nonnen en pantserauto's.
Tegen de honderd overvalwagens, af
geladen met Zomo's, de gehate op
roerpolitie, tellen we in het voorbij
gaan. De Poolse staat, het kan haast
niet anders, maakt zich op voor de
beslissende slag tegen het epicen
trum van stakend Silezie: Jastrzebie.
Een paar uur later blijkt dit bewaar
heid. Drie mijnen zijn 'gepacificeerd'.
In de Krupinskymijn houden de 250
stakers het zelf voor gezien. Ver
moeidheid, angst en weinig vertrou
wen op een goede afloop doen hen be
sluiten af te marcheren naar een na
bijgelegen kerk.
Bij de ZMP-mijn gaat het anders. De
stakers worden met een Zomo-inval
bedreigd, leggen het ultimatum
naast zich neer, maar worden laten
uit de mijn gesleept. 'Niet slaan',
roept de commanderende officier
nog, vertelt een ooggetuige. Maar zijn
ondergeschikten kunnen zich niet
beheersen en ranselen op de mannen
in als zij van de mijn naar een kerk
willen gaan om hun actie met gebed
te besluiten.
Drama's in Jastrzebie, een saai oord
met een bijna onuitspreekbare
naam, ongeveer honderdduizend in
woners en, contrast, dit jaar in de fee
stroes. Vijfentwintig jaar terug kreeg
het oude kuuroord Jastrzebie Zdroj
stadsrechten. Woonblokken werden
uit de grond gestampt, flats opge
fleurd met de namen van 19 kolen
mijn in en buiten de stad.
Jastrzebie, stad van jongeren en vre
de, roepen de affiches in de hoofd
straat, die, hoe kan het anders, de
naam Avenue van de Vrede kreeg.
Dezer dagen wordt het asfalt bezet
door de allerminst vreedzaam ogen
de politiepatrouilles, 's Avonds om
elf uur hebben zij het rijk alleen. Een
uitgaansverbod tot vijf uur 's mor
gens houdt de burgers van de straat.
Een kijkje bij de Manifest Lipcowy-
mijn, dicht bij het centrum van de
stad, is onmogelijk. De toegangswe
gens zijn gebarricadeerd, barse Zo
mo's geven de indruk dat alleen al
kijken in de richting van het cen
trum waar dinsdag 16 augustus de
stakingsactie begon, tot aanhouding
zal leiden.
Dat overkomt ons daadwerkelijk als
we van het hulpcentrum in de Heilige
Moeder Mariakerk op weg gaan naar
een ander stakingsbolwerk even bui
ten Jastrzebie, de mijn '30 jaar Volks
republiek Polen'.
Hier hebben 125 mijnwerkers, wan-
hopigen zoals ze in het Solidarnosc-
informatiecentrum in een flat in
Jastrzebie worden genoemd, zich
verschanst in de diepste mijn
schacht. Een bezetting in ploegen
dienst, zo wordt verteld en de onge
rustheid over de afloop van deze actie
is bij de sympathisanten merkbaar.
'Wat komen die moffen hier doen? Ei
genlijk moeten we ze een lesje geven,
benen wijd, armen op het dak van de
auto, zoals dat in het Westen gaat',
zegt de in burger geklede chef van de
Zomo-patrouille die ons aanhoudt.
De man heeft kennelijk teveel naar
Amerikaanse tv-series gekeken,
wenst tot harde actie over te gaan,
maar bedenkt zich als hij de officiële
papieren van het Poolse ministerie
van buitenlandse zaken ziet.
Met een uur vertraging is voor ons
het leed geleden. Maar het incidentje
illustreert aan welke intimidatie de
stakers blootstaan en welk lot ze te
wachten staat als dit soort staatsdie
naren het bevel 'actie' krijgt.
Bewondering daarom voor de vast
beslotenheid van Adam Wasiliewsky
en zijn kameraden. Twaalf uur nadat
de Zomo's met geweld een einde
maakten aan hun staking in de Mosc-
zenice-mijn bereiden zij zich voor op
een nieuwe actie. Met tweehonderd
man gaan zij zich aansluiten bij de
anp fts ,23-8-88
t ftOltro
Foto boven: Stakers van de
Manifest Lipcowy kolenmijn
dicht bij het centrum van de
stad Jastrzebie tonen een
groot bord met 'staking' en
'bezet' bij de poort van de
mijn. Het gebied rond de mijn
werd later afgesloten door de
Zomo's, de beruchte Poolse
oproerpolitie.
foto's anp
Foto onder: Stakende kom
pels van de Manifest Lipco-
wy-mijn op de derde dag van
de actie voor meer loon en er
kenning van de vakbond Soli
dariteit.
de stakingsgolf in mei bleven zij keu
rig aan het werk.
Waarom dan nu wel helm en pikhou
weel aan de kapstok gehangen? Wa-
silewsky: „Het was een erezaak. Wij
wilden nu vooraan staan. Maar bo
vendien zijn de verhalen over onze
verdiensten overdreven. Goed, ik
krijg driemaal het gemiddelde
maandloon (van ongeveer 40.000 zlo
ty, rond 200 gulden) in handen. Maar
daar staat tegenover dat ik 70.000 zlo
ty kwijt ben aan eten. Wij hebben
zulk zwaar werk, tien uur per dag on
dergronds, dat we relatief meer aan
ons levensonderhoud moeten uitge
ven dan in andere bedrijfstakken.
Dat harde werk, onder barre omstan
digheden (volgens Wasilewsky zijn er
per week 20 ernstige ongelukken bij
de 19 mijnen in het gebied door voor
namelijk verouderde apparatuur)
veroorzaakt ook dat alleen de man
kostwinner is, terwijl in de rest van
Polen de meeste gehuwde vrouwen
ook een baan hebben. „Wij hebben de
steun van onze vrouwen thuis nodig,
anders houden we dit werk gewoon
niet vol", zegt hij.
stakers die nog zes andere mijnen be
zet houden. De waakzame politie is
voor hen geen probleem. „We kennen
de weg, neem dat maar van ons aan",
lacht Wasiliewsky.
In de Maria-kerk brengen zij verslag
uit van het Zomo-optreden de nacht
ervoor. Robuuste mannen, in geha
vende blauwe werkkledij, bloots
voets, de openstaande hemden tonen
machtige spierbundels.
Spanning en woede druipen van de
scherpgetekende gezichten. „Die lui
die ons aanvielen, dat zijn geen Po
len. We zaten op de grond, zongen het
volkslied met de Poolse vlag en het
kruis naast ons. We werden geslagen,
onze symbolen vernietigd. Toen de
Poolse journalisten weg waren, ging
het er pas echt hard aan toe. We kre
gen ervan langs met de wapenstok,
een van de kameraden werd bij zijn
haren gepakt en zo met zijn hoofd op
het dak van een auto geslagen", ver
telt een van hen.
Op dat moment is hun strijdlust nog
niet gebroken. „Wij geven de strijd
voor erkenning van onze eigen vak
bond, Solidariteit, niet op", zegt Wa
siliewsky. Dit bewind zegt een volks
republiek te vertegenwoordigen.
Daar klopt niets van. We hebben hier
geen mensenrechten, die zijn er al
leen in het Westen. Alleen Solidari
teit kan onze belangen verdedigen,
roept een kameraad er emotioneel
tussendoor.
Maar hoeveel enthousiasme roept
Solidariteit nog op? Een teleurge
stelde Lutka Wujec, echtgenote van
een Warschause Solidariteitsacti-
vist, vertelt 's avonds vanuit het
communicatiecentrum', dat de af
tocht van de stakers gisteren geen
enkele reactie bij de bevolking op
riep. „Anders dan in Gdansk, waar
de mensen in mei applaudisseerden
en bloemen naar de stakers gooiden,
bleef de bevolking hier op afstand",
zegt zij.
Toen we haar 's morgens ontmoetten
was al duidelijk dat het heilige vuur
bij de activisten die de mannen aan
het front ondersteunen alleen nog
formeel brandde. De helden zijn, na
alle spanningen en slapeloze nachten
van de afgelopen week vermoeid. En
mogelijk gedesillusioneerd.
Want een tweede slag, na de verloren
stakingsronde in mei, lijkt voor Soli
dariteit onafwendbaar. Misschien
kwam deze uitbarsting in het 'donke
re Zuiden' ook wel te vroeg. Niet al
leen regeringswoordvoerder Jerzy
Urban was door het tijdstip verrast,
ook het establishment van Solidari
teit, zoals de vakantievierende Lech
Walesa of buitenslands verblijvende
'bonzen' als Janusz Onysckiewicz.
Net als in mei waren het ook nu de
jongeren die spontaan in actie kwa
men tegen duurte, inflatie en slechte
werkomstandigheden. Te hulp ge
roepen Solidariteitsactivisten zorg
den voor de noodzakelijke onder
steuning, zowel in de bedrijven zelf
als daarbuiten.
Maar een groot verschil met mei was,
dat het ditmaal de Hanysy's, vrij ver
taald de hansworsten, zoals de inwo
ners van het voormalige Duits Silezie
in de rest van Polen worden ge
noemd, waren die de acties begon
nen. De kompels staan in Polen te
boek als goede verdieners en zeker
niet als fanatieke stakers. In de histo
rische Solidarnosc-periode van 80/81
sloten zij zich als laatsten aan en bij
Naast de aparte positie van de mijn
werkers moet echter zo langzamer
hand ook een zekere stakingsmoe
heid onder de bevolking ervoor heb
ben gezorgd dat massale steunacties
uitbleven. Gdansk en Szechin zijn
ware Solidariteitsbolwerken, maar
in andere industrietakken bleek de
voormalige vrije vakbond niet in
staat acties te forceren.
Mogelijk is dat ook een gevolg van de
tegenstellingen die binnen Solidari
teit zelf bestaan. De oude garde met
de gevestigde namen, is aanzienlijk
gematigder dan de jongeren op de be
drijfsvloeren. Niet voor niets houdt
bijvoorbeeld Walesa voortdurend de
deur naar een dialoog met dezelfde
autoriteiten die Solidariteit zeven
jaar terug probeerden te likwideren
open.
Het zijn jongeren die de stakingen
van nu leiden, zegt de socioloog Ser-
giusz Kowalski, sommigen van de er
varen leiders slagen er zelfs in hun ei
gen bedrijf niet in acties op gang te
krijgen, zoals bijvoorbeeld Zbigniew
Bujak in mei overkwam bij de Ursus-
tractorenfabriek bij Warschau.
Kowalski promoveerde (in Polen
blijft alles mogelijk) op een proef
schrift over de 'ideologie van Solida
riteit'. Hij meent dat ondanks de te
genstellingen tussen oude en nieuwe
generatie beide groepen niet zonder
elkaar kunnen. „De eis tot erkenning
van Solidariteit zal op tafel blijven,
hoe de afloop van de huidige acties
ook zal zijn", voorspelt hij.
Jerzy Urban zei gisteren al zelfverze
kerd dat de stakingen gebroken wa
ren. Szechin en Gdansk moeten nog
even worden 'uitgerookt', evenals de
paar honderd mijnwerkers die don
derdagavond nog in actie waren. Ja-
ruzelski lijkt de wind mee te hebben.
Voor de tweede keer binnen enkele
maanden slaagt de generaal erin het
echte verzet te isoleren tot een paar
steunpunten van Solidarnosc.
De intelligentia in Warschau echter
spreekt van Phyrrus-overwinnin-
gen. Hoofdredacteur Martin Krol
van het onafhankelijke tijdschrift
Reszpolitika bijvoorbeeld, die ook
kritisch staat tegenover Solidar
nosc, zei deze week dat het huidige
bewind niet rustig kan slapen zon
der een opening naar de oppositie te
maken. Niet alleen hij, maar ook an
dere 'hervormers' in en buiten de
partij, zeggen dat het bewind moet
veranderen, met nieuwe gezichten
en ideeën moet komen.
Als Jaruzelski en de zijnen daartoe
in staat zijn, waren de opofferingen
van Adam Wasiliewsky en zijn
vrienden de afgelopen week niet te
vergeefs.
ff
Twee landen, gescheiden
c
dooreen
gemeenschappelijke taal",
wordt wel eens over Engeland
en Amerika gezegd. Maar veel
meer scheidt de vroegere en de
huidige wereldmacht: de
ziekenzorg bijvoorbeeld.
Correspondentschappen voor
deze krant in eerst Londen en nu
Washington hebben mijn vrouw
en mij in staat gesteld ook dat
verschil tussen de twee landen
van zeer nabij mee te maken. We
hebben zelfs een vergelijkend
warenonderzoek kunnen doen: in
beide landen werd een van onze
kinderen geboren.
Maria, de oudste, is een produkt
van de National Health Service
(NHS). Die NHS is de ruggegraat
van de Britse ziekenzorg. Het is
zoiets als ons ziekenfonds met
dit verschil dat iedereen die in
Engeland woont recht heeft op
(gratis) behandeling.
Op de jaarvergaderingen van de
Britse Labour-partij werd, in de
tij d dat ik in Engeland zat,
steevast over de NHS gesprokén
in termen van „die prachtige
organisatie, waar alle andere
landen ter wereld j aloers op
zijn".
Dat was een overdrijving, die
overigens goed te begrijpen is.
Immershet was een politicus
van de Laboür-partij die de
socialistische droom van gratis
staats-ziekenzorg voor iedereen
enige tientallen jaren geleden
gestalte gaf.
Maar niettemin: een
overdrijving, want het is voor de
Britten lang niet altijd een feest
om hun lichamelijk welzijn aan
de doktoren en ziekenhuizen van
de NHS te moeten
toevertrouwen.
Voor een deel heeft dat te maken
met de tekorten die aan elke
grote staatsinstelling kleven: de
service-gedachte staat zelden
voorop, er is nogal wat
onverschilligheid, nogal wat tijd
uitdienen en de kantjes ervan
aflopen.
Maar voor een minstens even
groot deel is premier Thatcher
verantwoordelijk voor de meer
Dickens-achtige kanten aan de
NHS. Doordrongen als ze is van
de ideologie dat alles aan het
particuliere initiatief moet
worden overgelaten, en dat
staatsbemoeienis zover mogelijk
moet worden teruggedrongen,
staat ze bepaald niet sympathiek
tegenover die instelling.
En dus zorgt ze ervoor dat er
geen cent teveel naar de NHS
gaat. Onderbezetting en te
weinig investeringen in
noodzakelijke moderniseringen
zijn daarvan de noodlottige
gevolgen.
En dat betekent vaker wel dan
niet: lange wachttijden bij de
dokter, menigmaal
onverantwoord lange
wachttij den voor wie een
operatie moet ondergaan,
tekorten aan bijvoorbeeld
kunstledematen.
Engeland is een
klassenmaatschappij, en dat
blijkt ook bij de ziekenzorg.
Degenen die het zich kunnen
veroorloven, rennen weg uit de
NHS en laten zich bij
lichamelijk ongemak, gedekt
door een particuliere
verzekering, lekker verwennen
in mooie en moderne
ziekenhuizen.
Voor die groep geprivilegeerden
is er ook zoiets unieks als Harley
Street, een straatj e in Londen
dat geheel gevuld is met
peperdure specialisten. Ik ben
daarweleensgaankijken:jezag
er de ene Bentley na de andere
Rolls voorbijzoeven.
Voor het gewone volk is een
dergelijke luxe behandeling niet
weggelegd, en dat is dan ook de
reden dat onze dochter in het
Queen Charlotte's ziekenhuis in
West-Londen, een NHS-
ziekenhuis, ter wereld kwam.
Het was zeker geen slecht
ziekenhuis, maar voor mijn
vrouw was het behelpen. Het was
een beetje een kazerne met grote
zalen, een strak regime, harde
regels rond bezoekuren en
maaltijden die de ergste
vooroordelen over Engels eten
bevestigden.
Het verschil met het Fairfax
ziekenhuis in de buurt van
Washington, waar vorig jaar
onze zoon Arthur werd geboren,
kon niet groter zijn. Hier was
het: twee moeders op één kamer,
elk met een „eigen" zuster,
telefoon en televisie naast het
met een knop in allerlei standen
te brengen bed, perfecte
verzorging.
De nieuwe moeder die aan de
uitgebalanceerde en smakelijke
maaltijden niet genoeg had, kon
naar het keukentje gaan
waarvan er zich één op elke
verdieping bevond. Allerhande 4
verstandige snacks en drankjes
waren daar te vinden. Een
magnetron-oventje stond klaar
om soep of iets dergelijks te
verwarmen.
Het verschil met Engeland was,
dat ik voor dit luxe hotel voor
moeders betaald had. Het eerste
dat mij werd gevraagd, op de
gedenkwaardige dag dat Arthur
werd geboren, was of ik even
naar de boekhouding wilde gaan
teneinde daar een voorschot van
vele honderden dollars te
betalen - „zeker meneer, per
credit card betalen kan ook.
American Express, Visa,
Mastercard, we accepteren
alles".
Onze ervaringen met de twee
geboortes onderstrepen het
cruciale onderscheid tussen de
Britse en Amerikaanse
gezondheidszorg. In Engeland
wordt die zorg als een recht voor
iedereen gezien. In Amerika is
gezondheidszorg een bedrijf, met
klanten die betalen voor
geleverde goederen en diensten.
Net als bedrijven maken
ziekenhuizen, klinieken en
specialisten reclame voor
zichzelf. Plastisch chirurgen
plaatsen grote advertenties
waarin ze hun fraaiste
kunstwerken (voor en na
behandeling) afbeelden.
Er zijn specialisten die klanten
lokken met gratis testen op
bijvoorbeeld hoge bloeddruk,
borstkanker en andere
verborgen kwalen. Enige
voorwaarde: van degenen bij wie
een afwijking wordt vastgesteld,
wordt verwacht dat zij zich door
de ontdekkende specialist ook
laten behandelen.
Omgekeerd kijken de patiënten
ook naar een dokter als naar een
handelaar. Ze vragen prijzen op,
en vergelijken die met elkaar.
Als je een kinderarts zoekt, kun
je naar een dienst bellen waar
jouw speciale wensen (het moet
een man zijn, ongeveer zo oud,
getrouwd, zelf kinderen hebben,
de tijd voor je nemen, 's avonds
te consulteren zijn, etcetera) in
een computer worden ingetikt,
waarna een rijtje namen eruit
rolt.
Het is die vrijheid om te kiezen
die de Amerikanen boven alles
willen. Daarom zou zoiets als de
NHS nooit in de Verenigde
Staten kunnen. Maar de vrijheid
van keuze moet wel worden
betaald.
Ziektekostenverzekeringen zijn
duur, en vaak is er sprake van
een zeer behoorlijk eigen risico.
Een kleine 20 procent
Amerikanen (40 miljoen mensen)
is niet verzekerd, en gaat dus bij
een medische calamiteit
onvermijdelijk bankroet. Ik ken
een Belgische journalist die
zichzelf met behulp van
medische boeken heeft geleerd
hoe bevallingen toegaan, en met
die kennis gewapend thuis zijn
dochter ter wereld heeft helpen
komen. Dat spaarde hemhij is
niet verzekerd4000 gulden uit.
Voor de allerarmsten bestaat
overigens wel een soort
ziekenfonds. Maar de medische
zorg die daaronder valt, is
uitgesproken slecht. Amerika
heeft nu eenmaal geen tijd voor
verliezers, zelfs al zijn ze hard
ziek.