DE BUITENJAN
hoe vieren de
bleekneusjes
vakantie?
CHU
onbezoedeld
en beminnelijk
PZC/ week-in
23
loneymoonquiz
akantienood
vierde wereld
peter heerkens
beginselen
Als lange haren dienen om warhoofden
te verbergen, ja Ik ben legen
warhoofden. Geef mij nuchtere
Nederlanders, al of niet met lang haar
Volwassen Nederlanders, die
mooipraters wantrouwen, Geef mij
Nederlanders in de regering die met
beid® benen op de grond staan, Gmt mij
Nederlanders die de wijste partij kiezen
organisatie
peter van de vusse
ATERDAG 27 AUGUSTUS 1988
r is, alle ontwikkelingen ten
Zispijt, niets veranderd: stadse
Jeekneusjes moeten nog steeds
oor buurthuiswerkers,
lubhuiswerkers en
peeltuinwerkers uit de armoede
an het gezin gehaald worden voor
en vakantie in een kinderkamp.-
olgens de laatste cijfers van het
ëntraal Bureau voor de Statistiek
BS) geniet 41 procent van de
inderen tussen 0 en 5 jaar geen
akantie; in de leeftijdsgroep 6-14
aar ligt dat cijfer op 28 procent; in
e groep 15-18 jaar is dat 30
rocent. Gemiddeld gaat precies
én op de drie kinderen niet op
akantie.
In nog steeds komt het merendeel
li het kinderkamp voor het eerst
cht in de natuur om zich te
erbazen over wat daar leeft, groeit
nbloeit. „U zult het misschien niet
eloven",zegtW.J. Buijtendorp,
maar we maken mee dat ze
onijntjes zien en dan vragen: Wat
oen die jonge hondjes hier? Wat
lie vooral zo opvalt, is dat er
anderen zijn die zich volkomen
errast tonen dat eieren niet in een
oos zitten maar op de grond liggen,
lat is toch niet te
elooooooooven
)e werkkamer van Buij tendorp
ijkt uit op het groen. Een
andschap op zich, maar slechts een
etail in het decor van tien hectare
os dat het Nationaal Ontmoetings
entrum 'de Buitenjan' ter
eschikking heeft in Veldhoven, een
Cempendorp tegen de Belgische
Tens.
luiten komt ronkend een
ouringcar tot stilstand. Opgelucht
at de lange reis ten einde is, laten
8 kinderen uit de Bijlmer zich
erwachtingsvol uit de bus
uimelen. „Tachtig procent van
eze kinderen", zal vrijwilliger Ben
Inderstal later zeggen, „was anders
liet met vakantie geweest,
eldgebrek en werkende ouders,
aar ligt het vooral aan". Vanuit
ijn vijfjaren ervaring beaamt hij de
litspraak van Buijtendorp over de
inderen en de natuur. „Ze weten
at een boom is en ze herkennen
ts van Sesamstraat. Maar dan
oudt het ook echt op".
Onvoorstelbaar soms", zegt
uijtendorp. Hij geeft een
oorbeeld. „Opdracht bij een
peurtocht: loop het bos in tot de
pen plek en ga daar bij vijf
erkebomen rechtsaf. Er waren
inderen die kilometers zijn
oorgelopen omdat ze niet wisten
oe een berkeboom eruit ziet".
)p de deur van zijn werkkamer
taat 'Directeur', maar dat is de
ieer Buijtendorp niet. Dat wil
eggen: hij is wel directeur, maar
liet van 'de Buitenjan'. Daar is hij
ijdelijk projectleider. Zijn
iirecteursfunctie ligt bij het
Nationaal Jeugd Fonds, de
rganisatie met Jantje Beton als
ymbool en als doel het geven van
vooral) financiële steun aan
irojecten die het leef- en
peelklimaat voor kinderen
evorderen. Aan dat werk wordt
aarli jks vijf tot zes miljoen gulden
«steed, bijeengebracht door acties
n donaties,
lijn dubbele taak werd Buijtendorp
pgedrongen door het succes van
Ion Brandsteders Honeymoonquiz
.'aarvan de voor 'de Buitenjan'
lestemde baten van twaalf miljoen
lilden de verwachtingen ver te
«ven gingen. Zó ver, dat de
itichting 'de Buitenjan' - die in 1984
ntstond vanuit het Nationaal
ëugd Fonds - in hoge versnelling
en 1 O-jarenplan kon gaan
litvoeren. En zo ging - op verzoek -
iuijtendorp zijn werk tijdelijk
erdelen tussen zijn hoofdkantoor
a Utrecht en de directiekamer in
'eldhoven.
Uakbij de pas gebouwde boerderij,
ussen de dennen, graven intussen
le machines funderingsruimte voor
en sporthal. Binnen twee maanden
omt een educatief centrum gereed,
pgezet voor school-werkweken om
inderen uit met name de
erstedelijkte gebieden („Zeg maar:
le Randstad") kennis te laten
Taken met de natuur. In de
ouwketen hangen tekeningen voor
litbreiding en verbetering van de
ccommodatie, die in al z'n eenvoud
iu al schitterend is na een eerste
erbouwing van dit voormalige
ionnenklooster en tehuis voor
'eeskinderen. Luchtige
laapkamers, groepsruimten
oorzien van alle gemakken, een
iandenarbeid- en spellokaal, een
olledig ingerichte toneelzaal, een
rinkeitje, sportvelden, speeltuintje
n klimrekken. Het geheel biedt
ilaats aan vier groepen, die er
lelfstandig kunnen verblijven in
igen ruimten ('de Buitenjan' heeft
lechts vier mensen in vaste dienst).
iet project 'de Buitenjan' werd
[eboren uit de vakantienood die er
'ok anno 1980 nog onder de
ónderen bleek te bestaan. Bij het
Nationaal Jeugd Fonds keken ze
•rvan op, zo blijkt. Buijtendorp:
.We wisten van allerlei financiële
'roblemen, maar dit was nieuw
oor ons. Het begon (in 1982) met
!en gift van 5000 gulden aan
chipperskinderen, die door
e'dgebrek niet met vakantie
monden. Het einde is eigenlijk niet
n zicht, want de belangstelling
'oor 'de Buitenjan' groeit per jaar,
tos kennelijk ook de nood".
'«start met 80 bedden, bedraagt de
apaciteit thans 190 bedden die
'oor de administratie moeiteloos
"orden volgeboekt. Het aantal
'vernachtingen van 6000 in het
Achtenveertig kinderen uit de Bijlmer, verwachtingsvol bij 'De Buitenjan'.
Weet u nog van vroeger? Hoe die stadse bleekneusjes 's zomers naar de kindervakantiekolonie
werden gestuurd om een beetje aan te sterken en een gezonde kleur op de wangen te krijgen? Hoe
al die Ciskes de Rat zelf mochten ontdekken wat de Vrije Natuur eigenlijk was en hoe een verse
boterham met boerenkaas smaakte? Nou, het gebeurt nog steeds. En het is hard nodig.
openingsj aar 1985liep in 1987 op
tot bijna 15.000 en als straks alle
door de Honeymoonquiz mogelijk
gemaakte bouwplannen zijn
uitgevoerd, zal dat cijfer volgens de
prognoses 30.000 zijn.
Dat is dan nog maar de situatie in
één kindervakantie-oord, zij het qua
opvangmogelij kheden niet de
geringste. Hoe hoog de nood is
gestegen, moge blijken uit de
kwalificatie van Buijtendorp over
de bijdrage van 'de Buitenjan' aan
de landelijke behoefte: „Wij zijn
slechts een druppel op de gloeiende
plaat".
Het nationele beeld noemt hij
'schrikbarend', een conclusie die hij
mede trekt uit het grote aantal
individuele aanmeldingen. Het zijn
niet alleen meer de door vrijwilligers
georganiseerde groepen van
probleemgevallen. Buijtendorp:
„We krijgen steeds meer aanvragen
van vertrouwensartsen, advocaten
en gemeentelijke sociale diensten
voor individuele plaatsing, maar
daarin voorziet onze opzet niet. Er is
nu een plan opgezet om uit de
aanmeldingen - en die komen uit
het gehele land, niet alleen uit de
Randstad - hier groepen te vormen.
In de herfstvakantie beginnen we
met twee weken, voor volgend jaar
staan er in totaal acht weken op het
programma en die krijgen we vol.
Alleen al met kinderen uit
Rotterdam zouden we die acht
weken kunnen vullen. We weten dat
er een groot aantal kinderen is dat
nog nooit buiten Rotterdam is
geweest. Voor die kinderen betekent
vakantie alleen: niet naar school".
Er heeft zich intussen nog een
ander maatschappelijk
verschijnsel opgedrongen aan 'de
Buitenjan': de gezins
crisissituaties. De vraag om
tijdelijk onderdak voor een ouder
met kind(eren) nam zo sterk toe,
dat opdracht werd gegeven tot een
onderzoek. Daaruit bleek dat bij
het structureren van deze opvang,
gerekend kan worden op twee tot
drie noodgevallen per week. Per 1
september gaat 'de Buitenjan' deze
hulpverleningsdienst draaien met
een maximale verblijfsduur van 48
uur. Daartoe zijn twee
verblijfruimtes (zit- en slaapkamer,
douche-toilet) ingericht.
En dan is er nog het groeiend aantal
brieven waarin volwassenen hun
sociale problemen droppen bij 'de
Buitenjan'; gemiddeld drie per
week. Buijtendorp: „Ik denk dat dat
het effect is van Ron Brandsteders
programma. In de sfeer van: Jantje
Beton, de Buitenjan, dat heeft iets
vertrouwds, daar gaan we ons hart
eens luchten. Oplossen kunnen wé
die vraagstukken echter niet. Wat
wij doen, is iedereen persoonlijk
naar een instelling verwijzen die
volgens ons de kwestie het best kan
begeleiden".
Het merendeel van de kinderen dat
vakantie viert in 'de Buitenjan'
komt uit het westen (Buijtendorp:
„Het Randstadgebied tussen Den
Helder en Dordrecht").
Beroepskrachten horen het woord
liever niet, maar het gaat hierbij om
„kinderen uiteen
achterstandssituatie". Buijtendorp
vindt dat ook geen geslaagde
uitdrukking. Hij spreekt liever van
„sociaal gehandicapten" en zegt
daarbij nadrukkelijk: „Dan bedoel
ik óók de ouders".
Zonder de inzet van vrijwilligers zou
het merendeel van de kinderen in
vakantietijd niet veel verder zijn
gekomen dan de eigen straat.
Zonder de lage verblijfkosten van
120 gulden per zeven dagen in 'de
Buitenj an' ook niet. Zonder subsidie
en sponsoring waar de vrijwilligers
zich voor inspannen evenmin. En
dan nog zijn er in 1988
crepeergevallen.
De leider van de net aangekomen
Bijlmergroep: „Met gekregen gelden
hebben we de ouderbijdrage voor
deze vakantie kunnen drukken tot
80 gulden. Er zijn er die dat in
termijnen betalen omdat ze het
bedrag ineens niet kunnen
opbrengen".
De hoofdleidster van een groep
Amsterdamse geestelijk
gehandicapte kinderen in 'de
Buitenjan': „Bij onsstaathet
ontlasten van de ouders voorop,
maar het probleem van vakantie en
gebrek aan geld daarvoor, is iets
waar we óók mee te maken hebben.
Voor een aantal kinderen moest een
beroep gedaan worden op het
noodfonds van de GGD".
Buijtendorp:.,.Hetaantal kinderen
voor wie alles betaald moet worden
omdat ze anders, door de financiële
omstandigheden thuis, nooit
vakantie zouden hebben, is enorm
groot. Duizenden".
Voor die gevallen bestaat de
organisatie 'Vrienden van de
Buitenjan' (waarbij de gift
overeenstemt met het bedrag van
een week verblijf), en verder de
gemeentelijke voorzieningen en het
Nationaal Jeugd Fonds, dat
overigens werkt aan een
afbouwregeling.
Dat zo'n grote groep ouders een
bedrag van rond de 100 gulden niet
of niet helemaal kan betalen noemt
Buijtdorp 'een fenomeen dat we in
Nederland allemaal doodzwijgen'.
Buij tendorp Het zijn mensen die
leven in de 'Vierde Wereld' en dat
zijn rond een half miljoen
Nederlanders. Ze komen alles wat
nodig is tekort. Een héle complexe
zaak. We maken bij voorbeeld mee
dat mensen in geldnood zitten
doordat ze geen kinderbijslag
aanvragen. En waarom doen ze dat
niet? Omdat ze analfabeet zijn, de
formulieren dus niet kunnen
invullen en zich schamen om daar
voor uit te moeten komen bij het
aanvragen van hulp. Het is een
vergeten groep, vol dramatische
gezinsproblematiek"
„Zeker 50 procent van de kinderen
die hier komen is bezig aan hun
tweede of derde vader. Vaak horen
we, en merken we, dat ze in een
ruzie-achtige omgeving leven. Er
zijn er die hier de eerste dagen een
agressief gedrag vertonen; het
gedrag van thuis dus. Ik geloof soms
m'n oren niet als ik hoor wat ouders
kunnen aanrichten. Een vader die
z'n dochtertje van zes jaar op twaalf
hoog over de rand van het balkon
tilt en zegt: Als je je bord vla niet
opeet laat ik je vallen. Het is
werkelijk verbijsterend met wat
voor kinderleed je te maken krijgt.
We ontvangen overigens niet alleen
kinderen vanuit dit soort
probleemgevallen, maar ook
duizenden voor wie al die situaties
niet gelden. Maar de gemiddelde
gast komt uit de 'Vierde Wereld',
een afspiegeling van wat zich aan
alles-en-nog-wat afspeelt in
Nederland".
Desalniettemin: 120 gulden voor
een vakantie, oftewel 2,50 gulden
per week sparen, dat moet toch op
te brengen zijn. Zó groot is de
armoede in Nederland toch niet?
Buijtendorp: „Het gaat niet om 2,50
gulden, het gaat om die 120 gulden.
Ik geloof ook niet dat er in het
algemeen geen geld is voor dit doel,
maar dat het bestedingspatroon
binnen die gezinnen zodanig is dat
er geen cent overschiet voor de
vakantie. Vroeger had je de stille
armoede en tegenwoordig is het de,
laat ik zeggen, luxe armoede".
Wie speurt naar schandaaltjes bij een partij als de
Christelijk Historische Unie komt van een koude ker
mis thuis. In de 72-jarige geschiedenis van de partij
komen zeggen en schrijven drie incidenten voor, die
het daglicht, althans in Hervormde kringen, niet kun
nen verdragen.
Een keer zorgde een CHU-bewindsman voor enige op
schudding door de wet te overtreden. Wat bleek: terug
komend van vakantie in 1969 had het echtpaar Beer-
nink van de overgebleven Belgische franken benzine
willen kopen aan de grens. Toen de pomp dicht was
kocht Beernink voor dit bedrag 700 sigaretten voor zijn
echtgenote, zelf rookte hij uitsluitend sigaren. Bij de
douane-controle bleek dat Beernink, die de sigaretten
open en bloot op de achterbank had neergelegd, 300
sigaretten te veel had gekocht. Hij moest hiervoor een
boete van 40 gulden betalen, plus de verschuldigde ac
cijnzen. Politiek Den Haag nam de zaak niet al te hoog
op.
Kwalijker was de aanrijding van partijvoorzitter J.T.
Mellema. Toen in 1968 publikaties verschenen dat hij
onder invloed tegen een geparkeerde auto was gere
den, moest hij de hamer neerleggen.
Tenslotte kreeg in 1971 lijsttrekker Berend Jan Udink
negatieve publiciteit toen hij voor een stuntje dacht te
zorgen tijdens de verkiezingscampagne. Hij liet zich
met een pruik op fotograferen in een tijd waar hippies
en nozems het voor zeggen hadden. Udink, die wilde
laten blijken niet tegen lang haar te zijn, werd door de
kiezers in de steek gelaten. In 1972 leed de Unie de
grootste nederlaag uit haar geschiedenis.
De geschiedenis van de CHU staat niet bol van politie
ke avonturiers die met gewaagde uitspraken voor enig
vuur zorgden; eerder een partij van bedaarde oude
mannen in driedelig grijs met dikke sigaar die prat gin
gen op degelijkheid en burgerlijk fatsoen. Over die par
tij heeft CDA-beleidsmedewerker Hans van Spanning
onlangs een lijvige dissertatie geschreven na bijna 18
jaar van onderzoek. Twee dikke delen, in totaal bijna
1100 pagina's, zijn het resultaat van een doorwrochte
studie van de CHU van 1908 tot 1980, toen de partij
fuseerde met de KVP en ARP in het CDA.
Het is niet een partij (men sprak niet van partij maar
van Unie!, een bundeling van protestants-christelijke
groepen), die zich in enkele regels laat vatten, daar
voor zijn de beginselen te vaag en de praktische uit
werking te halfslachtig. Het leidend beginsel, 'de au-
thoriteit van God's woord', leidde door de geestelijke
vrijheid van handelen van de fractieleden in de prak
tijk tot verdeeldheid. PvdA-fractievoorzitter Burger
typeerde de CHU eens „als een koppel patrijzen, dat
bij het eerste schot alle kanten uitvliegt". Tilanus
antwoordde daarop dat deze patrijzen toch steeds
weer op het nest terugkeerden omdat zij bij elkaar
hoorden. Misschien is dit wel het belangrijkste ken
merk van de Unie: het vaak verdeeld stemmen. Twee
slachtigheid in de hand gewerkt door een gebrek aan
uitgesproken profilering.
Ondanks een zekere Weltfremdheit en a-politieke hou
ding is de CHU een 'gouvernementele' partij geweest:
met uitzondering van de kabinetten Schermerhorn-
Drees (1945-1946), Cals (1965-1966), Zijlstra (1966-1967)
en Den Uyl (1973-1977) heeft de Unie, in coalitiever
band, van 1918 tot 1980 in de regering gezeten. De poli
tieke betekenis van de CHU moet dan ook niet worden
onderschat.
Hiervoor verantwoordelijk is de in de loop der jaren
stabiel gebleven kiezersaanhang. In het interbellum
Is Udink tegen lange haren?
Partijvoorzitter J. T. Mellema werd in 1968 'ge
vloerd' door een aanrijding
had de CHU rond de tien procent, zo'n elf Kamerzetels,
met als uitschieter de Statenverkiezing van 1923 toen
de CHU de grootstse omvang uit haar geschiedenis
haalde met 12,4 procent. Van Spanning verklaart dat
door de uitbreiding van het kiesrecht voor vrouwen
wat de CHU veel stemmen opleverde.
Van 1948 tot 1973 kon de CHU ook rekenen op een vrij
constante aanhang, die varieerde rond de achteneen- -
half procent (zo'n 12/13 zetels) van de stemmen. Bij de
Tweede Kamerverkiezingen van 1971 en van 1972 leed
de Unie een fors verlies, de partij viel terug tot vieren-
half procent (7 zetels). Van Spanning ziet de voornaam
ste oorzaak hiervoor gelegen in de groeiende deconfes
sionalisering onder de Hervormden, die voor het over
grote deel het kiezersbestand vormden. Ook de interne
verdeeldheid in de partij was debet aan het stemmen
verlies.
Voor de oorlog haalde de CHU haar stemmen ook wel
bij het Hervormde kiezerspotentieel, maar was het niet
zo dat alle Hervormden op de CHU stemden.
Dit gegeven, het feit dat Hervormden ook op andere
partijen stemden, was voor de CHU volgens Van Span
ning een stimulans om te streven naar kabinetten op
brede basis. Al in een vroeg stadium beijverde de CHU;
zich voor deelname aan de regering van de SDAP. De
latere minister-president De Geer pleitte in 1918, na
Troelstra's mislukte revolutie-poging, voor regerings
verantwoordelijkheid van de SDAP „zodat de partij
naar buiten wordt verzwakt en naar binnen wordt ge
louterd". Dat streven kon niet voor 1939 worden gecon
cretiseerd, volgens Van Spanning doordat in de tus
senliggende jaren de ideologische afstand te groot
bleek en doordat bij veel protestanten de vrees voor
een rooms-rode coalitie overheerste.
Van Spanning wijst hierbij op de persoonlijke rol van
De Geer die voor het eerst socialisten opnam in zijn
nationale kabinet. Een daad van historisch belang, 1
want het betekende de emancipatie van het Neder
lands socialisme. De vruchten zijn volgens Van Span
ning daarom zo zuur dat de 'gepolariseerde' PvdA in
1973 de CHU doelbewust buiten de regering heeft gela
ten. Een tragisch lot viel de CHU ten deel.
Uit de geschiedenis van de CHU blijkt hoezeer de lei
ders het gezicht bepaalden van de partij. Mogelijk dat
de organisatiestructuur hieraan mede heeft bijgedra
gen. De CHU was niet geporteerd van strakke partij
discipline of partijmacht, maar legde de activiteiten
bij de basis, de plaatselijke of regionale kiesvereni
gingen. Dat had nadelen. Zo kende de CHU geen cen
trale ledenadministratie, waardoor er bij voorbeeld
geen cijfers te geven waren over ledenaantallen. Door
gebrek aan structuur en overleg hadden de kopstuk-
ken in de partij, jonkheer mr. A.F. de Savornin Lota-
man, jonkheer mr. D.J. de Geer en na de oorlog dr. 1
W.H. Tilanus en G.H.K.J. Beernink, vaak vrij spel.
In een portrettengalerij schetst Van Spanning de ka
rakters van de opeenvolgende politieke leiders. De Sa
vornin Lohman, de peetvader van de CHU, lag gere
geld in de clinch met AR-leider A. Kuyper, die hij par
tijmacht verweet. Lohman streed voor betere arbeid
somstandigheden, gelijkheid van neutraal en christe
lijk onderwijs, maar hield er ook conservatieve denk
beelden op na. Zo waren vrouwen in zijn ogen niet ge
schikt om te kiezen, „om de vaak onbewuste invloed
die de vrouw uitoefent in verband met de zwakheid van
de man tegenover de vrouw". De Savornin Lohman
werd in brede kring gerespecteerd. SDAP'er Schaper
typeerde hem als „een grote en rechtschapen figuur
maar conservatief tot op het gebeente en een driftkop
van de ergste soort".
Ook de andere grote vooroorlogse leider De Geer, de
enige CHU-premier, stond in hoog aanzien. Gesloten
van karakter, had hij de neiging zonder enige vorm van e
overleg te handelen, alhoewel Van Spanning dat beeld
enigszins nuanceert.
Aan een zelfde euvel leed H. W. Tilanus. Voor de bui- 1
tenwacht een sympathieke man, die dagelijks op zijn
fiets naar zijn werk ging, maar naar binnen toe pater-
nalistisch. Hij beschouwde zijn fractieleden meer als
persoonlijke adviseurs, dan als volwaardige politici.
Zo hoorden de fractieleden pas in de Kamer hoe het
CHU beleid er uit zag, van enig fractieberaad was geen
sprake. Volgens Van Spanning miste Tilanus tact en
souplesse met als gevolg dat de fractie vaak verdeeld
stemde.
Minder autoritair van karakter was Beernink. Hij voer
de wel overleg met de fraktie, wat hem groot ontzag
opleverde. Maar ook hij ging gebukt onder starheid en
beginselvastheid. Zo had Beernink moeite in te spelen
op nieuwe ontwikkelingen als bij voorbeeld de tv. Dat
liet hij maar het liefst aan zich voorbij gaan. Over de
politiek zelf zei hij dat hij zich daarover niet kon opwin
den en altijd acht uur per nacht sliep.
Befaamd is Beernink's uitspraak in een interview met
Bibeb in VN. Wat is goede humor?, vroeg Bibeb. Beer
nink antwoordde met een raadsel, wat is J plus B is
HP?. „Juliana plus Bernhard plus V. is Haagse Post",
probeerde Bibeb. Beernink riposteerde met Jas plus
Broek plus Vest is Heel Pak.
H. van Spanning heeft een nauwgezet boek geschreven
over de geschiedenis van de CHU. Hierbij heeft hij veel
aandacht geschonken aan staatsrechtelijke achter
gronden naast historisch parlementaire. Wat blijft
hangen is een mistig maar beminnelijk beeld van poli
tici die het rustig aan deden, kalm en evenwichtig in
hun optreden. Wie die eigenschappen weet terug te
vinden in het huidige CDA, moet wel op het spoor zijn
van een nazaat van de Unie.
De CHU: 1908-1980, twee delen. H. van Spanning. Uitgege-
ven in eigen beheer. Verkrijgbaar bij de Haagse boekhan
dels Houtschilt en Wattez. Prijs 79,50.
het evangeih? een w> i
bt-i. Um y/.wf- r
lö-lmmec; c-%n v:cm de «joderiyt®
bookoo vrm deze tijd.
- -K