CARLY SIMON Door Ome Willem kan ik nu niet meer rustig over straat lopen Bad Hotel speelt in theater Domburg Zuiderpark Rotterdam wordt een dag poppark HARRY BANNINK Wereldberoemd, maar zo bekend als ze had kunnen zijn zal ze nooit worden: Carly Simon. De inmiddels 43-jarige. Amerikaanse zangeres/ songschrijfster heeft - gehinderd door planken koorts - slechts zelden op een podium gestaan. Het Amerikaanse video- bedrijf HBR wist de telg uit een beroemd uitge versgeslacht echter te verleiden tot een uniek optreden in haar achter tuin, op het strand van het Amerikaanse eiland je Martha's Vineyard. Carly Simon treedt voor eenmaal uit haar veilige isolement. Een mooi jong meisje in een kort rokje vangt alle blikken in Americain. Blond, brede glimlach, de overdaad van de jeugd. Dit is de dochter uit de Fijn-voor-de-lijn-recla- me. Als twee druppels water lijkend op moeder. „Jij moet Sally zijn", zeg ik. „Eens kij ken, dan ben je veertien, niet?" IJdelheid, Halvarine Veilig Vol idealen Ome Willem PZC/ kunst/cultuur Carly Simon: op het podium verlies ik alle controle. Een ster die liever in de schaduw blijft Door John Oomkes) Sally is een van de twee kinderen van Carly Simon en James Taylor. Ze wil actrice worden en vertelt nu al met een ingestudeerde verveeldheid hoe zwaar het is om nu weer de één en dan weer de ander op tournee te vergezellen. „Je doet het om dicht bij je vader en moe der te zijn, maar in feite hang je er maar wat bij." Het is het lot van een showbusiness- kind. Zowel Carly Simon als James Taylor behoren al meer dan twintig jaar tot het selecte clubje songschrij vers dat het leven van hun generatie genoten feilloos typeerde. Carly en Ja mes werden nét te laat geboren om in de jaren zestig oproer te kunnen kraai en, en waren er nét te vroeg bij om aan de gezapigheid van de jaren zeventig - uitmondend in het ik-tijdperk - te kun nen ontsnappen. Zo schreef Carly 'You're so Vain' („You probably think this song is about you") over de ijdelheid van Hol- lywood-hartenbreker Warren Beatty (en niet Mick Jagger), terwijl Taylor er geen moeite mee had om in 'Fire and Rain' zijn drugsverslaving be spreekbaar te maken: „Won't you look down on me, Jesus? You've gotta help me make a stand. You've just gotta see me through another day..." Toen Carly en James in 1972 trouwden kon de Amerikaanse pers dan ook geen genoeg krijgen van dit society- huwelijk - beiden stamden uit een aris tocratisch geslacht. De media werden trouwens op hun wenken bediend doordat beide echtelieden lief en leed binnen hun relatie breed uitmaten in de liedvorm. Open en bloot, zoals dat in die tijd 'moest kunnen'. Het aanvankelijke geluk werd beli chaamd in het duet 'Mockingbird' (overigens een cover van Inez Char lie Foxx). Carly: „Als ik James verge zelde op tournee stond dat elke avond op het repertoire, maar het was iedere keer weer de vraag of ik wel zou dur ven. Dan hield producer Peter Asher de hele avond mijn hand vast om me te kalmeren, en kreeg James een seintje of het er die keer wél of niet in zou zit ten." Carly Simon poseert voor de foto graaf met de vrijheid van een fotomo del en de vriendelijkheid van een jong meisje van even in de veertig. Lange, gebruinde benen onder een kort jurk je. Een glimlach zo breed als de Over toom, expressieve ogen in een toch al wat getekend gezicht. Waren alle moeders uit de Halvarine-sterspotjes maar zo leuk. „Ik kan me niet voorstellen dat ik ooit op tournee zou gaan", zegt ze lachend, als ik klaag over de manier waarop ze mij als jarenlange, trouwe fan verwaar loost. „Misschien dat mijn grenzeloos optimisme me nog eens over mijn ner vositeit heen helpt. Mijn zenuwstelsel is nooit goed tot ontwikkeling geko men. Daar had ik al in de wieg last van. Ik ben de angst nooit de baas gewor den, misschien vind ik het wel goed zo..." - Kun je precies de angst beschrijven die je voelt voordat je het podium op gaat? Carly: „Oho! Het varieert van het ge voel dat ik dood ga tot het gevoel dat ik op het punt sta te exploderen. Vaak ben ik zo duizelig dat ik denk dat ik de wereld zie draaien. Het is heel ex treem. Als die podiumangst zich zou laten vergelijken met het gevoel van vlinders in je buik, dan zou ik er tegen opgewassen zijn. Maar het is zo ang stig omdat ik alle controle kwijt ben. Op den duur krijg ik hartkloppingen. En dan kun je absoluut niet zingen." Met angst en beven zag Carly dan ook het videoconcert tegemoet. Alles werd er aan gedaan om haar angsten niet te voeden: slechts 300 bezoekers zagen het optreden, waarvoor twee weken werd gerepeteerd. „Op de video kun je zien dat ik op bepaalde momenten echt trots ben op mezelf. Zo nu en dan glimlach ik zelfs! Op dat concert kwam ik mijn angsten te boven. Ik zou zo graag in staat zijn die vrees voor eens en altijd uit te bannen." Ze zingt een paar regels uit een oud liedje. Loepzuiver, liggend op een el leboog. „Ken je 'That's the way I've al ways heard it should be'? Ik kon dat tijdens dat concert niet doen. Bij dat nummer moet ik mezelf op piano be geleiden. En het was stervenskoud op het strand waar het concert plaats vond. Mijn vingers bleven steken. Het waaide zo erg dat het aanvoelde alsof het maar een paar graden boven nul was. Maar het ging, omdat ik me vei lig voelde." Geborgenheid is een centraal begrip in de wat terughoudend verlopende car rière van Carly Simon. Op haar vijftien elpees blikt ze vaak terug naar de cou veuse van haar veilige jeugd. Zo zijn er in de videoclip van 'Coming Around again', het titelnummer van haar re cente studio-elpee, filmopnamen ver werkt die haar vader, de uitgever Ri chard Simon (van Simon Schuster), ooit maakte. Het is dezelfde zekerheid die ze zocht in haar leven met James Taylor, en nu lijkt te hebben gevonden in een tweede huwelijk met de Ierse schrijver James Hart. Ze praat met veel waardering over diens pen. „Ik wilde dat mijn teksten meer poëtisch waren", zegt ze opeens, als ze toch even haar werk met het zij ne vergelijkt. - Mag ik even protesteren? Neem een liedje als 'Boys in the Trees'. Daarin beschrijf je hoe een meisje in haar pu berteit zich het contact met het andere geslacht voorstelt. En dat gebeurt op een heel beeldende manier. Carly, glimlachend: „Ik houd van dat liedje. Dat zou ik meer moeten doen. James Taylor is daar meer toe in staat dan ik. Mijn manier van schrijven komt vaak over als een vorm van ver slaggeving., Ik beschrijf wat er met me gebeurt. Het is goed, omdat ontzet tend veel mensen aanvoelen wat ik doormaak en hetzelfde lijken te heb ben doorgemaakt." „Ik schrijf heel veel van me af. Niet al tijd, hoor. Een song als 'The Wives are in Connecticut' beschrijft bij voor beeld de manier waarop vaderlief de bloemetjes buiten zet op het moment dat moeder niet thuis is, en dat num mer gaat over een ervaring die een vriendin van me is overkomen. Maar over het algemeen schrijf ik als ik het idee heb in een chaos te verkeren. Door over die verwarrende gevoelens te schrijven maak je ze in zekere zin twee dehands. Je verpakt ze in een fraai pa piertje en kunt ze aan." Door Ton Ouwehand Op een mooie Pinksterdag, Vluchten kan niet meer, M'n Opa, Frekie, Tearoom Tango, Herr Heinzelmann, Zeg maar ja te gen het leven, Nee Karei niet vandaag en nog zo'n duizend andere liedjes zijn alle maal geschreven door Harry Bannink. Met Annie M.G. Schmidt schreef hij acht musi cals en een aantal televisieseries (waaron der Ja zuster, Nee zuster); hij deed tien jaar Vrij Entree met Henk Elsink; hij speelde meer dan 400 voorstellingen met Wim Son- neveld en de laatste vijftien jaar kennen we hem als de 'geitenbreier', die vanachter zijn piano Ome Willem (Edwin Rutten) er in zijn gelijknamige televisieprogramma elke keer weer op attenteert dat broodjes poep niet te eten zijn en dat bloemkool bij voorkeur met een papje genuttigd dient te worden. Hij heeft net de opnamen achter de rug van een nieuwe tv-serie Beppie en hij schrijft nog re gelmatig liedjes voor Sesamstraat, Klok huis en Teleac. Voor de negenenvijftig jari ge pianist Harry Bannink begon het alle maal in zijn geboorteplaats Enschede. Harry Bannink: „Het begon toen ik.een jaar of zes was. Bij ons in de straat woonde een aannemer met een heel groot gezin. Die kin deren waren mijn speelkameraadjes op straat, maar ik kwam daar ook graag over de vloer. Ze hadden namelijk een piano. Daar moet ik tot vervelens toe met één vinger op hebben zitten te spelen. Die mensen moeten gek zijn geworden van mij. Ik heb lang ge zeurd bij mijn moeder dat ik ook een piano Wilde." „Na de oorlog, toen ik een jaar of zestien was, speelde ik in bigband de Casaloma's. We speelden veel voor de Canadezen en voor de Engelsen. Het was een gekke tijd, net na de oorlog. Elke dag was het feest. Iedereen dacht dat het eeuwig zou"duren. De dirigent van de Casaloma's, Frans Egtemeier, zei op een gegeven moment dat ik les moest gaan nemen als ik echt iets in de muziek wilde be reiken. Zo kwam ik bij Martin Kaptein te recht. Hij heeft me, zoals ik het nu voel, van de ene op de andere dag piano leren spelen." Na privélessen van Kees van Baaren, die we kelijks in Enschede kwam om het toonkunst koor te dirigeren, deed Harry Bannink in het begin van jaren '50 staatsexamen aan het conservatorium van Den Haag. „De bedoe ling was eigenlijk dat ik les zou gaan geven, dat leek toen de de enige zekerheid. Ik dacht voorzichtig wel eens aan een baan bij de ra dio, maar ik was in de veronderstelling dat zoiets toch niet voor ons, Twentenaren, was weggelegd." „Op een gegeven moment was alles een beetje genormaliseerd. De troepen vertrok ken en het orkest werd uitgedund tot drie, vier of vijf personen. Ik speelde in die tijd veel met Wim Brokken. Hij was een begrip in die tijd. Hij speelde viool, accordeon en tenor sax. Ben Hogeweg was trompettist bij het Overijssels orkest. Bij ons speelde hij bas en Hans Dekker was de drummer. Met dat groepje speelde ik heel veel en ik heb nog steeds contact met ze. Ik herinner me dat we op een bruiloft speelden en dat een ober een schaal met rijst liet vallen. Toen liet de eige naar een stel kippen los om tussen al die etende mensen de rijst vandaan te pikken." „Een auto was in die tijd een luxe vervoer middel. We gingen altijd op de fiets als we moesten spelen. De drummer moest twee keer fietsen. Ik herinner me nog wel dat ik een keer met een contrabas onder mijn arm naar de Waarbeek ben gefietst. Ik kon geen noot meer spelen, die avond." „Hans Dekker, Ben Hogeweg, Wim Ebbink en ik hebben in die tijd de Enschedese Jazz- sociëteit opgericht. Wij zaten vol met idea len. We wilden met platen en lezingen de mensen in contact brengen met de muziek die uit Amerika kwam. Je hoorde op de radio wel eens wat, maar in Enschede brak dat niet door. We zijn begonnen met jazzavonden in de kantine van een sportvereniging, maar toen die avonden bekendheid kregen, moes ten we uitbreiden. We organiseerden jazz- quizzen in de schouwburg en we draaiden platen voor publiek. In die tijd had je nog niet van die geavanceerde installaties. Je moetje voorstellen: een podium met daarop een koffergrammofoon, waar dan zo'n hele zaal naar zat te luisteren. Ik denk dat we er de mensen ontzettend veel plezier mee de den. Ons zelf zeer zeker." „In die tijd hadden de meeste bigbands ook een vocalgroup. De bestond dan meestal uit drie mannen en twee vrouwen. Dat waren he le populaire groepen in die tijd, die je wel kunt vergelijken met de popgroepen van nu. Jazzzanger Mei Tormé had indertijd een per fecte groep: de Mel-Tones. Ben Hogeweg, Wim Ebbink en ik wilden ook zo'n soort groep. We scharrelden twee meisjes op in Hengelo, de zusjes Tine en Joukje Riemers- ma en we richten de 'Vocal Touches' op. Ben en ik arrangeerden heel minutieus voor vijf stemmen. We hebben audities gedaan bij de Avro. In Nederland was zo'n groep iets volko men nieuws. We hebben opnamen gemaakt met de Skymasters, toen onder leiding van Pi Scheffer, en we zijn met de groep naar En geland geweest. We kregen heel veel aanbie dingen, we hadden zelfs in Engeland kunnen blijven, maar uiteindelijk viel de groep toch uit elkaar. De meisjes kregen engagementen bij andere orkesten en ik besefte dat ik niet mijn hele leven zanger wilde blijven. We had den een echt uitgebalanceerde groep. Ik her inner me wel dat als we op de fiets van een repetitie kwamen, dat we achter elkaar fiets ten. Dan zette een van ons een noot in en dan met z'n vijfen 'woewoe' dan kwam het ak koord en dan sloegen we rechtsaf." „Na diverse audities werd ik regelmatig ge vraagd om piano te spelen bij de KRO in het programma Springplank. Voor een van die uitzendingen had ik een muziekje gemaakt op tekst van Arie Staudt. Het werd gezongen door Jetske Boxem. Naar aanleiding daar van nodigde de KRO me uit voor een klein- kunstcursus. Zij wilden een groep met ac teurs, actrices, schrijvers en een componist, die in de toekomst misschien een radio-uit zending zou kunnen verzorgen. Als schrij vers hadden we Wim Meuldijk, Ernst van Al- tena en Bob Westerveld. Ergens in de jaren '56/'57 werd het een radioprogramma, dat el ke zaterdagavond werd uitgezonden: Pop petjes op de ruit." „In 1959 ben ik vanuit Twente naar het wes ten verhuisd. Het radiowerk breidde zich uit." „Met Joop Koopman heb ik jarenlang ont zettend veel programma's gemaakt voor de Vara. Mijn taak bestond uit het maken van composities, deze arrangeren en instuderen met acteurs, die eigenlijk nog nooit gezon gen hadden. Alles op de band en hup, daar had je weer een nieuw programma. Ik praat er nu gemakkelijk over, maar het waren soms hele marathons. Ik herinner me dat we zondags in het Minervapaviljoen zaten om dan een stuk of acht programma's op te ne men." „Al mijn liedjes moeten het hebben van goed interpreteren, anders worden het heel saaie dingen. Helaas moet ik zeggen dat ik wel eens dingen schrijf, waarvan ik denk: dat wordt een gruwelijke uitvoering. Maar dan denk ik altijd maar dat ik het schrijf voor Conny Stuart of voor Jenny Arean. Toen ik de musicals met Annie M.G. Schmidt schreef, wist ik altijd van te voren wie die liedjes gingen uitvoeren. Dan wist ik dat Conny of Frans Halsema het lied ging zingen en dan dacht ik: laat maar komen. Die we tenschap was een enorme inspiratiebron. Bij die mensen kun je ook niet met flut aanko men." „Met de film van Ome Willem gaan we het vijftiende seizoen in. Het is een enige bezig heid. Willem Wilmink, die van die prachtige liedjes schrijft en Edwin Rutten die zich schitterend met die rol heeft vereenzelvigd. De aardige vader op verjaardagen. Aan Ome Willem is te wijten dat ik niet meer rustig over straat kan lopen. Tot dan toe, was ik heerlijk anoniem bezig. Als er nu een stoet kinderen aankomt, stuif ik altijd flux een portiek in. Ja hoor, met de vrijheid is het wel afgelopen." „Met Pinksteren waren mijn vrouw en ik op vakantie in Toscane. Daar zaten we op 700 meter hoogte naar de wereldomroep te luis teren en toen hoorden we ineens 'Op een mooie Pinksterdag'. Ik moest toen vreselijk lachen. Dat liedje was een soort noodsprong. In een musical moest een changement plaatshebben, iemand moest zich geloof ik verkleden. En dan moet er een liedje komen, zoals dat altijd gaat bij musicals. Maar toen ik Op een mooie Pinksterdag in Toscane nog eens terughoorde, dacht ik: het is toch beter dan ik het toen vond." Harry Bannink: dat liedje was toch zo gek nog niet DONDERDAG 28 JULI 1988 De rockformatie Bad Hotel uit Domburg geeft maandag 1 augustus een concert in het openluchttheater in Domburg. Het concert begint om 21.00 uur. Bad Hotel speelt muziek die de band zelf omschrijft als 'rock met een vleugje reggae'. De band telt drie songwriters die het grootste gedeelte van het re pertoire componeren. De muzikanten zijn Hans van der Keijl (drums), René Verhage, (bas, zang), Eddy Dominicus (sologitaar, zang) en Roel Gabriëlse (zang, gitaar en synthesizer). Licht en techniek zijn in handen van Patrick Gabriëlse. (Van onze kunstredactie) Voor het eerst sinds zeven jaar krijgt Rotterdam weer een gratis toegan kelijk openluchtpopfestival. Het Zuiderpark heet op 4 september voor één dag Pop Park. Het is de bedoeling dat met het popfestival, dat min of meer in de voetsporen treedt van het jaarlijks tussen 1977 en 1981 op dezelf de plaats gehouden Newpop, een nieuwe traditie wordt ingezet. Er wordt gerekend op veertig- tot zestigduizend belangstellenden. „Na Newpop is er op dit gebied alleen maar grote stilte geweest," zegt de programmeur van Pop Park, Dick Vos (24). „De kracht van dit festival zal net als bij Newpop liggen in de voorhoedefunctie van de te pro grammeren bands. Wij zoeken naar die band die nét op het moment van doorbreken staat." In totaal zullen achttien groepen die vanaf drie podia aan het als kritisch bekend staande Nederlandse pu bliek presenteren. Een van de podia is speciaal bestemd voor bands uit het Rijnmond-gebied. Van de bands die het Zuiderpark zul len aandoen, noemt Dick Vos: Dan ny Wilson, Derek B („een rapper uit Engeland"), The Living Colour („een van de grote publiekstrekkers met hardrock-funk, scheurende gitaren op funky basis"), Soup Dragons („ge dreven gitaarrock uit Schotland"), Spasmodique („Rotterdams trots"), Chaba Fadela („Algerijnse rag-mu- ziek met westerse invloeden"), Bad to the Bone („rocking rhythm 'n' blues"). Urban Dance Squad („tot je erbij neervalt") en The Fatal Flowers („Amsterdamse gitaarrock"). „Op zich is de formule dezelfde als die van Newpop, alleen zat daar ook een hoop theater bij en waren er al lerlei randverschijnselen. Dat kun nen we financieel gezien niet halen dit jaar. Het was aanvankelijk wel de opzet om naast de popmuziek een scala van andere activiteiten te bie den, zodat het programma ook voor pa en ma aantrekkelijk was. We ho pen dat dat nu ook zo is," aldus Vos. Het gratis festival wordt bekostigd uit subsidies van de Rotterdamse Kunststichting en andere fondsen en bijdragen van sponsors. Op het festivalterrein wordt ook een grote markt ingericht. Kinderen kunnen niet alleen terecht in het kin dertheater, er zijn voor hen ook spe ciale shows en 'een doe-wat-op-Pop- Park'. Er is zelfs aan kinderopvang gedacht. Pop Park begint op 4 september om elf uur en duurt tot acht uur 's avonds. Fatal Flowers, een van de bands van het Zuiderparkpopfestival

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 7