Wijze tieners
Zuid-Europa
en de vrije
EG-markt (I)
PZC/°Pinie en achtergrond 4
Mandela-manie
Legende
Kranten
Ouders opvoeden
Bureaucratie
Armoede
Zes tips
denkwijzer
Beleefdheid
VRIJDAG 15 JULI 1988
(Van onze correspondent
Ruud de Wit in Zuidafrika)
Straten, pleinen en bruggen zijn
naar hem genoemd. Vorige maand
zonden televisiestations uit 60 landen
een concert uit het Londense YVem-
bleystadion uit vanwege zijn 70-ste"
verjaardag. Regeringsleiders, parle
mentariërs en actiegroepen eisen zijn
onvoorwaardelijke vrijlating en op
18 juli (volgende week maandag, zijn
verjaardag) eindigt er in Londen om
die reden een solidariteitsmars van
1000 kilometer die een maand geleden
in Glasgow aanving.
Nelson Mandela is met de 25 jaar ge
vangenisstraf, die hij inmiddels heeft
uitgezeten - samen met onder anderen
de niet minder belangrijke Walter Si-
sulu en Achmed Kathrada - op dit mo
ment de bekendste persoon die vanwe
ge zijn politieke overtuiging wordt
vastgehouden. Daar is in ieder geval
nagenoeg de hele wereld van over
tuigd, - behalve, natuurlijk, het blanke
minderheidsbewind in Pretoria, dat
hem 'gewoon' als een misdadiger be
schouwt.
„Wij hebben geen politieke gevange
nen" heeft de Zuidafrikaanse presi
dent P.W. Botha herhaaldelijk ver
klaard. Mandela en al die anderen,
die internationaal voor politieke ge
vangenen worden uitgemaakt, zijn-
overtreders van de wet. Mandela is
niet tot levenslang veroordeeld van-
weg zijn politieke overtuiging, maar
omdat hij in 1962 illegaal het land ver
liet, omdat hij lid was van een verbo
den organisatie (het ANC), omdat hij
sympathiseerde met de eveneens ver
boden Zuidafrikaanse Kommunisti-
sche Partij en vooral omdat hij zich
had belast met het organiseren van
een militaire vleugel van het ANC,
Umkhonto we Sizwe".
De internationale aandacht voor Man
dela is opzienbarend. Vooral in aan
merking genomen het gegeven, dat hij
al 25 gevangen zit en er nog maar wei
nigen zijn die hem in levende lijve heb
ben gezien of gesproken. Geen andere
politieke strijder in de recente geschie
denis - zelfs niet de legendarische Che
Guevara - heeft soortgelijke emoties
opgeroepen.
Ondanks alle repressieve acties van
de regering-Botha kan er ook in Zuid
afrika zelf gesproken worden van een
Mandela-manie. Ook daar worden er
straten, pleinen en universiteiten -il
legaal weliswaar- met zijn naam om
gedoopt. Ook daar wordt zijn naam
bijna dagelijks gescandeerd bij con
certen, toneelvoorstellingen of ande
re geëngageerde ontmoetingen. En de
gevestigde pers kan evenmin om zijn
persoon heen, hoe moeilijk dat ook is
in een land waar hij nog altijd als
staatsvijand nummer één wordt be
schouwd.
Van deze aanwezigheid in het Zuidafri
kaanse dagelijkse leven zijn talrijke
voorbeelden te geven. Zo loopt er op
dit moment een proces in Johannes
burg tussen het departement van ge
vangeniswezen en de uitgever en re
dacteur van het boek 'The Fifty Peop
les'. Dit boek bevat een indrukwek
kende hoeveelheid foto's uit de jaren
vijftig, zoals die eerder verschenen in
het vermaarde zwarte tijdschrift
Drum.
Er staan in dit boek een aantal foto's
van Mandela van voor de tijd dat hij
tot levenslang werd veroordeeeld.
Hoewel het boek vorig jaar door de re-
geringscensuur werd vrijgegeven,
meent het ministerie voor gevangenis
wezen dat de wet is overtreden, aange
zien het verboden is foto's te publice
ren van personen die in de gevangenis
zitten.
Zo is er ook sprake van een bescheiden
pelgrimage ïaar het Indische restau
rant 'Kapitan's Cafe' in het centrum
van Johannesburg. Hier, aan tafeltje 9,
zaten Nelson Mandela en de huidige
ANC-president in ballingschap, Oliver
Tambo, ruim 35 jaar geleden dagelijks
te lunchen. De eigenaar van dit restau
rantje vertelt niet zonder trots, dat om
die reden tafeltje 9 elke dag besproken
is. Kranten-artikelen uit heel de we
reld met foto's van dit tafeltje illustre
ren dit.
Deze symptomen van legendevor
ming hebben voor een deel te maken
met het feit, dat er maar weinig be
kend is over Mandeia's situatie op dit
moment. Over wat hij denkt over het
apartheidsconflict nu, over de gewa
pende strijd van het ANC en over de
internationale druk op Zuidafrika.
Om nog maar niet te spreken over de
geringe informatie die beschikbaar is
over het leven dat hij noodgedwon
gen slijt in de Pollsmoor-gevangenis.
Mandeia's gedachten en ideeën zijn te
rug te vinden in het met overvloedige
materiaal dat dateert uit de periode
voor zijn levenlange veroordeling. Zijn
politieke uitspraken en zijn verdedi
gingsrede tijdens zijn uiteindelijke
proces zijn gebundeld, onder meer in
'No easy way to Freedom'. Mary Ben
son heeft een boeiende biografie over
hem geschreven en verder hebben fa
milieleden en vrienden van Mandela
(zijn vrouw Winnie, zijn dochter Zenzi,
Helen Joseph, Govan Mebeki, Ntatho
Motlana en advocaat Ismael Ayob) op
gezette tijden een deel van de sluier
over zijn persoonlijke omstandighe
den gelicht.
Gesprekken met deze personen leid
den toch tot een aardig en soms verras
send beeld van Mandela en de situatie,
waaronder hij in Pollsmoor wordt
vastgehouden. Zo weten maar weini
gen dat hij inmiddels spierwit haar
heeft en door zijn gezondsheidsmanie
(hij staat elke ochtend op 4.30 op en
werkt vervolgens twee uur lang op een
hometrainer, oefeningen die worden
afgewisseld met trainingen voor zijn
meest favoriete sport, boksen) is hij
een krachtige, gezonde, zelfs tengere
man geworden.
Sinds een prostaatoperatie in 1985
wordt Mandela gescheiden gehouden
van zijn mede-politieke gevangenen.
In de ziekenhuisafdeling van Polls
moor heeft hij de beschikking over
twee kamers -met een eigen kok- erv
houdt hij zich onder meer bezig met
zijn favoriete hobby, het kweken van
bloemen. Hiervoor heeft hij de be
schikking over enige gehalveerde olie
drums.
Daarnaast is hij, opvallend genoeg
voor een 'staatsgevaarlijke politieke
gevangene', redelijk geïnformeerd
over wat er in Zuidafrika en daarbui
ten gebeurt. Dagelijks ontvangt hij
een Engels- en een Afrikaanstalige
krant, terwijl hij ook de Zuidafri
kaanse zondagskranten krijgt. Een
tijd lang was hij geabonneerd op eni
ge Britse kranten zoals de Guardian
en de Observer, alsmede het Ameri
kaanse weekblad Time, maar het is
onduidelijk of hij die nu nog ont
vangt.
Nelson Mandela beschikt ook over een
kleurentelevisie en over een radio,
maar daarop kan hij slechts lokale
FM-zenders ontvangen. Tevens kan
hij, via het ministerie van justitie, boe-
Winnie en Nelson Mandela op hun huwelijksdag, 14 juni 1958.
ken bestellen voor zijn studie in de
rechten. De rekeningen daarvoor wor
den door zijn advocaat Ayob in Johan
nesburg betaald.
Ook de bezoekregeling is streng gere-
gelementeerd. Als hij maandag, op zijn
zevenstigste verjaardag, van 09.00 in
de ochtend tot 15.00 zijn hele familie
op bezoek krijgt, is dat een unicum.
Normaliter heeft hij recht op 30 bezoe
ken van 40 minuten per jaar, waarbij
twee personen tegelijk aanwezig kun
nen zijn.
Van die regelmatige bezoeken zijn
trouwens zijn lotgenoten uitgesloten.
Verkeerde hij tot 1985 in het gezel
schap van Sisulu, Mbeki, Kathrada,
Motsaeledi en Mhlaba, na zijn operatie
moet hij speciale toestemming vragen
om hem te ontmoeten en deze toe
stemmingen worden maar zelden ge
geven.
Ook zijn advocaten hebben de afgelo
pen twee jaar slechts als vriend met
hem kunnen spreken, dus tijdens de
officiële bezoektijden. Daar staat te
genover dat een aantal prominente
personen, waaronder het parlements
lid Helen Suzman, de Britse Europar
lementariër lord Bethell en de Geme
nebestcommissie van Wijze Mannen
wel degelijk langdurig met Mandela
hebben kunnen spreken.
Tijdens een van deze ontmoetingen
maakte Mandela tevens kennis met de
Zuidafrikaanse minister van justitie,
Kobie Coetsee, die hij - zo willen hard
nekkige geruchten - daarna nog eens
heeft ontmoet. Hij zou daarvoor per
auto naar Coetsees huis in de stad on-»
der de Tafelberg zijn overgebracht.
Tenslotte kan Nelson Mandela elke
week een brief versturen en ontvan
gen, die wel gecensureerd worden en
die op zijn hoogst 800 woorden mogen
bevatten. Daarnaast kan hij nog eens
twaalf kerst- en nieuwjaarskaarten
verzenden of via de gevangenis-post
bus tegemoet zien.
Het valt daarom te betwijfelen of hij
ook maar een van de circa 40.000 ver-
jaarskaarten zal lezen, die hem deze
week via zijn familie in Zuidafrika
door Nederlandse sympathisanten en
medestrijders zijn gestuurd. Want een
lange verjaarsvisite is een ding. De
Pollsmoor-gevangenis laten overstel
pen met sympathiebetuigingen, dat
zal de Zuidafrikaanse apartheids-
overheid beslist te ver gaan.
(Door René Diekstra)
De laatste twintig jaar is nogal
wat onderzoek gedaan naar het
verband tussen de manier waarop
.ouders kinderen opvoeden en de
problemen die ze met diezelfde kin
deren krijgen in de tienerjaren. Uit
dat onderzoe' kunnen we, natuur
lijk met enige voorzichtigheid, de
volgende conclusies trekken. Jonge
ren krijgen eerder problemen met
hun ouders en zijn eerder geneigd
zich van hun ouders weinig of zelfs
niks aan te trekken, wanneer hun
opvoeding ofwel sterk autoritair is
geweest of heel erg toegevend en ver
wennend ("laissez faire" opvoe
ding).
Toch blijkt een autoritaire opvoe
ding heus niet altijd tot problemen te
hoeven leiden. Wanneer ouders
strikte regels hanteren, maar hun
kinderen (steeds weer) uitleg geven
van hun ge- en verboden en van de
gezinsregels, dan blijkt een autori
taire opvoeding nauwelijks méér
problemen op te leveren dan een
meer democratische opvoedingsme
thode.
Democratisch wil zeggen dat de kin
deren de geboden en verboden mee-
bepalen en in allerlei gezinsbeslis
singen ook een stem hebben. Ouders
mogen best behoorlijk streng zijn
(misschien is dat zelfs wel beter) als
ze maar uitleg geven van het hoe en
waarom, en als ze maar contact met
hun kinderen blijven houden.
Waarom is communicatie over ge- en
verboden en gezinsregels zo belang
rijk? Heel recent onderzoek over de
wederzijdse beïnvloeding van ou
ders en kinderen toont het volgende
aan. Veel met elkaar praten, aan el
kaar uitleg geven en gewoon veel
'ouwehoeren' heeft niet alleen een
gunstige invloed op kinderen, maar
verandert ook de ouders zelf in posi
tieve richting. Autoritaire ouders,
die bovendien weinig uitleggen, blij
ken hun kinderen op 16-jarige leef
tijd vaak nog op dezelfde manier aan
te pakken als toen ze nog maar 4 jaar
oud waren. Strenge ouders, die wel
veel uitleggen, veranderen veel meer
met hun kinderen mee.
Met andere woorden kinderen leren
niet alleen van hun ouders maar
voor een goede gezinsontwikkeling
moeten ouders ook van hun kinde
ren leren. Wat kunnen tieners doen
om hun ouders zo goed mogelijk op
te voeden?
Ik zal een aantal suggesties voor tie
ners geven. Ik ontleen ze aan een se
minar, dat ik onlangs in Minnesota
bijwoonde. Op die bijeenkomst ga-
Italië kent gestage
economische groei
(Van onze verslaggever
Louis Burgers)
Het traditionele beeld van Italië
als het Europese vakantieland
bij uitstek, klopt allang niet meer.
Andere, goedkopere bestemmingen
hebben 'de Laars' van de eerste
plaats verdrongen. Toerisme blijft
een belangrijke bron van inkomsten,
maar het land heeft zich meer en
meer ontwikkeld tot een industriële
en technologische grootmacht. Het is
inmiddels in grootte de vijfde econo
mie van de westerse wereld.
Verfijnd eten, goede wijften en (veel)
zonneschijn blijven het beeld bepalen
van deze 'tuin' van Europa. Maar het
parklandschap wordt steeds meer
ontsierd door fabrieken, chemische
industrieën en vervuilde rivieren.
Vooral in Noord-Italië, maar ook in
grote delen van Toscane en zelfs in de
hak van het Italiaanse schiereiland
büjkt dat industrie en milieu moeilijk
samen gaan.
De afgelopen jaren lag het officiële
groeicijfer gemiddeld ruimschoots
boven de drie procent per jaar (in Ne
derland onder de twee procent). Wan
neer rekening wordt gehouden met de
grote Italiaanse zwarte economie, is
het resultaat nog veel mooier. Zo goed
zelfs dat vorig jaar de toenmalige so
cialistische premier Craxi bekend
maakte dat Italië Groot-Brittannië
gepasseerd was op de lijst van rijke
landen, en snel oprukte in de richting
van Frankrijk.
Het stralend optimisme dat Rome het
grootste deel van vorig jaar beheer
ste, is inmiddels verdwenen. Na de
krach van oktober vorig jaar heeft de
beurs van Milaan de weg naar boven
nog niet teruggevonden. Pessimisme
begint weer de kop op te steken. In
dustriëlen en politici, evenals de ge
wone burgers, hebben inmiddels ge
merkt dat ondanks alle euforie de fun
damentele problemen van Italië niet
zijn aangepakt.
De staatsfinanciën blijven onbeheers
baar, de mafia en andere misdaadsyn
dicaten beheersen nog steeds de eco
nomie in grote delen van het land,
vooral het zuiden. Italië is een gesple
ten land, het rijke noorden staat te
genover het armoedige zuiden (de
'Mezzogiomo').
Dan is er nog de bureaucratie. Tradi
tioneel krijgt Rome het verwijt dat
de hoofdstad het geld uitgeeft dat Mi
laan, Turijn en Genua verdienen. Dat
neemt niet weg dat elk jaar opnieuw
blijkt dat de Italiaanse staat te wei
nig binnenkrijgt om alle uitgaven te
betalen. Elk jaar opnieuw groeit het
begrotingstekort.
Inmiddels evenaart de schuldenlast
het totale nationale inkomen van het
land, dat wil zeggen de optelsom van
alle produkten, goederen en diensten
die Italië in een jaar produceert. Het
gevolg is voorspelbaar. Rome moet
elk jaar meer geld lenen. Dat leidt tot'
relatief hoge rente en groeiende aflos
singsverplichtingen. Daardoor neemt
de schuldenlast nog eens extra toe.
Terwijl de Italiaanse industrie tot de
meest geavanceerde van Europa be
hoort, heeft de staatsbureaucratie
zich nauwelijks aan de moderne tijd
aangepast. Er wordt wel hard ge
werkt, maar volstrekt inefficiënt.
Daarnaast geldt dat de Italiaanse bu
reaucratie, net als in andere landen,
'eigenlijk voortdurend groeit. In Ro
me gaat dat hoogstens wat sneller
dan elders. De politieke partijen, met
voorop de christen-democraten, ver
delen de beschikbare baantjes maar
wat graag onder de eigen aanhangers.
Indien nodig worden er nieuwe func
ties gecreëerd.
Dat leidt tot de voor Noordeuropese
begrippen vreemde situatie dat tal
van ambtenaren slechts enkele uren
per dag op kantoor zijn, omdat er toch
geen werk voor hen is. De rest van de
dag gebruiken ze voor hun tweede
baan.
De onmogelijkheid van Rome orde
op eigen zaken te stellen, betekent
naast de noord-zuid-tegenstelling
een andere even drastische tweede
ling van Italië: het staatsapparaat te
genover het bedrijfsleven. Terugge
bracht tot zijn essentie is dat de al
honderd jaar oude strijd tussen het
financiële centrum Milaan en de
hoofdstad Rome.
Deze tegenstelling verscherpt zich
onder invloed van de politieke on
macht, die schril afsteekt tegen de in
dustriële daadkracht. Ook worden in
de publieke sector bijvoorbeeld zon
der blikken of blozen loonsverhogin
gen van twaalf procent of meer geëist,
en door stakingen begeleid. De loon
eisen in de particuliere sector liggen
daarentegen rond de zes procent, of
tewel nauwelijks boven het huidige
inflatieniveau.
De industrie kwam al in het begin van
de jaren tachtig uit het slop. Dat ge
beurde toen 40.000 werkwilligen een
grote staking bij Fiat in Turijn bra
ken. Dat bood premier Craxi de moge
lijkheid loonstijgingen aan banden te
leggen door de automatische prijs
compensatie af te schaffen.
Twee banen in een gezin, of een extra
weekeind-baan, zijn in Italië heel ge
woon. Daardoor genieten veel Italia
nen een ongekende welstand. Vooral
in de (noordelijke) provincies Lom-
bardije, Piedmont, Ligurië (de Ita
liaanse Rivièra) en Zuid-Tirol wordt
de welvaart van Noordwest-Europa
geëvenaard en soms zelfs overtroffen.
Het bewijs vormen de winkelstraten
van Milaan, Turijn en Rome waar on
gekende prijzen gevraagd worden
voor de meest luxueuze goederen.
Tegenover deze rijkdom kent Italië
ook schrijnende armoede. In de krot
tenwijken van Rome, in sommige
buitenwijken van Milaan en in grote
delen van het platteland van de Mez-
zogiorno wordt gesappeld voor elk
stukje droog brood. Daar is de werk
loosheid ook het hoogst: rond twin
tig procent in Zuid-Italië tegen acht
procent in het noorden. De inkomens
zijn er het laagst. Ze liggen zo'n veer
tig procent onder het Italiaanse ge
middelde en bedragen de helft van-
wat in de industriegebieden van de
Po-vlakte betaald wordt.
In veel opzichten is de Mezzogiomo
(inclusief de eilanden Sicilië en Sardi
nië) een derde-wereldland binnen de
rijke Europese Gemeenschap. Het le
ven blijft er beheerst door armoede,
misdaad en apathie. Het is die sfeer
waarin de Siciliaanse Mafia en de Na-
politaanse Camorra kunnen gedijen.
Zij zijn doorgedrongen tot in de kern
van de samenleving: politici, rech
ters, poütie worden er omgekocht.
Winkeliers, fabrikanten en producen
ten moeten hun 'bescherming' afko
pen. Van vooruitgang kan onder deze
omstandigheden nauwelijks sprake
zijn.
Italië is de laatste jaren bekend ge
worden door het optreden van grote
industriëlen als Agnelli (Fiat), De Be-
nedetti (die De Generale wilde over
nemen) en Berlusconi (tv-magnaat,
eigenaar van AC Milan). Maar in
werkelijkheid steunt de Italiaanse
economie vooral op de miljoenen klei
ne en middelgrote familiebedrijven.
Zij verdienen het grootste deel van
het nationale inkomen. Zij verschaf
fen ook de meeste arbeidsplaatsen.
En voor hen is 1992 nog een echte uit
daging. Met het opengaan van de
grenzen zien deze bedrijven en be
drijfjes hun afzetmarkt enorm
groeien. Italië, dat vaak gezien is als
de zwakste broeder van de EG, kan er
dan wel eens aanzienlijk beter voor
blijken te staan dan andere, en grote
re, economieën, die niet beschikken
over de flexibiliteit die zo kenmer
kend is voor de Italiaanse economie.
V'oor Italië en Spanje lijken de nog resterende
jaren tot 1992 beslissend te worden voor hun
positie in het komende Europa van de gemeen
schappelijke markt. Hoewel Rome en Madrid de
mogelijkheid niet uitsluiten dat het Middellandse-
Zeegebied binnen Europa economisch verder te
rugvalt, worden in beide landen in hoog tempo de
voorwaarden geschapen om de rijke industrielan
den ten noorden van Alpen en Pyreneèen duchtig
aan te pakken.
Gebaseerd op economische groeicijfers die (ver)
uitkomen boven het EG-gemiddelde (Spanje ruim
vijf, Italië ruim drie procent per jaarstaan beide
landen ingrijpende aanpassingen te wachten. So
cialistisch gedomineerde regeringen in Madrid
(Gonzalez) en voorheen in Rome (Craxi) kozen de
puur kapitalistische weg om de concurrentie
kracht van hun landen te versterken.
Bij deze aanpak past een vrijwel onbeperkte toe
stroom van buitenlands kapitaal, het afdwingen
van loonmatiging, het opkrikken van de eigen
munt door beperking van de waardevermindering
en het indammen van de bureaucratie. Met wisse
lend succes wisten Rome en Madrid hun beleid te
verwezenlijken.
Maar er zijn meer punten van overeenkomst. Elk
kent een duidelijk achtergebleven gebied, met ho
gere dan gemiddelde werkloosheid en veel armoe
de. En zowel Italië als Spanje zijn er tot nu toe niet
in geslaagd deze gebieden (de Mezzogiomo, ten
zuiden van Rome; Andalusië, Zuid-Spanje) te laten
delen in vooruitgang en welvaart.
ven tieners een training aan andt
tieners om ze te leren hoe ze het cc
tact met hun ouders konden verbe
ren als dat niet al te best was. De t
ner-onderwijzers waren zelf weer c
traind door een aantal psychologt
tijdens die training hadden ze ond
meer andere tieners geinterviei
over hoe met je ouders om te gac
De voornaamste boodschap van
'onderwijzer' aan de 'leerlinge
was: jaag je ouders niet in de gord
nen en zorg ervoor dat ze zich m
van je afkeren.
Die boodschap werd als volgt ondt
bouwd. Een van de dingen waarm
veel tieners veel moeite hebben is
erkennen dat je ouders in het alc,
meen echt wel goeie mensen zijn. H
doet er niet toe dat ze (wat) oudt
wets en behoudend zijn. Meestal l
doelen ze het niet slecht, ook al sla
wat ze doen of zeggen in jouw og
nergens op. Voor jou als jonge
kunnen bepaalde verboden een i
ken van vijandigheid of tirannie l
ken, maar vanuit je ouders gezU
zijn het meestal uitingen van l
zorgdheid.
Helaas is het zo dat in bepaalde g
vallen jongeren gezonder en ve
standiger in elkaar zitten dan hi
ouders. Zulke jongeren hebben h
inderdaad moeilijker om het als vi
wassene te 'maken', want meest
hebben hun ouders hun niet kunm.
geven wat ze als kinderen en jong
ren gewoon nodig hebben.
Voor de jongeren die de laatste tv,
behoorlijk wat problemen met hi
ouders hadden gehad en vooral voi
die jongeren die het gevoel haddt
dat hun ouders niet naar hen luist
ren, gaven de tiener-onderwijze,
daarom de volgende tips die volger
hen bij vrijwel alle ouders een wo\
derbaarlvjke werking hebben.
1. Maak het tot een gewoonte (of et
opoffering als je wilt) om iedere wet
in elk geval een pa':uur met je o:
ders door te brengt u. Klets met hei
praal serieus met h ?.n of kijk met he
tv, maar dan moetje natuurlijk m
af en toe iets tussendoor zeggen (bi
voorbeeld tijdens de reclame).
Vraag af en toe aan je ouder (of ot
ders) met een baan buitenshui
„Hoe gaat het op je werk?" (Als hij i
zij antwoordt: „Goed", zeg dan: „I
bedoel, vertel me eens wat over j
werk of je zaak"). 3. Vraagje vader o,
moeder om raad over iets dat niet a
te ingrijpend is, zodat je hun sugges
ties zonder al te veel moeite kunt op
volgen. 4. Experimenteer met hun m
eens de waarheid te vertellen ove
dingen in je leven waarover je nie
eerlijk bent geweest. Als dat nodig is
begin dan met te zeggen: „Ik bei
bang dat, als ik de waarheid vertel
je over de rooie gaat" of „als ik dt
waarheid vertel, luister dan eers
naar me en praat erover met me
maar blaas het niet meteen op to
weet ik niet wat...". 5. Ruim je kame,
op onverwachte momenten op, zon
der daar meteen al te veel ophef vai
te maken. 6. Geef je ouders af en tot
complimenten voor dingen die zt
goed doen.
Een andere manier om de verhou
ding met je ouders (wat) te verbete
ren, als die behoorlijk geïrriteerd is
is volgens de tieners om een beleefd
heidscampagne voor een aantal we
ken te beginnen. Dat kan vooral han
dig zijn als je iets van ze wil (bijvoor
beeld zoiets kleins als een auto, c
meer geld, of meer vrijheid om uit te
gaan, als het in ieder geval maar niet
toestemming is om meer met scx te
rotzooien of een motorfiets aan te
schaffen, want daar krijgen ze echt
de stuipen van).
Probeer beleefd en voorkomend ft
zijn zonder het sarcastisch of spot
tend te \aten klinken. Dat kan in het
begin soms betekenen: een beetje
doen alsof. Maar op den duur wordt
het echt. Het helpt als je op geschikte
momenten dingen kunt zeggen als
„goeie morgen", „dank je wel" o)
„sorry, dat spijt me, het was niet mijn
bedoeling dat je overstuur raakte
Als het maar enigszins mogelijk is,
zeg dan ten minste één keer per
week, zonder datje dat is gevraagd,
zoiets als: „Ik zal wK even de vuil-
container of de afvalzakken) voor je
buiten zetten" of „kan ik iets voor je
doen?, ik heb toch een uur over".
Het risico bestaat natuurlijk datje
ouders de klompen uitvallen. Moge
lijk hoor je ze zelfs tegen elkaar fluis
teren datje zeker uitje gewone doen
bent, of niet helemaal in orde. Het is
erg belangrijk datje niet trapt in de
vallen die zij (onbewust) voor je zet
ten. Hun reactie kan bijvoorbeeld
zijn: „Moet je soms iets van ons?"
Antwoord dan beleefd zoiets als
„Natuurlijk, jullie hebben altijd ge
zegd dat als ik iets wilde ik ervoor
moest werken, vandaar".
Experimenteer met dit soort veran
deringen ten minste een maand lans
en bekijk dan eens rustig wat het
heeft opgeleverd. Als je inderdaai
gewerkt hebt naar iets dat je graas
wilt, vraag er dan op de volgende
manier om (of op een manier die e'
op lijkt): „Ik wil graag ergens metje
over praten, maar laat me alsjeblief
eerst uitpraten voordat je nee zegt"-
Het kan zijn dat je ontdekt dat be
leefder met je ouders omgaan het le
ven ook voor jezelf een stuk gemak
kelijker maakt, ook al krijg je niet
precies watje wilt.
Het lijkt misschien allemaal gekun
steld, een soort van spel datje metjt
ouders speelt, maar het is een heel
wat beter spel dan stommetje met el
kaar spelen of op de vijandige toer
gaan. Een soort opfrispauze dm
voor als het wat moeilijk zit tussïï
jou en je ouders en misschien eenbt-
gin van een wat beter contact.
Tot zover het tiener-evangelie.
spijt me dat ze 25 jaar geleden niet
zoiets hadden. Dan hadden mijn ou
ders het heel wat beter bij me gehau