Wijze tieners Zuid-Europa en de vrije EG-markt (I) PZC/°Pinie en achtergrond 4 Mandela-manie Legende Kranten Ouders opvoeden Bureaucratie Armoede Zes tips denkwijzer Beleefdheid VRIJDAG 15 JULI 1988 (Van onze correspondent Ruud de Wit in Zuidafrika) Straten, pleinen en bruggen zijn naar hem genoemd. Vorige maand zonden televisiestations uit 60 landen een concert uit het Londense YVem- bleystadion uit vanwege zijn 70-ste" verjaardag. Regeringsleiders, parle mentariërs en actiegroepen eisen zijn onvoorwaardelijke vrijlating en op 18 juli (volgende week maandag, zijn verjaardag) eindigt er in Londen om die reden een solidariteitsmars van 1000 kilometer die een maand geleden in Glasgow aanving. Nelson Mandela is met de 25 jaar ge vangenisstraf, die hij inmiddels heeft uitgezeten - samen met onder anderen de niet minder belangrijke Walter Si- sulu en Achmed Kathrada - op dit mo ment de bekendste persoon die vanwe ge zijn politieke overtuiging wordt vastgehouden. Daar is in ieder geval nagenoeg de hele wereld van over tuigd, - behalve, natuurlijk, het blanke minderheidsbewind in Pretoria, dat hem 'gewoon' als een misdadiger be schouwt. „Wij hebben geen politieke gevange nen" heeft de Zuidafrikaanse presi dent P.W. Botha herhaaldelijk ver klaard. Mandela en al die anderen, die internationaal voor politieke ge vangenen worden uitgemaakt, zijn- overtreders van de wet. Mandela is niet tot levenslang veroordeeld van- weg zijn politieke overtuiging, maar omdat hij in 1962 illegaal het land ver liet, omdat hij lid was van een verbo den organisatie (het ANC), omdat hij sympathiseerde met de eveneens ver boden Zuidafrikaanse Kommunisti- sche Partij en vooral omdat hij zich had belast met het organiseren van een militaire vleugel van het ANC, Umkhonto we Sizwe". De internationale aandacht voor Man dela is opzienbarend. Vooral in aan merking genomen het gegeven, dat hij al 25 gevangen zit en er nog maar wei nigen zijn die hem in levende lijve heb ben gezien of gesproken. Geen andere politieke strijder in de recente geschie denis - zelfs niet de legendarische Che Guevara - heeft soortgelijke emoties opgeroepen. Ondanks alle repressieve acties van de regering-Botha kan er ook in Zuid afrika zelf gesproken worden van een Mandela-manie. Ook daar worden er straten, pleinen en universiteiten -il legaal weliswaar- met zijn naam om gedoopt. Ook daar wordt zijn naam bijna dagelijks gescandeerd bij con certen, toneelvoorstellingen of ande re geëngageerde ontmoetingen. En de gevestigde pers kan evenmin om zijn persoon heen, hoe moeilijk dat ook is in een land waar hij nog altijd als staatsvijand nummer één wordt be schouwd. Van deze aanwezigheid in het Zuidafri kaanse dagelijkse leven zijn talrijke voorbeelden te geven. Zo loopt er op dit moment een proces in Johannes burg tussen het departement van ge vangeniswezen en de uitgever en re dacteur van het boek 'The Fifty Peop les'. Dit boek bevat een indrukwek kende hoeveelheid foto's uit de jaren vijftig, zoals die eerder verschenen in het vermaarde zwarte tijdschrift Drum. Er staan in dit boek een aantal foto's van Mandela van voor de tijd dat hij tot levenslang werd veroordeeeld. Hoewel het boek vorig jaar door de re- geringscensuur werd vrijgegeven, meent het ministerie voor gevangenis wezen dat de wet is overtreden, aange zien het verboden is foto's te publice ren van personen die in de gevangenis zitten. Zo is er ook sprake van een bescheiden pelgrimage ïaar het Indische restau rant 'Kapitan's Cafe' in het centrum van Johannesburg. Hier, aan tafeltje 9, zaten Nelson Mandela en de huidige ANC-president in ballingschap, Oliver Tambo, ruim 35 jaar geleden dagelijks te lunchen. De eigenaar van dit restau rantje vertelt niet zonder trots, dat om die reden tafeltje 9 elke dag besproken is. Kranten-artikelen uit heel de we reld met foto's van dit tafeltje illustre ren dit. Deze symptomen van legendevor ming hebben voor een deel te maken met het feit, dat er maar weinig be kend is over Mandeia's situatie op dit moment. Over wat hij denkt over het apartheidsconflict nu, over de gewa pende strijd van het ANC en over de internationale druk op Zuidafrika. Om nog maar niet te spreken over de geringe informatie die beschikbaar is over het leven dat hij noodgedwon gen slijt in de Pollsmoor-gevangenis. Mandeia's gedachten en ideeën zijn te rug te vinden in het met overvloedige materiaal dat dateert uit de periode voor zijn levenlange veroordeling. Zijn politieke uitspraken en zijn verdedi gingsrede tijdens zijn uiteindelijke proces zijn gebundeld, onder meer in 'No easy way to Freedom'. Mary Ben son heeft een boeiende biografie over hem geschreven en verder hebben fa milieleden en vrienden van Mandela (zijn vrouw Winnie, zijn dochter Zenzi, Helen Joseph, Govan Mebeki, Ntatho Motlana en advocaat Ismael Ayob) op gezette tijden een deel van de sluier over zijn persoonlijke omstandighe den gelicht. Gesprekken met deze personen leid den toch tot een aardig en soms verras send beeld van Mandela en de situatie, waaronder hij in Pollsmoor wordt vastgehouden. Zo weten maar weini gen dat hij inmiddels spierwit haar heeft en door zijn gezondsheidsmanie (hij staat elke ochtend op 4.30 op en werkt vervolgens twee uur lang op een hometrainer, oefeningen die worden afgewisseld met trainingen voor zijn meest favoriete sport, boksen) is hij een krachtige, gezonde, zelfs tengere man geworden. Sinds een prostaatoperatie in 1985 wordt Mandela gescheiden gehouden van zijn mede-politieke gevangenen. In de ziekenhuisafdeling van Polls moor heeft hij de beschikking over twee kamers -met een eigen kok- erv houdt hij zich onder meer bezig met zijn favoriete hobby, het kweken van bloemen. Hiervoor heeft hij de be schikking over enige gehalveerde olie drums. Daarnaast is hij, opvallend genoeg voor een 'staatsgevaarlijke politieke gevangene', redelijk geïnformeerd over wat er in Zuidafrika en daarbui ten gebeurt. Dagelijks ontvangt hij een Engels- en een Afrikaanstalige krant, terwijl hij ook de Zuidafri kaanse zondagskranten krijgt. Een tijd lang was hij geabonneerd op eni ge Britse kranten zoals de Guardian en de Observer, alsmede het Ameri kaanse weekblad Time, maar het is onduidelijk of hij die nu nog ont vangt. Nelson Mandela beschikt ook over een kleurentelevisie en over een radio, maar daarop kan hij slechts lokale FM-zenders ontvangen. Tevens kan hij, via het ministerie van justitie, boe- Winnie en Nelson Mandela op hun huwelijksdag, 14 juni 1958. ken bestellen voor zijn studie in de rechten. De rekeningen daarvoor wor den door zijn advocaat Ayob in Johan nesburg betaald. Ook de bezoekregeling is streng gere- gelementeerd. Als hij maandag, op zijn zevenstigste verjaardag, van 09.00 in de ochtend tot 15.00 zijn hele familie op bezoek krijgt, is dat een unicum. Normaliter heeft hij recht op 30 bezoe ken van 40 minuten per jaar, waarbij twee personen tegelijk aanwezig kun nen zijn. Van die regelmatige bezoeken zijn trouwens zijn lotgenoten uitgesloten. Verkeerde hij tot 1985 in het gezel schap van Sisulu, Mbeki, Kathrada, Motsaeledi en Mhlaba, na zijn operatie moet hij speciale toestemming vragen om hem te ontmoeten en deze toe stemmingen worden maar zelden ge geven. Ook zijn advocaten hebben de afgelo pen twee jaar slechts als vriend met hem kunnen spreken, dus tijdens de officiële bezoektijden. Daar staat te genover dat een aantal prominente personen, waaronder het parlements lid Helen Suzman, de Britse Europar lementariër lord Bethell en de Geme nebestcommissie van Wijze Mannen wel degelijk langdurig met Mandela hebben kunnen spreken. Tijdens een van deze ontmoetingen maakte Mandela tevens kennis met de Zuidafrikaanse minister van justitie, Kobie Coetsee, die hij - zo willen hard nekkige geruchten - daarna nog eens heeft ontmoet. Hij zou daarvoor per auto naar Coetsees huis in de stad on-» der de Tafelberg zijn overgebracht. Tenslotte kan Nelson Mandela elke week een brief versturen en ontvan gen, die wel gecensureerd worden en die op zijn hoogst 800 woorden mogen bevatten. Daarnaast kan hij nog eens twaalf kerst- en nieuwjaarskaarten verzenden of via de gevangenis-post bus tegemoet zien. Het valt daarom te betwijfelen of hij ook maar een van de circa 40.000 ver- jaarskaarten zal lezen, die hem deze week via zijn familie in Zuidafrika door Nederlandse sympathisanten en medestrijders zijn gestuurd. Want een lange verjaarsvisite is een ding. De Pollsmoor-gevangenis laten overstel pen met sympathiebetuigingen, dat zal de Zuidafrikaanse apartheids- overheid beslist te ver gaan. (Door René Diekstra) De laatste twintig jaar is nogal wat onderzoek gedaan naar het verband tussen de manier waarop .ouders kinderen opvoeden en de problemen die ze met diezelfde kin deren krijgen in de tienerjaren. Uit dat onderzoe' kunnen we, natuur lijk met enige voorzichtigheid, de volgende conclusies trekken. Jonge ren krijgen eerder problemen met hun ouders en zijn eerder geneigd zich van hun ouders weinig of zelfs niks aan te trekken, wanneer hun opvoeding ofwel sterk autoritair is geweest of heel erg toegevend en ver wennend ("laissez faire" opvoe ding). Toch blijkt een autoritaire opvoe ding heus niet altijd tot problemen te hoeven leiden. Wanneer ouders strikte regels hanteren, maar hun kinderen (steeds weer) uitleg geven van hun ge- en verboden en van de gezinsregels, dan blijkt een autori taire opvoeding nauwelijks méér problemen op te leveren dan een meer democratische opvoedingsme thode. Democratisch wil zeggen dat de kin deren de geboden en verboden mee- bepalen en in allerlei gezinsbeslis singen ook een stem hebben. Ouders mogen best behoorlijk streng zijn (misschien is dat zelfs wel beter) als ze maar uitleg geven van het hoe en waarom, en als ze maar contact met hun kinderen blijven houden. Waarom is communicatie over ge- en verboden en gezinsregels zo belang rijk? Heel recent onderzoek over de wederzijdse beïnvloeding van ou ders en kinderen toont het volgende aan. Veel met elkaar praten, aan el kaar uitleg geven en gewoon veel 'ouwehoeren' heeft niet alleen een gunstige invloed op kinderen, maar verandert ook de ouders zelf in posi tieve richting. Autoritaire ouders, die bovendien weinig uitleggen, blij ken hun kinderen op 16-jarige leef tijd vaak nog op dezelfde manier aan te pakken als toen ze nog maar 4 jaar oud waren. Strenge ouders, die wel veel uitleggen, veranderen veel meer met hun kinderen mee. Met andere woorden kinderen leren niet alleen van hun ouders maar voor een goede gezinsontwikkeling moeten ouders ook van hun kinde ren leren. Wat kunnen tieners doen om hun ouders zo goed mogelijk op te voeden? Ik zal een aantal suggesties voor tie ners geven. Ik ontleen ze aan een se minar, dat ik onlangs in Minnesota bijwoonde. Op die bijeenkomst ga- Italië kent gestage economische groei (Van onze verslaggever Louis Burgers) Het traditionele beeld van Italië als het Europese vakantieland bij uitstek, klopt allang niet meer. Andere, goedkopere bestemmingen hebben 'de Laars' van de eerste plaats verdrongen. Toerisme blijft een belangrijke bron van inkomsten, maar het land heeft zich meer en meer ontwikkeld tot een industriële en technologische grootmacht. Het is inmiddels in grootte de vijfde econo mie van de westerse wereld. Verfijnd eten, goede wijften en (veel) zonneschijn blijven het beeld bepalen van deze 'tuin' van Europa. Maar het parklandschap wordt steeds meer ontsierd door fabrieken, chemische industrieën en vervuilde rivieren. Vooral in Noord-Italië, maar ook in grote delen van Toscane en zelfs in de hak van het Italiaanse schiereiland büjkt dat industrie en milieu moeilijk samen gaan. De afgelopen jaren lag het officiële groeicijfer gemiddeld ruimschoots boven de drie procent per jaar (in Ne derland onder de twee procent). Wan neer rekening wordt gehouden met de grote Italiaanse zwarte economie, is het resultaat nog veel mooier. Zo goed zelfs dat vorig jaar de toenmalige so cialistische premier Craxi bekend maakte dat Italië Groot-Brittannië gepasseerd was op de lijst van rijke landen, en snel oprukte in de richting van Frankrijk. Het stralend optimisme dat Rome het grootste deel van vorig jaar beheer ste, is inmiddels verdwenen. Na de krach van oktober vorig jaar heeft de beurs van Milaan de weg naar boven nog niet teruggevonden. Pessimisme begint weer de kop op te steken. In dustriëlen en politici, evenals de ge wone burgers, hebben inmiddels ge merkt dat ondanks alle euforie de fun damentele problemen van Italië niet zijn aangepakt. De staatsfinanciën blijven onbeheers baar, de mafia en andere misdaadsyn dicaten beheersen nog steeds de eco nomie in grote delen van het land, vooral het zuiden. Italië is een gesple ten land, het rijke noorden staat te genover het armoedige zuiden (de 'Mezzogiomo'). Dan is er nog de bureaucratie. Tradi tioneel krijgt Rome het verwijt dat de hoofdstad het geld uitgeeft dat Mi laan, Turijn en Genua verdienen. Dat neemt niet weg dat elk jaar opnieuw blijkt dat de Italiaanse staat te wei nig binnenkrijgt om alle uitgaven te betalen. Elk jaar opnieuw groeit het begrotingstekort. Inmiddels evenaart de schuldenlast het totale nationale inkomen van het land, dat wil zeggen de optelsom van alle produkten, goederen en diensten die Italië in een jaar produceert. Het gevolg is voorspelbaar. Rome moet elk jaar meer geld lenen. Dat leidt tot' relatief hoge rente en groeiende aflos singsverplichtingen. Daardoor neemt de schuldenlast nog eens extra toe. Terwijl de Italiaanse industrie tot de meest geavanceerde van Europa be hoort, heeft de staatsbureaucratie zich nauwelijks aan de moderne tijd aangepast. Er wordt wel hard ge werkt, maar volstrekt inefficiënt. Daarnaast geldt dat de Italiaanse bu reaucratie, net als in andere landen, 'eigenlijk voortdurend groeit. In Ro me gaat dat hoogstens wat sneller dan elders. De politieke partijen, met voorop de christen-democraten, ver delen de beschikbare baantjes maar wat graag onder de eigen aanhangers. Indien nodig worden er nieuwe func ties gecreëerd. Dat leidt tot de voor Noordeuropese begrippen vreemde situatie dat tal van ambtenaren slechts enkele uren per dag op kantoor zijn, omdat er toch geen werk voor hen is. De rest van de dag gebruiken ze voor hun tweede baan. De onmogelijkheid van Rome orde op eigen zaken te stellen, betekent naast de noord-zuid-tegenstelling een andere even drastische tweede ling van Italië: het staatsapparaat te genover het bedrijfsleven. Terugge bracht tot zijn essentie is dat de al honderd jaar oude strijd tussen het financiële centrum Milaan en de hoofdstad Rome. Deze tegenstelling verscherpt zich onder invloed van de politieke on macht, die schril afsteekt tegen de in dustriële daadkracht. Ook worden in de publieke sector bijvoorbeeld zon der blikken of blozen loonsverhogin gen van twaalf procent of meer geëist, en door stakingen begeleid. De loon eisen in de particuliere sector liggen daarentegen rond de zes procent, of tewel nauwelijks boven het huidige inflatieniveau. De industrie kwam al in het begin van de jaren tachtig uit het slop. Dat ge beurde toen 40.000 werkwilligen een grote staking bij Fiat in Turijn bra ken. Dat bood premier Craxi de moge lijkheid loonstijgingen aan banden te leggen door de automatische prijs compensatie af te schaffen. Twee banen in een gezin, of een extra weekeind-baan, zijn in Italië heel ge woon. Daardoor genieten veel Italia nen een ongekende welstand. Vooral in de (noordelijke) provincies Lom- bardije, Piedmont, Ligurië (de Ita liaanse Rivièra) en Zuid-Tirol wordt de welvaart van Noordwest-Europa geëvenaard en soms zelfs overtroffen. Het bewijs vormen de winkelstraten van Milaan, Turijn en Rome waar on gekende prijzen gevraagd worden voor de meest luxueuze goederen. Tegenover deze rijkdom kent Italië ook schrijnende armoede. In de krot tenwijken van Rome, in sommige buitenwijken van Milaan en in grote delen van het platteland van de Mez- zogiorno wordt gesappeld voor elk stukje droog brood. Daar is de werk loosheid ook het hoogst: rond twin tig procent in Zuid-Italië tegen acht procent in het noorden. De inkomens zijn er het laagst. Ze liggen zo'n veer tig procent onder het Italiaanse ge middelde en bedragen de helft van- wat in de industriegebieden van de Po-vlakte betaald wordt. In veel opzichten is de Mezzogiomo (inclusief de eilanden Sicilië en Sardi nië) een derde-wereldland binnen de rijke Europese Gemeenschap. Het le ven blijft er beheerst door armoede, misdaad en apathie. Het is die sfeer waarin de Siciliaanse Mafia en de Na- politaanse Camorra kunnen gedijen. Zij zijn doorgedrongen tot in de kern van de samenleving: politici, rech ters, poütie worden er omgekocht. Winkeliers, fabrikanten en producen ten moeten hun 'bescherming' afko pen. Van vooruitgang kan onder deze omstandigheden nauwelijks sprake zijn. Italië is de laatste jaren bekend ge worden door het optreden van grote industriëlen als Agnelli (Fiat), De Be- nedetti (die De Generale wilde over nemen) en Berlusconi (tv-magnaat, eigenaar van AC Milan). Maar in werkelijkheid steunt de Italiaanse economie vooral op de miljoenen klei ne en middelgrote familiebedrijven. Zij verdienen het grootste deel van het nationale inkomen. Zij verschaf fen ook de meeste arbeidsplaatsen. En voor hen is 1992 nog een echte uit daging. Met het opengaan van de grenzen zien deze bedrijven en be drijfjes hun afzetmarkt enorm groeien. Italië, dat vaak gezien is als de zwakste broeder van de EG, kan er dan wel eens aanzienlijk beter voor blijken te staan dan andere, en grote re, economieën, die niet beschikken over de flexibiliteit die zo kenmer kend is voor de Italiaanse economie. V'oor Italië en Spanje lijken de nog resterende jaren tot 1992 beslissend te worden voor hun positie in het komende Europa van de gemeen schappelijke markt. Hoewel Rome en Madrid de mogelijkheid niet uitsluiten dat het Middellandse- Zeegebied binnen Europa economisch verder te rugvalt, worden in beide landen in hoog tempo de voorwaarden geschapen om de rijke industrielan den ten noorden van Alpen en Pyreneèen duchtig aan te pakken. Gebaseerd op economische groeicijfers die (ver) uitkomen boven het EG-gemiddelde (Spanje ruim vijf, Italië ruim drie procent per jaarstaan beide landen ingrijpende aanpassingen te wachten. So cialistisch gedomineerde regeringen in Madrid (Gonzalez) en voorheen in Rome (Craxi) kozen de puur kapitalistische weg om de concurrentie kracht van hun landen te versterken. Bij deze aanpak past een vrijwel onbeperkte toe stroom van buitenlands kapitaal, het afdwingen van loonmatiging, het opkrikken van de eigen munt door beperking van de waardevermindering en het indammen van de bureaucratie. Met wisse lend succes wisten Rome en Madrid hun beleid te verwezenlijken. Maar er zijn meer punten van overeenkomst. Elk kent een duidelijk achtergebleven gebied, met ho gere dan gemiddelde werkloosheid en veel armoe de. En zowel Italië als Spanje zijn er tot nu toe niet in geslaagd deze gebieden (de Mezzogiomo, ten zuiden van Rome; Andalusië, Zuid-Spanje) te laten delen in vooruitgang en welvaart. ven tieners een training aan andt tieners om ze te leren hoe ze het cc tact met hun ouders konden verbe ren als dat niet al te best was. De t ner-onderwijzers waren zelf weer c traind door een aantal psychologt tijdens die training hadden ze ond meer andere tieners geinterviei over hoe met je ouders om te gac De voornaamste boodschap van 'onderwijzer' aan de 'leerlinge was: jaag je ouders niet in de gord nen en zorg ervoor dat ze zich m van je afkeren. Die boodschap werd als volgt ondt bouwd. Een van de dingen waarm veel tieners veel moeite hebben is erkennen dat je ouders in het alc, meen echt wel goeie mensen zijn. H doet er niet toe dat ze (wat) oudt wets en behoudend zijn. Meestal l doelen ze het niet slecht, ook al sla wat ze doen of zeggen in jouw og nergens op. Voor jou als jonge kunnen bepaalde verboden een i ken van vijandigheid of tirannie l ken, maar vanuit je ouders gezU zijn het meestal uitingen van l zorgdheid. Helaas is het zo dat in bepaalde g vallen jongeren gezonder en ve standiger in elkaar zitten dan hi ouders. Zulke jongeren hebben h inderdaad moeilijker om het als vi wassene te 'maken', want meest hebben hun ouders hun niet kunm. geven wat ze als kinderen en jong ren gewoon nodig hebben. Voor de jongeren die de laatste tv, behoorlijk wat problemen met hi ouders hadden gehad en vooral voi die jongeren die het gevoel haddt dat hun ouders niet naar hen luist ren, gaven de tiener-onderwijze, daarom de volgende tips die volger hen bij vrijwel alle ouders een wo\ derbaarlvjke werking hebben. 1. Maak het tot een gewoonte (of et opoffering als je wilt) om iedere wet in elk geval een pa':uur met je o: ders door te brengt u. Klets met hei praal serieus met h ?.n of kijk met he tv, maar dan moetje natuurlijk m af en toe iets tussendoor zeggen (bi voorbeeld tijdens de reclame). Vraag af en toe aan je ouder (of ot ders) met een baan buitenshui „Hoe gaat het op je werk?" (Als hij i zij antwoordt: „Goed", zeg dan: „I bedoel, vertel me eens wat over j werk of je zaak"). 3. Vraagje vader o, moeder om raad over iets dat niet a te ingrijpend is, zodat je hun sugges ties zonder al te veel moeite kunt op volgen. 4. Experimenteer met hun m eens de waarheid te vertellen ove dingen in je leven waarover je nie eerlijk bent geweest. Als dat nodig is begin dan met te zeggen: „Ik bei bang dat, als ik de waarheid vertel je over de rooie gaat" of „als ik dt waarheid vertel, luister dan eers naar me en praat erover met me maar blaas het niet meteen op to weet ik niet wat...". 5. Ruim je kame, op onverwachte momenten op, zon der daar meteen al te veel ophef vai te maken. 6. Geef je ouders af en tot complimenten voor dingen die zt goed doen. Een andere manier om de verhou ding met je ouders (wat) te verbete ren, als die behoorlijk geïrriteerd is is volgens de tieners om een beleefd heidscampagne voor een aantal we ken te beginnen. Dat kan vooral han dig zijn als je iets van ze wil (bijvoor beeld zoiets kleins als een auto, c meer geld, of meer vrijheid om uit te gaan, als het in ieder geval maar niet toestemming is om meer met scx te rotzooien of een motorfiets aan te schaffen, want daar krijgen ze echt de stuipen van). Probeer beleefd en voorkomend ft zijn zonder het sarcastisch of spot tend te \aten klinken. Dat kan in het begin soms betekenen: een beetje doen alsof. Maar op den duur wordt het echt. Het helpt als je op geschikte momenten dingen kunt zeggen als „goeie morgen", „dank je wel" o) „sorry, dat spijt me, het was niet mijn bedoeling dat je overstuur raakte Als het maar enigszins mogelijk is, zeg dan ten minste één keer per week, zonder datje dat is gevraagd, zoiets als: „Ik zal wK even de vuil- container of de afvalzakken) voor je buiten zetten" of „kan ik iets voor je doen?, ik heb toch een uur over". Het risico bestaat natuurlijk datje ouders de klompen uitvallen. Moge lijk hoor je ze zelfs tegen elkaar fluis teren datje zeker uitje gewone doen bent, of niet helemaal in orde. Het is erg belangrijk datje niet trapt in de vallen die zij (onbewust) voor je zet ten. Hun reactie kan bijvoorbeeld zijn: „Moet je soms iets van ons?" Antwoord dan beleefd zoiets als „Natuurlijk, jullie hebben altijd ge zegd dat als ik iets wilde ik ervoor moest werken, vandaar". Experimenteer met dit soort veran deringen ten minste een maand lans en bekijk dan eens rustig wat het heeft opgeleverd. Als je inderdaai gewerkt hebt naar iets dat je graas wilt, vraag er dan op de volgende manier om (of op een manier die e' op lijkt): „Ik wil graag ergens metje over praten, maar laat me alsjeblief eerst uitpraten voordat je nee zegt"- Het kan zijn dat je ontdekt dat be leefder met je ouders omgaan het le ven ook voor jezelf een stuk gemak kelijker maakt, ook al krijg je niet precies watje wilt. Het lijkt misschien allemaal gekun steld, een soort van spel datje metjt ouders speelt, maar het is een heel wat beter spel dan stommetje met el kaar spelen of op de vijandige toer gaan. Een soort opfrispauze dm voor als het wat moeilijk zit tussïï jou en je ouders en misschien eenbt- gin van een wat beter contact. Tot zover het tiener-evangelie. spijt me dat ze 25 jaar geleden niet zoiets hadden. Dan hadden mijn ou ders het heel wat beter bij me gehau

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 4