Geen f>ónifleaties
aan de eindstreep
Ploegen en
kopmannen
VOORNAAMSTE
KNELPUNTEN
Etappeschema
Nederlanders
Iin hetietjlg..;
^Groene txuïweor
voor sprinters
MODERNE RONDE MET FLITSENDE ETAPPES
Vrijbuiters
Publiciteit
FRANKRIJK
BELGIE
COLOMBIA
SPANJE
VERENIGDE STATEN
NEDERLAND
ITALIË
ZWITSERLAND
Wraak
In balans
PZC/ sportkrant
29
tour de france
/RIJDAG 1 JULI 1988
krachtige ritten, een
opeenhoping van nerveuze
ritjes, met geen uitgesproken
voordeel voor welke specialist
ook. Een Tourpodium is in
principe voor de beste
allrounders, op het vlakke, in
de bergen, tegen de klok. Maar
wie in 1987 wilde winnen,
moest wel érg goed kunnen
klimmen en over typische
tijdritspieren beschikken. In
juli 1988 ligt dat anders. Is het
meer een Tour voor Sean Kelly
dan voor Stephen Roche (die
natuurlijk niet rijdt, maar om
het verschil aan te geven).
De Tour begint officieel
maandag aanstaande in het
44ste departement (Loire-
Atlantique), dat anderhalf
miljoen gulden moest
neertellen voor een presentatie
(zaterdag), een préface (de
omzeiling, zondag, van de UCI-
regels), een rit in lijn en een
ploegentijdrit (maandag) en
een start op dinsdag naar het
noordoosten: Le Mans.
De route die wordt gevolgd is in
grote lijnen die van de Tour
van 1985 (diktaat Bernard
Hinault), toen via de
'onderkant van België' via de
Elzas eveneens eerst de Alpen
werd aangedaan, werd afgezakt
naar de Pyreneeën, en ten
slotte via het Centraal Massief
werd koersgezet naar
eindstation Champs Elysées,
Parijs.
Het was eigenlij k niet zo 'n
leuke ronde, dat jaar. Hinault
besliste, de rest legde zich er bij
neer. Het zijn, in onze
herinnering, eigenlijk nooit
leuke rondes, die eerst de Alpen
aandoen en moeten worden
beslist in Pyreneeën. Maar, het
zijn de renners die...
Het verwachtingsvolle van
deze Tour is, dat in korte ritjes
vaak dingen kunnen gebeuren,
die de klassementsfavorieten
liever niet hebben. Driftig
rondspringende subtoppers, en
vooruitgestuurde knechten,
die vrijbuiterend hun kans
gaan, en opportunistisch de
granen uit de ruif van de
publiciteit meepikken. Niet
erg, zolang het om een Vincent
Barteau (12 dagen, 1984), Kim
Andersen (1985) of Jörg
Pedersen (5 dagen, 1986) gaat,
maar er kan altijd 'een
verkeerde' meeglippen.
Het spannende aan de Tour
van vorig jaar was, dat er in de
opvolging van Hinault nog
steeds geen 'patron', geen
ploeg, was opgestaan, die dat
soort surprises wist te
voorkomen. Dan selecteren
zich uiteindelijk tóch de
besten, maar de suspens blijft
tot het laatst bewaard.
En zoiets lijkt ook dit jaar tot
de meest waarschijnlijke
mogelijkheden te behoren.
Toen Merckx nog reed won
Merckx, toen Hinault op de
fiets zat was die de baas, maar
wie anno 1988 de
verantwoordelijkheid durft op
te nemen?
Daarom is het irreëel te stellen
dat een Tour als deze weinig tot
niets voorstelt. Moeten
winnaars dan op voorhand
bekend zijn? De critici hebben
zich opgewonden, maar de
interesse van iedereen die wil
deelnemen blijft ongeëvenaard.
Ook nu een derde generatie
organisatoren nog duidelijk
zoekt naar een vaste lijn.
„De Tour", zo zei sponsor De
Smet namens de Belgische
ploeg Sigma, „de Tour is zowat
alles wat je je als sponsor kunt
wensen. Of je veel wint, of
weinig, alleen al het starten is
een borg voor een reusachtige
publiciteit. Het zijn namelijk
niet alleen de wielrenners
meer die zorg dragen voor het
produkt op hun trui. Het is de
totale campagne, die het
succes maakt".
De Tour de France is een
medium op zich geworden.
Vorigjaar uitstraling naar 150
landen (beweert men), dit jaar
ook nog een video co-produktie
van de Franse, Engelse,
Amerikaanse en Japanse tv.
Aan de finish van iedere etappe
komt een vidi-wall te staan
voor belangstellende kijkers.
En in de onmiddellijke buurt
van finish en start: een heus
promo-dorp met uitstallingen
van firma's die zich belangrijk
genoeg voelen om zich op deze
manier in de Tour te profileren.
De heroïek moet het afleggen
tegen het flitsend moderne van
deze discotijd. Waarom ergens
25 dagen over doen, als het ook
in 20 dagen kan? Het is het
beeld van een zesdaagse, van
een demonstratie-partij in het
tennis.
Voor de 75e Tour de France gaan 22 ploegen van start. Ze
werden geselecteerd uit een groep van 25. Elke formatie telt
negen renners. De organisatie mocht niet meer ploegen toe
laten, omdat een nieuw reglement voorschrijft dat per wed
strijd niet meer dan tweehonderd renners mogen deelne
men.
De definitieve deelnemerslijst met rugnummers wordt niet
voor dit weekeinde vrijgegeven, omdat ploegleiders het recht
hebben tot een dag voor de wedstrijd wijzigingen aan te bren
gen.
De 22 ploegen en hun kopmannen zijn:
Fagor (Robert Millar), RMO (Thierry Claveyrolat), Système
U (Laurent Fignon en Charly Mottet), Toshiba (Jean-Fran-
cois Bernard) en Z Peugeot (Ronan Pensee).
ADR (Jaanus Kuum), Hitachi (Claude Criquielion) en Sigma
(Sören Lilholt).
Café de Colombia (Luis Herrera).
BH (Alvaro Pino), Caja Rural (Marino Lejarreta), KAS (Sean
Kelly), Kelme (Fabio Parra), Reynolds (Pedro Delgado) en
Teka (Raimund Dietzen).
7 Eleven (Andrew Hampsten).
Panasonic (Erik Breukink), Superconfex (Rolf Gölz) en PDM
(Steven Rooks).
Carrera (Urs Zimmermann) en Chateux d'Ax (Gianni Bugno,
Tony Rominger).
Weimann-La Suisse (Niki Rüttimann).
Na een week voor de sprinters en de tijdrijders doemen in
het tweede gedeelte van de Tour de bergen op. Het eerste
grote klimwerk heeft plaats op 13 juli op de Pas de Morgins.
Het zwaartepunt ligt dit jaar in de Pyreneeën met als toe
maatje de Puy-de-Döme drie dagen voor het einde.
De voornaamste beklimmingen in de 75e tour zijn:
13 juli: Pas de Morgins en Col de Corgier;
14 juli: Col de la Madeleine, col du Glandon, l'Alpe-d'Huez;
15 juli: Gorges-de-Sassenage (tijdrit);
17 juli: Col de la Core, Col de Lautrape, Guzet-Neige;
18 juli: Portet-d'Aspet, Col de Mente, Col de Peyresourde,
Col d'Aspin, Col du Tourmalet, Luz-Ardiden;
21 juli: Puy-de-Döme.
Het etappeschema van de 75ste Tour de France met de voor
naamste bergen ziet er als volgt uit:
Maandag 4 juli: Rit 1: Pontchateau Machecoul (91,5 km);
Rit 2: La Haie-Fouassière Ancenis (48 km ploegentijdrit).
Dinsdag 5 juli: Rit 3: Nantes Le Mans (213,5 km).
Woensdag 6 juli: Rit 4: Le Mans Evreux (158 km).
Donderdag 7 juli: Rit 5: Neufchatel-en-Bray Liévin (147,5
km).
Vrijdag 8 juli: Rit 6: Liévin Wasquehal (52 km ind. tijdrit).
Zaterdag 9 juli: Rit 7: Wasquehal Reims (225,5 km).
Zondag 10 juli: Rit 8: Reims Nancy (219 km) - finish op Le
Haut du Lièvre.
Maandag 11 juli: Rit 9: Nancy Straatsburg (160,5 km) - met
Col du Donon (2e), Struthof (le).
Dinsdag 12 juli: Rit 10: Belfort Besancon (149,5 km) - met
Ballon de Servance (2).
Woensdag 13 juli: Rit 11Besancon Morzine (232 km) - met
La Main (3e), Pas du Morgins (le), Col du Corbier (2e).
Donderdag 14 juli: Rit 12: Morzine l'Alpe-d'Huez (227 km) -
met Pont d'Arbon (2e), Col de la Madeleine (le), Col du Glan
don (h.c.), finish op l'Alpe d'Huez (h.c.).
Vrijdag 15 juli: Rit 13: Grenoble Villard-de-Lans (38 km
ind. tijdrit) - met Engins (2e), Cote 2000 (3e).
Zaterdag 16 juli: transport naar en rustdag in Blagnac.
Zondag 17 juli: Rit 14Blagnac Guzet-Neige 163 km) - met
Agnes (le), Col de Latrape (2e), finish op Guzet Neige (le).
Maandag 18 juli: Rit 15: Saint-Girons Luz-Ardiden (187,5
km) - met Col du Portet d'Aspet (2e), Col de Ment; (le), Col de
Peyresourde (le), Col d'Aspin (le), Col du Tourmalet (h.c.),
finish op Luz Ardiden (h.c.).
Dinsdag 19 juli: Rit 16: Tarbes Pau (38 km); RIT 17 Pau
Bordeaux (210 km).
Woensdag 20 juli: Rit 18: Ruelle Limoges (93,5 km).
Donderdag 21 juli: Rit 19: Limoges Puy-de-Dome 188 km)
- met Grolle (3e), Moreno (3e), finish op Puy de Dome (le).
Vrijdag 22 juli: Rit 20: Clermont-Ferrand Chalon-sur-Sao-
ne (223,5 km).
Zaterdag 23 juli: Rit 21: Santenay Santenay (46 km ind.
tijdrit).
Zondag 24 juli: Rit 22 Nemours Parijs Champs Elysées
(172,5 km).
Er zijn in deze Tour de France meer punten te rapen voor de
snelle mannen in het klassement om de groene trui. Vorig
jaar nog was de waardering in alle etappes gelijk: van 25 tot
en met 1 punt voor de nummers 1 tot en met 25 Dit jaar
wordt er een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de vlak
ke etappes, de ritten in de bergen en tegen het uurwerk.
De groene trui lijkt weer een exclusief domein te zullen wor
den voor de sprinters. In vlakke etappes is de honorering van
35 aflopend tot 1 punt voor de nummers 1 tot en met 25, in de
bergetappes en tijdritten scoort de daguitslag voor de groene
trui slechts 15 t/m 1 pnt voor de nummers 1 t/m 15.
Deze Tour is gemaakt
voor de vrijbuiters
Wout Wagtmans links) en Joop Zoetemelk, Nederlandse
koplopers op de ranglijst der gele-truidragers.
De kritiek op het
Tourparkoers van 1988
was vernietigend. De 75ste
editie had meer weg van een
wedstrijd voor
hinkstapspringers dan van een
ronde, die in het teken moest
staan van een jubileum. „Het
lijkt de Tour de 1' Avenir wel",
schamperde de vorige winnaar
Stephen Roche tijdens de
presentatie op 13 oktober in de
Parijse schouwburg Pleyel.
Vijfvoudig oud-winnaar Eddy
Merckx maakte het nog
bonter: „Een parkoers voor een
vrouwentour!"
De primaire reacties waren
gebaseerd op: een Tour die nog
maar 20 koersdagen telde
(tegen 25 in 1987), nog maar
3284 km lang was (4143 km in
1987), nog maar 136 km
individuele tijdrit voorschreef
(168,6 km in 1987), nog slechts
twee heuse bergetappes kende
(vier, plus klim tijdrit in 1987) en
die bovendien de renners een
keer of vijf over honderden
kilometers in auto, trein of
vliegtuigjoegomde
verplaatsingen te overbruggen.
Toch was dat laatste wel vaker
voorgekomen. In 1982
bijvoorbeeld, toen er liefst acht
keer op andere wijze dan op de
fiets een finish- met startplaats
moest worden overbrugdNu
klaagde men over één rustdag
die verbruikt werd om van
Villard-de-Lans naar Blagnac
te geraken, toen werden zelfs
beide 'jours de repos' benut.
Maar, men is geneigd snel te
vergeten.
Met een beetje kwade wil kon
er nu echter iets anders achter
worden gezocht, dan alleen de
pure geldzucht waardoor de
hedendaagse Tour
organisatoren worden geleid
bij het uitzetten van hun
vlaggetjes op de kaart van
Frankrijk. De tekening van de
75ste Tour de France was
vooral een wraak op de
beperkende bepalingen, die de
profsectie van de UCI de
kalender had opgedrongen.
Er moest ruimte worden
geschapen in het overvolle
voorj aar, reden waarom in de
zomer (vooral) weekeinds
moesten worden
teruggewonnen. De grote
ronden mochten niet langer
duren dan 21 dagen, waarin
maximaal drie weekeinden. En
dat nu had de Tour-organisatie
met handen en voeten
gebonden.
„Kritiek op parkoers nr.75?
Wendt u tot de profsectie van
de UCI, in casu de Nederlandse
wielerhervormer Hein
Verbruggen. Wij willen wel,
maar we mogen niet anders..."
De koppen in de dagbladen
waren zeer uiteenlopend van
aard. Tour nummer 75 was
boven het doopvont gehouden,
maar er was een allerminst
uniforme reactie.
Het leukste van sport blijft
evenwel het onvoorspelbare
van de realiteit. Zo min één
kenner van tevoren had durven
poneren dat de Ieren zouden
uitgroeien tot de suprise van
het voetbal-EK, zo min was er
acht maanden voor het
startschot al iets concreets te
melden over het verloop van
een wielertopper als de Tour.
De diverse meningen liggen nu
alweer anders, al zijn de feiten
nog vrijwel gelijk. Er is
eigenlijk maar één wielerwet
die opgeld doet. Dat is die van
de renners die bepalen hoe een
wedstrijd verloopt... en niet het
parkoers.
Het meest opvallende aan de
75ste Tour de France is, dat het
een Tour in balans lijkt. Een
moderne ronde ook, met korte
De ranglijst van Nederlandse etappewinnaars is als volgt:
1. Gerrie Knetemann, Jan Raas en Joop Zoetemelk 10;
i 4. Jan Janssen 7;
I 5. Gerben Karstens 6;
6. Wout Wagtmans 4;
7. Wim van Est, Hennie Kuiper, Henk Lubberding, Bert Oos-
f terbosch, Jo de Roo, Johan van der Velde, Rini Wagtmans en
Peter Winnen allen 3;
15. Theo Middelkamp, Jan Nolten, Henk Nijdam, Jean-Paul
van Poppel, Cees Priem, Albert van Schendel, Theo Smit,
Gerrit Voorting en Ad Wijnands allen 2;
24. Erik Breukink, Hans Dekkers, Maarten Ducrot, Leo
t Duyndam, Cees van Espen, Henk Faanhof, Daan de Groot,
Fedor den Hertog, Jos Hinsen, Adri van Houwelingen, Jan
Krekels, Johan Lammerts, Jo Maas, Henri Manders, Jelle
Nijdam. Frits Pirard, Adri van der Poel, Henk Poppe, Anton
van Schendel, Gerrit Schulte, Gerrit Solleveld, Nico Verhoe
ven, Gerard Vianen, Leo van Vliet en Huub Zilverberg allen 1.
♦Slechts veertien Nederlanders hebben in 74 Ronden van
^Frankrijk de gele trui gedragen. In 1951 veroverde Wim van
*Est in 1951 in Dax als eerste Nederlander de gele trui. Een
Idag later stortte hij in het ravijn.
'De laatste Nederlandse gele-truidrager had er ook maar één
dag profijt van. Jelle Nijdam werd vorig jaar na zijn gewon-
'nen proloog op de Kurfürstendamm in een rondrit door
West-Berlijn uit de gele trui gereden door de Pool Lech Pia-
;secki.
- J an J anssen (1968) en Joop Zoetemelk 1980waren de enigen
Idie na afloop van de Tour met het geel naar huis mochten.
'De Nederlandse ranglijst der gele-truidragers is:
1. Joop Zoetemelk 22:
'2. Wout Wagtmans 13:
- 3. Gerrie Knetemann 7:
4. Wim van Est en Gerrit Voorting 4:
6. Jan Raas 3:
7. Ab Geldermans, Jacques Hanegraaf, Jan Janssen, Gerben
Karstens en Johan van der Velde allen 2:
12. Jelle Nijdam, Adri van der Poel en Rini Wagtmans ieder 1.
In 52 jaar hebben 48 Nederlandse wielrenners 114 etappes in
de Ronde van Frankrijk gewonnen. In 1936 namen voor het
eerst Nederlandse renners deel aan de Tour. Dat jaar werd
de Zeeuw Theofiel Middelkamp de eerste Nederlandse win
naar. Knetemann, Raas en Zoetemelk zegevierden ieder
tien keer. Vorig jaar greep Nederland zes etappe-overwin
ningen.
De Tour de France wordt ook dit jaar niet 'opgesierd' met
bonificaties aan de finish. Technisch adviseur Bernard Hi
nault is een fervent tegenstander van dit vergoedings-sys-
1 teem en heeft de bonificaties kunnen tegenhouden.
Dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld de ronden van Spanje
I en Italië. In de Vuelta sprokkelde eindwinnaar Sean Kelly
1.15 min extra bijeen, in de Giro verminderde Andy Hamp
sten zijn eindtijd ook met 1.10 min.
'De Tour de France houdt het bij bonificaties in de tussen-
sprints, de catches onderweg. En dan nog alleen in de eerste
.negen etappes. Daar zijn een aantal keren per dag 6, 4 en 2
seconden te verdienen.
Technisch-directeur Bernard Hinault, fervent tegenstander
van bonificaties aan de finisch.
De beklimming van Alpe d'Huez, een van de moeilijkste be
klimmingen in de Tour de France.