ZLM biedt boeren trefpunt RANS ANDRIESSEN PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT je Zuidelijke Landbouw Maat schappij (ZLM) heeft volgens haar Statuten ten doel de belangen van de Igrarische sector en van het platte- Jand in het algemeen te behartigen. Jat doel wordt onder meer nage streefd door de organisatie van proe- len, tentoonstellingen en demon straties op agrarisch gebied. Dat laatste vanzelfsprekend wel 'met verstande dat de zondagsrust gebruik en gewoonte' wordt De manifestaties die ZLM met grote regelmaat houdt, (inden dan ook hun aanleiding in de Statuten van de landbouworganisa tie. AI één jaar na de oprichting van je toen nog Zeeuwse Landbouw Maatschappij (145 jaar geleden) had de eerste plaats. Inmiddels is de ZLM toe aan de twintigste na-oor- logse manifestatie. Het karakter is geleidelijk veranderd: van een jaar lijkse veekeuring tot een presentatie - eens in de vijf jaar - van de stand van zaken in de landbouw, waarbij ook op het gebied van de ontspan ning het een en ander wordt gebo den. Eén ding is al die jaren hetzelf de gebleven: de ZLM-manifestatie is het trefpunt voor allen die op een of andere manier bij de landbouw in Zuidwest-Nederland zijn betrok ken. Ook de manifestatie 1988, op 23, 24 en 25 juni op het eiland Neeltje Jans in de monding van de Ooster- schelde, betekent de combinatie van informatie, ontmoeting en ver strooiing. Te laat Tempo VRIJDAG 17 JUNI 1988 ij zegt het op een toon die tegenspraak op voorhand |luit. Vooreen ktgerichte Nederlandse bouw blijft een kansrijke tie weggelegd. Mr Frans H. Andriessen (59), vice- zitter van de Europese missie en belast met bouwzaken, erkent dat de en moeilijke tijden makenvooral onder van het beleid dat de ipese Gemeenschap (EG) Nog heel wat rlandse agrariërs moeten wijnen. Het parttime- neemt noodgedwongen 'e traditionele ijfsvoering zal ingrijpend nderen. Maar als rnemer staat de rlandse boer zijn netje in de EG, zegt iessen. Dat draagt in grijke mate bij aan het leven, t Brusselse lymontgebouw, een kterloos aquarium in het .m van de stad, zetelt de 'pese Commissie, iessen is - na een nationale |ieke carrière, die met een ntijds aftreden als ter van financiën eindigde s 1981 de Nederlandse genwoordiger. Eerst vier ils commissaris voor rrentie en betrekkingen et Europees Parlement, a als pouwcommissaris. Een lie die, naast het |itterschap van de nissie, hoog in aanzien Het kabinet Lubbers-De e heeft hem, ingaande Ivoor een derde periode gedragen. Met grote timing van de betrokkene. (Andriessen heeft het baar naar zijn zin in de pese politiek. De fierheid nee hij een horloge draagt Bp de wijzerplaat in plaats Hjjfers de vlaggen van de pnden, onderstreept dat. Van alles te veel, de alternatieven schaars Mr F. H. J. J. Andriessen. Of mr Andriessen de landbouwzaken blijft beheren, staat niet vast. De stoelendans om de banen in de Europese Commissie is begonnen. Zelf wil hij de sanering van het Europese landbouwbeleid graag blijven sturen. De afgelopen vier jaar heeft Andriessen ingrijpend omgebogen. Ooit was de Nederlander dr S. L. Mansholt architect van het nieuwe landbouwbeleid schaalvergroting, meer produktie, volop financiële steun. Zijn landgenoot Frans Andriessen toont de (politieke) moed een andere richting in te slaan: minder produktie, minder steun. Niet zonder vallen en opstaan. Zeker in de raad van ministers is de koerswijziging nauwelijks van harte onderschreven. Misschien heeft Andriessen in de ogen van sommige landen wel té goed gesaneerd. Toch bestaat overal waardering voor de daadkracht waarmee de Nederlandse commissaris het Europese landbouwprobleem durft aan te pakken. Want al lang was duidelijk dat iets moest worden gedaan aan de steeds groter wordende landbouwproduktie en het toenemende beslag dat de zich in pakhuizen opstapelende voorraden op de EG-gelden gingen leggen. De landbouwministers hebben evenwel jarenlang hlin achterban niet voor het hoofd durven stoten door onpopulaire maatregelen te treffen. Andriessen vindt niet dat de ombuiging van de Europese landbouwpolitiek louter zijn verdienste is. Hij wijst erop dat de Duitser Gundelach - landbouwcommissaris tot 1981 - in diens politieke testament de problematiek al haarzuiver uit de doeken heeft gedaan. - Het is een beetje stil in Brussel. Hoe staat het met het Europese landbouwbeleid? Andriessen: „Misschien een beetje de stilte na de storm. Het is niet helemaal windstil, denk aan de jongste Landbouwraad en de vaststelling van het prijspakket. Wij hebben de afgelopen periode zeer grote wijzigingen in het landbouwbeleid aangebracht, in alle sectoren. Het minst in het rundvlees. Daarvoor komen binnenkort voorstellen. Er zijn directe gevolgen voor Nederland. Ik denk aan de melkveehouderij en ook de akkerbouw, In het Zeeuwse merken de boeren heel duidelijk de beperkingen in de granensector. Met de druk op de prijzen, het duidelijke streven naar een betere kwaliteit en de medeverantwoordelijkheidshef fing. Aan de andere kant is het zo dat ongeveer de helft van de Nederlandse landbouw niet aan marktordening onderwerepen is. De tuinbouwsector valt er praktisch helemaal buiten en is een aantal sectoren waarmee het beleid zich minder intensief mee bezig houdt, zoals de pluimveehouderij, de varkenssector. Daar spelen de milieufactoren en daarmee verband houdende zaken wel een grote rol. De totaliteit van het landbouwbeleid is substantieel gewijzigd. Het is nu zaak dit beleid vast te houden en uit te bouwen." - Hoewel hèt nieuwe landbouwbeleid snel is doorgevoerd, heeft het lang geduurd voor de Europese Commissie ingreep. „Dat klopt. We zijn te laat geweest met de hervormingen. Ik durf dat rustig te zeggen, omdat de Europese Commissie de alarmbel al heeft geluid sinds 1979. Het heeft jaren geduurd voordat de landbouwministers daaruit de consequenties hebben getrokken. We wisten al in 1981 dat we teveel produceerden maar we zijn pas in '84 serieus de zaken gaan aanpakken. Wat we gedaan hebben in de verschillende sectoren, met alle mogelijke middelen, is het principe van ongelimiteerde hoeveelheden tegen vastgestelde prijzen te doorbreken. Dat is gelukt. Er is nergens meer een volstrekt automatische interventie. De landbouwministers zijn een heel eind opgeschoven. Maar ze hebben te maken met hun achterban. Ze moeten het beleid vertalen en verdedigen naar hun boeren. De ministers hebben de laatste jaren wel moed getoond. Ik kan me voorstellen dat ze zeggen: nu even rustig. Daar hebben we geen tijd voor. De hervorming is niet zomaar één beslissing; het is een proces en dat moet aan de gang blijven. Dat is precies de situatie. We proberen het beleid vol te houden. Door alle verkiezingen in de lidstaten heen. En dat zijn er heel wat." -Nederlandse boeren verwijten de EG dat te veel wordt gekeken naar produktiebeperking en te weinig naar nieuwe mogelijkheden en afzet. Is dat een terecht verwijt? Andriessen kij kt peinzend in een van de twee halflege koffiekopjes op zijn bureau, werpt een weifelende blik op een nog volle fles bronwater en antwoordt dan bedachtzaam: „Ik heb heel veel begrip voor de klacht. Eén ding; als je landbouwprodukten wilt gebruiken voor industriële doelen, dan moetje kijken naar de prijs van vergelijkbare grondstoffen. Het prijspeil speelt een grote rol. Er zijn momenteel geen projecten waarbij landbouwprodukten zonder meer met andere grondstoffen kunnen concurreren. Als we kijken naar aanwending van aardappelzetmeel in Nederland, dan moet daar een speciale premie voor worden gegeven. Als we praten over bio-ethanol, dan praten we over een tijdelijke, aanvullende subsidie. De Commissie wil wel wat doen, maar dat moet niet gepaard gaan met subsidies. Er is een verzoek van de Europese Raad om heel speciaal te kijken naar aanwending van landbouwprodukten in de non- foodsector. Wezijnhiermee bezig en verkennen het veld. Ik ben persoonlijk van mening dat we na alle aandacht die we gaven aan de aanbodzijde van de markt nu moeten kijken naar de vraagzijde. Datmag tijdelijk gestimuleerd worden. De landbouw moet present blijven als potentiële leverancier voor chemische en andere industrie. Dat is een inspanning waard. Maar het is niet alleen een kwestie van prijsniveau. Je moet wel oppassen dat j e niet milieu- onvriendelijk aan de slag gaat, ook uit energie-oogpunt." -Beseft de Nederlandse boer voldoende dat hij de bakens moet verzetten? „Ik heb de indruk dat de boer (Slot zie pagina 21 kolom 7)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 19