Knuffel Kootje niet de dood in Ook met A-diploma kan er heel wat fout gaan... Delta Expo: sparen of even wachten KEES KRUL STRIP wnaHmt ntut Stofzuiger verjaagt de huismijt Leerlingen hebben nu weer lucht Knokken na drinken van een cola Vrijendoe je dat met je ogen open? Je raakt er wel geïsoleerd van Krabben ZWEMMEN IN OPEN WATER: KIJK UIT! gedicht Stofzuiger Astma Gezondheid Te veel tegenstof Hooikoorts Allergisch Medicijnen IDINSPAG 14 JUNI 1988 Onderkoeling Vakanties Bedrijf Scheiding IE6> 2 DINSDAG 14 JUNI 19881 Ik wil ze nie! Gek word ik van die pukkels wéér rooie bulten, overal en jeuken, jeuken... Alsjeblieft, beheers je krabben helpt in geen geval. Nee, niet krauwen hoor! Hoe kan je dat nou van me vragen, als duizend mieren tegelijk mijn arme lijf belagen... Ooh... pillen, zalf, poeders, 't kan me echt niet schelen hoe èi\s het dan maar stopt, met jeuken 2? O 2 cv Niezen door de hond. Pukkeltjes door de kat. We zijn er niet blij mee. Maar als je soms dacht dat zij altijd zo blij met ons zijn... Nou, niet dus. Als je weet wat wij onze vrienden allemaal voor enge ziektes kunnen bezorgen, durf je die pukkeltjes waarschijnlijk niet eens meer te noemen. Tuberculose (een longziekte), difterie (een heel ernstige diar ree), allerlei schimmelinfecties, syfilis (een geslachtsziekte). Waterpokken, platluizen. En of dat nog niet genoeg is, zijn huisdieren bovendien heel vatbaar voor griep. Anton Mayr uit München kwam tot deze conclusie na een uitgebreid onderzoek bij mensen en hun huisdieren. Hij werkt als epidemioloog aan de universiteit daar. Hoe we onze lievelingen al die ellende bezorgen? Vrij eenvoudig. Allemaal doordat het zo lekker warm en ge zellig is Bello of Minoes onder de dekens te knuffelen en ze in bed te laten slapen. Dus bij Kareltje, Springer, Joetje, Blacky, Moortje, Nero, niet meer doen'. (Anders moeten ze straks eclnter onder de Een vervelende jeuk die maar niet over wil gaan. Kleine rode vlekjes over je hele lichaam. En maar krab ben, totdatje er bijna gek van wordt. De oorzaak? Waarschijnlijk heb je een ongewenst bezoekje gehad van de huismij t. De huismijt is een beestje van een halve milimeter groot. Te klein om met het blote oog te zien. Het is een kostganger die in elk huis voorkomt. Vooral stoffige plekjes in huis vindt de huismijt het eind: vas te tapijten, beklede meubelen en de dekens op je bed. Om in leven te blijven hebben ze bloed nodig, ons bloed dus. Met een venijnig prikje boort de mijt een gaatje in je huid. Het speeksel, dat de mijt in je huid 'spuwt' bezorgt ons een vervelende jeuk en huiduitslag. Tijdens zijn leven kan de huismijt zo'n 400 eitjes leggen. Binnen drie weken zijn de larven volwassen. Als we niets doen wemelt het dan ook binnen de kortste keren van deze lastpakken. De grootste vijand van de huismijt is de stofzuiger van je moeder. In een stofvrij huis voelt de mijt zich slecht op het gemak. Vochtige huizen zijn voor dit beestje ideaal. Door het huis goed te verwar men kunnen we de huismijt het le ven heel zuur maken. Want ook in dit geval geldt: voorko men is stukken beter dan krabben. Truus, de schoolkip, van de Franciscusschool uit Vlissin- gen, had echt niet gespiekt. En de konijnen Snuffel, Zwartje en Witje waren heus niet brutaal geweest. „Integendeel," zegt directeur Jos Lansu. „We beleefden juist allemaal vreselijk veel plezier aan deze beesten. Maar toch hebben we hen zonder rapport van school gestuurd. Met pijn in het hart. Dat wel." Jarenlang waren de krielkip pen, de konijnen, de hamsters en de duiven vaste schoolbewo- ners. „Het omgaan met dieren hoort gewoon bij de opvoe ding," vindt Jos. „Tijdens de biologielessen had den we altijd levende dieren bij de hand. Het was bij ons dus een echte beestenboel." Maar niet voor elk kind was het omgaan met de dieren een feest. „Op elke school zitten kinderen, die problemen hebben met hun ademhaling," legt hij uit. „Kinderen met astma of bron chitis. Juist deze kinderen zijn extra gevoelig voor bepaalde stoffen." „Dat kunnen dierenharen zijn of huidschilfertjes van vogels. Ze krijgen het dan vreselijk be nauwd. Ze gaan dan hoesten en niezen." Er moest dus iets gebeuren. „Die keuze was niet moeilijk", zegt Jos. „Natuurlijk kozen we voor de gezondheid van deze leerlingen." De zebra vinken en de parkietjes verhuisden eerst van de klas naar de aula. Dat hielp niet echt. De problemen bleven. Toen werd de knoop voorgoed doorgehakt. De hele vogelfamilie vond een nieuw onderdak in het verzor gingstehuis 'Der Boede' in Kou- dekerke. De konijnen, de ham sters en de duiven worden nu thuis bij verschillende leerlin gen verzorgd. Het kippenhok, de volière van de vogels en de duiventil boven het fietsenhok zijn allemaal ver dwenen. „Het eieren rapen, het hokken schoonmaken en de vogeltjes water geven is voorgoed verle den tijd. Maar de astmatische leerlingen op de Franciscus school halen nu weer opgelucht adem." Sommige kinderen worden ziek van de Krullebak. Niet van de verhalen. Het komt vooral door de inkt. Ze krijgen er dikke ogen van. Andere kinderen kunnen niet tegen gordijnen, de telefoon of tandpasta. Je kunt het zo gek niet beden ken of iemand kan er niet tegen. Van chocolade tot paarden en terug. Als je ziek wordt van een be paalde stof ben je allergisch. Je lichaam is dan de kluts kwijt. Dat gaat zo. Je lichaam kan zich verdedigen tegen gevaarlijke stoffen. Het bloed maakt dan te- genstof. Zo wordt de vijand be streden. Dat is prima van je lichaam. An ders zou je van elke bacterie ziek worden. Als je allergisch bent, werkt dat anders. Stel je eet een choco laatje. Lekker ongevaarlijk dus. Maar je lichaam gaat nu de fout in. Je lichaam denkt dat het wel gevaarlijk is en maakt overdre ven veel tegenstof. Van die tegenstof word je zo ziek: niesbuien, darmkrampen, huiduitslag, hoofdpijn, verstop te luchtwegen. Je kunt zelfs vechtlustig wor den als je allergisch bent voor cola. Sommigen krijgen hoofd pijn van bepaalde koekjes. Of jeuk van één soort brood. Er zijn kinderen die moeten overgeven van spinazie. Som migen zijn allergisch voor kat ten. Maar weer niet voor alle katten. Op dit moment hebben veel kin deren last van hooikoorts. Die zijn allergisch voor stuifmeel van gras. Vooral als het mooi weer is. Dan moeten ze binnen blijven, met deuren en ramen dicht. Zo niet: zware verhoudheid, gewel dige niesbuien, jeukende opge zwollen ogen, hoofdpijn en be nauwd. Denk daar maar eens aan als je lol trapt op het strand. Sommige mensen zijn aller gisch voor wespesteken. "Daar bestaan overdreven verhalen over", zegt Joy de Ru. Zij is schoolarts op Walcheren. „Het verhaal dat je er direct dood van kan gaan is onjuist", zegt Joy. „Ik heb het nog nooit meegemaakt. Bij kinderen kan dat niet gebeuren. Een kwartier na de steek kun je wel misselijk worden". Er gaat er maar eentje dood van, dat is de wesp zelf. S='F?2sTa.,-,;ït2'ö Lisette van de Zande (15) uit Renes- se is een beetje allergisch voor school. Nee - grapjas! - niet voor alle vakken. Lisette: „Door mijn allergie mag ik niet meer in het handenarbeidlo- kaal werken. En in dat vak moest ik volgend jaar examen doen." „Toen heeft de school het handig op gelost: in plaats van examen han denarbeid mag ik nu volgend jaar examen biologie doen." Dat lijkt een simpele oplossing, maar zo makkelijk was dat niet. Want biologie zit bij onze afdeling niet in het examen. Het zit wel bij de afdeling MAVO en nu mag volgend jaar de lessen biologie volgen in de MAVO 4 klas. Een prachtige oplos sing hé!!! Het is niet altijd makkelijk om vast te stellen of en waarvoor iemand al lergisch is. Lisette: "Vijf jaar gele den ben ik in het ziekenhuis in Goes onderzocht. Ze vonden wel wat, maar dat was niet ernstig genoeg. Pas sinds oktober vorig jaar, na een onderzoek in het Dijkzigtziekenhuis in Rotterdam, is het 100% zeker, dat ik een allergie-patiënte ben." Zo'n onderzoek is heel uitgebreid en nauwkeurig. Je krijgt een heleboel verschillende stoffen ingespoten. Als je daarop reageert, komt er een dikke bobbel op je huid. Dan weten ze, waar je allergisch voor bent. Lisette: "Ik bleek allergisch te zijn voor huisdieren, vooral voor hon den en katten, voor de huisstofmijt, voor stuifmeel en voor sigaretten rook. Daarom moet ik altijd heel goed uit kijken, als ik bij iemand thuis kom. Je raakt er wel een beetje geïsoleerd van." Lisette moet elke dag medicijnen in nemen. Ze wordt verder behandeld in Rotterdam. Elke donderdagmorgen moet ze vroeg in het ziekenhuis zijn. Ze krijgt dan twee injecties. Die behan deling heet 'gewenningskuur' en moet 25 weken doorgaan. „Je mag die kuur absoluut niet on derbreken", zegt Lisette, "anders moetje weer van voren af aan begin nen. En daar pas ik voor"! perioden. Mensen zoeken dan een lekker rustig plekje om te zwem men, maar ze vergeten dat niemand hen ziet als er iets gebeurt." Eerst kijken waar je gaat zwemmen is heel belangrijk. Zijn er andere mensen in de buurt? Hoe diep is het? Zijn er golfbrekers? Kan ik er wel duiken? Wordt er gesurfd? Alle maal vragen waar je het antwoord op moet weten vóór je het water in springt. Hans Meijer helpt je meteen uit de droom als je denkt dat je niets kan overkomen met zwemdiploma A op je zwembroek of badpak. „Vijftig baantjes trekken in een lek ker verwarmd binnenbad is niet te vergelijken met zwemmen in een meer, in een rivier of in zee. Elke me ter die je zwemt moet je ook terug- zwemmen. De kans dat je plotseling onder koeld raakt, kramp krijgt of in een stroming terecht komt, blijft altijd aanwezig. Het grootste gevaar dat zelfs geoe fende zwemmers bedreigt, is paniek. Probeer in zo'n situatie toch rustig te blijven. Ga op je rug drijven en laat anderen merken dat er iets mis is." Waarom dit toch een beetje sombere verhaal nou net vóór de vakantie in de Krullebak moet? Dat antwoord is gauw gegeven: het leukste van een fijne vakantie blijft natuurlijk de dag dat je weer naar school mag. Af je vriendjes en vriendinnetjes zijn terug, de meester, en juf... Wie een uur kan watertrappen in de douche, kan daarom nog niet de Westerschelde over zwemmen. Volgens Hans Meijer zijn er heel wat mensen die denken dat zwemmen in zee hetzelfde is als slaperig dobbe ren in een zwemparadijs met knuf felmuur. De directeur van het Middelburgse zwembad Poelendaele heeft al vaak van dichtbij meegemaakt hoe men sen in open water met hun leven spe len. Als ze in een levensgevaarlijke situatie terecht komen, weten ze niet wat ze moeten doen; of doen ze zelfs precies de verkeerde dingen. „Elk jaar verdrinken er in ons land ongeveer 350 mensen", zegt hij. „Vooral* vakanties zijn gevaarlijke Stel: je wilt met een paar vriendjes naar de tentoonstelling 'Delta Ex po' op Neeltje Jans. Je fietst er naar toe en vraagt een kaartje. „Dat is dan 7,50 per persoon," klinkt het. Kassa! Dat een bezoekje zo duur zou zijn had je niet verwacht. Zoveel geld heb je niet bij je en je rijdt - teleurge steld - weer op huis aan. Kan het echt niet goedkoper? „Een bezoek aan de 'Delta Expo' doe je niet 'even' er bij," zegt mana ger Frans van Spaandonk. "Als je het goed wilt doen, moetje rekenen op een bezoek van ongeveer 4 uur." „Er is niet alleen de tentoonstelling in het Topshuis over 2000 jaar water bouw. Voor dat 'dure' kaartje is er ook nog een mooie film over het Del taplan, het bezichtigen van een pij ler en een rondvaart van drie kwar tier op de Oosterschelde." Als je de 'Delta Expo' wilt bezoeken, kan je het beste reserveren. Je krijgt dan informatie toegestuurd, waar mee je je goed op het bezoek kunt voorbereiden. Er zijn verschillende lesbrieven en leuke speurtochten. „En natuurlijk kennen wij ook een kortingsregeling voor groepen," zegt de heer Van Spaandonk. „Ba sisscholen krijgen een korting van 10% en betalen dus 6,75 per kind. Het voortgezet onderwijs krijgt 25% korting en betaalt 7,50,- per kind." De 'Delta Expo' kan je gerust als een bedrijf beschouwen. Er werken nu 65 mensen en de aantallen bezoe kers rijzen de pan uit. Alles begon op 4 oktober 1986: Zeeland Veilig! „Dit jaar zijn er al meer dan 130.000 bezoekers geweest," meldt de heer Van Spaandonk. „We verwachten, dat het aantal aan het eind van 1988 meer dan een half miljoen zal zijn! Gelukkig is dat veel meer dan we gedacht hadden". Binnenkort wordt de 'Delta Expo' uitgebreid met een buitenexpositie. Daar zijn materialen en voorwerpen te zien, die gebruikt zijn bij de bouw van de kering: een trilnaald, de 'le pel' waarmee stenen zijn gestort, enz. Wordt er nog iets gedaan voor de Zeeuwse scholen? „Natuurlijk," zegt de manager. „In de winterperiode kunnen die voor een aangepast tarief en een aange past programma bij ons terecht!" Sparen of wachten dus! „Vrijen, doe je dat met je ogen open, of moetje ze dan juist dicht houden?" Dit is'éen van de 60.000 vragen die kinderen vorig jaar aan de Kin-, dertelefoon stelden. Sommige waren gemakkelijker te beant woorden, maar bij veel andere lag dat een stuk moeilijker. Een derde deel van alle vragen had te maken met seksualiteit. Eén op de zes ging over vriendjes en vriendinnetjes. Andere proble men waarover kinderen de Kin dertelefoon in vertrouwen na men, waren onder andere ge plaagd worden, school, mishan deling, incest (geslachtsgemeen schap met een familielid) en plan nen voor zelfdoding. In 1979, het Jaar van het kind, werden in ons land de eerste kin dertelefoons opgericht. Nu zijn er al 21 en dat ze heel nuttig en hard nodig zijn, bewijzen de 500.000 te lefoongesprekken die de mede werkers in acht jaar met kinderen voerden. Aan de hand van al die gesprek ken stelde het Landelijk Overleg Kindertelefoons een boekje sa men. Het heet De Meest Voorko mende Vragen aan de Kinderte lefoon en het is bedoeld voor kin deren én ouders. Het boekje telt 130 bladzijden en het grootste deel bestaat uit hoofdstukjes over een aantal leu ke en minder leuke onderwerpen waarover kinderen opbellen. In de eerste 30 bladzijden wordt uit de doeken gedaan wat de Kinder telefoon is en hoe het er werkt. Als je één ding van dit boekje kunt leren dan is het wel dat je nog niet gek hoeft te zijn als je er gens mee zit. Er is geen probleem te bedenken, of men heeft er bij de Kindertelefoon van gehoord. Heel veel kinderen draaien het nummer van de Kindertelefoon, omdat ze zich geen raad weten met de scheiding van hun ouders. Of omdat ze daarover hun hart willen luchten en dat niet bij ie mand anders kunnen of willen doen. Bij uitgeverij J.H. Gottmer ver scheen kort geleden Mijn ouders zijn gescheiden. In dit boek van Jill Krementz staan 19 interviews met Amerikaanse kinderen die openhartig vertellen hoe zij de scheiding van hun ouders (en alle toestanden eromheen) beleefd hebben. Dat het daarbij soms om heel verdrietige verhalen gaat, laat zich gemakkelijk raden. Toch houd je aan bijna geen en kel verhaal alleen maar een treu rig gevoel over. Voor bijna alle kinderen betekende het uit el kaar gaan van hun vader en moe der het begin van een rustiger en daardoor gelukkiger leven. De interviews zijn spannend om te lezen, omdat de kinderen heel goed vertellen wat ze meege maakt hebben. Dat de interviewster ze daar (toen ze de gesprekken opschreef) wel wat bij geholpen zal hebben, is niet erg. Ieder kind vertelt toch zijn of haar eigen verhaal, en Ca leb van zeven klinkt anders dan Tracy die zestien is. Wat wel in alle verhalen hetzelfde is, is dat een scheiding nooit de schuld was van het kind. Het zou wel heel gek zijn als dat typisch Amerikaans is. ,Mijn ouders zijn gescheiden" telt 128 bladzijden, werd vertaald door Anne Klein en kost f 24,90. De foto's in het boek werden gemaakt door de schrijf ster. „De meest voorkomende vragen aan de Kindertelefoon" wordt uitgegeven door A.W. Bruna, Utrecht en kost 9,90. De tekeningen in het boekje zijn van Jannemeis Snels.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 6