lOBBYEN
ED BERG
vereniging
gemeenten
leerde nek
uit te steken
PZC/ week-in
31
die
lagere
overheden
en zeeuwen
misverstanden
één gezicht
henk postma
uitglijden
tegenspeler
margot klompmaker
ZATERDAG 4 JUNI 1988
-VOO
bbbyen. Een krabcocktail kan
|ioms meer doen dan een dikke
Steeds meer ondernemers ont-
ten dat een etentje met een poli-
of ambtenaar niet alleen sma-
jk, maar vooral uitermate lucra-
kan zijn. Door de wol geverfde
nlieden kruisen steeds vaker de
n van Haagse beslissers,
tematisch en grootschalig' lob-
is in opkomst. Tien jaar geleden
probeerden ondernemingen
al via hun 'branche-organisaties'
overheidsbeslissingen te beïn-
den. Tegenwoordig is hun be-
rijkste wapen 'het persoonlijk
rek'. Een 'toevallige ontmoeting'
een topfunctionaris van een de-
ement kan soms ondoordring-
geachte muren doen bezwijken,
r meer nog worden 'zaken ge-
In' met ondergeschikten, meestal
er vier ogen, vaak ook via de tele-
of desnoods per brief. Ambtena-
zijn tweemaal zo gewild dan mi
ers of staatssecretarissen en vier-
1 zo populair dan kamerleden,
t men beschouwt ze als de meest
stante factor'. Bovendien: "De
erhandelingsruimte is het
tst tijdens de ambtelijke beleids-
rbereiding".
beeld doemt op uit de resultaten
een wetenschappelijk onder-
'de lobby als instrument van
public affairs beleid van onder-
ningen'. Het werd verricht door J.
Koos) Louwerse (26), geboren in
['erneuzen, getogen in Vrouwenpol-
"«•i) en tegenwoordig woonachtig te
mperland. Hij studeert er binnen-
t mee af als politicoog en bedrijf-
dige aan de Erasmus Universi
teit te Rotterdam. Er werd aan mee-
erkt door de bonzen van een
ntigtal grote ondernemingen
Iraaronder Akzo, CSM, Daf Trucks,
Vei dex International, VNU, Douwe
Egberts, Fokker en De Schelde.
Be: lobby-bureau Public Affairs Con-
ants, dat als opdrachtgever fun-
rde, maakt met de onderzoeksre-
aten goede sier. Want er blijkt
gat in de 'politieke markt' te be
an waaruit de professionele lob-
st menige grijpstuiver weet op te
pen. Tien jaar geleden geleden
l gaapte er een diepe kloof tussen
rijfsleven en overheid. Nu bouwt
/■procent van de grote en middel
ste ondernemers 'doelbewust' aan
'netwerk van contacten met rele-
te politici en ambtenaren'. 45 pro
ber.! van de ondernemers doet dat
volgens een tevoren opgesteld actie-
||kn. Liefst ver buiten de schijnwer-
fs van de media. Want die zijn 'on-
Sieersbaar' en zouden slapende
Bgnden tot een tegen-lobby kunnen
Bliveren. De slimmerik manifes-
reirt zich bij voorkeur 'low profile'.
Maar niet alleen het bedrijfsleven
paant zich op de koers van 'slaag-
ïs-analyses' een weg door het
emerdonker van de Haagse cir
cuits. Ook de lagere overheden - de
pr ivincies en gemeenten - stoten
[steeds meer door naar de sleutelfigu-
p| in departementale besluitvor
mingsprocessen.
■Vrijwel alle provincies hebben inmid-
[dejs een professionele lobbyist in
BSnst genomen die zich op de depar-
[tenienten als een vis in de hofvijver
irtbeweegt. De Gelderse staten
|kken zelfs 240.000 gulden uit voor
eigen man' in Brussel. Een ge-
Iméente als Apeldoorn blijft niet ach-
Iter Ook daar wil men - zoals de plaat-
P®jke VVD-fractie dat uitdrukte - zo
[langzamerhand wel eens af van het
rb|erenpummel-imago', dat de ge-
Njente steevast op het achterplan
zou doen belanden.
Zeeland? Ir. D. Luteijn, voorzit-
van de VVD-senaatsfractie moet
|h als rechtgeaarde Zeeuw enigs-
Is ontheemd in het Haagse voort-
bavegen, getuige een klacht die hij
IQmangs liet horen tijdens een
^preekbeurt in Goes: „Ik zie Wiegels,
•k e Kremers' en ik zag Van Agten.
ik zie ook veel gedeputeerden.
P®ar ik komt weinig Zeeuwse verte-
Igöiwoordigers tegen". De secretaris
van de Middelburgse kamer van
koophandel toonde zich tegenover
de PZC al evenmin erg gelukkig: „Al
roe! al hoor je in de wandelgangen
Zeeland zich onvoldoende in
jn Haag laat horen".
I voorzitter van de kamercommis-
B voor ambtenarenzaken, de CDA-
er 'eijers, zal dat zo langzamerhand
B willen beamen, gezien de irritatie
B zich van hem meester maakte
«f n hij laatst tevergeefs een Zeeuw
ss ielegatie opwachtte. En wat te
Afiken van de verzuchting die de di-
Hteur van het bouwbedrijf Hollan-
"4 Kloos, R. M. Lubbers, onlangs in
dep krant slaakte? Hij verweet de
Beuwse commissaris van de konin-
B> dr. C. Boertien, een te geringe in-
om een beslissing te forceren over
de realisering van een vaste Wester-
JHielde-oeververbinding.
bfuwerse heeft zich voor zijn studie
°ihet bedrijfsleven geconcentreerd.
nMaar het aardige", zegt hij, „is datje
B>: veel parallellen kunt trekken
'Ifat' de lagere overheden. Zelfs van-
de ministeries wordt steeds meer
gel hbyd". Eerder al onderzocht hij
djmanier waarop de Middelburgse
er van koophandel de belangen
het Zeeuws bedrijfsleven behar-
t Maar de resultaten daarvan
gt men niet te zien. Het bestuur
de kamer vond de uitkomsten
oermate precair dat men er het stem-
II vertrouwelijk' op liet zetten,
eft Louwerse ook een beeld van de
He
Vijfentachtig procent van de grote en middelgrote onderne
mingen in Nederland bouwt 'doelbewust' aan een 'netwerk
van contacten' met vooraanstaande Haagse politici en amb
tenaren. Koos Louwerse (26) uit het Noord-Bevelandse Kam
perland heeft er onderzoek naar verricht. „De afgelopen vijf a
tien jaar", zegt hij, „heeft het bedrijfsleven de politieke markt
ontdekt". Systematisch en grootschalig lobbyen is in op
komst. Driekwart van de ondernemingen zegt er munt uit te
slaan. De lagere overheden, provincies en gemeenten, vol
gen het voorbeeld gretig. Ook zij zien steeds meer brood in
goedgeöliede operaties die tot doel hebben Haagse besluit
vormingsprocedures te beïnvloeden. Louwerse: „Ik heb me
op het bedrijfsleven geconcentreerd. Maar het aardige is dat
je heel veel parallellen kunt trekken met de lagere overheden.
Alleen als je dan naar de provincie Zeeland kijkt, dan doet het
allemaal wat onvolwassen aan".
lobby-vaardigheid van het Zeeuws
provinciebestuur? Hij haalt een map
je krantenknipsels voor de dag. „Ik
moet daarbij", zegt hij „afgaan op
wat ik in de pers lees. Verder kan ik
me alleen baseren op contacten die ik
heb gehad bij mijn onderzoek voor de
kamer van koophandel. Dan hoor en
lees ik steeds het verwijt dat men
Zeeland zo weinig ziet. Dus als er ge
lobbyd wordt gebeurt dat kennelijk
niet erg volwassen".
Het Zeeuws provinciebestuur organi
seert de laatste tijd vaartochten voor
Haagse topambtenaren, er wordt
meegedaan aan een NAVO-feest. Er
vertrekken regelmatig delegaties
naar Den Haag. De Zeeuwse bestuur
ders maken niet de indruk dat ze
wakker liggen van de kritiek. Gede
puteerde E. Maris-Koster maakt ge
wag van een geslaagde lobby die erin
heeft geresulteerd dat de Vierde Nota
voor de ruimtelijke ordening toch
nog aanknopingspunten biedt voor
het uitbuiten van economische kan
sen in het Westerscheldebekken.
„Onze contacten zijn prima", kan
men veelvuldig aan het Abdijplein
vernemen.
Maar Louwerse oordeelt dat het be
ter kan. „Je kunt niet zeggen dat Zee
land zo langzamerhand de zaken
niet aardig op een rijtje begint te
krijgen. Maar je moet niet alleen fei
ten en argumenten hebben. Je kunt
niet een nota aanbieden of opsturen
en dan denken: nu is het gepiept.
Want ze gaan in je nota zitten stre
pen of misschien vinden ze het wel
een belachelijk stuk. Dus je moet
continue paraat zijn om ambtenaren
bij te praten, misverstanden uit de
wereld te helpen. Zo'n proces moet
je bewaken, voortdurend je argu
menten inbrengen op de niveau's
waar het speelt. En als je niet je zin
krijgt, dan is er misschien in de uit
voeringsfase nog wel wat te rege
len".
De Zeeuwse bestuurders en ambte
naren - Louwerse wil dat graag gelo
ven - zullen best hun contacten heb
ben. „Maar je moet vaste voet probe
ren te krijgen. Het aanstellen van een
professionele lobbyist kan daartoe
bijdragen. Neem vergelijkbare pro
vincies als Groningen en Friesland.
Die hebben dat al lang gedaan. Er
moeten mensen zijn die continue uit
kijken: wat gebeurt er op de ministe
ries. Een kwestie van monitoring, je
zetje antennes uit. Als je wacht tot je
een nota op je bureau krijgt, dan ben
je al te laat. Op de ministeries wordt
al gepraat nog voordat er een letter
op papier staat. Daar moet je op tijd
bij zijn".
En de bestuurders zelf kunnen dan
lekker thuis blijven?
„Nee, wantje moet er ook voor zorgen
dat je beleid wordt uitgedragen. Een
lobbyist loopt alleen maar rond om
de contacten te onderhouden. Zo'n
man signaleert en praat met ambte
naren en politici. Er moeten ook men
sen zijn die een beslissende duw kun
nen geven. Bij het bedrijfsleven
wordt die functie meestal vervuld
door de voorzitter van de Raad van
Bestuur of Commissarissen. Zo'n
man moet zijn gewicht op het juiste
moment in de schaal kunnen leggen.
Bij de provincie heb je daarvoor een
commissaris van de koningin of een
gedeputeerde. Als het goed is hoeven
die de zaak alleen nog maar te be
krachtigen".
Louwerse haalt een krantenartikel
tje voor de dag waarin de PvdA kri
tiek levert op de 'one-man show' die
gedeputeerde Barbé opvoert om de
vaste Westerschelde-oeververbin-
ding binnen te halen. De socialisten
pleiten voor een breder samenge
stelde delegatie. „De tranen spron
gen met in de ogen", zegt Louwerse.
Barbé probeert er tenminste nog
wat van te maken, maar zijn pro
bleem is dat er geen consensus is.
Laat Zeeland ervoor zorgen dat er
intern overeenstemming is. Dan heb
je ook geen zware delegaties nodig
die met veel tam tam naar Den Haag
worden afgevaardigd. Topambtena
ren hebben heus geen tijd om steeds
maar van die grote delegaties te ont
vangen. Nee, één man moet namens
de hele provincie praten en dan nog
het liefst informeel. Dat is het meest
effectief. Uit alle onderzoeken blijkt
dat persoonlijke gesprekken het bes
te resultaat opleveren.
Is een commissaris van de koningin,
zoals dat vaak in andere provincies
het geval is, daarvoor de eerstaange
wezen man of vrouw? De Zeeuwse
commissaris, Boertien, laat nogal
eens de gedeputeerden het voortouw
nemen.
Louwerse: „De beste lobbyist is de
man met de beste reputatie en het
grootste politiek gewicht. Als Boer
tien dat is dan moet hij dat doen".
Rond lobbyen hangt een waas van
duistere praktijken, geheimzinnige
gesprekken, gekonkel en hand
jeklap. Commissarissen van andere
provincies willen nog wel eens in de
publiciteit komen als lobbyisten die
het niet zo nauw nemen met de demo-
catische besluitvorming. Is het niet
veel zuiverder wanneer gedeputeer
den, die tenslotte politieke verant
woording af moeten leggen, de belan
genbehartiging op zich nemen?
„Ik ben het er helemaal mee eens dat
een commissaris van de koningin
niet op z'n eentje moet opereren.
Maar wat let een commissaris wan
neer hij kan argumenteren op basis
van een democratisch genomen be
sluit. Hij vertegenwoordigt dan toch
zijn provincie? Als je intern ver
deeld bent wordt het natuurlijk
moeilijk, maar als je het met elkaar
eens bent, desnoods bij meerderheid
van stemmen, dan moet je de beste
man mandaat geven, een man die
voor vol wordt aangezien, die deu
ren weet te openen".
Het provinciebestuur wil een strate
gisch beleidsplan maken. Is dat een
stap in de goede richting?
„Het is goed om een beleid voor de
langere termijn uit te stippelen. Maar
dat moet wel zijn gebaseerd op een
duidelijke keuze uit mogelijkheden.
Wat is haalbaar? Wat is verspilde
moeite? Je moet vaststellen welke
wetsvoorstellen, beleidsvoornemens
of maatregelen je wilt beïnvloeden.
Maar je moet ook op een rijtje hebben
bij welke ontwikkelingen je jezelf
maar beter neer kunt leggen. Dat
houdt dan in dan je eigen beleid moet
worden aangepast. Dat alles moetje
vastleggen in een actieplan. Daarin
geef je aan hoe, waar en op welke mo
menten je erbij moet zijn".
Anderhalfjaar geleden, toen de rijks
discussienota Ruimtelijke Perspec
tieven verscheen, was Zeeland daar
in een 'witte vlek'. De provincie leek
achter de feiten aan te hollen. De
Vierde Nota voor de ruimtelijke orde
ning, die nu is verschenen, lijkt toch
mogelijkheden te bieden om hier en
daar wat kleur aan te brengen. Men
zou daar uit af kunnen leiden dat
Zeeland het lobbyen onder de knie
begint te krijgen.
Louwerse: „Ja, maar ik hoor toch ook
klagen: Zeeland is vergeten. De Vier
de Nota leent zich bij uitstek voor
beïnvoeding. Het is een heel vaag
stuk, het laat allerlei mogelijkheden
open en financieel rammelt het aan
alle kanten. Wil je dat uitbuiten dan
heb je niet alleen mensen nodig bij
het ministerie dat voor de nota ver
antwoordelijk is, in dit geval VROM.
Dan moet je zorgen dat je er ook bij
de andere ministeries bij bent. En
dan moet je vooral niet klagerig
doen, maar zelf het initiatief nemen.
Bereid zijn om, indien nodig, compro
missen aan te dragen. Begrip tonen
voor problemen. Duidelijk maken
dat je niet alleen uit bent op je eigen
belang. Ook het algemeen belang
aangeven.
En zo haalt Zeeland haar gelijk?
„Dan komt er meestal nog niet uit
wat je hebt gedacht, maar je hebt in
ieder geval een vinger aan de pols, je
hoort erbij en je kunt meepraten".
v.v
Tijd voor omschakeling had
prof. drs. E.(Ed) L. Berg (55)
blijkbaar niet nodig: afgelopen
dinsdag was hij nog
hoofddirecteur van de
Vereniging van Nederlandse
Gemeenten (VNG), een dag later
zat hij al achter een bureau bij
zijn nieuwe 'baas', de Raad van
State. Zeventien jaar lang heeft
Berg de belangen van de
gemeenten behartigd. Op het
VNG-congres dat deze week in
Leiden is gehouden, werd hij op
bijzondere wijze voor zijn
inspanningen bedankt. Berg
werd onderscheiden met de
Prijs der Gemeenten. Een
kersverse prijs die eens in de
twee jaar zal worden uitgereikt.
Het VNG-bestuur noemde Berg
onder meer „een
belangenbehartiger op het
hoogste politieke niveau, een
groot politiek strateeg". Een
terechte kwalificatie: in de jaren
dat Berg leiding gaf aan de VNG
is de vereniging uitgegroeid van
een op zichzelf gerichte eliteclub
tot een politieke pressiegroep
waarmee terdege rekening moet
worden gehouden.
Berg: „De vereniging was zo'n 20
j aar geleden een naar binnen
gerichte groep, die sterk
overtuigd was van zichzelf.
Bevolkt door ongetwijfeld
knappe mensen, maar met
weinig oog voor poütiek en
publiciteit. Dat is sterk
veranderd. De VNG heeft
weliswaar geen macht, maar kan
wel invloed uitoefenen. Dat doe
je door je stem te laten horen, je
nek uit te steken en desnoods
een paar keer op je bek te gaan.
Dat heeft de vereniging de
afgelopen jaren wel geleerd".
Berg constateerde met genoegen
dat de benoeming van zijn
opvolger, het Tweede-Kamerlid
Klaas de Vries (PvdA),
voorpaginanieuws betekende.
„Mijn eigen benoeming was
destijds goed voor een berichtje
van een paar regels, ergens
weggestopt in de krant", merkt
hij lachend op.
Taak van de VNG is het
adviseren van gemeenten op alle
mogelijke terreinen, variërend
van de huisvesting voor Tamils
tot en met de opslag van afval.
Daarnaast behartigt de
vereniging de belangen van de
gemeenten en is onder meer
gesprekspartner van het rijk.
De gemeenten hebben zich de
afgelopen jaren in toenemende
mate opgewonden over het no-
nonsensebeleid van het kabinet.
Beslissingen op een departement
(macro-niveau) genomen, hebben
plaatselijk (micro-niveau) vaak
zeer vergaande consequenties.
Over 'onmogelijke'
bezuinigingen is menige
brandbrief richting Den Haag
gezonden. Hoe staat het
momenteel met de verhouding
rijk-gemeenten?
Berg: „We zijn jarenlang de
grote tegenspeler van de
rijksoverheid geweest, stonden
soms lijnrecht tegenover elkaar.
En dat terwijl de gemeenten als
basis-overheid toch de spil in
het geheel zijn. Met de basis-
overheid krijgt de burger
immers direct te maken. Ik
geloof dat ook de rijksoverheid
inmiddels heeft ingezien welke
belangrijke plaats gemeenten
innemen".
In dit proces speelt de
deregulering, waarbij het rijk zijn
greep op het geheel losser maakt
en in toenemende mate
verantwoordelijkheid naar
gemeenten toeschuift, een grote
rol. Een prima ontwikkeling,
vindt Berg, die gruwt van de
neiging van overheden om alles
tot in details te regelen.
„Stoplichten bijvoorbeeld. Als
op elke hoek een stoplicht staat,
heb ik de neiging om me alleen
nog maar te concentreren op
'rood' en 'groen'. Ik let niet meer
op het verkeer om me heen. Als
je te veel regelt en niets meer
aan de mensen zelf overlaat,
neemt het
verantwoordelijkheidsgevoel af.
Dereguleren noem ik:
stoplichten op oranje
knipperlicht zetten".
Hoe ziet Berg de toekomst van
de VNG, nu het rijk de rol van de
gemeenten als beleidbepalers
steeds meer erkent?
„Gemeenten in het land zijn
volop aan het experimenteren
met het 'zelf regelen' en 'zelf
doen'. De VNG zou alle plannen
moeten inventariseren en
stimuleren. De goede dingen
moeten eruit worden gehaald en
verspreid".
„Verder denk ik dat de
vereniging niet bang moet zijn
voor haar mening uit te komen,
ook al is die nog niet helemaal
gerijpt. Als je niet in een
vroegtijdig stadium meepraat
overplannen, kunje het wel
vergeten. De vereniging moet
haar stem laten horen, ook al is
de achterban er nog niet
helemaal uit. Dan wijzigjeje
standpunt later maar. Dat is
beter dan helemaal niet
meedoen".
Tot slot: uw opvolger Klaas de
Vries heeft zijn toekomstige
functie een „fantastische baan"
genoemd. Vond u dat ook? Berg:
„Het is echt een fantastische
baan. Allereerst de grote
verscheidenheid aan zaken
waarmee j e te maken krij gt. Je
zit in een bestuurlijk knooppunt
met mensen van de praktij k,
professionele bestuurders dus.
Daarbij komt de publiciteit. Als
je een beetje ijdel bent..."
Tijdens een vergadering van de VNG te Leiden kreeg de aftredende
hoofddirecteur Berg (r) uit handen van voorzitter Havermans de
Prijs der Gemeenten, alsmede een plastiek van Vera Galis.
foto peter senteur
Koos Louwerse