Voorhoeve (VVD) wil 'unie
van democratische staten'
PZC/°Pinie en ac^tergrond
De weke patato-chip (1)
Reisbureau
Eendracht
Taxichauffeurs
Zes manieren
denkwijzer
Belonen
Ontwikkelingshulp
VRIJDAG 20 MEI 1988
De dromen over een liberalisering van de Oostduitse maatschappij zijn niet
voorbij ondanks de intimidatie door de 'firma', zoals het 'Ministerie für
Staatssicherheit' in de volksmond wordt genoemd.
De perestroika-bacïl laat zich arresteren noch uitwijzen. De DDR-staats-
macht heeft geen passend medicijn en de kerk ontwikkelt zich steeds meer
tot het tehuis voor maatschappelijk verzet. De kerk maant de jeugd tot mati
ging en geduld, maar waarschuwt Erich Honecker en zijn Politbureau ver
der, dat „glasnost en perestroika ook in de DDR op de agenda staan". Een
bericht over de zware opgave die de Evangelische Kerk ongevraagd heeft
gekregen.
Dominees zwijgen niet
langer in de DDR
Een Westduits paar passeert de
controlepost Oberbaumbrücke'
voor een bezoek aan Oost-Berlijn.
<Van onze correspondent
Hans Hoogendijk
in Oost-Berlijn)
Het is een warme zondag. De Sop-
hienkerk in de Oostberlijnse ar
beiderswijk Prenzlauerberg stroomt
leeg. Enkele tientallen jonge DDR-
burgers blijven hangen op het om
muurde kerkplein. De meesten van
hen wachten al jaren op een vergun
ning om het land uit te mogen. De ver
halen zijn stereotiep: nadat de 'Aurei-
segenehmigung' was aangevraagd en
afgewezen zijn ze hun baan kwijt ge
raakt. Ze zien geen uitweg meer en
hebben nog maar één hoop: uitwij
zing.
Naar de kerk gaan ze om troost te vin
den bij de honderden anderen, die er
net zo rot aan toe zijn. De preek had
wat hen betreft wel wat strijdvaardi
ger mogen zijn. De dominee riep zijn
gemeente op door gebed de innerlijke
vrijheid te heroveren. „Pas dan is ui
terlijke vrijheid mogelijk", zei hij. „Zo
vindt iedereen zijn eigen millimeter
geestelijke vrijheid". Die millimeter is
te weinig voor de wanhopigen.
Zondags, maar ook op doordeweekse
avonden^ verzamelen zich honderden,
meest jongeren in de Oostduitse evan
gelische kerken om te bidden voor op
gepakte andersdenkenden en te de
monstreren tegen de onderdrukking
door de staat. Harde woorden worden
vaak niet geschuwd.
Nadat de 'firma' weer eens een aantal
jongeren had opgepakt, klonk vanaf
de kansel als variant op een psalm:
„Straf ze, oh God, laat hun politiek
mislukken". In een andere kerk werd
massaal 'We shall overcome' gezongen
en weer ergens anders bad een voor
ganger: „Knechten heersen over ons
en er is niemand om ons te redden".
Daarna vertelde hij de geschiedenis
van Jericho en de muren vielen om.
Buiten stonden de mannen van de
staatsveiligheidsdienst. Ze verroerden
zich niet. De kerk, in de overwegend
protestantse DDR, heeft of zij het wil
of niet, een centrale rol toebedeeld ge
kregen in de confrontatie tussen de
zich almachtig voelende communisti
sche partij en de naar meer vrijheid
hunkerende burgers. De kerk is bij
processen, coördineert hulpacties,
verzamelt en verspreidt informatie.
Maar provoceert niet.
Direct na de eerste demonstraties
maakte de leiding duidelijk dat zij
zich niet ziet als een reisbureau voor
mensen die een enkele reis naar het
Westen willen. Manfred Stolpe, de vi-
ce-voorzitter van de Bond van Evan
gelische Kerken: „We hebben sinds de
jaren '50 de mensen in het bijzonder
onze gemeenteleden die opdrach
ten genoemd die zij hier hebben. Ie
dereen is hier nodig, iedereen moet
hier zijn kansen waarnemen en een
'Ausburgerung' kan alleen de aller
laatste mogelijkheid onder zeer zwa
re omstandigheden zijn. Onze voor
naamste taak is de zielzorg. Daarom
hebben wij ons als faire gesprekspart
ner aangeboden".
De meeste mensen willen helemaal
geen zielzorg. Zij willen concrete tips
hoe ze zo snel mogelijk weg kunnen ko
men. Stolpe: „'Wij hebben dat ant
woord niet en dat zeggen we duidelijk,
want niets is erger dan het wekken van
valse hoop".
De kerkelijke leiding voelt zich niet
prettig in de rol van oppositievoerder.
Een van de leiders: „Wij identificeren
ons niet met demonstraties en achter
liggende motieven. Maar wij staan
achter degenen die in nood zijn. Het
verlangen naar de inwilliging van de
mocratische grondrechten gaat ver
der. Ook in ons land staam glasnost en
perestroika op de agenda".
Dominee Manfred Becker van de Gali-
lea-kerk zei onlangs onder grote bijval:
„Vrijheid van meningsuiting en de
persvrijheid zijn grondwettelijk gega
randeerd en als elementaire mensen
rechten erkend. Van het meedenken
en meehandelen van miljoenen van
onze burgers en van de rijkdom van
hun ideeën hangt uiteindelijk elke
maatschappelijke vooruitgang af'.
Het zijn woorden van Erich Honecker,
oktober vorig jaar uitgesproken in een
interview met een Belgische krant.
Zijn eigen partijblad Neues Deutsch-
land drukte het af.
Het gebruik van dit soort citaten
wordt de kerk uiteraard niet in dank
afgenomen. De achterliggende ge
dachte is echter niet provocerend. De
leiding van de Evangelische Kerk wil
tien jaar, nadat tijdens een historische
bijeenkomst met Erich Honecker kerk
en staat besloten een nieuwe start te
maken, die gedachte invullen. Coöpe
ratie in plaats van confrontatie, was
het motto. De toenmalige kerkleider
Alfred Schonberg zei dat als coöpera
tie in sommige gevallen niet mogelijk
is, er dan tenminste verhelderende ge
sprekken moeten kunnen worden ge
voerd.
Na de laatste synode werd plechtig
verklaard: „Wij willen een kerk zijn die
niet tegen, niet naast, maar in het so
cialisme werkt".In dat kader is het ook
begrijpelijk dat de bisschop van Oost-
Berlijn-Brandenburg, Forck, de West-
duitse regering op haar verantwoorde
lijkheden wees. „Het komt niet van
pas, dat de Bondsrepubliek de armen
uitspreidt en alle landgenoten uit het
Oosten welkom heet, terwijl er stil
letjes afspraken zijn gemaakt met de
DDR-leiding om het aantal uitreizen-
den te beperken".
In zeldzame eendracht ontkenden
Bonn en Oost-Berlijn het bestaan van
een dergelijke afspraak, maar Forck
liet zich niet van zijn stuk brengen.
Hij had ook nog een andere bood
schap: „Bonn moet in naam van de
vrede er toe bijdragen dat mensen, die
in de DDR onmisbaar zijn, niet een
voudig vertrekken". Volgens Forck
heeft de 'Ausreisegolf epidemische
vormen aangenomen, waardoor in de
DDR een zeer ernstige situatie is ont
staan. Hij trok zelfs een voorzichtige
vergelijking met 1961, toen de ontvol
king van de DDR dermate bedreigend
werd, dat Walter Ulbricht besloot de
Muur te bouwen.
Bonn reageerde prompt. „Wij willen
geen ontvolking van de DDR", zei de
minister voor Duits-Duitse zaken, Do-
rothee Wilms, die daaraan toevoegde
dat de kerk de Oostduitse leiding dui
delijk moet maken dat alleen een ver
betering van de materiële en immate
riële omstandigheden tot een afne
mende uitreisgolf zal leiden.
De schattingen over het aantal Oost
duitsers dat per se weg wil variëren
van 50.000 tot een half miljoen. De
'Aussiedler' vormen ook voor de
Bondsrepubliek een zware belasting.
Bijna 30 procent van de mannen en
meer dan de helft van de vrouwen is
een jaar na aankomst in het beloofde
land nog werkloos en het aantal pro
bleemgevallen is enorm gestegen. De
Duitsers van 'druben' zijn niet meer zo
welkom.
„Ze hebben toch alles, wat je in de
DDR bereiken kunt: auto, huis, week
endhuisje, vakantie in Bulgarije of
Rusland. Nu willen ze ook nog de rest
van de wereld. Hier is het ook niet al
les. Wij hebben al zo veel werklozen".
Kreten die steeds vaker te horen zijn
en die herinneringen oproepen aan de
woorden die de Oostduitse schrijver
Stefan Heym in 1975 sprak: „Als West-
duitsland twee of drie miljoen werklo
zen heeft, kan Erich Honecker de Muur
aan de Bondsrepubliek verhuren".
De DDR staat machteloos tegenover
de mensen die weg willen en grijpt te
rug naar het wapen van de intimidatie
en willekeur bij het behandelen van
aanvragen. De kerk probeert te bemid
delen. Forck: „Natuurlijk willen we
dat de mensen blijven. Maar wij moe
ten ook reageren op maatschappelijke
en politieke vragen van de burgers als
de staat hen als onmondig behandelt".
De synode vroeg de Oostduitse rege
ring dan ook bij aanvragen voor ver
trek onzekerheid en onrechtvaardig
heid te voorkomen. „De regering moet
ophouden het verlaten van het land
nog altijd als doodzonde te zien".
Bij de kerk vertelt een vrouw haar ver
haal. „Mijn man bleef na een dienstreis
in het Westen. Hij liet mijn dochter en
mij weten dat hij wilde scheiden. Dat
was een enorme klap, maar het was
nog maar het begin. Omdat hij in het
Westen bleef, werd ik ontslagen als le
rares en is mijn dochter van de univer
siteit gestuurd. Is het gek, dan wij nu
ook weg willen?" Het is maar één geval
uit duizenden.
De Westduitse staatssecretaris voor
Duit-Duitse betrekkingen, Ottfried
Hennig raadt DDR-burgers die in
West-Duitsland op bezoek zijn dan
ook af te blijven. Hennig: „Ook al valt
het me heel zwaar, omdat ik de tragiek
ken, ik moet erop wijzen dat het SED-
regime de achtergebleven familiele
den zeer hard aanpakt en de kans op
gezinshereniging op korte termijn ui
terst klein is".
Het is als een Griekse tragedie: de
DDR wil de grenzen niet openstellen
uit angst dat het land leeg bloedt, ter
wijl de Bondsrepubliek iedereen die
weg wil, moet helpen, omdat de
preambule van de grondwet dat voor
schrijft en elke DDR-burger die komt
automatisch een Westduits paspoort
krijgt.
De kerk kan de ontevredenen alleen
maar moed inspreken en oproepen ge
duld te hebben, terwijl geprobeerd
wordt Oost-Duitsland tot democrati
sche concessies te bewegen en West-
Duitsland tot een restrictiever beleid.
Maar bij alle ellende hebben de Oost-
berlijners die weg willen, maar niet
mogen, hun gevoel voor humor nog
niet verloren: „Reist een zeer geres
pecteerde, solide Oostberlijner naar
zijn oma in het Westen.
Een paar dagen later stuurt hij een te
legram: 'Na lang, rijp beraad, heb ik
voor het betere deel van Duitsland ge
kozen'. De stasti bezoekt de familie.
Verhoor, alles erop en eraan. Maar
even later komt de man terug; hij had
de DDR bedoeld. Nu wil hij de stasti
aanklagen wegens 'staatsvijandige
opvattingen'.
Het hoogtepunt in de strijd tussen schippers en verladers: Een van de omstreden Granaria-transporten krijgt een bijzonder escorte van ME met in het
kielzog protesterende schippers.
Granaria bestaat 75 jaar
en wil nog lang doorgaan
(Van onze redactie economie)
Maar weinig bedrijven hebben de laatste weken zo in de belangstelling
gestaan als Granaria, de importeur en distribiteur van grondstoffen
voor veevoeders. Binnenschippers zijn woedend op het bedrijf omdat het
zijn vracht niet aanbiedt op de schippersbeurs, maar het vervoer voor ei
gen rekening neemt. „Terroristen", noemt woordvoerder Kuiper van Gra
naria de binnenschippers, „te vergelijken met de Rote Armee Fraktion in
Duitsland. In die categorie schaar ik ze. En ook de RAF werd in Duitsland
door de politie opgerold".
Wie zal de strijd winnen, Granaria of de binnenschippers? Enigszins opge
wonden zegt Kuiper dat Granaria gewoon door zal varen. „Het is geen wed
strijd tussen ons en de binnenschippers. Wij bestaan ruim driekwart eeuw en
willen nog 75 jaar doorgaan. En misschien nog wel langer".
Granaria is een familiebedrijf dat in 1912 door Louis Wyler werd opgezet. De
derde generatie Wylers voert nu het bewind, met Joël P. Wyler als directie
voorzitter. Zijn grootvader begon de handel in graan uit Duitsland en Rus
land, bestemd voor verwerking in mengvoer voor vee. Het huidige Granaria
opereert wereldwijd, en zet daarbij miljarden om.
Het veevoederbedrijf dat nu te kampen heeft met de strijdlustige binnen
schippers, is een dochter van de Granaria-groep. Deze heeft in Nederland
ongeveer 250 werknemers in dienst. Het veevoederbedrijf neemt er daarvan
150 voor zijn rekening. Het bedrijf koopt en verkoopt grondstoffen als tapio
ca, gluten en soya. Wereldwijd werken 350 mensen bij Granaria.
In Nederland bezit Granaria ook Speelman's Oliefabrieken in Rotterdam
Imko-Gelria in Doetinchem dat in nootjes doet. In de Verenigde Staten en in
Engeland houdt Granaria zich ook bezig met bedrijfstakken die buiten de
voederindustrie vallen. In Engeland heeft het een deelneming in Polyvoltac,
dat grondstoffen produceert voor schuimrubber voor'(vliegtuig)stoelen.
Volgens de woordvoerder van Granaria is in het veevoederbedrijf geen
sprake van een gespannen sfeer. „We draaien gewoon door, hoewel het ma
nagement door de acties van de binnenschippers veel kosten moet maken
om ervoor te zorgen dat het bedrijf aan zijn verplichtingen kan voldoen".
Kuiper vergelijkt de moeilijkheden met de binnenschippers met een familie
die voor haar vervoer altijd gebruik maakt van een taxi. „De zoon van acht
tien krijgt een rijbewijs en gaat de familie zelf rondrijden. De taxichauffeurs
zouden, als je de vergelijking doortrekt, eisen dat zij de familie blijven ver
voeren.". Kuiper kan wel begrip opbrengen voor de problemen van de schip
pers, maar: „Het is gewoon een kwestie van concurrentie". Volgens Grana-
ria's directeur Wyler scheelt het eigen vervoer het bedrijf zo'n dertig procent
in de kosten.
„We hebben nu eigen vervoer, de rechter zegt dat dat mag en dat lappen de
binnenschippers aan hun laars. Onze duwbootkapiteins zijn niet bang voor
hun acties. Ze vinden ze belachelijk en willen gewoon doorvaren".
Het aantal actievoerende binnenschippers is volgens Kuiper maar een klein
deel van de 4.000 schippers die Nederland telt. „Daarvan voeren maar 100,
150 binnenschippers de acties. We krijgen ook telefoontjes binnen van ande
re schippers die het vreselijk vinden wat hun collega's doen".
(Door René Diekstra)
/k heb het je niet één keer ge
zegd, ik heb het je wel duizend
keer gezegd: hou op met aan het
haar van je zusje te trekken", zei Je-
roens moeder woest tegen hem. „Ik
heb je gewaarschuwd, nou ga je naar
je kamer en blijft daar totdat ik zeg
datje eruit mag". Zal Jeroen, als hij
eindelijk weer zijn kamer uit mag,
genezen zijn van het pesten van zijn
zusje? Dat is niet waarschijnlijk.
Want zijn moeder heeft 'de wet van
de weke aardappelchip' overtreden.
Volwassenen zeggen vaak dingen
.als: Dat kind moet eens leren te luis
teren, het moet eens wat gehoor
zaamheid en discipline leren, het
moet eens flink onder handen geno
men worden". Duidelijk is dan dat ze
nou net niet snappen wat leren luis
teren of gehoorzamen betekent. In
tegenstelling tot wat zoveel mensen
denken, betekent het juist niet: drei
gen, slaan, vernederen of straffen.
Een kind leren te luisteren of te ge
hoorzamen betekent op de eerste
plaats precies dat: een kind iets le
ren, ergens in onderwijzen. Vooral
het kind onderwijzen in waarom zijn
gedrag ongewenst is en hoe hij het
kan verbeteren. Met straffen of drei
gen leert een kind dat niet. Het wordt
er vaak alleen maar boos of gefru
streerd door en geneigd tot 'betaald
zetten'.
Het basisprincipe van kinderen ge
wenst gedrag leren is in feite eenvou
dig, namelijk: wanneer u ziet dat uw,
kind zich op een goede manier ge
draagt, beloon het door zijn gedrag
te prijzen, hem een knipoog te geven
of op een liefkozende manier aan te
raken dus iets doen dat aangeeft
dat u vindt dat hij het prima doet.
Deze simpele aanpak kan werkelijk
wonderen doen. Een voorbeeld. Stelt
u zich een 4-jarig jongetje voor, met
zijn 2 jaar jongere broertje en hun
moeder, samen in een supermarkt.
Let op wat de 4-jarige niet doet. Hij
rent niet tussen de rekken op en
neer. Hij rukt niet het speelgoed uit
de vakken. Hij schopt of bijt zijn
broertje niet. En wat is de beloning
voor zijn goede gedrag? Liefkoost
zijn mama hem of kust ze hem of
prijst ze zijn goede gedrag? Nee. Ze
negeert hem. Ze gaat gewoon door
met boodschappen doen, dankbaar
voor die paar minuten rust.
Laten we eens aannemen dat zijn ge
drag opeens verandert. Hij duwt zijn
kleine broertje omver en begint als
een jonge hond rond te rennen. Zijn
moeder geeft hem onmiddellijk aan
dacht door op hem te schelden of
hem zelfs een flinke aframmeling te
geven. Wanneer ze dit doet over
treedt ze, zonder het in de gaten te
hebben, de wet van de weke aardap
pelchip. Een kind geeft natuurlijk de
voorkeur aan knapperige chips bo
ven zachtgeworden chips. Maar als
de enige potato chips die een kind
krijgen kan zachte zijn, dan zal hij
die nemen. Een zachtgeworden pota
to chip is altijd nog beter dan hele
maal geen. En dat is dus de wet van
de weke aardappelchip.
Met andere woorden, een kind wil ge-,
woonlijk positieve aandacht van zijn
ouders. Maar als de enige aandacht
die het kan krijgen negatief is, dan
zal hij zich daarmee tevreden stellen
omdat een negatieve reactie beter is
dan helemaal geen. Veel ouders ge
ven hun kinderen veel aandacht
wanneer ze zich misdragen. En dat
leidt er alleen maar toe dat ze zich
nog meer gaan misdragen, omdat ze
hebben geleerd dat dit de manier is
om de aandacht te krijgen waarnaar
ze zo snakken. Positieve aandacht
vermindert verkeerd gedrag van
kinderen praktisch altijd.
Deze en volgende week zal ik zes ge
makkelijke, positieve manieren aan
geven, waarmee we kinderen kun
nen leren zich beter te gedragen.
1. Leg contact met een kind op zijn
eigen niveau. Wil positieve beloning
of aandacht echt effect hebben, dan
is goed contact met het kind van we
zenlijk belang. Goed contact is het
gevoel van warmte en harmonie tus
sen twee mensen. Het is voor een ou
der gemakkelijk om contact te voe
len met een baby, omdat liefkozend
aanraken en praten als het ware
vanzelf gaat. Maar ook als een kind
het baby- en kleuterstadium een
maal is gepasseerd, is het belangrijk
voor ouder en kind om samen op een
plezierige, 'warme' manier met el
kaar door te brengen om een goede
band in stand te houden. Helaas
doen niet zoveel ouders dat. Maar al
te vaak breekt de omgang tussen ou
der en kind juist contact af. Hun ge
sprekken zijn vaak h lemaal geen
gesprekken. „Ruud, blijf met je han
den van die boekenkast af' m
chiel, hoe vaak moet ik je nou'no
zeggen die radio niet altijd zo har
aan te gooien?", enzovoort.
De gesprekken bestaan uit aanwi
zingen, bevelen en beschuldiging^
die de ouder gebruikt om het kindi
het gareel te brengen. Om een goed
band op te bouwen moeten ouder
dingen met hun kind doen - activi
teiten die niks anders van het kim
eisen dan plezier met zijn ouders
hebben. Sommige ouders doen da
met hun jonge kinderen op een hee
eenvoudige en goedkope manier z
nemen ze mee op korte trips door d
buurt. Laten ze dingen zien zoals d
brandweerkazerne, het politiebu
reau of een drukkerij in vol bedrijf.
Een andere manier om dat te doen 'i
regelmatig 'vertel een verhaal'-uur
tjes te hebben, waarbij ouder en kina
om beurten een verhaal overzichzel
vertellen. De ouder kan over iet
grappigs of interessants verteller
dat hem of haar als kind is overko
men. Kinderen vinden het voora
leuk om ouders te horen verteller
over iets dat ze als kind deden da
heel dom of verkeerd was, iets waa
kinderen heel goed in kunnen komei
en waar ze om kunnen lachen. Da
moedigt het kind vaak aan ook din
gen over zichzelf te vertellen. Zulkt
verhalen-uurtjes kunnen hele posi
tieve gevoelens tussen ouders en kin
deren oproepen. Een belangrijk
punt bij het opbouwen van een band
is het kind te leren dat hij de ouder
kan vertrouwen.
Vertrouwen komt voort uit het kind
zo uitvoerig mogelijk inlichten, zelfs
als hem dat een tijdje boos, bang oj
verdrietig maakt. Bijvoorbeeld wan
neer u uw kind bij een babysitter
achterlaat, vertel hem duidelijk
waar u naartoe gaat, waarom, en
wanneer u ongeveer terug zult zijn. V
denkt misschien dat onopgemerkt
het huis uit sluipen hem een huilbui
of een trauma bespaart. Maar in
werkelijkheid bespaart u alleen
maar uzelf zijn huilbui ofprotestente
moeten aanhoren.
Vertrouwen wil ook zeggen dat u uw
beloften houdt. Als u zegt dat u iets
zult doen, dan is het belangrijk voor
uw kind te weten dat u dat ook uit
voert. Dat geldt zowel voor positieve
of voor negatieve dingen. Een ouder
die een goede band met een kind
heeft opgebouwd, is beter in staat
hem dingen te leren, gehoorzaam
heid incluis. En een goede band met
zijn ouders helpt een kind zelfver
trouwen op te bouwen, omdat het
hem helpt zichzelf als een positief we
zen te zien.
2. Beloon goed gedrag zo veel moge
lijk. Om positieve aandacht zo veel
mogelijk effect te laten hebben, moet
u voor uw kind eenvoudige doelen
stellen. Dat betekent dat u zich dui
delijk bewust moet zijn welke gedra
gingen u wilt aanmoedigen en welke
u juist wilt ontmoedigen. Nemen we
een normaal actief 7-jarig meisje als
voorbeeld. Als ze geconcentreerd
met haar speelgoed of met haar
broer of zus speelt, zijn dat gedragin
gen om aan te moedigen. Dus raakt
haar ouder haar af en toe even lief
kozend aan, lacht haar even toe oj
zegt iets waarderends over haar po
sitieve gedrag. Als de ouder vindt
dat ze in de huishouding wat moet
meehelpen, houdt-ie in de ga
wanneer het kind dat doet en beloont
haar daarvoor. Maar wanneer ze he
lemaal niet behulpzaam is, krijgt ze
die waardering niet. Ze krijgt dan
helemaal geen aandacht, omdat dat
gedrag niet op de 'positieve' lijst
staat.
Het is natüurlijk van belang te weten
wat voor soort aanmoediging het
kind graag heeft. Kinderen verschil
len daar sterk in. Zo te werk gaan
vraagt van de ouder van tevoren
denkwerk om vast te stellen welk ge
drag we'selijk is en welk gedrag niet
beloond moet worden, zodat het
geleerd wordt. Daarna moet er ei
programma worden opgesteld van
beloningen voor de goede gedragin
gen.
Sommige ouders beginnen op dit
punt wel eens tegen mij te zeggen:
„Poeh, dat is me allemaal veel te in
gewikkeld". En vervolgens modde
ren ze maar weer op de oude manier
verder. Geen wonder dat ze vroeg oj
laat in de modder vast komen te zit
ten. Dus zal ik mijn memorie van toet
lichting op de wet van de weke pota
to-chip volgende week nog maar
even voortzetten.
(Van onze parlementsredacteur
Bart Jochems)
VVD-fractievoorzitter Joris Voor
hoeve vindt dat er binnen de Ver
enigde Naties plaats moet zijn voor
een 'Unie van democratische staten'.
Zo'n organisatie, waarin jonge demo
cratieën een belangrijke rol moeten
spelen, kan volgens hem binnen en
buiten de VN een gezamenlijk beleid
opzetten ter bevordering van demo
cratie en mensenrechten.
In de op te richten organisatie ziet
Voorhoeve vooral voor de Latijnsame-
rikaanse democratieën en eventueel
ook 'volksdemocratieën' een vitale
taak. Ook India, de grootste democra
tie ter wereld, zou deel moeten uitma
ken van zo'n 'kiesgroep' binnen de VN.
De WD'er komt met zijn pleidooi voor
een Unie van democratische staten,
omdat de VN in het verleden in enkele
'hypocriete situaties' is verzeild ge
raakt. Voorhoeve herinnert aan het
schrikbewind dat Idi Amin in Uganda
uitoefende. „Toen honderdduizenden
mensen in Uganda over de kling wer
den gejaagd, nam het land een voorna
me plaats in bij de Verenigde Naties",
stelt hij vast.
Al eerder ontvouwde Voorhoeve zijn
idee van een op te richten organisatie
van democratische staten. Voor het
lidmaatschap zijn volgens hem goede
criteria te formuleren. Problemen ziet
hij alleen bij de naleving van de doel
stellingen. Daarom moet het mogelijk
zijn staten uit de organisatie te stoten,
zo meent Voorhoeve.
Intussen moet de Nederlandse rege
ring desnoods het verlenen van ont
wikkelingshulp opschorten, wanneer
in het ontvangende land schendingen
van de mensenrechten plaatsvinden.
Voorhoeve spreekt daarbij over 'ver
licht eigenbelang': „Landen moeten
gaan beseffen dat het betaalt als je je
gedraagt".
Wordt er een nauwere relatie gelegd
tussen ontwikkelingshulp en naleving
van de mensenrechten, dan moet vol
gens Voorhoeve wel de effectiviteit in
het oog worden gehouden. Zo heeft het
opschorten van de ontwikkelingshulp
aan Suriname wel degelijk zin. Maar in
het geval Indonesië, een land dat eco
nomisch sterk is, zal zo'n opschorting
weinig effect sorteren.
Voorhoeve haalt Cambodja, het huidi
ge Kampuchea, aan als voorbeeld van
een land waar Nederland weinig kan
ondernemen. Wel heeft het de WD'er
verbaasd dat krachtige veroordelin
gen van het regime Pol Pot uitbleven.
„In Cambodja vond een massamoord
plaats. Drie miljoen mensen werden
omgebracht. De wereld keek ernaar en
deed niets".
In het vervolg moet Nederland op z'n
minst een 'krachtig moreel protest la
ten horen', meent Voorhoeve. Dergelij
ke protesten en ook andere maatrege
len tegen een regime dat de mensen
rechten schendt moeten zo veel moge
lijk samen met gelijkgestemden wor
den gedaan.
Met het oog op de effectiviteit bepleit
Voorhoeve dat maatregelen die door
alle EG-landen worden genomen veel
meer gewicht hebben dan een Neder
landse solo-actie.
Joris Voorhoeve