Voorhoeve (VVD) wil 'unie van democratische staten' PZC/°Pinie en ac^tergrond De weke patato-chip (1) Reisbureau Eendracht Taxichauffeurs Zes manieren denkwijzer Belonen Ontwikkelingshulp VRIJDAG 20 MEI 1988 De dromen over een liberalisering van de Oostduitse maatschappij zijn niet voorbij ondanks de intimidatie door de 'firma', zoals het 'Ministerie für Staatssicherheit' in de volksmond wordt genoemd. De perestroika-bacïl laat zich arresteren noch uitwijzen. De DDR-staats- macht heeft geen passend medicijn en de kerk ontwikkelt zich steeds meer tot het tehuis voor maatschappelijk verzet. De kerk maant de jeugd tot mati ging en geduld, maar waarschuwt Erich Honecker en zijn Politbureau ver der, dat „glasnost en perestroika ook in de DDR op de agenda staan". Een bericht over de zware opgave die de Evangelische Kerk ongevraagd heeft gekregen. Dominees zwijgen niet langer in de DDR Een Westduits paar passeert de controlepost Oberbaumbrücke' voor een bezoek aan Oost-Berlijn. <Van onze correspondent Hans Hoogendijk in Oost-Berlijn) Het is een warme zondag. De Sop- hienkerk in de Oostberlijnse ar beiderswijk Prenzlauerberg stroomt leeg. Enkele tientallen jonge DDR- burgers blijven hangen op het om muurde kerkplein. De meesten van hen wachten al jaren op een vergun ning om het land uit te mogen. De ver halen zijn stereotiep: nadat de 'Aurei- segenehmigung' was aangevraagd en afgewezen zijn ze hun baan kwijt ge raakt. Ze zien geen uitweg meer en hebben nog maar één hoop: uitwij zing. Naar de kerk gaan ze om troost te vin den bij de honderden anderen, die er net zo rot aan toe zijn. De preek had wat hen betreft wel wat strijdvaardi ger mogen zijn. De dominee riep zijn gemeente op door gebed de innerlijke vrijheid te heroveren. „Pas dan is ui terlijke vrijheid mogelijk", zei hij. „Zo vindt iedereen zijn eigen millimeter geestelijke vrijheid". Die millimeter is te weinig voor de wanhopigen. Zondags, maar ook op doordeweekse avonden^ verzamelen zich honderden, meest jongeren in de Oostduitse evan gelische kerken om te bidden voor op gepakte andersdenkenden en te de monstreren tegen de onderdrukking door de staat. Harde woorden worden vaak niet geschuwd. Nadat de 'firma' weer eens een aantal jongeren had opgepakt, klonk vanaf de kansel als variant op een psalm: „Straf ze, oh God, laat hun politiek mislukken". In een andere kerk werd massaal 'We shall overcome' gezongen en weer ergens anders bad een voor ganger: „Knechten heersen over ons en er is niemand om ons te redden". Daarna vertelde hij de geschiedenis van Jericho en de muren vielen om. Buiten stonden de mannen van de staatsveiligheidsdienst. Ze verroerden zich niet. De kerk, in de overwegend protestantse DDR, heeft of zij het wil of niet, een centrale rol toebedeeld ge kregen in de confrontatie tussen de zich almachtig voelende communisti sche partij en de naar meer vrijheid hunkerende burgers. De kerk is bij processen, coördineert hulpacties, verzamelt en verspreidt informatie. Maar provoceert niet. Direct na de eerste demonstraties maakte de leiding duidelijk dat zij zich niet ziet als een reisbureau voor mensen die een enkele reis naar het Westen willen. Manfred Stolpe, de vi- ce-voorzitter van de Bond van Evan gelische Kerken: „We hebben sinds de jaren '50 de mensen in het bijzonder onze gemeenteleden die opdrach ten genoemd die zij hier hebben. Ie dereen is hier nodig, iedereen moet hier zijn kansen waarnemen en een 'Ausburgerung' kan alleen de aller laatste mogelijkheid onder zeer zwa re omstandigheden zijn. Onze voor naamste taak is de zielzorg. Daarom hebben wij ons als faire gesprekspart ner aangeboden". De meeste mensen willen helemaal geen zielzorg. Zij willen concrete tips hoe ze zo snel mogelijk weg kunnen ko men. Stolpe: „'Wij hebben dat ant woord niet en dat zeggen we duidelijk, want niets is erger dan het wekken van valse hoop". De kerkelijke leiding voelt zich niet prettig in de rol van oppositievoerder. Een van de leiders: „Wij identificeren ons niet met demonstraties en achter liggende motieven. Maar wij staan achter degenen die in nood zijn. Het verlangen naar de inwilliging van de mocratische grondrechten gaat ver der. Ook in ons land staam glasnost en perestroika op de agenda". Dominee Manfred Becker van de Gali- lea-kerk zei onlangs onder grote bijval: „Vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid zijn grondwettelijk gega randeerd en als elementaire mensen rechten erkend. Van het meedenken en meehandelen van miljoenen van onze burgers en van de rijkdom van hun ideeën hangt uiteindelijk elke maatschappelijke vooruitgang af'. Het zijn woorden van Erich Honecker, oktober vorig jaar uitgesproken in een interview met een Belgische krant. Zijn eigen partijblad Neues Deutsch- land drukte het af. Het gebruik van dit soort citaten wordt de kerk uiteraard niet in dank afgenomen. De achterliggende ge dachte is echter niet provocerend. De leiding van de Evangelische Kerk wil tien jaar, nadat tijdens een historische bijeenkomst met Erich Honecker kerk en staat besloten een nieuwe start te maken, die gedachte invullen. Coöpe ratie in plaats van confrontatie, was het motto. De toenmalige kerkleider Alfred Schonberg zei dat als coöpera tie in sommige gevallen niet mogelijk is, er dan tenminste verhelderende ge sprekken moeten kunnen worden ge voerd. Na de laatste synode werd plechtig verklaard: „Wij willen een kerk zijn die niet tegen, niet naast, maar in het so cialisme werkt".In dat kader is het ook begrijpelijk dat de bisschop van Oost- Berlijn-Brandenburg, Forck, de West- duitse regering op haar verantwoorde lijkheden wees. „Het komt niet van pas, dat de Bondsrepubliek de armen uitspreidt en alle landgenoten uit het Oosten welkom heet, terwijl er stil letjes afspraken zijn gemaakt met de DDR-leiding om het aantal uitreizen- den te beperken". In zeldzame eendracht ontkenden Bonn en Oost-Berlijn het bestaan van een dergelijke afspraak, maar Forck liet zich niet van zijn stuk brengen. Hij had ook nog een andere bood schap: „Bonn moet in naam van de vrede er toe bijdragen dat mensen, die in de DDR onmisbaar zijn, niet een voudig vertrekken". Volgens Forck heeft de 'Ausreisegolf epidemische vormen aangenomen, waardoor in de DDR een zeer ernstige situatie is ont staan. Hij trok zelfs een voorzichtige vergelijking met 1961, toen de ontvol king van de DDR dermate bedreigend werd, dat Walter Ulbricht besloot de Muur te bouwen. Bonn reageerde prompt. „Wij willen geen ontvolking van de DDR", zei de minister voor Duits-Duitse zaken, Do- rothee Wilms, die daaraan toevoegde dat de kerk de Oostduitse leiding dui delijk moet maken dat alleen een ver betering van de materiële en immate riële omstandigheden tot een afne mende uitreisgolf zal leiden. De schattingen over het aantal Oost duitsers dat per se weg wil variëren van 50.000 tot een half miljoen. De 'Aussiedler' vormen ook voor de Bondsrepubliek een zware belasting. Bijna 30 procent van de mannen en meer dan de helft van de vrouwen is een jaar na aankomst in het beloofde land nog werkloos en het aantal pro bleemgevallen is enorm gestegen. De Duitsers van 'druben' zijn niet meer zo welkom. „Ze hebben toch alles, wat je in de DDR bereiken kunt: auto, huis, week endhuisje, vakantie in Bulgarije of Rusland. Nu willen ze ook nog de rest van de wereld. Hier is het ook niet al les. Wij hebben al zo veel werklozen". Kreten die steeds vaker te horen zijn en die herinneringen oproepen aan de woorden die de Oostduitse schrijver Stefan Heym in 1975 sprak: „Als West- duitsland twee of drie miljoen werklo zen heeft, kan Erich Honecker de Muur aan de Bondsrepubliek verhuren". De DDR staat machteloos tegenover de mensen die weg willen en grijpt te rug naar het wapen van de intimidatie en willekeur bij het behandelen van aanvragen. De kerk probeert te bemid delen. Forck: „Natuurlijk willen we dat de mensen blijven. Maar wij moe ten ook reageren op maatschappelijke en politieke vragen van de burgers als de staat hen als onmondig behandelt". De synode vroeg de Oostduitse rege ring dan ook bij aanvragen voor ver trek onzekerheid en onrechtvaardig heid te voorkomen. „De regering moet ophouden het verlaten van het land nog altijd als doodzonde te zien". Bij de kerk vertelt een vrouw haar ver haal. „Mijn man bleef na een dienstreis in het Westen. Hij liet mijn dochter en mij weten dat hij wilde scheiden. Dat was een enorme klap, maar het was nog maar het begin. Omdat hij in het Westen bleef, werd ik ontslagen als le rares en is mijn dochter van de univer siteit gestuurd. Is het gek, dan wij nu ook weg willen?" Het is maar één geval uit duizenden. De Westduitse staatssecretaris voor Duit-Duitse betrekkingen, Ottfried Hennig raadt DDR-burgers die in West-Duitsland op bezoek zijn dan ook af te blijven. Hennig: „Ook al valt het me heel zwaar, omdat ik de tragiek ken, ik moet erop wijzen dat het SED- regime de achtergebleven familiele den zeer hard aanpakt en de kans op gezinshereniging op korte termijn ui terst klein is". Het is als een Griekse tragedie: de DDR wil de grenzen niet openstellen uit angst dat het land leeg bloedt, ter wijl de Bondsrepubliek iedereen die weg wil, moet helpen, omdat de preambule van de grondwet dat voor schrijft en elke DDR-burger die komt automatisch een Westduits paspoort krijgt. De kerk kan de ontevredenen alleen maar moed inspreken en oproepen ge duld te hebben, terwijl geprobeerd wordt Oost-Duitsland tot democrati sche concessies te bewegen en West- Duitsland tot een restrictiever beleid. Maar bij alle ellende hebben de Oost- berlijners die weg willen, maar niet mogen, hun gevoel voor humor nog niet verloren: „Reist een zeer geres pecteerde, solide Oostberlijner naar zijn oma in het Westen. Een paar dagen later stuurt hij een te legram: 'Na lang, rijp beraad, heb ik voor het betere deel van Duitsland ge kozen'. De stasti bezoekt de familie. Verhoor, alles erop en eraan. Maar even later komt de man terug; hij had de DDR bedoeld. Nu wil hij de stasti aanklagen wegens 'staatsvijandige opvattingen'. Het hoogtepunt in de strijd tussen schippers en verladers: Een van de omstreden Granaria-transporten krijgt een bijzonder escorte van ME met in het kielzog protesterende schippers. Granaria bestaat 75 jaar en wil nog lang doorgaan (Van onze redactie economie) Maar weinig bedrijven hebben de laatste weken zo in de belangstelling gestaan als Granaria, de importeur en distribiteur van grondstoffen voor veevoeders. Binnenschippers zijn woedend op het bedrijf omdat het zijn vracht niet aanbiedt op de schippersbeurs, maar het vervoer voor ei gen rekening neemt. „Terroristen", noemt woordvoerder Kuiper van Gra naria de binnenschippers, „te vergelijken met de Rote Armee Fraktion in Duitsland. In die categorie schaar ik ze. En ook de RAF werd in Duitsland door de politie opgerold". Wie zal de strijd winnen, Granaria of de binnenschippers? Enigszins opge wonden zegt Kuiper dat Granaria gewoon door zal varen. „Het is geen wed strijd tussen ons en de binnenschippers. Wij bestaan ruim driekwart eeuw en willen nog 75 jaar doorgaan. En misschien nog wel langer". Granaria is een familiebedrijf dat in 1912 door Louis Wyler werd opgezet. De derde generatie Wylers voert nu het bewind, met Joël P. Wyler als directie voorzitter. Zijn grootvader begon de handel in graan uit Duitsland en Rus land, bestemd voor verwerking in mengvoer voor vee. Het huidige Granaria opereert wereldwijd, en zet daarbij miljarden om. Het veevoederbedrijf dat nu te kampen heeft met de strijdlustige binnen schippers, is een dochter van de Granaria-groep. Deze heeft in Nederland ongeveer 250 werknemers in dienst. Het veevoederbedrijf neemt er daarvan 150 voor zijn rekening. Het bedrijf koopt en verkoopt grondstoffen als tapio ca, gluten en soya. Wereldwijd werken 350 mensen bij Granaria. In Nederland bezit Granaria ook Speelman's Oliefabrieken in Rotterdam Imko-Gelria in Doetinchem dat in nootjes doet. In de Verenigde Staten en in Engeland houdt Granaria zich ook bezig met bedrijfstakken die buiten de voederindustrie vallen. In Engeland heeft het een deelneming in Polyvoltac, dat grondstoffen produceert voor schuimrubber voor'(vliegtuig)stoelen. Volgens de woordvoerder van Granaria is in het veevoederbedrijf geen sprake van een gespannen sfeer. „We draaien gewoon door, hoewel het ma nagement door de acties van de binnenschippers veel kosten moet maken om ervoor te zorgen dat het bedrijf aan zijn verplichtingen kan voldoen". Kuiper vergelijkt de moeilijkheden met de binnenschippers met een familie die voor haar vervoer altijd gebruik maakt van een taxi. „De zoon van acht tien krijgt een rijbewijs en gaat de familie zelf rondrijden. De taxichauffeurs zouden, als je de vergelijking doortrekt, eisen dat zij de familie blijven ver voeren.". Kuiper kan wel begrip opbrengen voor de problemen van de schip pers, maar: „Het is gewoon een kwestie van concurrentie". Volgens Grana- ria's directeur Wyler scheelt het eigen vervoer het bedrijf zo'n dertig procent in de kosten. „We hebben nu eigen vervoer, de rechter zegt dat dat mag en dat lappen de binnenschippers aan hun laars. Onze duwbootkapiteins zijn niet bang voor hun acties. Ze vinden ze belachelijk en willen gewoon doorvaren". Het aantal actievoerende binnenschippers is volgens Kuiper maar een klein deel van de 4.000 schippers die Nederland telt. „Daarvan voeren maar 100, 150 binnenschippers de acties. We krijgen ook telefoontjes binnen van ande re schippers die het vreselijk vinden wat hun collega's doen". (Door René Diekstra) /k heb het je niet één keer ge zegd, ik heb het je wel duizend keer gezegd: hou op met aan het haar van je zusje te trekken", zei Je- roens moeder woest tegen hem. „Ik heb je gewaarschuwd, nou ga je naar je kamer en blijft daar totdat ik zeg datje eruit mag". Zal Jeroen, als hij eindelijk weer zijn kamer uit mag, genezen zijn van het pesten van zijn zusje? Dat is niet waarschijnlijk. Want zijn moeder heeft 'de wet van de weke aardappelchip' overtreden. Volwassenen zeggen vaak dingen .als: Dat kind moet eens leren te luis teren, het moet eens wat gehoor zaamheid en discipline leren, het moet eens flink onder handen geno men worden". Duidelijk is dan dat ze nou net niet snappen wat leren luis teren of gehoorzamen betekent. In tegenstelling tot wat zoveel mensen denken, betekent het juist niet: drei gen, slaan, vernederen of straffen. Een kind leren te luisteren of te ge hoorzamen betekent op de eerste plaats precies dat: een kind iets le ren, ergens in onderwijzen. Vooral het kind onderwijzen in waarom zijn gedrag ongewenst is en hoe hij het kan verbeteren. Met straffen of drei gen leert een kind dat niet. Het wordt er vaak alleen maar boos of gefru streerd door en geneigd tot 'betaald zetten'. Het basisprincipe van kinderen ge wenst gedrag leren is in feite eenvou dig, namelijk: wanneer u ziet dat uw, kind zich op een goede manier ge draagt, beloon het door zijn gedrag te prijzen, hem een knipoog te geven of op een liefkozende manier aan te raken dus iets doen dat aangeeft dat u vindt dat hij het prima doet. Deze simpele aanpak kan werkelijk wonderen doen. Een voorbeeld. Stelt u zich een 4-jarig jongetje voor, met zijn 2 jaar jongere broertje en hun moeder, samen in een supermarkt. Let op wat de 4-jarige niet doet. Hij rent niet tussen de rekken op en neer. Hij rukt niet het speelgoed uit de vakken. Hij schopt of bijt zijn broertje niet. En wat is de beloning voor zijn goede gedrag? Liefkoost zijn mama hem of kust ze hem of prijst ze zijn goede gedrag? Nee. Ze negeert hem. Ze gaat gewoon door met boodschappen doen, dankbaar voor die paar minuten rust. Laten we eens aannemen dat zijn ge drag opeens verandert. Hij duwt zijn kleine broertje omver en begint als een jonge hond rond te rennen. Zijn moeder geeft hem onmiddellijk aan dacht door op hem te schelden of hem zelfs een flinke aframmeling te geven. Wanneer ze dit doet over treedt ze, zonder het in de gaten te hebben, de wet van de weke aardap pelchip. Een kind geeft natuurlijk de voorkeur aan knapperige chips bo ven zachtgeworden chips. Maar als de enige potato chips die een kind krijgen kan zachte zijn, dan zal hij die nemen. Een zachtgeworden pota to chip is altijd nog beter dan hele maal geen. En dat is dus de wet van de weke aardappelchip. Met andere woorden, een kind wil ge-, woonlijk positieve aandacht van zijn ouders. Maar als de enige aandacht die het kan krijgen negatief is, dan zal hij zich daarmee tevreden stellen omdat een negatieve reactie beter is dan helemaal geen. Veel ouders ge ven hun kinderen veel aandacht wanneer ze zich misdragen. En dat leidt er alleen maar toe dat ze zich nog meer gaan misdragen, omdat ze hebben geleerd dat dit de manier is om de aandacht te krijgen waarnaar ze zo snakken. Positieve aandacht vermindert verkeerd gedrag van kinderen praktisch altijd. Deze en volgende week zal ik zes ge makkelijke, positieve manieren aan geven, waarmee we kinderen kun nen leren zich beter te gedragen. 1. Leg contact met een kind op zijn eigen niveau. Wil positieve beloning of aandacht echt effect hebben, dan is goed contact met het kind van we zenlijk belang. Goed contact is het gevoel van warmte en harmonie tus sen twee mensen. Het is voor een ou der gemakkelijk om contact te voe len met een baby, omdat liefkozend aanraken en praten als het ware vanzelf gaat. Maar ook als een kind het baby- en kleuterstadium een maal is gepasseerd, is het belangrijk voor ouder en kind om samen op een plezierige, 'warme' manier met el kaar door te brengen om een goede band in stand te houden. Helaas doen niet zoveel ouders dat. Maar al te vaak breekt de omgang tussen ou der en kind juist contact af. Hun ge sprekken zijn vaak h lemaal geen gesprekken. „Ruud, blijf met je han den van die boekenkast af' m chiel, hoe vaak moet ik je nou'no zeggen die radio niet altijd zo har aan te gooien?", enzovoort. De gesprekken bestaan uit aanwi zingen, bevelen en beschuldiging^ die de ouder gebruikt om het kindi het gareel te brengen. Om een goed band op te bouwen moeten ouder dingen met hun kind doen - activi teiten die niks anders van het kim eisen dan plezier met zijn ouders hebben. Sommige ouders doen da met hun jonge kinderen op een hee eenvoudige en goedkope manier z nemen ze mee op korte trips door d buurt. Laten ze dingen zien zoals d brandweerkazerne, het politiebu reau of een drukkerij in vol bedrijf. Een andere manier om dat te doen 'i regelmatig 'vertel een verhaal'-uur tjes te hebben, waarbij ouder en kina om beurten een verhaal overzichzel vertellen. De ouder kan over iet grappigs of interessants verteller dat hem of haar als kind is overko men. Kinderen vinden het voora leuk om ouders te horen verteller over iets dat ze als kind deden da heel dom of verkeerd was, iets waa kinderen heel goed in kunnen komei en waar ze om kunnen lachen. Da moedigt het kind vaak aan ook din gen over zichzelf te vertellen. Zulkt verhalen-uurtjes kunnen hele posi tieve gevoelens tussen ouders en kin deren oproepen. Een belangrijk punt bij het opbouwen van een band is het kind te leren dat hij de ouder kan vertrouwen. Vertrouwen komt voort uit het kind zo uitvoerig mogelijk inlichten, zelfs als hem dat een tijdje boos, bang oj verdrietig maakt. Bijvoorbeeld wan neer u uw kind bij een babysitter achterlaat, vertel hem duidelijk waar u naartoe gaat, waarom, en wanneer u ongeveer terug zult zijn. V denkt misschien dat onopgemerkt het huis uit sluipen hem een huilbui of een trauma bespaart. Maar in werkelijkheid bespaart u alleen maar uzelf zijn huilbui ofprotestente moeten aanhoren. Vertrouwen wil ook zeggen dat u uw beloften houdt. Als u zegt dat u iets zult doen, dan is het belangrijk voor uw kind te weten dat u dat ook uit voert. Dat geldt zowel voor positieve of voor negatieve dingen. Een ouder die een goede band met een kind heeft opgebouwd, is beter in staat hem dingen te leren, gehoorzaam heid incluis. En een goede band met zijn ouders helpt een kind zelfver trouwen op te bouwen, omdat het hem helpt zichzelf als een positief we zen te zien. 2. Beloon goed gedrag zo veel moge lijk. Om positieve aandacht zo veel mogelijk effect te laten hebben, moet u voor uw kind eenvoudige doelen stellen. Dat betekent dat u zich dui delijk bewust moet zijn welke gedra gingen u wilt aanmoedigen en welke u juist wilt ontmoedigen. Nemen we een normaal actief 7-jarig meisje als voorbeeld. Als ze geconcentreerd met haar speelgoed of met haar broer of zus speelt, zijn dat gedragin gen om aan te moedigen. Dus raakt haar ouder haar af en toe even lief kozend aan, lacht haar even toe oj zegt iets waarderends over haar po sitieve gedrag. Als de ouder vindt dat ze in de huishouding wat moet meehelpen, houdt-ie in de ga wanneer het kind dat doet en beloont haar daarvoor. Maar wanneer ze he lemaal niet behulpzaam is, krijgt ze die waardering niet. Ze krijgt dan helemaal geen aandacht, omdat dat gedrag niet op de 'positieve' lijst staat. Het is natüurlijk van belang te weten wat voor soort aanmoediging het kind graag heeft. Kinderen verschil len daar sterk in. Zo te werk gaan vraagt van de ouder van tevoren denkwerk om vast te stellen welk ge drag we'selijk is en welk gedrag niet beloond moet worden, zodat het geleerd wordt. Daarna moet er ei programma worden opgesteld van beloningen voor de goede gedragin gen. Sommige ouders beginnen op dit punt wel eens tegen mij te zeggen: „Poeh, dat is me allemaal veel te in gewikkeld". En vervolgens modde ren ze maar weer op de oude manier verder. Geen wonder dat ze vroeg oj laat in de modder vast komen te zit ten. Dus zal ik mijn memorie van toet lichting op de wet van de weke pota to-chip volgende week nog maar even voortzetten. (Van onze parlementsredacteur Bart Jochems) VVD-fractievoorzitter Joris Voor hoeve vindt dat er binnen de Ver enigde Naties plaats moet zijn voor een 'Unie van democratische staten'. Zo'n organisatie, waarin jonge demo cratieën een belangrijke rol moeten spelen, kan volgens hem binnen en buiten de VN een gezamenlijk beleid opzetten ter bevordering van demo cratie en mensenrechten. In de op te richten organisatie ziet Voorhoeve vooral voor de Latijnsame- rikaanse democratieën en eventueel ook 'volksdemocratieën' een vitale taak. Ook India, de grootste democra tie ter wereld, zou deel moeten uitma ken van zo'n 'kiesgroep' binnen de VN. De WD'er komt met zijn pleidooi voor een Unie van democratische staten, omdat de VN in het verleden in enkele 'hypocriete situaties' is verzeild ge raakt. Voorhoeve herinnert aan het schrikbewind dat Idi Amin in Uganda uitoefende. „Toen honderdduizenden mensen in Uganda over de kling wer den gejaagd, nam het land een voorna me plaats in bij de Verenigde Naties", stelt hij vast. Al eerder ontvouwde Voorhoeve zijn idee van een op te richten organisatie van democratische staten. Voor het lidmaatschap zijn volgens hem goede criteria te formuleren. Problemen ziet hij alleen bij de naleving van de doel stellingen. Daarom moet het mogelijk zijn staten uit de organisatie te stoten, zo meent Voorhoeve. Intussen moet de Nederlandse rege ring desnoods het verlenen van ont wikkelingshulp opschorten, wanneer in het ontvangende land schendingen van de mensenrechten plaatsvinden. Voorhoeve spreekt daarbij over 'ver licht eigenbelang': „Landen moeten gaan beseffen dat het betaalt als je je gedraagt". Wordt er een nauwere relatie gelegd tussen ontwikkelingshulp en naleving van de mensenrechten, dan moet vol gens Voorhoeve wel de effectiviteit in het oog worden gehouden. Zo heeft het opschorten van de ontwikkelingshulp aan Suriname wel degelijk zin. Maar in het geval Indonesië, een land dat eco nomisch sterk is, zal zo'n opschorting weinig effect sorteren. Voorhoeve haalt Cambodja, het huidi ge Kampuchea, aan als voorbeeld van een land waar Nederland weinig kan ondernemen. Wel heeft het de WD'er verbaasd dat krachtige veroordelin gen van het regime Pol Pot uitbleven. „In Cambodja vond een massamoord plaats. Drie miljoen mensen werden omgebracht. De wereld keek ernaar en deed niets". In het vervolg moet Nederland op z'n minst een 'krachtig moreel protest la ten horen', meent Voorhoeve. Dergelij ke protesten en ook andere maatrege len tegen een regime dat de mensen rechten schendt moeten zo veel moge lijk samen met gelijkgestemden wor den gedaan. Met het oog op de effectiviteit bepleit Voorhoeve dat maatregelen die door alle EG-landen worden genomen veel meer gewicht hebben dan een Neder landse solo-actie. Joris Voorhoeve

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 4