HOOG BEZOEK I de koningin doet niks, ze zit het oorlogsverleden ligt op zolder PZC/ week-in 3o|i WALCHEREN 40 - 45 11 bedevaart ter ziele exposities landingen verdringen jacques cats zeemeermin rian van kuppenveld Koningin Beatrix krijgt vandaag(zaterdag) in Kampen het eerste ex emplaar van het boekje 'Hoog Bezoek'. De leerlingen van de eenen twintig Kampense basisscholen en de drie scholen voor speciaal on derwijs schreven ter gelegenheid van het feit dat de koningin haar verjaardag deels in Kampen viert, allerlei verhalen rond het koningin zijn. Hoe het is om vorstin te zijn of hoe het zou zijn. Wat er gebeurt als de koningin bij jou op bezoek komt en wat doe jij bij een bezoek ten paleize. Een uniek boek, want niet eerder kwam een gemeente die op konin ginnedag met een 'echte' koningin wordt geconfronteerd op dit idee. Een uiterst vermakelijk boek ook. Al blijkt ook onder kinderen het beste vermaak toch leedvermaak. ZATERDAG 30 APRIL 1988 Het Normandië van Nederland: zo betitelen oorlogshistorici Walcheren. Ze komen tot die verge lijking omdat er op Walcheren zo veel is gebeurd in de periode 1940- 1945. In Normandië struikel je over de musea, die de herinnering levend houden aan die roerige tijd. Op Wal cheren is ook hard geknokt. Men zal er echter vergeefs zoeken naar een accommodatie, waarin permanent wordt verwezen naar WO-II. Een museum, dat zou moeten beant woorden aan dat ene voorname doel: opdat men niet vergete! Wanneer er weer eens iets te herden ken valt, zijn het de oprechte ama teurs, die met hun verzamelingen in de openbaarheid treden. Er zijn in dit gewest particulieren genoeg te vin den, die over zo'n grote schat aan do cumentatie, foto's en attributen be schikken, dat ze samen een fors mu seumgebouw over meer verdiepingen zouden kunnen vol proppen. Maar iedereen is zo langza merhand schor van het roepen dat Zeeland recht heeft op een oorlogs museum. De officiële instanties staan niet te trappelen om het voor touw te nemen. Het is te gemakkelijk om het uitblij ven van een initiatief in die richting toe te schrijven aan de hoge kosten die zouden gemoeid zijn met de op richting van een heus oorlogsmu seum. Er zit meer achter. Het wordt niet overal hardop uitgesproken, maar de vrees bestaat dat er met de stichting van een oorlogsmuseum een soort van bedevaartsoord wordt gecrëeerd voor de bezetters van toen, die nog eens even op hun schreden willen terugkeren om aan de hand van foto's en ander documentatiema teriaal de eigen herinnering op te fris sen. „je moet maar eens kijken hoe ze op Walcheren reageren als in de zomer een Duitse vakantieganger een beetje moeilijk gaat doen", noemt conservator W. Weber van het stede lijk museum in Vlissingen als voor beeld. „Dan slaan ze meteen dicht. :En je ziet ze denken: we zijn toch al eens bezet geweest?". Dat is overigens nog niet de reden, waarom er in het museum in Vlissin gen nauwelijks iets is terug te vinden over de oorlog. Het komt zelden voor dat bezoekers vragen waar nou pre cies de oorlogsafdeling van het Vlis- sings museum is te vinden. Het mu seum voert ook niet echt een verga- ringsbeleid waar het documentatiemateriaal over de pe riode 1940-1945 betreft. Daar houden particulieren zich zo druk mee bezig, dat Weber er alle vertrouwen in heeft, dat er veel materiaal behouden blijft. „Dus kan ik me beter richten op an dere dingen die dreigen te verdwij nen". Er bestaan wel plannen om op termijn een ruimte in het museum te benutten om er een stuk stadsge schiedenis onder de aandacht van het publiek te brengen. „En dan ont kom je niet aan de periode van de Tweede Wereldoorlog". De Vlissinger Jan Roelse begrijpt er niks van. Waarom is er in Normandië wel ruimte voor musea, die aandacht besteden aan oorlogshandelingen en waarom zou dat in Zeeland niet mo- gêlijk zijn. Het hoeft zeker geen pro bleem te zijn om aan interessant ex positiemateriaal te komen. Roelse is iiaüw betrokken bij 'Keep 'em rol ling', de Nederlandse vereniging tot instandhouding van historische mili taire voertuigen, met een enthousias te aanhang van tientallen mensen in Zeeland. Al voordat de jaren tachtig waren aangebroken legde Roelse contact met de gemeente Vlissingen om eens een balletje op te gooien over de mogelijk stichting van een oor logsmuseum. Het oude arsenaal zou er een geschikt onderkomen voor zijn. Roelse verzorgde zelfs een noti tie, waarin hij inventariseerde wat er in dat museum zoal gepresenteerd zou kunnen worden. Toen werd het stil. Veel later werd duidelijk, dat ze op het stadhuis andere, meer culture le plannetjes hadden met het histori sche gebouw. Zo verhuisde het mu seumplan naar een diepe bureaula de. Ooit hebben er in Zeeland oorlogs musea bestaan. Zo was er een geves tigd in de Vleeshal van het Middel burgse stadhuis en in Westkapelle was er een ingericht in een bunker. Ze gingen om moeilijk te achterha len redenen ter ziele. Van recenter datum dateert de opheffing van het oorlogsmuseum in Vlissingen. Dat sloot begin vorig jaar de deuren na dat een verbolgen particulier H. Kok zijn verzameling uit de tentoonge stelde collectie had teruggetrokken. Het was 'm te gortig geworden. Er werd gestolen als de raven en toen Kok er achter kwam, dat bezoekers er ook niet voor terugdeinsden om een vitrine open te breken was voor hem de maat vol. „Op die manier kan ik de spullen net zo goed op zaterdag morgen bij de muziektent wegzetten onder het motto: pak maar mee wat je kunt gebruiken". De spullen van Kok staan nu thuis op de zolder in kisten en in dozen. Buiten bereik van grijpgrage lieden. Maar tevens ver vërwijderd van een geinteresseerd publiek. Dë opheffing kwam de gemeente wel uit: ze zaten er dringend verlegen om ruimte teneinde uitbreiding te kun nen geven aan de bibliotheek. En de bevolking stond ook al niet met span doeken te betogen dat het museum moest blijven. „De mensen willen de tijd van de oorlog liever vergeten, dat is de algemene reactie", zegt gemeen tesecretaris B. de Groot. „Ik heb dat gemerkt aan reacties uit de omge ving. Het werd niet altijd gewaar deerd dat we die oorlogscollectie hadden". Voor zover de materialen niet eigen dom waren van particulieren werden ze na de opheffing van het oorlogs museum overgedaan aan het natio naal oorlogs- en verzetsmuseum in Overloon. Daar werden de museum stukken uit Bruinisse - waar ook een schenking uit Middelburg bij hoorde - ingepast in de grote verzameling. Wat achterbleef in Bruinisse was een eenmans duikbootje en een propellor van een Engelse jager, ooit opge haald door vissers uit Bru. De oor logsherinneringen liggen er niet ver loren, meent de gemeentesecretaris. „Het past hier wel in de omgeving". Tijdelijke exposities van oorlogsdo cumentatie zijn er wel op gezette tij den in Zeeland. Ze worden vaak in gericht in gebouwtjes, waar men niet zo gauw een bestemming voor weet. Vooruit maar, je moet die hob- by-isten toch ook eens een keer een kans geven hun spullen te kunnen uitpakken, zo luidt meestal de wel willende ondertoon van toestem ming gevende officiële instanties. De tijdelijke exposities zijn dikwijls gekoppeld aan herdenkingsgebeur tenissen. Helemaal los van herdenkingen staan de tentoonstellingen die de 23- jarige Middelburger John Daamen pleegt in te richten. Hij zat al twee keer met zijn collectie in een vochtige bunker onder aan een Walcherse duin voet. Laatstelijk hield hij kleu mend de wacht bij een in een onver warmd oud verenigingsgebouw in Koudekerke uitgestalde verzame ling. Achteraf bleek het geen geluk kig gekozen periode van het jaar te zijn geweest. Om vooral ook de aan dacht van toeristen te kunnen van gen toont Daamen dit jaar zijn vol gens sommigen iets teveel Duits ge richte verzameling in de tijd die ligt tussen half juli en half augustus. Op dezelfde plaats. Daamen's verzamel woede wordt ingegeven door zijn gro te interesse "hoe mooi bijvoorbeeld uitrustingsstukken in elkaar zijn ge zet". Maar tegelijkertijd wil de Mid delburger aan het publiek laten zien dat de Tweede Wereldoorlog afschu welijk was. „Dat mogen we nooit ver geten". Jaap van Winkelen uit Serooskerke, lid van de documentatiegroep 1939- 1945, een clubje particulieren met een buitensporig grote interesse voor de oorlogsgebeurtenissen op Walche ren, signaleert enig gevaar voor ge heugenverlies op dit punt. Hij be speurt bij de officiële instanties een wat afstandelijker opstelling als het op het herdenken van oorlogshande lingen aankomt. De verplaatsing van de herdenking in Westkapelle van het punt van de landing bij de zeedijk naar achter de vuurtoren noemt hij een teken aan de wand. Het niet toe laten van uit het buitenland overge komen bevrijders bij een kransleg- ging op de Sloedam -'er zijn al zoveel genodigden'- past naar zijn idee al evenzeer in die veranderende opstel ling. Dan is er de gedenksteen bij het landingsmonument in Vlissingen die nodig aan een opknapbeurt toe is. „Er wordt al jaren over gepraat, maar er gebeurt niks". Ook vindt Van Win kelen het maar vreemd dat de vvv- gids van Middelburg in drie talen zwijgt over het Duits bombardement van mei 1940, waarbij het centrum grotendeels werd verwoest. „Is men soms bang dat men op zere tenen gaat staan, omdat er zo verschrikke lijk veel Duitsers met vakantie naar Zeeland komen?". Volgens Jaap van Winkelen is er alle aanleiding om op Walcheren een oorlogsmuseum te stichten. „De be zetting heeft hier destijds heel wat teweeg gebracht. Wat heeft er al niet aan oorlogsmateriaal gestaan! Dat had natuurlijk alles te maken met de situering van Walcheren aan de toe gangsweg tot de Schelde. Een be langrijk strategisch punt". Specialisme van de Serooskerkse oorlogskenner is het spektakel van de landingen bij Vlissingen en West kapelle en wat er daarna is gebeurd. „Dat intrigeerde me zo. Ik heb dat nooit kunnen loslaten". Niet zonder trots toont Jaap een be langrijk stuk uit zijn indrukwekken de verzameling. Het is het originele draaiboek van de landing bij Westka pelle met daarin in detail vermeld een via spionnage-activiteiten ver kregen schat aan informatie over de situatie op Walcheren: de troepen sterkte, plaatsen van geschutsop- stellingen en strandobstakels. Ook staat in het draaiboek exact aange geven waar en hoe de slachtoffers die bij de landing zouden vallen moesten worden begraven... Volgens Piet Eekman uit Vlissingen, een van die andere geïnteresseerden in het Walcherse oorlogsverleden, zeggen de hoge bezoekersaantallen van exposities over oorlogsdocumen tatiemateriaal in deze contreien ge noeg over de voortdurende publieke belangstelling. „Het ligt aan het rode gemeentebestuur dat er hier nog steeds geen oorlogsmuseum is", meent de Vlissinger. „Als het maar iets met militarisme heeft te maken houden ze de boot al af'. Eekman vindt verder dat Walcheren er in de geschiedenisboeken maar bekaaid afkomt. Over Arnhem zijn honder den boeken geschreven. Walcheren was veel belangrijker. Maar in de gro te naslagwerken wordt dit gebied met vier, vijf regels afgedaan". Waar het gaat om de kansen op reali sering van een oorlogsmuseum heeft Piet Eekman veel vertrouwen gekre gen in de enthousiaste inzet van bur gemeester Plomp van Valkenisse. Die ziet zo'n plan wel zitten. Een oor logsmuseum zou, zo meent de eerste ourger, in combinatie met een route langs bunkercomplexen een goede mogelijkheid kunnen zijn om het Walcherse achterland toeristisch aantrekkelijker te maken. Gedeputeerde J.B. Ventevogel aoemt twee elementen die de belang rijkste bron vormen waarom er in sommige kringen aarzelend en in be paalde gevallen zelfs terughoudend wordt gereageerd op suggesties om een oorlogsmuseum op te richten. Het zijn aspecten waar ik niet ach ter sta", stelt Ventevogel voorop, wij zend op het verdringingsaspect, voortkomend uit het feit dat je hele nare zaken als oorlog en ellende beter maar moet proberen te vergeten. En liet andere aspect heeft te maken met een misplaatste angst die voortkomt uit de veronderstelling, dat je bij het denken aan de oorlog automatisch uitkomt op een verheerlijking van de oorlog, van militarisme. Ik vind het /.eer te betreuren dat die elementen in deze kwestie een rol spelen". Volgens Ventevogel is er best een breed draagvlak voor een initiatief te vinden wanneer de relatie met de oor- log wordt vertaald naar de huidige si tuatie, waarin we ook te maken heb ben met militaire ontwikkelingen, fascisme en racisme. „Zo kun je de waarschuwing vanuit het verleden heel goed gebruiken om de situatie van vandaag de dag en de toekomst mee te schilderen. Dan kun je relaties leggen tussen generaties. Op die ma nier ben je heel breed bezig". Het valt op dat zoveel jongelui zich nadrukkelijk met de tijd van de oor log op Walcheren bezighouden. De 23-jarige Hans Houterman uit Mid delburg is een van hen. Hij wil perso nen en instanties gaan benaderen met een notitie, waarin wordt aange geven wat de functie zou kunnen zijn van zo'n oorlogsmuseum. Houter man legde zojuist de laatste hand aan een overzicht van alle publica ties over Zeeland en de Tweede We reldoorlog. Hij werkt thans aan een boek, waarin onder meer aandacht wordt besteed aan de Duitse organi satiestructuur in Zeeland en Bel gisch Vlaanderen en aan de fortifica ties. Daarbij zal hij een uitbundig ge bruik maken van materiaal uit Duitse bronnen. „Er is in het verle den maar al te vaak vanuit de geal lieerde hoek geschreven", vindt Hou terman. „Zo anti-Duits als maar kan. Het is niet de bedoeling om nou be paalde zaken de hemel in te prijzen, maar toch wil ik, zo objectief moge lijk blijvend, aantonen dat het Duitse militaire apparaat zeer goed geor dend was". Nog even terug naar Jaap van Winke len. Hij vindt dat de tijd dringt om tot handelen te komen. Nu zijn de inge wijden nog beschikbaar om sugges ties, diensten en materiaal aan te bie den voor de inrichting van een oor logsmuseum. Maar die worden ook een dagje ouder. Voor zichzelf heeft Van Winkelen al uitgemaakt dat zijn moeizaam opgebouwde verzameling naar het gemeente-archief van Veere gaat als hij er niet meer is. „Het is dan wel bewaard, maar het publiek heeft er betrekkelijk weinig aan". Mogelijk is de tijd niet zo gelukkig ge kozen om te wijzen op dat gemis aan een oorlogsmuseum in dit gewest. Kwam men niet onlangs ten provin ciehuize tot de pijnlijke vaststelling, dat het schrijven van deel 2 van de Zeeuwse geschiedschrijving rond de Tweede Wereldoorlog zo ontstellend in de papieren gaat lopen? „Van dat geld hadden ze een prach tig museum kunnen inrichten", zegt Van Winkelen. „Ik vraag me af of er nog wel belangstelling voor is. Het heeft veel te lang geduurd. Het eer ste deel van De Bree heeft al bij boekhandel De Slegte gelegen. Je kon het daar voor een krats kopen". i&i i&i Z7» en koningin is rijk en ze ijijiji y y Ui heeft vaak een mooie jurk ijijiji aan. Ook is ze meestal oud. en jijijij heeft ze een kroontje op. Ze woont in een kasteel en heeft een ijijiji mooie koets". jijijij Waf doet de koningin? „De koningin doet niks. Ze zit op een jjjjiji stoel. Ze hoeft niks te doen want jijijij ze heeft bedienden. Soms leest ze een boekje, breit een trui of naait ijijiji kleren voor haar kinderen. Niet ijijiji voor zichzelf want dat doen haar jijijij bedienden". ijijiji Wat eet de koningin? „De jijijij koningin eet gebakken kippen en jijijij vlees en gehakt, 's Morgens, 's ijijiji middags en 's avonds eet ze jijijij: taart, die haar kok gebakken jijijij: heeft. En elke dag eet ze pudding ijijiji; als toetje". jijijij: Hoe ziet de koningin er uit? „De jijijij: koningin heeft een lange jurk ijijijij aan met een rode lange mantel. •iwi Soms is ze helemaal in het wit en jijijiji heeft ze een kroon op". vi$i Waar houdt een koningin van? jijijiji „De koningin rijdt het liefst in de jijijiji gouden koets en gaat naar een vivl pretpark of naar een jijijij: dierentuin". ijijijij De kinderen van de Kampense basisscholen weten wel zo jijijiji ongeveer hoe koningin Beatrix jjjjjjjj haar dag doorbrengt. ijijijij 'Enerverend is het allemaal niet. jijijij: De hulp komt van alle kanten. jijijij: „In het paleis stond de koningin ijijijij onder de douche te zingen. Claus jjjjjjjj was haar rug aan het schrobben. jijijij; Toen ze klaar was vroeg ze aan :j:j:j:j de bediende of hij de limousine *ivi wou starten". jijijij: Natuurlijk zijn er belangrijke ijijijij staatszaken. Zoals daar is het jijijij: voorlezen van de troonrede. ijijijij „Ook leest ze wel eens het jjjjjjjj journaal voor in een hele grote jijijiji zaal". ijijijij Regelmatig is er ook overleg met jijijij: de ministers. Een leerling van de jijjjiji Engelenbergschool—de meeste ijijijij klasseverhalen zijn in de ik-vorm ijijiji geschrevenmag een dagje met jij:/: de koningin op stap. Nadat er :j:j:j:; als ontbijt een ei, brood met SS hagelslag en eenplak brood met jtjijij: krenten is gegeten en een lakei jijijij de koningin heeft aangekleed, ijijiji begint het echte werk. i$ïi' ij;:!;; orde, mannen! jjjjjjj „De koningin doet nu haar jijijij kroon op want ze moet direct :j:jjj: naar een bespreking met de •jjjjjj ministers. Ze frist zich nog even j:j:j:j wat op en dan komt er een auto jjjjjjj met chauffeur voorrijden. Hier ijijiji stappen we beiden in. Het is een ijijiji echte Mercedes en ik vind het jijijij vreselijk spannend. De Mercedes jjjjjjj zet er een vaart in van 180 jjjjjjj kilometer per uur. Een tijdje jijijij later zijn we op het Binnenhof. jijijij De auto stopt met gierende ijijiji remmen. Minister Braks komt jjjjjjj naar buiten hollen en zegt: jijijij „Majesteit wat bent u laat". De jjjjjjj koningin zegt: „Zeur niet zo en jjjjjjj laten we naar binnen gaan". j:j:j:j Minister Braks loopt beteuterd jijjjij: achter haar aan. :j:j:j: In de zaal aangekomen zie ik direct de minister van defensie jijijij: VanEekelenmeteen jjjjjjj: waterpistooltje spelen. Oeps, de ijijiji koningin krijgt een flinke straal jijijij: in haar gezicht. O, al haar jijijij: make-up is nu verpest en ze zegt ijijiji heel boos:Minister ga :;j;j;i onmiddellijk in de hoek staan". jijijij: Het is daar wel gezellig zeg. jijijij: Minister Brinkman ligt te slapen ijijiji en premier Lubbers is j:j:j:j: vliegtuigjes aan het gooien. De jijijij: koningin roept nu meteen: „Orde :j:j:j:j mannen". En iedereen zit nu iiijiii onmiddellijk op zijn plaats". jijijij: Gelukkig is deze enerverende jijijij: bijeenkomst met het kabinet snel ijijiji voorbij. Daarna is er de maaltijd j:j:j:j: met lekkere hapjes, jijijij: koninginnesoep en witte wijn. De :j:j:j:j kok krijgt enpassant nog even ;;j;j;i een taart over zijn hoofd, maar jijijij: dan kan de koningin eindelijk jjjjjjjj uit winkelen met de leerling van ijijiji de Engelenbergschool. Als eerste j:j:j:j: wordt een opticien aangedaan jijijij: („voor mijn bril"). Het laatste :j:jij:j bezoek geldt een kapper want jjjjjjj: de koningin wil graag jijijij: stekeltjes". jjjjjjjj Staat de koningin in dit geval op ijijiji 2eer kort haar, de Ds. Joh. v.d. jjjjjjj: Wendeschool vindt dat Majesteit jijijij: eens wat meer variatie in haar ijijijij kleding aan moet brengen. Het is jjjjjjjj weliswaar een nachtmerrie die jij:jij: groep 6,7 en 8 op papier hebben jjjjjjj! gezet (Ik...Koningin?? ijijijij Koningin...Ik??),maar j:j:j:j: ondertussen. De 'koningindenkt jijijiji terug aan die keer dat ze de ijijijij opening van een speeltuin vergat ?Si en z*ch dus verschrikkelijk jijijiji moest haasten. „Snel een heel mooie jurk aangedaan, want dat zou de burgemeester wel leuk vinden, of zou ze eens in een spijkerbroek gaan of in een minirokje? Maar minirokjes had ze niet en om toch eens op een andere manier te verschijnen liet ze snel van een mooie lange japon een stuk afknippen! Nu nog een leuk hoedje op en dan wegwezen! „Zo chauffeur, we gaan samen eens lekker naar de speeltuin!". Toen ze daar aankwamen en uitstapten begon iedereen te lachen! De burgemeester werd rood, maar durfde niets te zeggen!". Het wil helemaal niet vlotten met de koningin van de Van de Wendeschool. Amper van de speeltuin terug, blijkt de minister-president op bezoek die Majesteit vertelt dat zij naar Kampen moet en daar een boek van de Kamper-jeugd zal krijgen. „Krijg ik ook een pop, die kan huilen?". De minister-president gaf haar een por in de zij en zei: „Zoiets vraagt een koningin toch niet! Laten we maar eens kijken, wat u aan het volk gaat geven! Ik heb een stukje van de troonrede bij me, dan zal ik even voorlezen, wat u moet voorlezen: landgenoten, de kinderen hoeven voortaan per dag maar twee uur naar school! Dieren, die voor de bonthandel worden gebruikt, mogen niet meer worden geschoten! Er mag vanaf tien jaar op een bromfiets worden gereden en kinderen boven de acht jaar mogen tot tien uur opblijven, zelfs als ze de volgende dag naar school moeten! Ook moet er in elke straat een snoepautomaat komen te staan, waar kinderen dan gratis snoep uit kunnen halen. Op de snelweg mag men voortaan niet harder dan 190 km per uur rijden". Kritische opmerkingen krijgt koningin Beatrix ook te lezen. Waarom moet zo'n bezoek aan Kampen zo veel geld kosten? „De gemeente kan er toch wel iets minder aan besteden?" „Ik vind haar wel aardig. Ik vind, dat ze een beetje dik is". „Ze heeft bruin haar, dat vind ik niet zo mooi, het is zo krullerig". ,Ik vind het stom, dat ze steeds naar andere landen gaat en steeds in een vliegtuig moet. daar is ze steeds zenuwachtig van. Ze moet ook steeds anders praten". „Ik heb een beetje een hekel aan de kleur blauw die ze altijd draagt". ,Ik heb niets tegen de koningin, als ze alle drijfgassen die gevaarlijk zijn voorde ozon maar weghaalt". Een koningin. Het blijft tot de verbeelding spreken. De Oranje Nassauschool maakt er helemaal een sprookje van. Een van de leerlingen ligt aan het strand en ziet een zeemeermin. „Ik zei: Wie bentu?". De zeemeermin zei: Zeekoningin Beatrix; mijn man heet Neptunus Claus". Deze school is overigens een van de weinige die prins Claus een aparte plaats in het geheel geeft. In nogal veel verhalen loopt hij achter zijn vrouw. Zo niet hier. De leerling vergezelt zeemeermin Beatrix. En ziet plotseling iets. „Mijn ogen deden er zeer van: een heel groot stralend licht. Wie zat daar? Neptunus Claus". Een gouden kroon, een gouden paleis, gouden borden en niet te vergeten een gouden koets. De leerlingen van De Schakel, een school met zeer moeilijk lerende kinderen, blijven nog het meest nuchter. Als de koningin bij hen op bezoek zou komen, dan krijgt ze koffie met koek, en er wordt brood gegeten. De 16-jarige Menno zal haar de koeienlatenzien: „Ze krijgt vieze handen, maar dat geeft niet". Bij de 16-jarige Henry mag de vorstin warm blijven eten. „Een gehaktbal, bieten en yoghurt" en Peter (20) zou voor haar vertrek samen met de koningin het volkslied zingen. „Hoog bezoek". Verhalen uit Kampen ter gelegenheid van het bezoek van Koningin Beatrix op 30 april 1988. Uitg.: Van den Berg - Kampen. foto gemeentelijke archiefdienst vlissingen De verwoestingen aan de Vlissingse boulevard De Ruyter. riemens

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 30