HOOG BEZOEK I
de koningin
doet niks,
ze zit
het oorlogsverleden
ligt op zolder
PZC/ week-in 3o|i
WALCHEREN
40 - 45
11
bedevaart
ter ziele
exposities
landingen
verdringen
jacques cats
zeemeermin
rian van kuppenveld
Koningin Beatrix krijgt vandaag(zaterdag) in Kampen het eerste ex
emplaar van het boekje 'Hoog Bezoek'. De leerlingen van de eenen
twintig Kampense basisscholen en de drie scholen voor speciaal on
derwijs schreven ter gelegenheid van het feit dat de koningin haar
verjaardag deels in Kampen viert, allerlei verhalen rond het koningin
zijn. Hoe het is om vorstin te zijn of hoe het zou zijn. Wat er gebeurt als
de koningin bij jou op bezoek komt en wat doe jij bij een bezoek ten
paleize.
Een uniek boek, want niet eerder kwam een gemeente die op konin
ginnedag met een 'echte' koningin wordt geconfronteerd op dit idee.
Een uiterst vermakelijk boek ook. Al blijkt ook onder kinderen het beste
vermaak toch leedvermaak.
ZATERDAG 30 APRIL 1988
Het Normandië van Nederland:
zo betitelen oorlogshistorici
Walcheren. Ze komen tot die verge
lijking omdat er op Walcheren zo
veel is gebeurd in de periode 1940-
1945. In Normandië struikel je over
de musea, die de herinnering levend
houden aan die roerige tijd. Op Wal
cheren is ook hard geknokt. Men zal
er echter vergeefs zoeken naar een
accommodatie, waarin permanent
wordt verwezen naar WO-II. Een
museum, dat zou moeten beant
woorden aan dat ene voorname doel:
opdat men niet vergete!
Wanneer er weer eens iets te herden
ken valt, zijn het de oprechte ama
teurs, die met hun verzamelingen in
de openbaarheid treden. Er zijn in dit
gewest particulieren genoeg te vin
den, die over zo'n grote schat aan do
cumentatie, foto's en attributen be
schikken, dat ze samen een fors mu
seumgebouw over meer
verdiepingen zouden kunnen vol
proppen. Maar iedereen is zo langza
merhand schor van het roepen dat
Zeeland recht heeft op een oorlogs
museum. De officiële instanties
staan niet te trappelen om het voor
touw te nemen.
Het is te gemakkelijk om het uitblij
ven van een initiatief in die richting
toe te schrijven aan de hoge kosten
die zouden gemoeid zijn met de op
richting van een heus oorlogsmu
seum. Er zit meer achter. Het wordt
niet overal hardop uitgesproken,
maar de vrees bestaat dat er met de
stichting van een oorlogsmuseum
een soort van bedevaartsoord wordt
gecrëeerd voor de bezetters van toen,
die nog eens even op hun schreden
willen terugkeren om aan de hand
van foto's en ander documentatiema
teriaal de eigen herinnering op te fris
sen.
„je moet maar eens kijken hoe ze op
Walcheren reageren als in de zomer
een Duitse vakantieganger een
beetje moeilijk gaat doen", noemt
conservator W. Weber van het stede
lijk museum in Vlissingen als voor
beeld. „Dan slaan ze meteen dicht.
:En je ziet ze denken: we zijn toch al
eens bezet geweest?".
Dat is overigens nog niet de reden,
waarom er in het museum in Vlissin
gen nauwelijks iets is terug te vinden
over de oorlog. Het komt zelden voor
dat bezoekers vragen waar nou pre
cies de oorlogsafdeling van het Vlis-
sings museum is te vinden. Het mu
seum voert ook niet echt een verga-
ringsbeleid waar het
documentatiemateriaal over de pe
riode 1940-1945 betreft. Daar houden
particulieren zich zo druk mee bezig,
dat Weber er alle vertrouwen in heeft,
dat er veel materiaal behouden blijft.
„Dus kan ik me beter richten op an
dere dingen die dreigen te verdwij
nen". Er bestaan wel plannen om op
termijn een ruimte in het museum te
benutten om er een stuk stadsge
schiedenis onder de aandacht van
het publiek te brengen. „En dan ont
kom je niet aan de periode van de
Tweede Wereldoorlog".
De Vlissinger Jan Roelse begrijpt er
niks van. Waarom is er in Normandië
wel ruimte voor musea, die aandacht
besteden aan oorlogshandelingen en
waarom zou dat in Zeeland niet mo-
gêlijk zijn. Het hoeft zeker geen pro
bleem te zijn om aan interessant ex
positiemateriaal te komen. Roelse is
iiaüw betrokken bij 'Keep 'em rol
ling', de Nederlandse vereniging tot
instandhouding van historische mili
taire voertuigen, met een enthousias
te aanhang van tientallen mensen in
Zeeland. Al voordat de jaren tachtig
waren aangebroken legde Roelse
contact met de gemeente Vlissingen
om eens een balletje op te gooien over
de mogelijk stichting van een oor
logsmuseum. Het oude arsenaal zou
er een geschikt onderkomen voor
zijn. Roelse verzorgde zelfs een noti
tie, waarin hij inventariseerde wat er
in dat museum zoal gepresenteerd
zou kunnen worden. Toen werd het
stil. Veel later werd duidelijk, dat ze
op het stadhuis andere, meer culture
le plannetjes hadden met het histori
sche gebouw. Zo verhuisde het mu
seumplan naar een diepe bureaula
de.
Ooit hebben er in Zeeland oorlogs
musea bestaan. Zo was er een geves
tigd in de Vleeshal van het Middel
burgse stadhuis en in Westkapelle
was er een ingericht in een bunker.
Ze gingen om moeilijk te achterha
len redenen ter ziele. Van recenter
datum dateert de opheffing van het
oorlogsmuseum in Vlissingen. Dat
sloot begin vorig jaar de deuren na
dat een verbolgen particulier H. Kok
zijn verzameling uit de tentoonge
stelde collectie had teruggetrokken.
Het was 'm te gortig geworden. Er
werd gestolen als de raven en toen
Kok er achter kwam, dat bezoekers
er ook niet voor terugdeinsden om
een vitrine open te breken was voor
hem de maat vol. „Op die manier kan
ik de spullen net zo goed op zaterdag
morgen bij de muziektent wegzetten
onder het motto: pak maar mee wat
je kunt gebruiken". De spullen van
Kok staan nu thuis op de zolder in
kisten en in dozen. Buiten bereik van
grijpgrage lieden. Maar tevens ver
vërwijderd van een geinteresseerd
publiek.
Dë opheffing kwam de gemeente wel
uit: ze zaten er dringend verlegen om
ruimte teneinde uitbreiding te kun
nen geven aan de bibliotheek. En de
bevolking stond ook al niet met span
doeken te betogen dat het museum
moest blijven. „De mensen willen de
tijd van de oorlog liever vergeten, dat
is de algemene reactie", zegt gemeen
tesecretaris B. de Groot. „Ik heb dat
gemerkt aan reacties uit de omge
ving. Het werd niet altijd gewaar
deerd dat we die oorlogscollectie
hadden".
Voor zover de materialen niet eigen
dom waren van particulieren werden
ze na de opheffing van het oorlogs
museum overgedaan aan het natio
naal oorlogs- en verzetsmuseum in
Overloon. Daar werden de museum
stukken uit Bruinisse - waar ook een
schenking uit Middelburg bij hoorde
- ingepast in de grote verzameling.
Wat achterbleef in Bruinisse was een
eenmans duikbootje en een propellor
van een Engelse jager, ooit opge
haald door vissers uit Bru. De oor
logsherinneringen liggen er niet ver
loren, meent de gemeentesecretaris.
„Het past hier wel in de omgeving".
Tijdelijke exposities van oorlogsdo
cumentatie zijn er wel op gezette tij
den in Zeeland. Ze worden vaak in
gericht in gebouwtjes, waar men
niet zo gauw een bestemming voor
weet. Vooruit maar, je moet die hob-
by-isten toch ook eens een keer een
kans geven hun spullen te kunnen
uitpakken, zo luidt meestal de wel
willende ondertoon van toestem
ming gevende officiële instanties.
De tijdelijke exposities zijn dikwijls
gekoppeld aan herdenkingsgebeur
tenissen.
Helemaal los van herdenkingen
staan de tentoonstellingen die de 23-
jarige Middelburger John Daamen
pleegt in te richten. Hij zat al twee
keer met zijn collectie in een vochtige
bunker onder aan een Walcherse
duin voet. Laatstelijk hield hij kleu
mend de wacht bij een in een onver
warmd oud verenigingsgebouw in
Koudekerke uitgestalde verzame
ling. Achteraf bleek het geen geluk
kig gekozen periode van het jaar te
zijn geweest. Om vooral ook de aan
dacht van toeristen te kunnen van
gen toont Daamen dit jaar zijn vol
gens sommigen iets teveel Duits ge
richte verzameling in de tijd die ligt
tussen half juli en half augustus. Op
dezelfde plaats. Daamen's verzamel
woede wordt ingegeven door zijn gro
te interesse "hoe mooi bijvoorbeeld
uitrustingsstukken in elkaar zijn ge
zet". Maar tegelijkertijd wil de Mid
delburger aan het publiek laten zien
dat de Tweede Wereldoorlog afschu
welijk was. „Dat mogen we nooit ver
geten".
Jaap van Winkelen uit Serooskerke,
lid van de documentatiegroep 1939-
1945, een clubje particulieren met
een buitensporig grote interesse voor
de oorlogsgebeurtenissen op Walche
ren, signaleert enig gevaar voor ge
heugenverlies op dit punt. Hij be
speurt bij de officiële instanties een
wat afstandelijker opstelling als het
op het herdenken van oorlogshande
lingen aankomt. De verplaatsing van
de herdenking in Westkapelle van
het punt van de landing bij de zeedijk
naar achter de vuurtoren noemt hij
een teken aan de wand. Het niet toe
laten van uit het buitenland overge
komen bevrijders bij een kransleg-
ging op de Sloedam -'er zijn al zoveel
genodigden'- past naar zijn idee al
evenzeer in die veranderende opstel
ling. Dan is er de gedenksteen bij het
landingsmonument in Vlissingen die
nodig aan een opknapbeurt toe is.
„Er wordt al jaren over gepraat, maar
er gebeurt niks". Ook vindt Van Win
kelen het maar vreemd dat de vvv-
gids van Middelburg in drie talen
zwijgt over het Duits bombardement
van mei 1940, waarbij het centrum
grotendeels werd verwoest. „Is men
soms bang dat men op zere tenen
gaat staan, omdat er zo verschrikke
lijk veel Duitsers met vakantie naar
Zeeland komen?".
Volgens Jaap van Winkelen is er alle
aanleiding om op Walcheren een
oorlogsmuseum te stichten. „De be
zetting heeft hier destijds heel wat
teweeg gebracht. Wat heeft er al niet
aan oorlogsmateriaal gestaan! Dat
had natuurlijk alles te maken met de
situering van Walcheren aan de toe
gangsweg tot de Schelde. Een be
langrijk strategisch punt".
Specialisme van de Serooskerkse
oorlogskenner is het spektakel van
de landingen bij Vlissingen en West
kapelle en wat er daarna is gebeurd.
„Dat intrigeerde me zo. Ik heb dat
nooit kunnen loslaten".
Niet zonder trots toont Jaap een be
langrijk stuk uit zijn indrukwekken
de verzameling. Het is het originele
draaiboek van de landing bij Westka
pelle met daarin in detail vermeld
een via spionnage-activiteiten ver
kregen schat aan informatie over de
situatie op Walcheren: de troepen
sterkte, plaatsen van geschutsop-
stellingen en strandobstakels. Ook
staat in het draaiboek exact aange
geven waar en hoe de slachtoffers die
bij de landing zouden vallen moesten
worden begraven...
Volgens Piet Eekman uit Vlissingen,
een van die andere geïnteresseerden
in het Walcherse oorlogsverleden,
zeggen de hoge bezoekersaantallen
van exposities over oorlogsdocumen
tatiemateriaal in deze contreien ge
noeg over de voortdurende publieke
belangstelling. „Het ligt aan het rode
gemeentebestuur dat er hier nog
steeds geen oorlogsmuseum is",
meent de Vlissinger. „Als het maar
iets met militarisme heeft te maken
houden ze de boot al af'. Eekman
vindt verder dat Walcheren er in de
geschiedenisboeken maar bekaaid
afkomt. Over Arnhem zijn honder
den boeken geschreven. Walcheren
was veel belangrijker. Maar in de gro
te naslagwerken wordt dit gebied
met vier, vijf regels afgedaan".
Waar het gaat om de kansen op reali
sering van een oorlogsmuseum heeft
Piet Eekman veel vertrouwen gekre
gen in de enthousiaste inzet van bur
gemeester Plomp van Valkenisse.
Die ziet zo'n plan wel zitten. Een oor
logsmuseum zou, zo meent de eerste
ourger, in combinatie met een route
langs bunkercomplexen een goede
mogelijkheid kunnen zijn om het
Walcherse achterland toeristisch
aantrekkelijker te maken.
Gedeputeerde J.B. Ventevogel
aoemt twee elementen die de belang
rijkste bron vormen waarom er in
sommige kringen aarzelend en in be
paalde gevallen zelfs terughoudend
wordt gereageerd op suggesties om
een oorlogsmuseum op te richten.
Het zijn aspecten waar ik niet ach
ter sta", stelt Ventevogel voorop, wij
zend op het verdringingsaspect,
voortkomend uit het feit dat je hele
nare zaken als oorlog en ellende beter
maar moet proberen te vergeten. En
liet andere aspect heeft te maken met
een misplaatste angst die voortkomt
uit de veronderstelling, dat je bij het
denken aan de oorlog automatisch
uitkomt op een verheerlijking van de
oorlog, van militarisme. Ik vind het
/.eer te betreuren dat die elementen
in deze kwestie een rol spelen".
Volgens Ventevogel is er best een
breed draagvlak voor een initiatief te
vinden wanneer de relatie met de oor-
log wordt vertaald naar de huidige si
tuatie, waarin we ook te maken heb
ben met militaire ontwikkelingen,
fascisme en racisme. „Zo kun je de
waarschuwing vanuit het verleden
heel goed gebruiken om de situatie
van vandaag de dag en de toekomst
mee te schilderen. Dan kun je relaties
leggen tussen generaties. Op die ma
nier ben je heel breed bezig".
Het valt op dat zoveel jongelui zich
nadrukkelijk met de tijd van de oor
log op Walcheren bezighouden. De
23-jarige Hans Houterman uit Mid
delburg is een van hen. Hij wil perso
nen en instanties gaan benaderen
met een notitie, waarin wordt aange
geven wat de functie zou kunnen zijn
van zo'n oorlogsmuseum. Houter
man legde zojuist de laatste hand
aan een overzicht van alle publica
ties over Zeeland en de Tweede We
reldoorlog. Hij werkt thans aan een
boek, waarin onder meer aandacht
wordt besteed aan de Duitse organi
satiestructuur in Zeeland en Bel
gisch Vlaanderen en aan de fortifica
ties. Daarbij zal hij een uitbundig ge
bruik maken van materiaal uit
Duitse bronnen. „Er is in het verle
den maar al te vaak vanuit de geal
lieerde hoek geschreven", vindt Hou
terman. „Zo anti-Duits als maar kan.
Het is niet de bedoeling om nou be
paalde zaken de hemel in te prijzen,
maar toch wil ik, zo objectief moge
lijk blijvend, aantonen dat het Duitse
militaire apparaat zeer goed geor
dend was".
Nog even terug naar Jaap van Winke
len. Hij vindt dat de tijd dringt om tot
handelen te komen. Nu zijn de inge
wijden nog beschikbaar om sugges
ties, diensten en materiaal aan te bie
den voor de inrichting van een oor
logsmuseum. Maar die worden ook
een dagje ouder. Voor zichzelf heeft
Van Winkelen al uitgemaakt dat zijn
moeizaam opgebouwde verzameling
naar het gemeente-archief van Veere
gaat als hij er niet meer is. „Het is dan
wel bewaard, maar het publiek heeft
er betrekkelijk weinig aan".
Mogelijk is de tijd niet zo gelukkig ge
kozen om te wijzen op dat gemis aan
een oorlogsmuseum in dit gewest.
Kwam men niet onlangs ten provin
ciehuize tot de pijnlijke vaststelling,
dat het schrijven van deel 2 van de
Zeeuwse geschiedschrijving rond de
Tweede Wereldoorlog zo ontstellend
in de papieren gaat lopen?
„Van dat geld hadden ze een prach
tig museum kunnen inrichten", zegt
Van Winkelen. „Ik vraag me af of er
nog wel belangstelling voor is. Het
heeft veel te lang geduurd. Het eer
ste deel van De Bree heeft al bij
boekhandel De Slegte gelegen. Je
kon het daar voor een krats kopen".
i&i
i&i Z7» en koningin is rijk en ze
ijijiji y y Ui heeft vaak een mooie jurk
ijijiji aan. Ook is ze meestal oud. en
jijijij heeft ze een kroontje op. Ze
woont in een kasteel en heeft een
ijijiji mooie koets".
jijijij Waf doet de koningin? „De
koningin doet niks. Ze zit op een
jjjjiji stoel. Ze hoeft niks te doen want
jijijij ze heeft bedienden. Soms leest ze
een boekje, breit een trui of naait
ijijiji kleren voor haar kinderen. Niet
ijijiji voor zichzelf want dat doen haar
jijijij bedienden".
ijijiji Wat eet de koningin? „De
jijijij koningin eet gebakken kippen en
jijijij vlees en gehakt, 's Morgens, 's
ijijiji middags en 's avonds eet ze
jijijij: taart, die haar kok gebakken
jijijij: heeft. En elke dag eet ze pudding
ijijiji; als toetje".
jijijij: Hoe ziet de koningin er uit? „De
jijijij: koningin heeft een lange jurk
ijijijij aan met een rode lange mantel.
•iwi Soms is ze helemaal in het wit en
jijijiji heeft ze een kroon op".
vi$i Waar houdt een koningin van?
jijijiji „De koningin rijdt het liefst in de
jijijiji gouden koets en gaat naar een
vivl pretpark of naar een
jijijij: dierentuin".
ijijijij De kinderen van de Kampense
basisscholen weten wel zo
jijijiji ongeveer hoe koningin Beatrix
jjjjjjjj haar dag doorbrengt.
ijijijij 'Enerverend is het allemaal niet.
jijijij: De hulp komt van alle kanten.
jijijij: „In het paleis stond de koningin
ijijijij onder de douche te zingen. Claus
jjjjjjjj was haar rug aan het schrobben.
jijijij; Toen ze klaar was vroeg ze aan
:j:j:j:j de bediende of hij de limousine
*ivi wou starten".
jijijij: Natuurlijk zijn er belangrijke
ijijijij staatszaken. Zoals daar is het
jijijij: voorlezen van de troonrede.
ijijijij „Ook leest ze wel eens het
jjjjjjjj journaal voor in een hele grote
jijijiji zaal".
ijijijij Regelmatig is er ook overleg met
jijijij: de ministers. Een leerling van de
jijjjiji Engelenbergschool—de meeste
ijijijij klasseverhalen zijn in de ik-vorm
ijijiji geschrevenmag een dagje met
jij:/: de koningin op stap. Nadat er
:j:j:j:; als ontbijt een ei, brood met
SS hagelslag en eenplak brood met
jtjijij: krenten is gegeten en een lakei
jijijij de koningin heeft aangekleed,
ijijiji begint het echte werk.
i$ïi'
ij;:!;; orde, mannen!
jjjjjjj „De koningin doet nu haar
jijijij kroon op want ze moet direct
:j:jjj: naar een bespreking met de
•jjjjjj ministers. Ze frist zich nog even
j:j:j:j wat op en dan komt er een auto
jjjjjjj met chauffeur voorrijden. Hier
ijijiji stappen we beiden in. Het is een
ijijiji echte Mercedes en ik vind het
jijijij vreselijk spannend. De Mercedes
jjjjjjj zet er een vaart in van 180
jjjjjjj kilometer per uur. Een tijdje
jijijij later zijn we op het Binnenhof.
jijijij De auto stopt met gierende
ijijiji remmen. Minister Braks komt
jjjjjjj naar buiten hollen en zegt:
jijijij „Majesteit wat bent u laat". De
jjjjjjj koningin zegt: „Zeur niet zo en
jjjjjjj laten we naar binnen gaan".
j:j:j:j Minister Braks loopt beteuterd
jijjjij: achter haar aan.
:j:j:j: In de zaal aangekomen zie ik
direct de minister van defensie
jijijij: VanEekelenmeteen
jjjjjjj: waterpistooltje spelen. Oeps, de
ijijiji koningin krijgt een flinke straal
jijijij: in haar gezicht. O, al haar
jijijij: make-up is nu verpest en ze zegt
ijijiji heel boos:Minister ga
:;j;j;i onmiddellijk in de hoek staan".
jijijij: Het is daar wel gezellig zeg.
jijijij: Minister Brinkman ligt te slapen
ijijiji en premier Lubbers is
j:j:j:j: vliegtuigjes aan het gooien. De
jijijij: koningin roept nu meteen: „Orde
:j:j:j:j mannen". En iedereen zit nu
iiijiii onmiddellijk op zijn plaats".
jijijij: Gelukkig is deze enerverende
jijijij: bijeenkomst met het kabinet snel
ijijiji voorbij. Daarna is er de maaltijd
j:j:j:j: met lekkere hapjes,
jijijij: koninginnesoep en witte wijn. De
:j:j:j:j kok krijgt enpassant nog even
;;j;j;i een taart over zijn hoofd, maar
jijijij: dan kan de koningin eindelijk
jjjjjjjj uit winkelen met de leerling van
ijijiji de Engelenbergschool. Als eerste
j:j:j:j: wordt een opticien aangedaan
jijijij: („voor mijn bril"). Het laatste
:j:jij:j bezoek geldt een kapper want
jjjjjjj: de koningin wil graag
jijijij: stekeltjes".
jjjjjjjj Staat de koningin in dit geval op
ijijiji 2eer kort haar, de Ds. Joh. v.d.
jjjjjjj: Wendeschool vindt dat Majesteit
jijijij: eens wat meer variatie in haar
ijijijij kleding aan moet brengen. Het is
jjjjjjjj weliswaar een nachtmerrie die
jij:jij: groep 6,7 en 8 op papier hebben
jjjjjjj! gezet (Ik...Koningin??
ijijijij Koningin...Ik??),maar
j:j:j:j: ondertussen. De 'koningindenkt
jijijiji terug aan die keer dat ze de
ijijijij opening van een speeltuin vergat
?Si en z*ch dus verschrikkelijk
jijijiji moest haasten.
„Snel een heel mooie jurk
aangedaan, want dat zou de
burgemeester wel leuk vinden, of
zou ze eens in een spijkerbroek
gaan of in een minirokje? Maar
minirokjes had ze niet en om
toch eens op een andere manier
te verschijnen liet ze snel van
een mooie lange japon een stuk
afknippen! Nu nog een leuk
hoedje op en dan wegwezen! „Zo
chauffeur, we gaan samen eens
lekker naar de speeltuin!". Toen
ze daar aankwamen en
uitstapten begon iedereen te
lachen! De burgemeester werd
rood, maar durfde niets te
zeggen!".
Het wil helemaal niet vlotten met
de koningin van de Van de
Wendeschool. Amper van de
speeltuin terug, blijkt de
minister-president op bezoek die
Majesteit vertelt dat zij naar
Kampen moet en daar een boek
van de Kamper-jeugd zal
krijgen.
„Krijg ik ook een pop, die kan
huilen?". De minister-president
gaf haar een por in de zij en zei:
„Zoiets vraagt een koningin toch
niet! Laten we maar eens kijken,
wat u aan het volk gaat geven!
Ik heb een stukje van de
troonrede bij me, dan zal ik even
voorlezen, wat u moet voorlezen:
landgenoten, de kinderen
hoeven voortaan per dag maar
twee uur naar school! Dieren,
die voor de bonthandel worden
gebruikt, mogen niet meer
worden geschoten! Er mag vanaf
tien jaar op een bromfiets
worden gereden en kinderen
boven de acht jaar mogen tot
tien uur opblijven, zelfs als ze de
volgende dag naar school
moeten! Ook moet er in elke
straat een snoepautomaat
komen te staan, waar kinderen
dan gratis snoep uit kunnen
halen. Op de snelweg mag men
voortaan niet harder dan 190 km
per uur rijden".
Kritische opmerkingen krijgt
koningin Beatrix ook te lezen.
Waarom moet zo'n bezoek aan
Kampen zo veel geld kosten?
„De gemeente kan er toch wel
iets minder aan besteden?"
„Ik vind haar wel aardig. Ik
vind, dat ze een beetje dik is".
„Ze heeft bruin haar, dat vind ik
niet zo mooi, het is zo krullerig".
,Ik vind het stom, dat ze steeds
naar andere landen gaat en
steeds in een vliegtuig moet.
daar is ze steeds zenuwachtig
van. Ze moet ook steeds anders
praten".
„Ik heb een beetje een hekel aan
de kleur blauw die ze altijd
draagt".
,Ik heb niets tegen de koningin,
als ze alle drijfgassen die
gevaarlijk zijn voorde ozon
maar weghaalt".
Een koningin. Het blijft tot de
verbeelding spreken. De Oranje
Nassauschool maakt er
helemaal een sprookje van. Een
van de leerlingen ligt aan het
strand en ziet een zeemeermin.
„Ik zei: Wie bentu?". De
zeemeermin zei: Zeekoningin
Beatrix; mijn man heet
Neptunus Claus".
Deze school is overigens een van
de weinige die prins Claus een
aparte plaats in het geheel geeft.
In nogal veel verhalen loopt hij
achter zijn vrouw. Zo niet hier.
De leerling vergezelt zeemeermin
Beatrix. En ziet plotseling iets.
„Mijn ogen deden er zeer van:
een heel groot stralend licht. Wie
zat daar? Neptunus Claus".
Een gouden kroon, een gouden
paleis, gouden borden en niet te
vergeten een gouden koets. De
leerlingen van De Schakel, een
school met zeer moeilijk lerende
kinderen, blijven nog het meest
nuchter. Als de koningin bij hen
op bezoek zou komen, dan krijgt
ze koffie met koek, en er wordt
brood gegeten.
De 16-jarige Menno zal haar de
koeienlatenzien: „Ze krijgt
vieze handen, maar dat geeft
niet".
Bij de 16-jarige Henry mag de
vorstin warm blijven eten. „Een
gehaktbal, bieten en yoghurt" en
Peter (20) zou voor haar vertrek
samen met de koningin het
volkslied zingen.
„Hoog bezoek". Verhalen uit Kampen ter
gelegenheid van het bezoek van Koningin
Beatrix op 30 april 1988. Uitg.: Van den
Berg - Kampen.
foto gemeentelijke archiefdienst vlissingen
De verwoestingen aan de Vlissingse boulevard De Ruyter.
riemens