UITGEVER
een andere
van oorschot
NON-FICTIE
liever echt gebeurd
dan mooi verzonnen
DENKWIJZER
de columns
van diekstra
I3CIEKIEN
WIS 1= K
taal
schaatsster
letters letteren
PZC/ week-uit
21
vruchten
schrikbeeld
boekpromotie
gerlof leistra
fogval
agon
balans
sjaak smakman
drempelvrees
promotie
lo van driel
'ERDAG 19 MAART 1988
Uitgeverij Van Oorschot is een kleine reus in letterenland. Het
uit ruim zeshonderd titels bestaande fonds omvat onder
meer de vermaarde Russische Bibliotheek, het verzameld
werk van klassiekers als Couperus, Multatuli, Ter Braak en Du
Perron en de boeken van auteurs als Karei van het Reve, An
ton Koolhaas, Rutger Kopland en M. Vasalis.
Eind vorig jaar overleed Geert van Oorschot, die de basis leg
de voor het fonds. In 1983 had hij de leiding van de uitgeverij
al overgedragen aan Gemma Nefkens en zijn zoon Wouter.
Hoe denken zij over de toekomst van uitgeverij Van Oor
schot? Is er in deze tijd van concentratie nog wel plaats voor
een klein bedrijf?
e uitgeverij is gevestigd aan de
'Amsterdamse Herengracht. Het
id puilt uit van de ingepakte boe-
Wouter van Oorschot (36) schat
de totale voorraad op twee miljoen,
iar corrigeert dat getal al snel: het
len er eerder een half miljoen
i.
i één van de weinige uitgeverijen
Igt men nog zelf voor de opslag en
Stributie. Een computer zou zo te
In geen kwaad kunnen,
it huis heeft een rijke historie. Jac-
[es de Kadt en Johan Polak woon-
i er op kamers en het was altijd
i zoete inval.
luter van Oorschot: 'Vasalis, Kool-
as, Reve en Hanlo waren voor mij
jn schrijvers, maar gewone men-
die regelmatig op bezoek kwa-
|n. In die jaren viel er altijd wel er-
Jis een feestje te vieren.' Toch voel-
|de 'outer er aanvankelijk niets voor
^de uitgeverij te gaan werken. Hij
drie weken op het conservato-
Bm, studeerde een blauwe maan-
musicologie, werkte een jaartje
conciërge en voltooide de afdeling
Itureel werk van de sociale acade-
1e. 'Een vogel moet eerst uitvliegen
jvoc hij op zijn nest kan terugkeren,'
Tt hij hierover. Mede-directrice
Imma Nefkens (38) werkt met een
"perbreking van driejaar sinds 1971
BlVan Oorschot.
lm
luter van Oorschot: 'Van mijn goe-
pjvader heb ik drie dingen geleerd,
je klein moet blijven, geen
>k-, groen- en katteboeken moet
geven en je eigen smaak moet vol-
i. Maar hij is moeilijk te vervan-
i. Geert deed alles en zat als een
n in het web. Ik zeg wel eens gek-
ierend: wat Geert allemaal deed,
voor gewone stervelingen niet
ggelegd.'
t zijn dood bleef Geert van Oor-
ot bij de uitgeverij betrokken,
mma Nefkens: 'Zijn oog was er al
en is een deel van je eigen oog ge-
worden. Maar daar voelen we ons
heel lekker bij.'
Toch was Van Oorschot senior zeker
niet de gemakkelijkste. Dat geven de
beide directieleden grif toe. Gemma
Nefkens diplomatiek: 'Er is wel dege
lijk strijd geleverd. Dat kun je wel
zeggen.'
Sinds het tweetal de leiding heeft, is
het roer op een paar punten fors om
gegooid. Voor het eerst brengt Van
Oorschot weer debuten en van de
Russische Bibliotheek verschijnen
nu ook goedkope paberbackuitga-
ven.
Gemma Nefkens: 'Een fonds moet
zich vernieuwen en dat was sinds de
zestiger jaren niet meer gebeurd. Nu
publiceren we één debutant per jaar.
De afgelopen jaren waren dat Cees
Sanders, Jan Zitman, Rogi Wieg en
Marko Fondse met gedichten en K.
Ruys met een roman. Binnenkort
verschijnt een verhalenbundel van
Paul Meeuws.'
Had senior niet grote moeite met een
'goedkope' Russische Bibliotheek?
Gemma Nefkens: 'Dat viel gezien
zijn temperament mee.' Het experi
ment werpt inmiddels vruchten af.
Per jaar verkoopt men zo'n 40.000 ex
emplaren. In principe wordt er niet
bijgedrukt. Wouter van Oorschot:
'Toen Geert hoorde dat de oplage
van Oblomov zo snel weg was, zei
hij: En nu meteen een herdruk van
10.000 exemplaren! Maar dat wilden
we niet. Afspraak is afspraak.'
Bij Van Oorschot werken vier men
sen. Wouter: 'Daardoor hebben wij
ook geen productiedwang. Gemid
deld brengen we vijftien titels per
jaar. Onze gewaardeerde collega
Meulenhoff heeft 125 man in dienst.
Die hebben dan ook drie aanbiedin
gen per jaar en geven veel meer titels
uit.' Gemma Nefkens: 'Voordeel van
zo'n kleine uitgeverij is dat je het
overzicht houdt. Nadeel is datje gek
wordt en overal aan moet denken. Ik
heb ook weinig tijd om manuscripten
te lezen en contact met de auteurs te
onderhouden.'
De ondergang van het eens zo
bloeiende Elsevier Boeken-concern
is voor veel uitgevers een schrik
beeld. Wouter van Oorschot: 'Die
grote concerns hebben zich volledig
verkeken op het algemene boek. Al
die boeken lijken ook op elkaar. Bij
ons is elk boek uniek. Het is een per
soonlijk avontuur.'
Zijn er nu ook auteurs van wie Wou
ter van Oorschot vindt, dat ze in het
fonds van 'zijn' uitgeverij horen? Ja
zeker: 'Elsschot, Carmiggelt, Bies
heuvel...' Gemma Nefkens: 'Biesheu
vel had Geert kunnen hebben. Dat is
de enige vergissing die hij achteraf
ruiterlijk heeft toegegeven.' Vervol
gens vallen de namen nog van
Slauerhoff, Bloem, Gerrit Krol, An
nie Schmidt, Fritzi Harmsen van
Beek en Bordewijk.
Vroeger gaf Van Oorschot ook de
boeken van Gerard Reve en Willem
Frederik Hermans uit. Na hoogoplo
pende meningsverschillen kozen bei
de topauteurs het hazepad. Vorig
jaar bracht men weliswaar de Verza
melde Gedichten van Reve, maar een
paar maanden later sleepte Reve zijn
uitgever al weer voor de rechter om
dat hij het niet eens was met goedko
pe herdrukken van 'Nader tot U' en
'Op weg naar het einde.'
Wouter van Oorschot en Gemma Nef
kens foto ger dijkstra
Wouter van Oorschot valt niet te ver
leiden tot een uitspraak over zijn re
latie met Reve. 'Maar hij is voor mij
nog altijd de grootste na-oorlogse ro
manschrijver. Bij die man ben ik nog
nooit een foute zin tegengekomen.
En wat mijnheer Hermans betreft,
die heb ik slechts één keer ontmoet.
We vermelden nu consequent alle
drukken en vragen hem keurig of hij
nog correcties wenst aan te brengen.'
Voor de toekomst heeft uitgeverij
Van Oorschot nog voldoende plan
nen. Men is begonnen met de voorbe
reiding van het verzameld werk van
de dichters Chris van Geel en Hans
Lodeizen. Verder wordt gedacht aan
het verzameld werk van Nescio en
brieven van Richard Minne. Gemma
Nefkens: 'Hoewel we ook aandacht
besteden aan politiek en natuurwe
tenschappen, zal het accent toch
vooral op de Nederlandse literatuur
blijven liggen.'
Wouter van Oorschot: 'De toekomst
van het goede boek is verre van
rooskleurig. Het publiek koopt te
genwoordig praktisch niet meer op
grond van eigen smaak en belezen
heid. Als een belangwekkend boek
niet op de televisie verschijnt of in
de top tien staat, wordt het domweg
niet verkocht. Tot dat optreden bij
Adriaan van Dis was de eerste druk
van de Sartre-biografïe van Annie
Cohen-Solal niet weg te branden. Nu
beleeft dat boek herdruk op her
druk. Wat we nodig hebben is een
goed boekenprogramma op de Ne
derlandse televisie. Eén uur per
week lijkt me om te beginnen vol
doende'.
an 'Perestrojka', de politieke
'les' van de Russische partijlei-
Gorbatsjov, zijn in Nederland in
rte tijd meer dan tweehonderd-
izend exemplaren verkocht. De
||an<;aise Annie Cohen-Solal sig-
gierde in een paar dagen voor hon-
Aerdduizend gulden bij elkaar. In-
Eddels ligt de derde druk van haar
Sartre-biografie in de winkels. En de
ffste druk van het zojuist versche-
In epos 'De fatale kust' van de Au-
j&aliër Robert Hughes bedraagt
fft minder dan veertienduizend ex-
Eiplaren.
£t non-fictie lijkt aan een onstuitba
re! opmars te zijn begonnen. Martin
Es (49) zou je (met een beetje fanta-
H|) kunnen beschouwen als de vader
Dn de kwaliteits non-fictie in Neder-
Bpd. Met 'zijn' Arbeiderspers be-
gfijkt hij sinds jaar en dag alle uit-
Peken van het genre. Je kunt het zo
Ek niet bedenken of Ros heeft er wel
|it eens een reeks aan gewijd. Ver-
ipard tot over de grenzen is de uit
^pter autobiografische geschriften
staande reeks Privé Domein, waar-
n dit jaar het honderd vijftigste
el zal verschijnen. Daarnaast kent
Arbeiderspers ondermeer Open
"hein. Synopsis en Synthese,
rtin Ros: 'Wij hebben zoveel ge
en, maar met veel dingen ben ik te
|°eg geweest. Een geweldige voor
rong kan in een achterstand om
an. China bijvoorbeeld is nu in. Ik
d een Chinese Bibliotheek van
ertien delen. Daar verkocht je toen
'°guit vierhonderd exemplaren
n. Nu zou je kunnen blijven aansle-
n.'
frvvijl de toekomst van de non-fic-
f er in het algemeen weinig
iJeskleurig uitziet en groen- en
okboeken binnen een paar maan-
11 bij De Slegte liggen, is er vol-
as Ros sprake van een groeiende
'angstelling voor kwaliteitsnon-
tie. De laatste jaren hebben ook in
derland de biografie, de autobio-
alle, dagboeken en brieven de
W'nd in de zeilen.
ff ze ontwikkeling schrijft Ros toe
ffn de zo langzamerhand intredende
Beraire verzadiging. De literatuur
[akt een beetje uitgeput. Alles is al
^daan en beschreven.
Ps is naar eigen zeggen nooit vies
geweest van welk genre dan ook. 'Het
gaat mij om de toon, de tongval, de
echtheid van iemand.' Zo maakte hij
in de jaren zestig gigantische klap
pers met boeken als 'Juf, daar zit een
weduwe in de boom' (800.000 exem
plaren!) en 'Wie geeft me jatmous, Er
varingen van een Amsterdamse taxi
chauffeur' (300.000!).
Kwaliteitsnonfictie moet een uitge
ver zelf zoeken. Ros mistroostig: 'Het
aanbod is minimaal. Of het zijn van
die halvegaren. Mensen die vragen:
hebt u mijn manuscript al gelezen,
want volgende week vergaat de we
reld. Of gekgeworden ex-lijfwachten
van Mussert die die man in de oorlog
hooguit drie keer hebben gezien.'
De reeks Privé Domein beschouwt
Martin Ros
foto a. van de heuvel
Ros als de etalage van De Arbeider
spers. Onbetwiste bestseller in de
reeks is de in 1978 overleden schrijf
ster en historica Annie Romein-Ver
schoor. Van haar 'Omzien in verwon
dering' zijn in de loop der tijd ruim
honderdduizend exemplaren ver
kocht. Andere hits zijn Maarten 't
Hart (60.000), Flaubert en de gebroe
ders De Goncourt (beide uitgaven
40.000). Of de kwaliteitsnonfictie het
genre van de toekomst is, durft Ros
niet te zeggen. 'Ik denk dat het in de
toekomst allemaal wat meer door el
kaar gaat lopen. Maar het zit wel in
de lift, ja.'
Nico Kuipers (40) en Maarten Valken
(37) zijn respectievelijk uitgever en
redacteur van de jonge uitgeverij
Agon. Hun fonds - een zelfstandig ge
maakt deel van het uiteengevallen
Elsevier-concern die valt onder de
Engelse Musterlin Group - bestaat
voornamelijk uit verhalende ge
schiedenis en daarnaast nog uit cul
tuurreisgidsen en wetenschap. Op
tafel liggen de kleurproeven van
'World Press Photo. Ooggetuige '88'
dat in april moet verschijnen.
Hoewel ook hij de laatste tijd een
groeiende aandacht voor de kwali
teitsnonfictie waarneemt, spreekt
Kuipers van een 'vrij dramatische
ontwikkeling' voor de non-fictie in
het algemeen. De verschillende me
dia zijn elkaar voor de voeten gaan
lopen. Vroeger was het boek de enige
informatiebron die je tot je beschik
king had. Met de opkomst van de te
levisie en de supplementen van de
dag- en weekbladen is de markt voor
de populaire non-fictie compleet in
gestort. Als er zich vijfentwintig uit
gevers op de kookboeken storten,
wordt de spoeling wel heel erg dun.
Maarten Valken: 'De boeken die wij
uitgeven zijn relatief immuun voor de
concurrentie van andere media. Die
kunnen nooit zo diep op de stof in
gaan als in een boek. Wij richten ons
op een geschoolde en belezen doel
groep die geen genoegen neemt met
de informatie van de gewone media.'
Nico Kuipers: 'En die doelgroep is
groot genoeg om een redelijk belegde
boterham mee te verdienen.' Het
fonds van Agon bestaat voorname
lijk uit vertaalde boeken die elders
hun sporen reeds hebben verdiend.
Nico Kuipers: 'Het moeten boeken
zijn waarvan je menselijkerwijs mag
aannemen dat ze jaren meegaan.'
Valken: 'Boeken die klassiekers zijn
of dat kunnen worden.'
Maar gaan ze dan niet zelf op zoek
naar Nederlands talent? Valken: 'Je
moet mensen hebben die de gedre
venheid hebben om zich jaren in een
onderwerp vast te bijten zonder daar
direct aan te verdienen. Die traditie
is in Engeland en Amerika veel ster
ker.'
Na bij uitgeverij De Haan de kneep
jes van het vak te hebben geleerd,
begon Jan Geurt Gaarlandt (41) twee
jaar geleden een eigen uitgeverij:
Balans. In de werkkamer van zijn
kantoor aan de Amsterdamse Heren
gracht trekt een fors fotoportret van
Robert Hughes de aandacht. Met
diens epos over de geschiedenis van
Australië hoopt Gaarlandt een nieu
we slag te slaan.
Het fonds van Balans zou je mis
schien nog het best kunnen typeren
als 'sensatie op niveau'. Schijnbaar
moeiteloos slaagt Gaarlandt er regel
matig in met zijn uitgaven te scoren.
Pieter Lakeman licht in zijn eentje
het complete Nederlandse bedrijfsle
ven door op zwendel en wanbeleid en
maakt Fokker-topman Swarttouw
het leven zuur, Anne Marie Metz
zwengelt de discussie aan over de
zwakzinnigenzorg en Jos van Heze-
wijk legt allerlei netwerken van de
top-elite bloot. Het is maar een wille
keurige greep uit het fonds. De con
sument vindt het prachtig, want de
verkoopcijfers liegen er niet om. Van
het eerste boek van Lakeman bij
voorbeeld zijn inmiddels al 85.000 ex
emplaren verkocht, terwijl zijn twee
de boek ook al weer op 25.000 exem
plaren zit.
Gaarlandt over zijn fonds: 'Ik pro
beer provocerende boeken uit te ge
ven. Boeken die discussie losmaken.
In die zin ben ik een absolute mora
list, maar daar schaam ik me ook niet
voor. Ik ben altijd op zoek naar boe
ken in welke sector van het maat
schappelijk leven dan ook die de zeer
persoonlijke visie van een schrijver
weergeven. Ik wil dingen aan de kaak
stellen en daar vraag ik dan de men
sen voor.'
Zo heeft hij de onlangs 'afgezwaaide'
hoogleraar D.B.J. Schouten ge
vraagd een boek te schrijven over
wat er momenteel mis is in de univer
sitaire wereld. Zo'n boek wordt in fei
te gedicteerd door de actuele gebeur
tenissen. 'Wat Deetman ook in die
wereld aanricht, liegt er niet om.
Daar broeit enorm veel.'
Vergeleken met bijvoorbeeld Ame
rika staat de Nederlandse kwali
teitsnonfictie volgens Gaarlandt
nog in de kinderschoenen. Maar het
heeft de toekomst. Dat is wel zeker.
'edactie andre oosthoek
Sinds al weer bijna een jaar
schrijft de Leidse hoogleraar
psychologie René Diekstra
wekelijks een column in deze
krant. Gezien de populariteit
ervan kon een bundeling niet
uitblijven. Onder dezelfde naam
als de rubriek, Denkwijzer, is
onlangs een bundeling van 33 van
zijn stukken verschenen.
De aantrekkingskracht van
Diekstra's stukjes berust op zijn
'aanpak' van de problemen van
alledag. Niet alleen schetst hij
situaties die iedereen wel eens
tegenkomt, hij geeft ook concrete
tips om ermee om te gaan. Elk
stukje is een therapie-in-het-klein:
eerst het probleem (waarbij elke
lezer als het ware zelf de diagnose
moet stellen: herken ik mezelf in dit
probleem of niet), dan een beetje
achtergrond en vervolgens iets
waarmee de lezer/es direct aan de
slagkan.
Uit die opbouw komt duidelijk
naar voren waar Diekstra in de
psychologie staat: de uit de
Verenigde Staten overgekomen
rationeel-emotieve therapie (RET).
Geen j arenlang psycho-analy tisch
gespit en gewroet op de sofa om
diepliggende frustraties en
trauma's boven water te krijgen,
maar een gerichte aanpak van een
concreet probleem. De
drempelvrees voor de psycholoog
te verminderen. Hij wil dat de
gang naar de psycholoog net zo
'gewoon' wordt als de huisarts.
Maar de angst om geestelijk uit
elkaar gerafeld te worden zit er bij
de meeste mensen (nog) veel te
diep in.
Zodoende is er, zoals hij
constateert in zijn bijdrage aan een
boek over de samenwerking tussen
psycholoog en huisarts, 'geen
maatschappelijke druk op politici
en beleidsmakers om aan
psychologische hulpverlening een
hoge prioriteit toe te kennen'.
Diekstra probeert al jaren daarin
verandering te brengen. Niet alleen
omdat er inmiddels al meer dan
1000 psychologen werkloos
rondlopen, maar ook omdat
volgens hem milj arden bespaard
kunnen worden in de
gezondheidszorg door mensen met
'vage klachten' niet het
specialistencircuit in te sturen,
maar naar een psycholoog. Maar
onbekend maakt onbemind. Een
vlot geschreven column kan in elk
geval die onbekendheid
wegnemen.
Los daarvan blijft zijn rubriek
aardig om te lezen, en is de bundel
het aanschaffen waard. De meeste
bundelingen van columns kunnen
na een jaar volstrekt verouderd bij
het oud papier en eigenlijk is het
daarom zonde ze aan te schaffen.
Dat geldt voor Denkwijzer niet:
menselijke problemen zijn tijdloos,
columns erover ook.
grondgedachte achter de RET is
dat de meeste problemen ontstaan
omdat mensen niet weten wat te
doen in een bepaalde situatie, in
paniek raken en dan prompt het
verkeerde doen. Als zoiets maar
vaak genoeg gebeurt, verliezen ze
hun zelfvertrouwen, raken nog
eerder in paniek, doen nog vaker
het verkeerde enzovoorts.
De psycholoog kan die cirkel
doorbreken door mensen te leren
wat ze moeten doen. zodat ze weer
zelfvertrouwen krijgen, minder
snel in paniek raken en adequaat
kunnen reageren op situaties
waarbij ze vroeger in paniek
raakten. Zodoende verandert de
spiraal omlaag in een spiraal
omhoog.
Diekstra is vooral enthousiast over
het zogeheten Biodyne-concept
van de Amerikaanse psycholoog
Cummings. Cummings vindt dat
een psycholoog zo snel mogelijk
spijkers met koppen moet slaan
door zijn cliënt al bij het eerste
gesprek de deur uit te sturen met
een concrete opdracht. Precies op
die manier schrijft Diekstra zijn co
lumns.
Het ligt voor de hand dat Diekstra
met zijn columns hoopt de
I Denkwijzer. René Diekstra. Uitgeverij
Ambo.24,50 gulden)
Dr. R.E.M. van den Brink, de
oud-president-directeur van
Elsevierheeft na zijn promotie
in december op het onderwerp
Informatiemedia (573 pagina's)
opnieuw de pen ter hand
genomen. Bij Kok (Kampen) liet
hij Memoires van een
Promovendus verschijnen.
In dit boekje doet hij verslag van
zeven jaar noeste arbeid, durende
inbreuk op het huiselijke
gebeuren en bergen „onvoorzien".
Tot die laatste rekent hij de
vondst van een uitgeverij-archief
in een kelder waarin een halve
meter water stond. Omdat hij in
deze memoires met veel begrip
over zijn veel geplaagde
echtgenote schrijft richt hij aan
het slot van zijn verslag een
bemoedigend woord tot alle
vrouwen van adspirant-
promovendi: „Bij het schrijven
van een boek door je man
weerhoudt hij zich van het
uithalen van kattekwaad".
Van den Brink is de eerste van de
30.000 doctors in ons land, die na
het dissertatiekarwei „aftrainde"
met zijn memoires.
Ooit geworsteld met de vrouwelijke vormen? Het lijkt zo eenvoudig,
maar wie vrouwelijke persoonsnamen maakt, bevindt zich op glad ijs.
Normaal is datje als echtgenoot je vrouw een e geeft, zoals een feminist
zijn vrouwelijke medestrijder: echtgenote, feministe.
Als ze met meer zijn, begint de ellende. Hebt u voorkeur voor echtgenotes
of echtgenoten? Waarschijnlijk prefereert u een s. Hoe vermenigvuldigt
uw biologie zich? Inderdaad, vrouwelijke biologen.
Naast de -e hebben we wat varianten om een persoonsnaam te feminise-
ren. We maken van een dichter met -es een dichteres. Zo geven we de voor
keur aan een meesteres in plaats van een willekeurige juffrouw als troos
teres. Anderen hebben meer ambitie: zij bezingen hun meesteresse, wat in
bepaalde omstandigheden goed klinkt. Een secretaresse daarentegen
heeft haar vorm zonder bijgedachten: er is geen variant op -es. Hebben we
nu een staatssecretaris van cellentekort of een staatssecretaresse?
Mijn vriendin krijgt haar tastbare vorm naar het voorbeeld van kokkin en
boerin. Ze bevindt zich daarbij in het gezelschap van allerlei dieren: apin
en berin. Een vreemde eend in de bijt is -se. Kasteleinse en schipperse zijn
niet alleen maar vrouwelijke beroepsnamen, maar betekenen ook 'vrouw
van een kastelein of schipper'.
Een andere vrouwelijke vorm krijg je met 'ster niet elke feministe is een
strijdster. Je kunt man en vrouw heel simpel combineren in een avontuur:
avontutu)rlierlster. Ook ligt de uitgang goed achter een werkwoords
vorm: naaister. Soms is niet duidelijk of op de grens van het basiswoord en
de uitgang nog een letter komt. Zo komen aanvoerster en aanvoerdster
allebei voor, maar niet in een ploeg hopelijk. Kunnen we zeggen dat deze
vormen tot de standaar dreg els van de Nederlandse taalgebruiker beho
ren, er blijven grensgevallen. Hoe weet u dat de vervangster van uw mas
seur een masseuse is en geen masseure, terwijl een vrouwelijke ambassa
deur ambassadrice is? Reageert u daarmee onbewust op een doft voor -
eur? Die reactie leidt tot een uitglijder bij acteur!actrice en nog een paar
woorden. Het aardige van die woorden op 'ster' is het accent. Wie van een
schaatser een vrouw maakt, krijgt schaatster (zoals sommige kranten
schreven) met de klemtoon op schaats. Wie er een -s bijvoegt (zoals andere
kranten terecht deden), bereikt de top en kan de nadruk leggen op de ster.
Strikt genomen kan schaatsster ook naar een mannelijke krabbelaar ver
wijzen, maar sinds kort weten we beter: eigenlijk is de ware schaatsster
een vrouw.