I3CI:KI:NWI:I:K SCHRIJVER brusselmans ambassadeur YVONNE KEULS PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT PAGINA 19 ambtenaar kamagurka nachtleven gerlof leistra documenten rob hirdes h'cflr inging M/EEK-UIT ZATERDAG 19 MAART 1988 Tot en met zaterdag 26 maart staan Vlaanderen en Nederland in het teken van het boek. De actietiendaagse, die Boekenweek wordt genoemd, vraagt dit jaar in het Noorden speciale aandacht voor het Zuiden. Dat komt onder meer tot uiting in de bijzondere uitgaven (PZC 15 maart). Na de verkenning van het literaire klimaat in Vlaanderen (de roep om een nieuwe Claus, PZC 12 maart) vandaag aandacht voor Herman Brusselmans. Voorts: Yvonne Keuls, de opkomst van de Non-Fictie, Van Oorschot na Van Oorschot, de columns van René Diekstra, de lichte verzen van Nico Scheepmaker, Jean- Pierre Rawie, Jan Boerstoel en Driek van Wissen, nieuw werk van Hermine de Graaf en Edmund White en Het leven van de buskruitheld Van Speyk. Herman Brusselmans foto efg Herman Brusselmans (30) is één van de belangrijkste represen tanten van de nieuwe Vlaamse lite ratuur. Hij debuteerde in 1982 met de verhalenbundel Het Zinneloze Zeilen en heeft nu al weer vijf boe ken op zijn naam staan die allemaal doortrokken zijn van dezelfde na palm-humor. Dezer dagen ver schijnt zijn zesde: een alternatieve Geschiedenis van de Vlaamse Let terkunde. Brusselmans heeft zichzelf uitgeroe pen tot Mooie Jonge Oppergod van de Vlaamse literatuur. Samen met zijn vriend Tom Lanoye functioneert Brusselmans als dé ambassadeur van de moderne Vlaamse literatuur. Zijn boeken zijn absurd-humoris tisch, maar tegelijkertijd autobiogra fisch. De schrijver steekt zijn enorme be wondering voor Gerard Reve niet on der de gerieflijke bank. 'De Avonden staat nummer één in mijn toptien al ler tijden. Dat boek herlees ik om de twee maanden'. Hoofdpersoon in de boeken van Brusselmans is in de regel een amb tenaarbibliothecaris die de tijd doodt met absurde handelingen. 'Ik heb vijfjaar in de bibliotheek van de Rijksdienst voor Arbeids Voorzie ning gewerkt en spuwde inderdaad in boeken om vervolgens te kijken of je de tekst nog wel kon lezen. Om tien uur 's ochtends zat ik al aan het bier. Ontucht tussen de boekenrekken was aan de orde van de dag. In mijn bibliotheek kon en mocht alles. Op den duur werd het echt te gortig en heb ik besloten me als zelfstandig schrijver te vestigen'. Inmiddels kan Brusselmans aardig van de pen leven. Zijn boeken ver schijnen bij uitgeverij Bert Bakker en verkopen uitstekend. 'Maar de enige luxe die mijn vrouw en ik ons veroorloven, is een rode sportauto'. Zelf kruipt Brusselmans voor geen goud achter het stuur: 'Ik heb teveel schrik voor de tegenliggers'. Hoe verklaart Brusselmans zijn plot selinge doorbraak? 'In de jaren ze ventig gebeurde er hier helemaal niets. Dat was de tijd van de Stille Generatie. Als je door de woestijn loopt, val je gelijk op. Door het ver schijnen van Het verdriet van België van Hugo Claus nam de belangstel ling ook weer toe. Dat is de belang rijkste na-oorlogse roman, een boek van Europees niveau'. De toon in de boeken van Brussel mans doet denken aan het werk van de eveneens in Gent wonende strip tekenaar Kamagurka. Heeft die hem ook beïnvloed? 'Nee, ik schrijf toch proza! Het is hetzelfde als appels met peren vergelijken. Ja, we zijn beiden lekker! Ik leerde hem pas kennen toen we beiden al lang bezig waren. Hetzelfde geldt voor Tom La noye. Het zijn nu wel mijn beste vrienden'. Met Lanoye heeft Brusselmans net een toneelstuk vol absurditeiten vol tooid onder de titel De Canadese Muurdat volgend jaar door het Raamtheater op de planken zal wor den gebracht. En voor november moet Brusselmans het Vlaamse boe kenweekgeschenk leveren. Dat wordt een novelle over een voetbal ler. Brusselmans was in zijn jeugdja ren een veelbelovende spits bij SK Lokeren. 'Ik stond op het punt van doorbreken toen ik er plotseling mee ophield. George Best was mijn abso lute idool, ook vanwege zijn levens wandel'. Zijn werk als ambtenaar leverde Brusselmans verhalen op waar hij in zijn boeken dankbaar gebruik van kon maken. Is hij niet bang dat hij als full-time auteur te weinig meemaakt om over te schrijven en dat zijn bron langzaam maar zeker opdroogt? 'Ja zeker. Dan zeg ik tegen mijn vrouw: ik moet weer eens wat beleven. Dan stort ik me een paar keer vol overga ve in het nachtleven en dan gebeurt er net niets. Maar ik kan nog wel even vooruit, hoor'. Onlangs heeft hij bij zijn uitgever het manuscript ingeleverd van een nieu we roman: Vermoeide egoïst. Over een man die op kantoor zit en schrij ver wordt. het echte leven en de plaatjes Yvonne Keuls foto peter senteur ouders van drugsverslaafden De moeder van David Szette ze zich in voor heroinehoert jes Het verrotte leven van Floortje Bloem). Maar toch bleef ook zij vanuit een innerlijke gedrevenheid haar instrument trouw. Er is haar wel eens verweten, dat ze met het verslag doen van de ellende van anderen een gat in de schrij versmarkt had ontdekt. Maar dat spreekt ze tegen. „Over De Aanslag van Harry Mulisch hoor ik dat verwijt nooit. Dat boek gaat over de oorlog en wat is er nou ellendiger dan dat? Ik schrijf vanuit mijn inlevingsvermogen en medegevoel met de verworpenen der aarde. En niet om aan andermans ellende geld te verdienen." „Ik hou van helpen. Daar krij g ik een kick van. Maar dat kun je alleen als je werkelijk bij het lot van mensen betrokken bent. Ik heb dat altijd gehad. Van kinds af aan heb ik mij héél intens met mensen bezig gehouden. Ik kom uit een liefdevol gezin. Dat alles heeft richting gegeven aan mijn schrijverschap". Uit die betrokkenheid ontstonden haar, zoals ze ze zelf noemt, geromantiseerde documentaires. Samengesteld op basis van talloze gesprekken met betrokkenen. En vermengd met haar eigen plaatjes. „Toen De moeder van David S. was uitgebracht en inmiddels in achttien landen verschenen, dacht iedereen dat ik zelf moeder was van een verslaafd kind. Dat is niet zo. Toch heb ik bij het neerzetten van die moederfiguur wel degelijk gebruik gemaakt van een stuk persoonlijke invulling. Namelijk het losmakingsproces tussen mij en mijn dochters. Daarbij heb ik mezelf steeds opnieuw voor ogen moeten houden, dat het hun leven is, dat ze hun eigen fouten moeten maken. In mijn boek is dat alles alleen onder een sterk vergrootglas gelegd door het bijkomende drugsprobleem. Aan het einde van De Moeder van David S. kan ze zeggen: Ik ben niet meer zo afhankelijk van jou. Met andere woorden: Of jij nou wel of niet aan drugs bent verslaafd, op mijn tafel staan bloemen". „Niets is zonder sporen. Alles watje schrijft, zoals nu dan .Daniël Maandag', is een nadere kennismaking met jezelf. Een verdere opening van j e innerlij k. Al schrijvende ben je op zoek naar wie je bent. En iedere keer leg je met een schok meer vanjezelfbloot". „Maar ik ben natuurlijk méér dan schrijfster alleen. Dat is slechts een image. Ik ben echter oneindig meer dan slechts dat stukje image. De ene dag ben ik één brok verdriet en de volgende dag stijg ik daar ver bovenuit. Ik ben een samenstelling van zovele culturen. Half Indisch. Halfjoods". ...Wemeldingen was de eerste die over de brug kwam. Maandag was echt waar een halve jood en halve joden doen ze niets hoor, zei hij goedig. Want een halve jood is geen jood, want een half ei is geen ei, dat zei zijn vader ook en zijn vader kon het weten, want zijn vader zat bij de qplitie en hij kreeg een speciale opleiding bij de jodenophaaldienst...'. „Je bent ook altijd de spiegel van de ander. Je bestaat uit een aantal cirkels om je heen. Enje bepaalt, door wat de ander voor je betekent, binnen hoeveel van die cirkels die ander mag komen. Kleine kinderen mogen aan mijn rok hangen. Mogen aan mijn lichaam komen. Hoever anderen mogen komen, is afhankelijk van wat ze je geven. Zo geef ik mezelf ook om iets terug te krijgen. Want alleen zolang je open staat voor anderen, kunnen anderen op je reageren. En andersom". .Daniël zag dat haar gezicht nat was. Maar dat kwam door de wind, zei ze. Hij knikte en lachte haar toe. Kom maar, zei hij. Geef mij maar eenhand...'. Deze zomer wordt begonnen met de verfilming van Yvonne Keuls' boek Jan Rap en z'n maat. De regie is in handen van Ine Schenkkan, die met haar indrukwekkende film Vroeger is dood' vorig jaar Het Gouden Kalf won. De hoofdrollen worden bezet door Jasperina de Jong en Paul de Leeuw. In een tijdsbestek van slechts twee maanden hebben Ine Schenkkan en Yvonne Keuls het scenario voor de film ge schreven. „Dat is een staaltje van puur vakmanschap ge weest, verricht door twee wijven", lacht de Haagse schrijf ster. Na Hermans, Van Dis en Brandt Corstius - „Ik bevind me wat dat betreft in voortreffelijk gezelschap" - viel Yvonne Keuls dit jaar ook de eer te beurt een bijdrage te leveren aan de literaire boekenmaand van de Bijenkorf. En zo ontstond tus sen de bedrijven door de begin maart uitgekomen, deels autobiografische, novelle Daniël Maandag. Haar jongste geesteskind verhaalt in strak geschreven zin nen de gruwelijke episode, die ze samen met haar Indische moeder en haar Joodse vader doormaakte tijdens de Twee de Wereldoorlog. „Ik heb dit altijd al willen schrijven, maar bij eerdere pogingen raakte ik emotioneel verstrikt. Het is ook zo iets onoplosbaars in mijn leven geweest. Met Daniël Maandag heb ik nu als het ware een koevoet tussen de deur gezet, die een deel van mijn jeugd dichthield". r o staat het in het boek: ..Toen Daniël klein was, dacht hij dat Uiinnen in zijn hoofd plaatjes zaten, die gin zijn droom verzamelde. Als hij zijn \n sloot, kon hij naar binnen kijken en wiertellen wat hij zag. Dat noemden de nsenfantaseren. Later begreep Daniël, it hij die plaatjes in zijn hoofd zelf lakte. Van alle gebeurtenissen in zijn jen hield hij zo'nplaatje over. \beurte-niswas ook niet zo maar een Bord, het betekende: er gebeurt iets dat fangrijk genoeg is om in een nis te waren. Want niets mag vergeten rden...'. o is het ook. Alle beelden van vroeger 3 ik in mijn menselijke computer ■geslagen. Ik ben in het toenmalig Iderlands-Indië, in Batavia, geboren. Als lenjarig kind vertrok ik naar Nederland. |ar hoe ouder ik werd, hoe meer ik me jan bewust werd, dat ik m'n eerste [ïreeuw niet in Nederland, maar in Indië o geslaakt'. jt een soort ingebakken heimwee en op fk naar haar wortels keerde Yvonne luis tien j aar geleden voor het eerst terug larhaar geboorteland. Ze bezocht er alle ill's, waarlangs ze als kind had gespeeld lalle huizen, waarin ze had gewoond, je geuren kwamen op me af, ik voelde ze Imijn lippen en de plaatjes, die daarbij ltstonden, gaven me het gevoel weer jjs te zijn. In mijn geboortehuis voelde ■net mijn handen in de gaten van een Tiur. Maar voordat ik dat deed, wist ik al |t ik zou voelen. Kikkers. En die zaten er |k. De opgeslagen plaatjes hadden me |t reeds laten zien". 'ch heeft ze jarenlang gedacht bepaalde Jrijpende gebeurtenissen uit haar jrieden te hebben weggegooid, tuwelijke gebeurtenissen, stoelend op Jar in Nederland doorgemaakte (rlogsverleden. Maar met het schrijven ju Daniël Maandag kwamen ook die aatjes weer in haar op. Ze waren niet 'Sgegooid, maar wel heel diep 'Sgestopt. „Ik heb in al die jaren 'probeerd bepaalde dingen in mijn leven ■ontkennen. Omdat ik daar niet mee kon T'en". 'tblijkt ook in Daniël Maandag. Haar dwongen tocht door een mijnenveld 'rijft ze niet vanuit zichzelf. Maar gezien '°r een verrekijker. we weten een goeie proef voor jou met je iensmoesjes. Ga jij maar door het Sneuveld. Het was een minder Fihaftige opgave dan zo ogenschijnlijk ■K want de mijnen waren zo afgesteld, pen gering gewicht geen explosie zou yoorzaken. De jongens hadden dat vaak fgeprobeerd door zware stenen en \hken met aarde over het prikkeldraad te pierc. Het was alleen maar het idee datje peen mijnenveld liep...' i'e Paatjes, die toen weer bij mij kwamen, waren zo ingrijpend, dat ik ze jwelijks aan kon. Alleen op afstand, 'schreven door de verrekijker, "'-gehouden door de jongens, die mij 'Oe presten. Ik heb nog steeds het gevoel, hdie tocht tussen de mijnen aan mij is eurd. Dat is verderaf dan dat het mét 'hs gebeurd". „Je hebt altijd twee partijen in het leven. De ene heeft het voor het zeggen. En de ander delft het onderspit. Ik heb door ervaringen pas in de loop der j aren ontdekt mogelijkheden te hebben om me te verweren. Dat ligt sindsdien in mijn karakter opgesloten. Als klein kind, opgegroeid in de warmte van een hecht gezin, heb je zoiets nog niet. Dan zitje als het ware nog in je geboortevliezen. En word je niet gekwetst. Pas als je die vliezen verliest, krijg je zicht op jezelf .Voor Maandag was het een opgaaf je van niks, ivant wat woog Maandag nou. Misschien vijfentwintig kilo? Maandag woog niet meer dan tien meeuwen bij elkaar, en die zag je wel met honderd op een kluitje in het mijnenveld zitten. Het eerste stuk hadden ze hem nog door de verrekijker kunnen zien rennen. En dat gekke schotsje springen van hem, dat was ook lachen. Waarom deed hij dat eigenlijk? Dacht hij soms dat hij die mijnen kon ontwijken? Die mijnen kon je toch helemaal niet zien! Twee weken later glipte de herdershond van Hijblom door de prikkeldraadversperring. Voor de ogen van de jongens vloog hij de lucht in..,' Toen in 1940 de Duitsers ons land binnenvielen, was ze acht jaar. Een ervaring, die ze in die tijd opdeed, is misschien het begin geweest van haar schrijverschap. Ze zag dat er Duitse pamfletten werden aangeplakt, waarop •stond dat radiotoestellen en dekens moesten worden ingeleverd door de Nederlanders. „Dat stond er zo verschrikkelijk kaal en ik dacht: hoe kun je zoiets gigantisch, zoiets ingrijpends, in zo weinig woorden neerzetten? Ik ben naar huis gerend en vroeg papier aan iedereen, terwijl ik riep: er is iets geweldigs gebeurd. Ik ben op mijn kamer gaan zitten schrijven, heb er in mijn fantasie een heel dramatisch verhaal van gemaakt, waarin je het allemaal zag gebeuren. Hoe de mensen met hun spullen sleepten". Later zou ze zeggen: „Er is iets dat mij er doorlopend op wijst van: je moet schrijven. J e moet dat watje realistisch ziet aan de man brengen. Daarvoor ben je uitgekozen. Ik heb mezelf de taak opgelegd het onrecht, het ontoelaatbare dat ik tegenkom, aan te tonen. Die taak ervaar ik als iets mystieks". ...Tante Lin richtte zich toen weer tot Daniëls vader. ,Dan blijf je toch? Blijf spelen. Dan kan iedereen die hier langs komt denken: O. meneer Maandag zit er nog. De sufferd. Zes straten verder kunnen ze je hier horen zitten. En zeg ook je leerlingen niet af. Misschien kan je nog een advertentie zetten: Jood geeft pianoles...'. Evenmin als de vader in .Daniël Maandag' kan ook Yvonne Keuls van haar instrument, in haar geval haar pen, weglopen. Ze heeft het geprobeerd. Nam zich ooit voor niet meer achter haar schrijfmachine te gaan zitten. Maar zich geheel toe te leggen op de hulpverlening. Na haar bemoeienis met jongeren in een opvanghuis (Jan Rap enz'n maati en

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 19