Tie :)bi*Tieineeslers:: openen
lanifestaié Veilig Verkeer
oorwaardelijke eis
anwege diefstallen
PZC/ provincie 13
GROOTSTE BRAKWATERSCHOR IN EUROPA
even maanden voor verduisteren kwart miljoen
RECHTBANK MIDDELBURG
ImCIER: POGING TOT DOODSLAG
JDELBURG - Officier van juystitie mr J. M. Huijgen heeft vrijdag op de zitting van de
titbank in Middelburg twee jaar gevangenisstraf geëist tegen de 29-jarige P. M. P. uit de
tuwse hoofdstad voor poging tot doodslag subsidiair mishahdeling. P. drong vorig jaar
fember binnen in de woning van een in Middelburg wonende jonge vrouw. Zij werd door
jèm in haar slaap verrast waarna hij haar tijdens een vechtpartij langdurig de keel dichtk-
;eep.
Zelfreinigend
Meevallers
Jigemeester Jongmans ondervindt wat het betekent om met een vaartje van acht kilometer per uur tegen een muur aan
potsen.
STBl'RG - De burgemeesters J. Kruize van Oostburg,
[F Jongmans van Aardenburg en M. L. Everaers van
(is ondervonden vrijdag aan den lijve wat het is om met
«snelheid van acht kilometer per uur tegen een muur te
tsen. Met hun optredens in een botssimulator openden
■pe verkeersmanifestatie op het Ledelplein in Oostburg.
De manifestatie is onderdeel van 'Actie min 25 procent', die
Epoel heeft het aantal verkeersslachtoffers terug te bren-
1. De drie West-Zeeuws-Vlaamse gemeenten hebben met
ijijkspolitie een plan opgesteld, dat moet leiden tot een
prt minder verkeersslachtoffers in het jaar 2000.
i de PZC doet aan de actie mee. Volgens directeur K.
Perphuis omdat het dagblad naast de taak om lezers van
nieuws te voorzien, ook een 'afgeleide maatschappelijke
verantwoordelijkheid' heeft. De verkeersveiligheid na
drukkelijk onder de aandacht brengen is daarvan een voor
beeld. „Situaties waarbij enkele doden vallen worden doof
de media als rampen omschreven. Maar hoe moeten dan de
tienduizenden verkeersdoden per jaar worden omschre
ven?", vroeg Scherphuis zich af, Het is een jaarlijkse inter
nationale ramp, die echter door de mensen wordt wegge
drukt."
De manifestatie, die gekoppeld is aan de voorjaarsbeurs,
duurt tot en met zondag. Na Oostburg komt de manifesta
tie nog in Terneuzen, Goes, Vlissingen, Zierikzee, Middel
burg en op Neeltje Jans.
JbELBURG De rechtbank in Middelburg heeft de
Bjjrigc J. A. B. uit Lelystad veroordeeld tot zeven maan-
|e[U .vangenisstraf waarvan drie maanden voorwaarde-
Hfregens verduistering. In de jaren 1984 tot en met 1986
(tak lij voor een bedrag van rond de 250.000 gulden aan
gische franken in zijn zak. Dat geld behoorde toe aan
ijn mrkgever, de meelfabriek Walsenmolen in Sas van
Kt.
toen hoofdvertegenwoordiger van dat bedrijf en in
keerde in die functie vaak in contanten de rekeningen
lieïe Belgische klanten van het bedrijf gekregen hadden.
Het geld vergokte hij hoofdzakelijk in een casino in Hulst.
Er was negen maanden waarvan vijf maanden voorwaarde
lijk tegen hem geëist.
De rechtbank in Middelburg heeft de 31-jarige Vlissinger J.
F. M. D. conform de eis veroordeeld tot een gevangenisstraf
van vijftien maanden voor een reeks inbraken en diefstal
len die hij in de maanden juli tot en met oktober van het
vorig jaar in zijn woonplaats pleegde.
Hij stal spullen uit schuurtjes en uit auto's. Ook nam hij
een aantal fietsen weg. Achtergrond van de diefstallen is
het druggebruik van D.
DDELBURG Officier van justi-
i mr S. Tempel heeft vrijdag op de
■'"ig van de rechtbank in Middel-
tk tenuitvoerlegging van een voor-
Jardelijke gevangenisstraf van een
Wjaar en een nieuwe voorwaarde-
he straf van vier maanden geëist te-
1 de 24-jarige Oostsouburger S. E.
voor een aantal diefstallen. De
fk van de niet verschenen P. werd
[verstek behandeld,
nei vorig jaar had P. 1300 gulden uit
[woonkamer van de eigenares van
^schoenenzaak in Vlissingen gesto-
Verder nam hij uit een woning aan
[Oostzeestraat in zijn woonplaats
"h, sleutels en een filmcamera
weg. Hij kwam er binnen met een sleu
tel die zijn moeder van de bewoners
had gekregen omdat zij in haar afwe
zigheid de planten zou verzorgen. P.
maakte zich ook schuldig aan joyri
ding in de auto van zijn slachtoffers.
Samen met zijn vriend H. W. had P.
nog een bron van inkomsten aange
boord door het plegen van winkeldief
stallen waarvan zij de goederen terug
brachten naar de service-afdeling van
de warenhuizen waar zij opereerden.
Zij zeiden spijt van hun zojuist gedane
'aankopen' te hebben en streken er het
geld van op. Op deze manier lichtten
zij zaken in Vlissingen en Middelburg
op.
De raadsman K. M. Moeliker vroeg de
rechtbank P. geen onvoorwaardelijke
gevangensstraf op te leggen en ook de
door de officier gevraagd tenuitvoer
legging af te wijzen, daar P. dan onge
twijfeld zijn baan zou verliezen. Vol
gens de reclassering gaat het goed met
P. daar de aanvankelijk zwaar ver
slaafde jongeman nu nog op een mini
male dosis van het heroïne-vervan-
gingsmiddel methadon leeft. Tegen
over de reclasseringsambtenaar had
hij gezegd geen behoefte aan heroïne
te hebben als hij werkte.
De rechtbank doet 30 maart uit
spraak.
19 MAART 1988
is twee jaar tegen
achtelijke indringer
J)e twee kenden elkaar van hun werk.
Ktte het plan op om seksuele toe-
ering tot haar te zoeken in de
Et van 3 op 4 december nadat hij
Rén en ander had gedronken. Vol-
l zijn eigen verklaring zou hij rond
fier uur bij haar hebben aangebeld,
|r toen daarop geen reactie kwam,
Ihij langs de achterdeur, die hij
Ëer veel moeite kon openen, naar
nen gegaan. De woning van de
Iw is niet ver van die van P. gele-
Hij was wel eens bij haar op be-
t geweest.
H ging direct de trap op en stapte
slaapkamer binnen, waar hij
Iknielde naast haar bed. De vrouw
|al wakker geworden door het ge
nei in huis en begon te gillen toen
J indringer naar haar toe kwam. In
|ets hemerduister was hij niet te her
ren. P. probeerde haar tot zwijgen
Irengen door zijn hand op haar
nd te leggen. De vrouw beet hem
i hevig in zijn rechterduim. Om los
|komen begon P. haar toen op het
)fd te slaan.
irna pakte hij haar bij de keel en
ep zo hevig dat ze geen adem kon
krijgen en het haar zwart voor de
ogen werd. Tenslotte wist ze zich in
doodsangst los te worstelen, waarna
P. de woning door de achterdeur ver
liet. De vrouw zocht hulp bij de buren,
maar omdat ze in haar eigen huis de
trap niet meer af durfde, ging ze door
de dakgoot naar het slaapkamerraam
van het huis ernaast. De bewoners
werden wakker door haar gebons en'
lieten haar binnen. Het nachtgoed
van de vrouw zat onder de bloedvlek
ken.
De indringer was door de beet in zijn
duim zodanig gewond dat ook het huis
van de vrouw onder het bloed zat en
het bloedspoor zelfs nog door de
brandgang te volgen was. Bij het speu
ren naar de dader richtte de politie
zich dan ook speciaal op een man met
een gewonde duim. De vrouw had er
geen enkel besef van dat het de haar
goed bekende P. was, temeer omdat de
man tijdens zijn gewelddaad geen
woord had gezegd. Hij liep ruim een
week na het gebeurde tegen de lamp.
Hoewel P. aanvankelijk met seksuele
bedoelingen naar de vrouw toe was ge
gaan, kreeg de worsteling - en daarin
stemden de verklaringen van dader en
slachtoffer geheel overeen - geen mo
ment het karakter van een verkrach
tingspoging. De officier vond de ma
nier waarop P. op het gegil van de he
vig geschrokken vrouw had
gereageerd absoluut onverklaarbaar.
Ook het psychiatrisch rapport ver
schafte geen opheldering over P.'s ge
drag. Hij werd daarin volledig toereke
ningsvatbaar genoemd.
De officier, die daags tevoren nog een
gesprek met het slachtoffer had ge
had, wist te melden dat zij geen
wraakgevoelens ten opzichte van de
dader had, maar dat zij nog steeds met
hevige angsten leeft. Zij durft 's
nachts niet alleen thuis te zijn en zou
een confrontatie met haar belager nog
absoluut niet aankunnen. Hij gaf P.
dan ook in overweging na zijn gevan
genschap niet terug te gaan naar zijn
woning in Middelburg.
De advocaat mr D. J. Olie voerde aan
dat aan P.'s daad een periode van hu
welijksproblemen vooraf was ge
gaan. Hij achtte de poging tot dood
slag niet bewezen.
De rechtbank doet 30 maart uit
spraak.
Kreken, variërend van brede geulen tot smalle stoormpjes, doorsnijaen het schorrengebied in het Verdronken Land van Saeftinghe.
Saeftinghe: uniek, maar
bedreigd natuurgebied
De aanleg van het Bathse Spuika-
naal voor afvoer van zoet water uit
de Zeeuwse randmeren op de Wes-
terschelde, werkt niet nadelig uit
voor Saeftinghe. De zoetbel uit het
spuikanaal gaat meer in westelijke
richting. Natuurgebieden als de
Hooge Platen en Paulinaschor heb
ben er meer hinder van. Andere
meevaller is het uitblijven van een
Baalhoekkanaal. Weliswaar nog
niet volledig door de regering opzij
gelegd, maar Jacobusse is optimis
tisch: het zal niet doorgaan.
Om té groot optimisme te voorko
men, attendeert hij op de permanen
te bedreiging in de vorm van toe
nemende scheepvaart. „Je houdt
je hart steeds vast. Stel je voor dat
het schor met een olievlek bedekt
raakt".
Net als op andere schorren is het
aantal planten dat Saeftinghe telt,
vrij gering: ongeveer 50 soorten.
Maar die zijn dan wel allemaal stuk
voor stuk zeldzaam. Echte specialis
ten, die tegen zout kunnen en een on
derdompeling met Scheldewater
overleven. Typerende plant voor
Saeftinghe is onder meer het echt le
pelblad. Voor de vogels is het gebied
van internationale betekenis om te
eten, te ruien, te slapen en te broe
den. Ongeveer een kwart van de pijl
staarteenden op de wereld (er zijn er
nog maar 75.000) vertoeft in Saef
tinghe. Andere belangrijke soorten
zijn wilde eend, wintertaling, smient,
bergeend, kolgans, rietgans en
kluut.
Door wijziging van het beheer is het
vogelbelang de laatste jaren toege
nomen. Er grazen bijna 1.000 scha
pen. Die houden een flink deel van
het gebied kort. Dat vinden vogels
aangenaam. Steeds meer ganzen
eten in Saeftinghe. Ze laten de ak
kers van de boeren met rust. Hoewe-
1er wordt op het schor nog altijd
gejaagd. Dat houdt vogels weg. De
rijksdienst der domeinen is daar ver
antwoordelijk voor. Beheerdeskun-
dige Jacobusse ziet dat jagen niet
zitten. „Als ik eerlijk ben, zeg ik: ie
der schot dat gegeven wordt is er
één teveel. Ik ben voorstander
van een pure beheersjacht. Onze
stichting vindt dat de jacht
beëindigd moet worden".
Sinds 1975 beheert Het Zeeuwse
Landschap het gebied, ongeveer
2.400 hectare. Een deel, 600 hectare,
is Belgisch particulier bezit. Pogin
gen tot aankoop daarvan zijn mis
lukt. De stichting heeft een beheer-
plan gemaakt. Voor de helft is begra^
zing met schapen voorzien-
(streefgetal is 1.200 volwassen ooienu
de andere helft mag zich natuurlijk-
ontwikkelen. Dat leidt onder meer"
tot fraaie rietvelden, met daarin
zeldzame vogels als waaierstaar-
trietzanger, blauwborst, snor en
bruine kiekendief. Jacobusse sluit
groei van bomen niet uit. Hij vindt
dat het beheerplan tot nu toe goed
voldoet.
In het Zeeuws museum te Oostka-
pelle wordt maandag een tentoon
stelling over Saeftinghe geopend.
Daar worden de waarden van het
gebied uiteen gezet. De expositie
sluit aan op de grote belangstelling
die er jaarlijks voor het verdronken
land is. Het Zeeuwse Landschap
laat 10.000 bezoekers op het schor
toe; méér wordt niet verant
woord geacht. De tentoonstelling
kan zodoende in een informatiebe
hoefte voorzien. Wat dat betreft
heeft Chiel Jacobusse een grote
wens: geld voor een permanent en
bescheiden voorlichtingscentrum
in Saeftinghe.
Rinus Antonisse
De schapen die in Saeftinghe grazen
houden het gras kort, hetgeen een
gunstig effect heeft op de vogelstand
in het gebied.
HEINKENSZAND - Wat is er zo be
langrijk aan het Verdronken Land
van Saeftinghe? Beheerdeskundige
M. Jacobusse van de Stichting Het
Zeeuwse Landschap heeft het ant
woord meteen paraat. „Het gaat om
een schorgebied en dat is een steeds
zeldzamer milieutype. Saeftinghe is
het grootste schor in zuidwest-Ne
derland en het grootste brakwater
schor van Europa. De waarde wordt
voor een aanzienlijk deel bepaald
door de oppervlakte. Een schor is de
overgang tussen slik en land. Je
kunt ook zeggen: tussen water en
land. Zo'n overgang is rijk aan plan
ten en dieren. Dat geldt ook voor
Saeftinghe".
Daarover dus geen twijfel. Het Ver
dronken Land van Saeftinghe - ont
staan na stormvloeden in 1570 en
1574, terwijl het leger in 1584 de defi
nitieve ondergang bezegelde door de
resterende dijken door te steken - is
het predikaat natuurgebied alles
zins waard. Schakel in een overal
zeer kwetsbare keten; ontmoetings
punt van zee, rivier en land. Een ge
bied van ongeveer 3.000 hectare, met
een ongestoorde ontwikkeling van
400 jaar achter de rug. Alleen in Saef
tinghe is nog op grotere schaal te
zien hoe in het verleden de Zeeuwse
eilanden zijn gevormd, met een type
rend systeem van oeverwallen en
kommen.
Er liggen uitgestrekte schorren,
doorsneden door diepe kreken met
steile oevers. Die kreken variëren
van brede geulen tot smalle
stroompjes. Aansluitend op de kre
ken bestaat het schor uit de oever-
wallen (vooral langs de kreken) en
kommen. De kommen en lage oever-
wallen verdwijnen bij vloed onder
water. Bij eb vallen de grote, onbe
groeide zand- en slikplaten droog.
De kreken staan dan vrijwel leeg.
Aan de ongerepte ontwikkeling van
het Verdronken Land van Saefting
he is inmiddels - in hoofdzaak door
menselijk toedoen - een eind geko
men. Het natuurgebied (ooit beston
den plannen het weer in te polderen,
maar die zijn niet doorgegaan onder
meer wegens Antwerpse bezwaren)
wordt op veel fronten aangetast.
Eén van de grote bedreigingen
vormt de waterverontreiniging. Be
langrijkste boosdoener is België,
dat via de Schelde enorme hoeveel
heden vuil - met inbegrip van ge
vaarlijke stoffen - afvoert. Het wa
ter in het oostelijk deel van de Wes-
terschelde is van zéér
bedenkelijke kwaliteit en in de bo
dem van Saeftinghg stapelen de
zware metalen en andere giftige
stoffen zich op.
Is daardoor de waarde van het ge
bied verminderd? Chiel Jacobusse
vindt dat niet het geval, zonder de
ernst van de vervuiling te willen
veronachtzamen. „Het schor blijkt
een buitengewoon zelfreinigend
vermogen te hebben. Het kan kenne
lijk een dreun van enorme omvang
verdragen. De grens is nog niet be
reikt. Ik kan in Saeftinghe geen en
kele plant noemen die door de ver
vuiling verdwenen is. Dat gaat ook
op voor de schordieren".
Jacobusse signaleert wel afgeleide
effecten. Hij noemt als voorbeeld de
visetende vogels. Door de verslech
tering van visstand en water zijn bij
voorbeeld de visdiefjes verdwenen.
„Die bereiken niet meer de aantallen
van vroeger. De top lag halverwege
de jaren vijftig, met 800 paren. Nu
zijn er gemiddeld 350 paren. Dat
heeft duidelijk met de watervervui
ling te maken".
De beheermedewerker van Het
Zeeuwse Landschap beklemtoont
dat er met de schapen die op de
schorren grazen, niets aan de hand
is. Onderzocht is of de dieren schade
lijke stoffen tot zich nemen via de
vergiftigde bodem van Saeftinghe.
Dat is niet het geval. Wel zijn zeehon
den en bruinvissen verdwenen. Wan
neer de grens bereikt is, kan Jaco
busse niet aangeven, niemand trou
wens. Hij zegt dat aanpak van de
vervuiling op een niveau speelt, waar
Het Zeeuwse Landschap geen greep
op heeft: een regeringszaak tussen
Nederland en België. „De Neder
landse regering is redelijk welwil
lend. Je zit met België en de con
flicten tussen Vlaanderen en
Wallonië".
Er is méér dat Saeftinghe aan
tast. Het voortdurende baggeren in
de Westerschelde (ten behoeve van
de Antwerpse havens) en de plannen
tot verdieping van de zeearm: er
moeten nóg grotere schepen door.
Chiel Jacobusse meldt dat inmid
dels enkele tientallen hectaren
schorren en slikken zijn verdwenen:
oeverafslag. „Het gaat om zeker 150
hectaren. En juist op de overgang
land/water die Saeftinghe zo aan
trekkelijk maakt. Die
overgangszone verdwijnt in de
vaargeul. Bij verdere verdieping
wordt het erger. Hoeveel is vooraf
moeilijk te voorspellen". Om de af
kalving tegen te gaan kan een oever
verdediging worden aangelegd,
maar dat is het laatste waar Jaco
busse in de situatie van Saeftinghe
aan wil denken. „Dan krijg je hele
maal een kunstmatig iets".
In de strijd om het behoud van het
verdronken land op de grens van
Nederland en België kunnen
soms meevallers worden geboekt.