DONKER SIBERIË vorstverlet begint bij -51 graden gezond voedsel uit een gezonde bodem 19! orstverlet alexander munninghoff bestand de. boer op chemicificatie rinus antonisse ZATERDAG 27 FEBRUARI 1988 533 bij ko :hi in| ■n en m 'oetballen bij een temperatuur van vijftig graden onder nul. e kou van Siberië treft je als een bijlslag dwars over het gezicht, chtenveertig hele graden onder nul ijst de thermometer aan als we in koetsk uit de Toepolev stappen e ons in zeven uur vanuit Moskou deze Oostsiberische uithoek n eft gebracht. Maar wat betekent jd in dit onmetelijke land: al iegend zijn we immers ook nog ns zes uur kwijt geraakt door het sseren van allerlei tijdzones, ter in Jakoetsk is het nu even laat s in Manila, namelijk twee uur in de cht. Dat had ik van tevoren als een ntrastrijk gegeven opgezocht, aar staande in de winderige nevel- rden van het vliegveld besef ik, dat ke verwijzing naar de gewone we id hier mank gaat. Dit is Siberië: ge- deloos, woest en ongenaakbaar als n andere planeet. esalniettemin zijn er in Jakoetsk .'bouwen, voertuigen en zelfs men- in. De gebouwen zijn met ijspegels ,s orgelpijpen omhangen en zien er ider hun vastklevende laagje poe- ;rsneeuw zo hermetisch dichtgevro- n uit, dat het betreden ervan echts met behulp van een deugdelij- vlammenwerper mogelijk lijkt. De iertuigen zijn veelal zware vracht- agens en aangepaste personenau- zoals de zogenaamde 'boerenva- IMant' op de Volga, die met een extra ^rrein versnelling en hier en daar wat ïrstevigingen de strijd met de barre atuur wordt ingestuurd. Alle auto's ebben hier dubbele ruiten en ieder- :n zorgt er voor dat zijn banden ex- a hard zijn opgepompt. Wie bij deze mperatuur zijn auto zonder die )orzorg genomen te hebben par- ert, kan er op rekenen dat hij al na n kwartier met onherstelbaar ver- )rmde hobbelbanden verder moet. Sen mens moet wel goed weten waar j aan begint voor hij hier komt wo rn", zeg ik, nog steeds nahuiverend in de eerste kennismaking met de berisehe kou, tegen Victor Zjoe- vljov. Hij is de plaatselijke corres- )ndent van het persagentschap No- >sti, de in Moskou gebaseerde orga- satie, die deze reis voor mij heeft lorbereid. Want Siberië mag dan el het wilde oosten van de Sovjet- nie zijn, dat betekent nog niet datje er als westerling op eigen houtje ag gaan vrijbuiten. Uit Moskou is ilodja Rytsjalin, een kordate ex-ge- chtheffer, namens Novosti als per- anent begeleider met me meege- isd, hier in Jakoetsk bepaalt Victor gang van zaken en straks, als we jlemaal de onbewoonde wereld ian opzoeken aan de oevers van de olyma, zal ook daar een begeleider et een programma zijn. Zo werkt t systeem nu eenmaal en dat heeft n voordelen, al was het alleen maar ligftt ik nu niet bij 48 graden onder nul n taxi hoef te zoeken. Het vorstverlet begint bij 51 graden onder nul. dies went, ook de kou", is Victor oeravljovs mening. Hij vindt de )u zelfs prettiger dan de hitte in de mer, als het hier tot 38 graden bo^ n nul kan oplopen en de mensen dend in het zweet de hele dag be- zijn zich venijnig stekende mug- n van het lijf te houden. „U treft t niet, want er zit nu wat vocht in lucht en er staat wat wind. Dan is t inderdaad nauwelijks om te har- n. Maar over het algemeen is het er helder en windstil en dan is het er voor een normaal, gezond mens et| el best uit te houden". Om dat te ustreren vertelt Victor, dat voor bouwvakkers het vorstverlet pas 51 graden onder nul begint en dat t ijsvrij op de scholen bij 53 graden aat. Echte problemen krijgt men |j 55 graden en nog lager (het kwik n hier tot onder min 70 dalen), nt dan blijven de lichtere vlieg- IV' tuigtypes aan de grond en ondervin den het transport en de bevoorra ding moeilijkheden. De volgende ochtend is de nevel al leen maar dichter geworden. In het diffuse daglicht zijn bij de bushaltes dicht op elkaar staande, stampvoe tende groepen mensen te ontwaren. Sinds een paar jaar heeft men bij alle haltes een automatische meidinstal latie aangebracht, zodat de centrale precies in de gaten kan houden of de bussen op schema rijden. Een nood zakelijke maatregel, omdat een bus die in het ongerede geraakt, gevaar oplevert voor met name de schoolkin deren en ouden van dagen, die dan el ders op de route extra lang in de af zichtelijke kou moeten wachten. Nu kan er binnen een paar minuten een reserve-bus worden ingezet. Victor laat ons wat bouwputten zien aan de rand van de stad, waar de ne vel plotseling is verdwenen. Door de permafrost, de eeuwige ijslaag die hier tot een diepte van 500 meter de aardkost in haar greep houdt, moe ten de huizen en flatgebouwen op pa len, los van de grond, worden ge bouwd. In de drie maanden dat de zon hier warmte geeft (juni, juli en au gustus) smelt namelijk zo'n anderhal ve meter van de bodemlaag weg en dat maakt een normale fundering on mogelijk. Hoewel het toch niet veel warmer dan 51 graden is, werken de arbeiders onverstoorbaar door. Slechts af en toe zie je ze even de han den warmen aan een open vuur, dat ze met overtollig bouwmateriaal brandend houden. Op een speel plaats maakt een zeer dik ingepakt kindje een rondje op een draaimolen en even verderop is er zelfs een voet balwedstrijd aan de gang. Te oorde len naar de opgewonden kreten die van het kale, spierwitte veld opstij gen, wordt de pret niet gedrukt door de geringe bewegingsmogelijkheden die de spelers met hun omvangrijke winterkleding hebben. Ik zie hoe de keeper, gehuld in een solide herenjas tot op de enkels, een listige schuiver met een heroische zweefduik onscha delijk maakt. Even blijf ik staan kij ken in de hoop te kunnen meemaken hoe een kopbal met een bontmuts wordt uitgevoerd, maar al snel dwingt de kou mij weer Victors auto in. Het is pas drie uur in de middag, maar toch brandt de straatverlich ting reeds en doet de invallende schemering de laatste contouren van de stad alweer vervagen, als wij in het plaatselijke gebouw van de aca demie van wetenschappen een ge sprek hebben met Michail Tomsjin, een jonge geleerde, die zich met geo logie en mineralogie bezig houdt. Staande voor een reliëfkaart van de Jakoetische Autonome Sovjet Repu bliek wijst hij de vindplekken aan van de enorme bodemschatten die dit ruige gebied herbergt en die de hele Sovjetunie in de volgende eeuw te stade zullen komen. Mits men er in slaagt om de vaak afgelegen gebie den bereikbaar te maken natuurlijk. Een aftakking van de bekende BAM- spoorlijn naar de kolenvelden in het zuiden van Jakoetië is een eerste po ging in die richting. Daar, aan de bo venloop van de Lena, de 4.000 kilome ter lange rivier die met groot geweld dwars door Jakoetië snijdt, is een 25 meter dikke laag ontdekt, die goed is voor 13 triljoen ton steenkool. Ter vergelijking: het Donbass-gebied in de Oekraine, dat tot dusver groten deels de Sovjet-steenkoolproduktie voor zijn rekening neemt, heeft een kolenlaag van 30 centimeter dik. En dat is nog lang niet alles. De Ja- koetske gas- en olievelden zullen de rol gaan overnemen van Oerengoj en Tjoemen, waar nu de Siberische pijp leidingen richting Europa op zijn aangesloten, die de Sovjetunie de broodnodige valuta opleveren. En voorts: al zestig jaar wordt er goud ge vonden in Jakoetië, veel goud. Van Aldan in het zuiden, via Tjoegdjoersk en Indigirsk naar Koelarzoloto in het noorden hebben de goudzoekers al die jaren 'po klondajkski', dat wil zeg gen op de manier van de Amerikanen in de vorige eeuw, in de ruwe boden» en aan de rivieroevers met succes hun graafwerk verricht. „En nog steeds komen er brigades van tien, twintig, soms zelfs honderd man, die een-li centie van de staat hebben gekocht en hier in Jakoetië rijk kunnen wor den", zegt Tomsjin. „tot uit Moskou toe komen ze hier heen en. vaak blij ven ze hier jaren lang. Niemand weet hoeveel goud hier ligt". twee tijdzones gepasseerd. In Ja koetsk waren nog wat landgenoten mij voorgegaan, maar hier ben ik de eerste Nederlander uit de geschiede nis. Als het ware om dat te onderstre pen staat een hoge delegatie mij op te wachten: de vice-burgemeester, eeji mevrouw van de Partij en de chef van het vliegveld. Op weg naar het gastenverblijf zie ik allerlei bor den in de hoofdstraat (naar goed ge bruik Leninallee geheten) die ver wijzen naar het 50-jarig bestaan van het dorp, een gebeurtenis die vorig jaar is gevierd. Het is weer donker als onze tweemo- torige Antonov-24 de volgende dag zijn propellers laat uitdraaien op het vliegveldje van Zyrjanka, een dorp van 9.000 inwoners aan de Kolyma- rivier. Ruim duizend kilometer heb ben we gevlogen en weer zijn we Er bestaat een indrukwekkend, prachtig, angstaanjagend boek dat 'Kolyma' heet. Het is geschreven door een inmiddels overleden ex-ge- vangene van Stalin, Sj alamov, die ve le jaren in Siberische strafkampen heeft doorgebracht. Kolyma is syno niem voor strafkamp - dat had ik al gemerkt toen ik in Moskou aan vrien den mijn reisdoel noemde. En een dorp als Zyrjanka, dat in 1937 is ge sticht, dus tijdens het hoogtepunt van de Stalin-terreur, kan niet anders dan door dwangarbeiders zijn ge bouwd. Het prettige gesprek aan de welvoor ziene tafel in het gastenverblijf stokt even als ik over dit beladen thema be gin. Zoja van de Partij neemt tenslot te het woord en verklaart dat die kampen al ruim dertig jaar gesloten zijn. De mensen die nu hierheen ko men hebben die associatie met het verleden niet meer, meent zij. Mis schien dat een enkele bejaarde dorps bewoner nog uit eigen herinnering kan putten en er wonen hier nog wel enkele afstammelingen van ex- dwangarbeiders, maar voor verreweg de meeste mensen zijn de verhalen over de strafkampen niet ter zake doende. Ik leg het gezelschap uit dat men in het Westen mij niet zou gelo ven als ik zeg dat het fenomeen van de Siberische strafkampen niet meer bestaat. „Daar zijn we aan gewend", roepen mijn disgenoten lachend in koor, „in Moskou geloven ze dat wij in berevellen gekleed gaan en op elan den rijden. We zijn te ver weg, daar ligt het aan". Toch heeft de manier waarop over dit sinistere historische aspect van het Siberische leven gesproken wordt iets zeer kunstmatigs. In een brochu re over Jakoetië, zo was me al opge vallen, wordt alleen maar gezegd dat de tsaren hun tegenstanders, van de decabristen tot de bolsjewieken, naar dit barre gewest lieten afvoeren. Over Stalin geen woord. Pas op de dag van mijn terugkeer naar Moskou zal ik ie mand tegen komen die minder ver geetachtig blijkt, mij de gebouwen toont die door dwangarbeiders in 1937 zijn gebouwd en me tevens de plek aanwijst waar naar men zegt de lijken van de omgekomen gevange nen in de permafrost liggen. Er wordt nu op die plek een flat gebouwd. Mis schien is het inderdaad maar beter dat wat zich hier heeft afgespeeld bij de meeste dorpelingen niet meer be kend is. Voor Piet Korstanje, biologisch-dynamisch fruitteler te 's-Heer Hendrikskinderen, is het zo duidelijk als wat. De pluspunten van zijn alternatieve manier van werken zijn groot, zowel persoonlijk als richting samenleving. „Voor mezelf is het heel aangenaam dat ik niet voortdurend tussen chemische middelen zit. Vroeger spoot je op maandag, en op dinsdag ging je in hetzelfde perceel aan het dunnen. Hoewel je altijd buiten was in de natuur, stond je toch in de chemische middelen. Het is verder heel bevredigend dat je een produkt teelt, waarvan je merkt dat het heel gewild is. Je krijgt respons vanuit de maatschappij. En je bewerkt een stuk grond wat je zo goed mogelijk in stand probeert te houden voor de generaties na ons". Er zijn ook, vergeleken met de gangbare fruitteelttechnieken, minpunten. Korstanje (34) erkent dat grif. Voor een bewuste biologisch-dynamische teler horen bepaalde begrenzingen en problemen er gewoon bij. „Je moet wel een zeker idealisme bezitten. Je moet het in elk geval belangrij k vinden om op een dergelijke manier te telen. Het vereist een heel andere aanpak. Je gaat anders redeneren en j e legt j ezelf een aantal beperkingen op. Dat doe je uit vrije wil", stelt Korstanje. Zijn collega's zijn inmiddels aan 'de vreemde eend in de bijt' gewend. „Het is in het begin wel even schrikken voor ze. Iemand gaat iets heel anders doen. Dan denken ze onwillekeurig: moet ik het straks ook zo gaan doen? Dat zie je vaak met nieuwe dingen. Eerst zijn ze bedreigend, later gewoon". Om misverstand te voorkomen, eerst enige uitleg. Het bedrijf van Korstanj e - het enige biologisch-dynamische in de Zeeuwse fruitteeltsector-wordt net als andere bedrijven zo economisch mogelijk gerund. Opbrengst en kosten spelen dus ook belangrijke rollen. Piet Korstanje: „Je moet toch proberen zo goedkoop mogelijk te produceren. Als de kostprijs te hoog wordt, prijzen we onszelf uit de markt. Hoe lager de prijs, hoe groter de groep consumenten die ons fruit koopt. Het blijft een boerenvak, ondanks de handicaps die je j ezelf oplegt. Je kunt niet achterover in een luie stoel gaan wachten tot de appels vanzelf in de kist rollen". Het verschil zit in de wijze van aanpak en uitvoering, met als opvallendste uitgangspunt: géén chemische middelen toepassen. De teeltwijze wordt biologisch genoemd, omdat er gebruik wordt gemaakt van natuurlijke meststoffen en plantaardige bestrijdingsmiddelen. Het dynamische houdt in dat ernaar gestreefd wordt de bodem en de gewassen ontvankelijk te maken voor zogenaamde kosmische krachten. In de praktijk betekent het vooral toepassing van organische, vercomposteerde mest, waardoor een gezonde humusopbouw mogelijk is en bodemvruchtbaarheid en -structuur verbeteren. In de biologisch-dynamische land- en tuinbouw aanvaardt de mens verantwoordelijkheid ten opzichte van de natuur en probeert hij in harmonie daarmee, gezond en evenwichtig voedsel te krij gen uit een eveneens gezonde en evenwichtige bodem. Korstanje en zijn vrouw Heieen geloven daar heel bewust in. Ze wijzen op onderzoeken, waaruit bijvoorbeeld blijkt dat de kwaliteit van het biologisch-dynamische voedsel op een hoger niveau ligt, dan van het regulier geteelde onder meer suiker- en vitamine C-gehalte). „Biologisch-dynamisch voedsel is méér verrij kendHet heeft op de een of andere manier iets extras", zegt Heieen. Na een opleiding aan de middelbare landbouwschool (fruitteelt-richting) in Goes en de bosbouw- en cultuurtechnische school in Arnhem werkte Piet Korstanje met zijn vrouw in het kader van de ontwikkelingssamenwerking in Kenia (waar ze overigens niet de 'pure' landbouw aantroffen die ze verwacht hadden). Terug in Nederland lag in 's-Heer Hendrikskinderen het ouderlijk fruitteeltbedrijf ter overname. Redelijk modern en met een doorsnee bestand aan appel- en perebomen. De oppervlakte van vijf hectare kon in het kader van een ruilverkaveling verdubbeld worden (thans is de oppervlakte 13 hectare, waarvan tien hectare beplant; de rest is ingezaaid met gras, in afwachting van herinplant). De Korstanjes besloten aan te pakken, maar wel volgens de biologisch-dynamische methode. Het eerste jaar waarin op die manier gewerkt werd, was 1980. Er kon niet in een blanco situatie worden begonnen. Met de bestaande inplant moest rekening worden gehouden. „Dat is ook een beetje ons probleem. Werken met een assortiment gangbare fruitteelt, terwijl lang niet alle rassen geschikt zijn voor biologisch-dynamische teelt", vertelt Korstanje. Daarom heeft hij momenteel 15 verschillende appelrassen staan. „We zoeken naar rassen die het redelijk goed doen op ons bedrijf. Bijvoorbeeld Prima en Priscilla. Die zijn schurftbestendig. Een paar jaar geleden zijn we begonnen met Lombards. Die zijn in de gangbare teelt niet zo gewild, in de biologisch-dynamische wèl. Dat geldt ook voor de Winston. Voor ons een heel interessante appel, zonder al te veel problemen te telen". Hij gaat ervan uit dat het brede assortiment over enkele jaren aanzienlijk zal zijn verminderd. Rassen als Golden Delicious en Summer Red verdwijnen in elk geval. Met name de befaamde Golden is helemaal afgestemd op de 'chemische fruitteelt' en nauwelijks met enig succes biologisch-dynamisch te kweken. Het beoefenen van biologisch-dynamische teelt komt volgens Korstanje vooral vanuit de grote twijfel over wat hij noemt 'de chemicificatie' van de land- en tuinbouw. „We hebben ons afgevraagd: die chemie, moet dat nou? Kan het ook anders? Als je spuit, moetje de consequenties van je handelen wel duidelijk voor ogen stellen. Je bent dan als fruitteler een schakel in het chemische produktieproces. Zo'n fabriek die in de Rijn loost en gifvaten begraaft. Dat is wat cru gesteld misschien, maar als telers ben je consument van de chemische industrie. En de negatieve dingen van het spuiten zijn duidelijk. De gevolgen zijn niet meer te verdoezelen. Spuiten kan voor jezelf op korte termijn een voordeel zijn, maar op langere termijn is er voor niemand meer een voordeel. En over een paar honderd jaar moet de landbouwgrond toch ook nog bewerkt kunnen worden". De omschakeling tot biologisch-dynamisch bedrijf was voor de Korstanjes niet gemakkelijk. „Je gaat iets doen wat niemand doet. Dan vinden ze je al gauw gek. Dat is wel een beetje waar; je stort je in een groot gat. Maar dat is voor ons ook onderdeel van het ondernemen. Dat is nu eenmaal niet zonder risicos. Het had best kunnen zijn dat we na drie hadden moeten zeggen: het gaat niet. Dat gevaar durfden wij aan". De eerste jaren met de alternatieve methode ging het goed. Het derde jaar kwam, door een late nachtvorst in mei, de terugslag. Het grootste deel van de bloemen bevroor. Die waren zwakker als gevolg van de omschakeling: van chemische onkruidbestrijding naar mechanische, het weglaten van kunstmest. Korstanje maakt duidelijk dat het zo'n zeven jaar duurt voordat grond een een nieuwe situatie gewend is en zelf voldoende voedingsstoffen kan leveren. Na zeven jaar biologisch-dynamisch telen meldt Piet Korstanj e zonder meer dat hij een kwaliteitsprodukt aflevert. „Het wordt door veel mensen zeer gewaardeerd". Hij levert aan een groothandel, waarmee prijsafspraken worden gemaakt. „Je hebt wel wat met vraag en aanbod te maken, maar niet in die mate als de reguliere fruittelers via de veiling. Wat we telen, daar is een markt voor". Het uiterlijk van de appels en peren vertoont wel eens 'een pikje' wat er volgens de normen voor chemisch geteeld fruit niet op mag zitten. Korstanje deelt zijn fruit gemakshalve allemaal in klasse II in. Voorlopig nog onverpakt, maar hij gaat ervan uit dat ook het biologisch-dynamische fruit in de toekomst keurig wordt verpakt. „Dat is best wel belangrijk en je kunt de consument ook duidelijk maken dat het gegarandeerd biologisch-dynamisch fruit is". Als verschillen tussen gewone en 'ongewone' teelt ziet Korstanje vooral: je kunt geen beddenteelt toepassen maar een een-rijsysteem; je kunt geen kunstmeststoffen gebruiken, ook niet opgelost in water; de bomen moeten iets anders opgekweekt worden, omdat er geen vertakkingsmiddelen gebruikt mogen worden; groeiregulatoren zijn uit den boze, evenals dunningsmiddelen; de bloemen zijn wat zwakker en de vruchten zijn wat kleiner. De kilogram-omzet ligt lager. Piet Korstanje beschouwt als het grootste probleem de schurftzwam. Daar is moeilijk wat tegen te doeh met andere technieken dan spuiten. Een mogelijkheid is rassen die schurftbestendig zijn en gebruik van spuitzwavel (daar wil Korstanje uiteindelijk vanaf, vanwege de invloed op insecten)* Biologisch-dynamische teelt is ook erg arbeidsintensief. Bemesten, onkruidbestrij ding en dunnen kosten veel meer tijd. Gezocht wordt naar oplossingen die de hoeveelheid arbeid drukken en het uitgangspunt overeind houden. Piet Korstanje foto wim riemens

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1988 | | pagina 31