ze
H
Ly
oU
haken en
ogen aan
wiskunde
en 'basis'
EXPRESSIE
VAKKEN
de drang tot
i ontdekken is
het grootst in
de puberteit
35
basisvorming
zuinigheid
vrije tijd
partners
individueel
VRIJDAG 26 FEBRUARI 1988
Ze staan, aan het Zierikzee
Hatfieldpark, naast elkaar.
Buren. De technische
scholengemeenschap voor
Schouwen-Duiveland (lhno en
Ito) en de
rijksscholengemeenschap
Professor Zeeman (atheneum,
havo en mavo). Op beide
scholen vangen leerlingen en
docenten de berichten op, die
vanuit de samenleving over
het onderwijs worden
verspreid. Berichten over het
verlangen, dat leerlingen een
'exact' kiezen bij de
samenstelling van hun
examen-vakkenpakket.
Berichten over de voor de
toekomst voorgestelde
verplichting wiskunde op te
nemen in het examenpakket
van het algemeen voortgezet
onderwijs. En berichten over
een nieuwe aanpak van de
basisvorming binnen mavo en
lbo in de jaren negentig.
De 'wiskunde-verplichting':
rector R. Soesman van de
Zierikzeese
rijksscholengemeenschap doet
er fronsend over. „Als je
wiskunde voor
examenkandiaten verplicht
stelt, heeft dat toch iets van
wantrouwen over de manier,
waarop docenten en decanen
de leerlingen voorbereiden op
en begeleiden bij de keuze van
het vakkenpakket", vindthij.
Soesman kan zich de vraag
naar mensen met een
wiskunde-opleiding vanuit de
arbeidsmarkt wel voorstellen,
maar: „Het vak verplichten
gaat volledig voorbij aan de
schoolse werkelijkheid: de
handicap, dat een beduidend
aantal leerlingen op het
algemeen voortgezet onderwijs
wiskunde onvoldoende
aankunnen. Net als voor andere
vakken wordt ook de keuze
voor wiskunde bepaald door
niet alleen het nut, maar ook de
belangstelling voor en de
affiniteit met zo'n vak. En dat
kunje niet wegcijferen."
Evenmin als j e, zegt Soesman,
een andere schoolse
werkelijkheid kunt wegcijferen:
ook leerlingen mèt wiskunde
kunnen kopschuw zijn van de
stringente eisen, die in het
hoger beroepsonderwijs worden
gesteld. „In de praktijkblijkt,
dat nogal wat leerlingen moeite
hebben met de mate van
zelfstandigheid, waarbinnen ze
in het hbo terecht komen. Je
zult binnen het huidige
systeem ook moeten nagaan of
je het aantal 'slachtoffers'
daarvan kunt verkleinen".
Een gevaar van een te
nadrukkelijk accent op exacte
vakken, op wiskunde, vindt
Soesman, dat andere vakken in
de kunstzinnige sfeer
bijvoorbeeld verwaarloosd
worden. Hij meent, dat
informatica van de algemeen
vormende vakken een
wezenlijk onderdeel moet
worden. „Maar dan moeten er
meer faciliteiten voor komen,
anders is het onverantwoord
eraan te beginnen".
Bij de 'buren' kijkt adjunct
directeur H. van Dam wat
laconiek aan tegen de komende
'wiskunde-verplichting'
binnen het algemeen
voortgezet onderwijs. Binnen
het lager beroepsonderwijs,
ook bij de doorstroming naar C
en D-niveau, hoort wiskunde
in de meeste opleidingen
immers al tot het vaste pakket
examenvakken. Men kijkt op
de Zierikzeese school voor lbo
en lhno echter net als bij de
buren van de
rijksscholengemeenschap wel
aan tegen de in voorbereiding
zijnde 'herschikking' van mavo
en lbo in een vorm van
gemeenschappelijk onderwijs
voor - globaal - de eerste drie
klassen. De basisvorming,
waarin op twee niveaus zal
worden lesgegeven: het B-
niveau van het lager
beroepsonderwijs en het D-
niveau van het middelbaar
algemeen voortgezet
onderwijs.
Binnen de bestaande instituten
zal dan - zoals het er nu uitziet -
een lesrooster gelden met
veertien verplichte vakken.
Informatica, economie,
algemene techniek zijn nieuw;
biologie, aardrijkskunde,
geschiedenis of een van de
talen Frans dan wel Duits
moeten er uren voor inleveren.
In het wetsvoorstel zijn
intussen wat aanpassingen
verricht, waaroor de opleiding
binnen het lbo na het tweede
jaar kan worden gecombineerd
met beroepsvoorbereidend
onderwijs. Voor de
basisvorming staan drie of vier
j aar, maar voor snelle
leerlingen is een tijdpad van
twee jaar mogelijk, tragere
leerlingen kunnen over de
basisvorming vijf jaar doen.
Daarna kan men door naar
havo, vwo ofmiddelbaar
beroepsonderwijs.
De nieuwe opzet leidt er onder
meer toe, dat de studiekeuze
kan worden uitgesteld. „Op
zichzelf niet kwaad,"
formuleert adjunct-directeur
H. van Dam van de Zierikzeese
scholengemeenschap. En ook
rector R. Soesman van de
scholengemeenschap
'Professor Zeeman' begint een
reactie met: „Het zou op
zichzelf aantrekkelijk kunnen
zijn". Maar het zou in de
praktijk wel anders kunnen
uitpakken, klinkt bij beiden
door.
Soesman: „Zo'n uitbreiding
van het vakkenpakket kan een
aantrekkelijke gedachte zijn.
Maar je moet watje ermee wilt
bereiken dan ook zo effectief
mogelijk inkaderen. Mijn vrees
is, dat het door gebrek aan geld
weer half wordt aangepakt.
Hij had liever gezien, dat zou
worden geprobeerd manco's in
de bestaande schooltypen te
analyseren en weg te werken.
,Ik ben misschien wat
ouderwets, maar dat vind ik
beter. Het zal meer rust geven
en de ontwikkeling beter
beheersbaar maken. „Wil je de
basisvorming goed opzetten,
dan moet j e zorgen, dat j e ze
ook coacht; dat er een apparaat
is van consulenten, die zicht
houdt op wat er gebeurt. Daar
zie ik geen geld voor en ik vrees
dat we straks de wrange
vruchten plukken van
verschillend vorm gegeven
opleidingen".
Reserves ook over de verlengde
basisvorming bij adjunct
directeur Van Dam, van de
scholengemeenschap voor lhno
en lbo. „Op zich kan uitstel van
de studiekeuze geen kwaad.
Maar in ons schooltype hebben
we vaak te maken met
leerlingen, die wat willen gaan
doen. Dan kan een jaar
basisvorming extra een
tegenvaller zijn. Er is bij ons al
een groep leerlingen, die feite
op mavo-niveau doorstromen
en van daaruit het middelbaar
beroepsonderwijs ingaan. Het
geldt voor 1 op de 3 leerlingen."
Van Dam: „Voor 2 van de 3
leerlingen betekent de
basisvorming in ieder geval een
jaar verlenging. Als die op hun
zestiende een vakrichting
moeten kiezen, ben ik bang dat
een deel zegt: bekijk het maar."
Hij wijst erop, dat de minister
de bestaande schooltypen wil
laten voortbestaan. „Er is voor
een school als de onze de
mogelij kheid het element van
de beroepsvoorbereiding mee
te nemen. Dat willen we ook
wel proberen. Ik denk dat dat
voor een regio als Schouwen-
Duiveland waar verder geen
beroepsonderwijs wordt
gegeven, ook van belang is".
KEES CIJSOUW
N
Muziek, tekenen en
handvaardigheid; de ex
pressievakken. Voor een hele
generatie middelbare scholie
ren lijken ze onlosmakelijk
verbonden met het voortgezet
onderwijs. Maar je hoeft in de
verste verte niet bejaard te
zijn om de tijd te hebben mee
gemaakt dat aan expressie
vakken op veel scholen niets
werd gedaan.
Vóór de Mammoetwet gingen
de mulo-meisjes hooguit een
uurtje per week nuttig hand
werken, met de nadruk op nut
tig. Voor de jongens was er
gym. Alleen op de HBS werd er
getekend: handtekenen en
lijntekenen. De technieken
bleven beperkt tot het mate
riaal wat in een tekendoos pas
te: pastelkrijt, oostindische
inkt en houtskool. Sommige
scholen verstrekten nog ecoli-
ne en plakkaatverf maar daar
mee hield het op. Met de Mam
moetwet, twintig jaar geleden,
werd het anders. Er moest een
breder scala van expressievak
ken komen. En dat kwam er:
de eerste tien jaar kregen de
vakken gestalte, de laatste
tien jaar kristaliseerden ze uit
en het ziet er naar uit dat ze
weer zullen verdwijnen.
Rijksscholengemeenschap Petrus Hondius, Terneuzen.
fotografie wim riemens
Jan van Westen te Kapelle, net
in de VUT na twintig jaar les
geven in handvaardigheid en
tekenen aan het Willibrord-
college in Goes, kan met de
beste wil van de wereld geen
andere overweging bedenken
voor het schrappen van de ex
pressievakken, dan bezuini
ging.
In de plannen voor het voort
gezet basis onderwijs, dat als
een soort middenschool het
toekomstbeeld in toenemende
mate dreigt te bepalen, komen
de expressievakken niet meer
voor. Wel iets dat de naam 'al
gemene technieken' gaat dra
gen en waar dan ook bijvoor
beeld koken en timmeren on
der moeten vallen. „Er zal dus
weinig overblijven van wat we
de laatste twintig jaar hebben
opgebouwd. Door de onover
zichtelijke breedte van een vak
als algemene technieken gaat -
dat voel je op je klompen - een
doodnormale doelstelling ont
breken. Zoals dat bijvoorbeeld
bij maatschappijleer is ge
beurd. Een leraar moest wel
een bijzonder begaafd natuur
talent zijn, wil hij iets van dat
vak kunnen maken. Het ter
rein is zo immens dat je niet
weet waar te beginnen."
Zo'n doelstelling was er bij de
invoering van de expressievak
ken wel. En al was die niet
nauwgezet omschreven; de do
centen die er geestdriftig aan
begonnen brachten hun zaken
binnen duidelijke kaders. „In
de puberteit worden de grond
slagen gelegd voor het latere
leven. Juist in die leeftijdcate
gorie is de drang om te ontdek
ken het grootst. Wij wilden met
de expressievakken de tickets
verschaffen voor de culturele
ontdekkingsreis, die ieder voor
zich moet maken. Zeker in de
ze tijd is het belangrijk dat kin
deren gaan beseffen dat je ook
naar iets kunt kijken wat stil
staat, dat je dingen kunt
scheppen en ontroerd kunt ra
ken van wat er niet duimendik
bovenop ligt".
Van Westen verliet met zijn
leerlingen vaak het lokaal en
de school. „Musea, tentoon
stellingen, en werkstukken die
een bredere oriëntatie vragen
dan alleen de beheersing van
de techniek, we deden het alle
maal. En heel vaak bleek dat
zelfs de grootste donderstenen
er wat van opstaken, terwijl we
zelf dachten dat die alleen
meededen om de andere leer
lingen af te leiden. Als je scho
lieren, met het wegbezuinigen
van zo'n verworvenheid, hun
ontdekkingsreis afpakt, dan
vrees ik dat ze die nooit meer
zullen maken".
Van de absolute noodzaak dat
het culturele erfgoed onder de
mensen komt in een tijd van
arbeidsduurverkorting en
werkloosheid, is Van Westen
heilig overtuigd. Want men
sen willen best eens wat an
ders dan voortdurend televi
sie en commercie, zeker als ze
ruimer in hun vrije tijd komen
te zitten. „Je ziet het museum-
bezoek ook toenemen. Voor
een deel is dat te danken aan
de museumjaarkaarten en de
programmering van grote,
spectaculaire tentoonstellin
gen, maar ook in belangrijke
mate aan de toenemende vrije
tijd. En wellicht ook een heel
klein beetje aan het expressie-
onderwijs van de laatste twin
tig jaar".
De voormalige tekenleraar
vindt het vervelend dat de re
sultaten van zijn inspanningen
niet meetbaar zijn. Bij andere
vakken kan een vastomlijnde
hoeveelheid kennis worden ge
vraagd en getoetst. Of de les
sen handvaardigheid tekenen
en muziek hebben beantwoord
aan de doelstellingen, moet je
maar afwachten. Als er ten
minste ooit wat van boven wa
ter komt. „Ga je zoiets afschaf
fen, dan is het effect natuurlijk
niet meteen te merken bij de
eindexamens; het komt pas op
veel langere termijn maat
schappelijk aan het licht. Te
laat dus. Bovendien zal het ook
zijn sporen trekken in het
schoolleven. Juist tijdens de
lessen in
MIEKE VAN DER JAGT
Na de samenvoeging van het
kleuter- en lager onderwijs
en de schaalvergroting in het
hoger beroepsonderwijs moet
iemand op het ministerie van
onderwijs en wetenschappen
hebben gedacht: en nu is het
middelbaar beroepsonderwijs
weer eens aan de beurt. Sinds
kort mag menig directeur en
schoolbestuur zich buigen over
wat inmiddels al de SVM-opera-
tie is gaan heten. De afkorting
staat voor sectorvorming en
vernieuwing in het middelbaar
beroepsonderwijs.
De laatste tientallen jaren is wel
duidelijk geworden dat de be
hoefte aan rust wel de slechtste
reden is om een functie in het on
derwijs te zoeken. Dat hebben
directies, besturen en docenten
in het middelbaar beroepson
derwijs duidelijk ervaren. Het
middelbaar sociaal-pedago
gisch onderwijs (mspo), middel
baar dienstverlenend en gezond
heidszorg onderwijs (mdgo) en
kort middelbaar beroepsonder
wijs (kmbo) zijn nog niet eens al
gemeen bekende begrippen of
de volgende verandering komt
er al aan. Het mdgo bijvoorbeeld
heeft pas vorig jaar zijn eerste
geslaagden afgeleverd.
Uitgangspunt in de SVM-opera-
tie, die volgens de huidige plan
nen in 1990 uitgevoerd moet
worden, is dat de mbo-scholen
minimaal 600 leerlingen gaan
tellen. Groter is beter, want van
af 1000 leerlingen krijgt een
school in de toekomst ruimere fi
nanciële mogelijkheden. De sec
toren waarin het middelbaar be
roepsonderwijs zich moet groe
peren zijn techniek, economie en
administratie, dienstverlening
en gezondheidszorg en tenslotte
landbouw. Gelukkig voor de
Zeeuwse situatie mag de schaal
vergroting ook multi-sectoraal
gestalte krijgen. Dat kan in ver
scheidene gemeenten het be
houd van een mbo-school bete
kenen.
De afgelopen maanden hebben
veel directies en besturen van
scholen in het mbo al eens voor
zichtig om zich heen gekeken op
zoek naar SVM-partners. Het
ziet ernaar uit dat de scholen
met een levensbeschouwelijke
grondslag allereerst in eigen
kring tot een oplossing probe
ren te komen. In dat verband
lijkt een zeer nauw samengaan
van de christelijke scholen Ter
Welle in Goes, De Waaijenburgh
en het Deltacollege (beide in
Middelburg) voor de hand lig
gend.
Andere mogelijkheden worden
ingegeven door het streven on
derwijsvoorzieningen niet verlo
ren te laten gaan. Niet voor Zee
land, maar toch ook niet voor de
gemeente waar ze nu zijn geves
tigd. Wat dat betreft is de her
structurering van het hoger be
roepsonderwijs een les geweest,
waarvan sommigen op gezette
tijden nog steeds een bittere
smaak in de mond krijgen. Het
behoud van hbo-opleidingen in
Zeeland heeft wel tot het verlies
van dit schooltype in Goes en
Middelburg geleid. Om dat bij
de veranderingen in het mbo te
voorkomen zal het plaatselijk of
regionaal tot fusies of samen
werkingsscholen moeten ko
men.
In Zeeuwsch-Vlaanderen heb
ben de mbo-scholen elkaar op
directieniveau al gevonden. Uit
een aantal gesprekken is daar
de conclusie getrokken dat het
verstandig is te streven naar
één instituut voor middelbaar
beroepsonderwijs in
Zeeuwsch-Vlaanderen.
Het is nu aan de besturen - als ze
de conclusies van hun directies
overnemen - te bekijken in welke
bestuurlijke vorm dit moet wor
den gegoten. In Goes lijken De
Vakschool en de middelbare la
boratorium opleiding voor el
kaar voorbestemd te zijn. De
mbo-scholen op Walcheren zijn
voorlopig nog maar in een ver
kennend stadium. Daar zijn ver
scheidene mogelijkheden om
beslissingen in het kader van de
SMV-operatie te komen. Zo zou
de mts in Vlissingen gezien het
leerlingenaantal zelfstandig
kunnen blijven.
Bij dit alles speelt ook het kort
middelbaar beroepsonderwijs
een rol. De Streekschool voor be
roepsbegeleidend onderwijs in
Middelburg treedt op als het be
voegd gezag in Zeeland van deze
opleidingen, die voor een deel bij
andere scholen zijn onderge
bracht. De combinatie kmbo en
beroepsbegeleidend onderwijs
in het kader van het leerlingstel
sel wordt door de Streekschool
als bijna ideaal beschouwd, van
wege de mogelijkheid flexibel
tussen beide onderwijsvormen
te schakelen. Vandaar dat deze
school het niet zo maar over zijn
kant zal laten gaan wanneer
mbo-scholen hun kmbo-poot
zonder meer bij hun sterkte wil
len voegen.
En dan de inhoudelijke kant
van de SVM-operatie. De V van
vernieuwing houdt in dat in het
mbo een onderwijssysteem op
basis van modulen zou moeten
komen, waarbij de nadruk ster
ker op de individuele dan op de
klassikale benadering ligt.
Lessen zullen meer het karakter
van een hoorcollege krijgen en
de leerlingen zullen met schrifte
lijke opdrachten aan het werk
worden gezet. Verwacht wordt
dat deze aanpak in een aantal
sectoren van het mbo grote aan
passingen met zich mee zal bren
gen. Niet alle vakken lenen zich
voor een geïndividualiseerde
manier van lesgeven. Voor de
docenten zal een en ander dan
ook een ingrijpende omschake
ling betekenen. Zeker op scho
len die lager beroepsonderwijs
en mbo onder één dak hebben en
waar leraren wel op beide ni
veaus lesgeven, zal dat niet ge
makkelijk zijn. Maar er zijn na
tuurlijk ook voordelen. Het
kwaad van het zitten blijven
wordt ermee uitgebannen. En
dat is dan in ieder geval iets
waar veel docenten zeer ver
heugd over zullen zijn.
BEN JANSEN