DE POEL
ONDER
SPANNING
dan wordt het een
oud saai dorp
spandoeken
dagritmisch
inzet
VRIJDAG 26 FEBRUARI 1988 PAGINA 29
Opnieuw moet er in het basisonder
wijs fors worden bezuinigd. De
Haagse schatkistbeheerders willen
20 miljoen gulden van de begroting
afsnoepen. Dat betekent na de eer
ste saneringsgolf in 1984 - toen er in
Zeeland vier scholen werden geslo
ten - dat weer een aantal dorpsscho
len het loodje legt. Half april valt de
beslissing. Dan wordt bekend ge
maakt welke basisscholen de deur
per 1 augustus definitief moeten
sluiten. Te klein om rendabel door te
kunnen draaien, zal het argument
van hogerhand zijn. Volgens de pro
vinciale normen komen drie tot vijf
basisschooltjes voor opheffing in
aanmerking. Op de dorpsscholen
wordt ii
wacht,
school in
rige keer
ontsprong? Of kan De stove
Noordwelle de ramen met kranten
dicht gaan plakken? In Domburg is
de kogel ai door de kerk, de christelij
ke basisschool De Wegwijzer wordt
na 110 jaar opgeheven. Met de open
bare basisschool De Poel in 's-Heer
Wèl zit de school met 19 leerlingen
duidelijk in de gevarenzone. Vorige
maand werd al tegen een dreigende
sluiting geprotesteerd. Mag school
directeur Arie van Kessel volgend
jaar zijn traditionele pannekoeken
nog bakken voor de afzwaaiers uit
de hoogste groep? Bericht over een
Zuid-Beveiandse school onder span-
Nee, slapeloze nachten heeft
directeur Arie van Kessel
niet meer. Alles went. Ook het
besef dat het na de
zomervakantie over en sluiten
kan zijn. Een rode streep door
openbare basisschool De Poel in
's-Heer Abtskerke. Het kan zijn,
want 19 leerlingen leveren in
principe te weinig punten op
om een voldoende te halen bij
minister Deetman. En
aangezien er nog steeds op
onderwijs moet worden
bezuinigd, staat het
Zuid-Bevelandse schooltje op
de zwarte lijst.
Alles went. Vijfjaar geleden had
directeur Van Kessel wèl een
doorwaakte nacht. Dat was toen
hij te horen kreeg dat een gezin
met drie schoolgaande kinderen
het dorp zou verlaten. Daarmee
kwam zijn school voor het eerst
onder de opheffingsnorm
terecht. De schooldirecteur: „Op
dat moment ben ik heel erg
geschrokken. Het gevaar van
sluiting was plotseling heel
reëel. Nu lig ik er niet meer
wakker van, we werken gewoon
door. Ik heb maar één karweitje
uitgesteld: het schoolwerkplan
voor volgendjaar. Dat schrijfik
pas in april, als er zekerheid over
het voortbestaan is.
Twee lokalen, een ruim
bemeten hal en een klein
uitgevallen lerarenkamer. Dat
is De Poel, in een doodlopende
straat die aan geploegde akkers
grenst. De twintig jaar oude
schoenendoos voldoet, op de
isolatie na. In groep 1 tot en met
3 zitten drie meisjes en vier
jongens. Groep 4 is dit jaar leeg.
De bovenbouw - de groepen 5 tot
en met 8 - telt negen meisjes en
drie jongens. Aan het eind van
dit schooljaar stappen twee
leerlingen over naar het
voortgezet onderwijs, zonder
dat er nieuwe aanwas is. Een
absoluut dieptepunt: zeventien
kinderen in een school, die rond
1970 nog veertig leerlingen in de
bankenhad.
Van Kessel (41) - Arie voor zijn
pupillen - wijt de leegloop aan de
vergrijzing van het dorp. Pas de
laatste vijfjaar kwam er meer
doorstroming: ouderen zochten
het bejaardenhuis op of
overleden, twintigers namen
hun plaats in. Het eind van de
dalende tendens lijkt in zicht.
Acht huizen zijn er gebouwd, en
als de provincie toestemming
geeft wordt de nieuwbouwwij k
op korte termijn uitgebreid. Er
staat zelfs een tennisbaan op het
programma. Inclusief het
gehucht Sinoutskerke heeft
's-Heer Abtskerke nu 110 huizen,
goed voor 400 inwoners.
Na het dieptepunt in het
schooljaar 1988-1989 ziet de
toekomst er wat het
leerlingenaantal betreft
hoopvoller uit. Directeur Van
Kessel houdt de aanwas in zijn
dorp scherp in de gaten. Zo weet
hij dat er momenteel zes
tweejarigen en vijf éénjarigen
zijn. Dat belooft op korte termijn
een goed gevulde onderbouw.
Het dagelijks bestuur van de
provincie, dat een zware
adviserende stem heeft in de
beslissing over de
schoolsanering, heeft zich tot nu
toe altijd gevoelig getoond voor
wenkende perspectieven.
Zoals het hoort hebben de
leerlingen en ouders inmiddels
duidelijk gemaakt dat het
voortbestaan van de school van
levensbelang is voor het dorp.
In januari werd het
gemeentebestuur van Borsele
warm onthaald met
spandoeken en liederen.
De kinderen deden zelf verslag
van het evenement in het
schooldagboek. Eén van hen
schreef over de voorbereidingen:
„We moesten tekenen dat we het
leuk vonden hier op school. Ik
wist niks, toen heb ik maar een
school getekent en spandoeken
erboven, dat was best heel
moeilijk. Maar ik heb het toch
maar gedaan. Ik hoop dat de
school blijft. Dus ik doe erg mijn
best.En over het bezoek van de
gemeentebestuurders: „De
burgemeester en wethouders
zijn in Irene het dorpshuisWe
protesteren omdat de school
misschien weg moet. Ik wil dat
niet, omdat er dan niemand op
ons dorp komt wonen. En dan
wordt het een oud saai dorp. Dat
is erg vervelend en ik heb met
mijn moeder handtekeningen
opgehaald."
Het protest is geluwd, de
dagelijkse leer- en
spelactiviteiten hebben de
kinderen weer in hun greep. De
kleintjes zingen rond juf Sylvia
Scheers dat ze met de neus in de
wind fietsen. En ze breken zich
het hoofd over de verdeling van
de zelfgebakken koekyes. De 1
leerlingen van de bovenbouw
voeren in het andere lokaal
toneelstukjes op, die ze tijdens
de les hebben ingestudeerd.
Oom Hassan speelt een
onduidelijke rol, het heeft iets
met zijn verblijfsvergunning te
maken. In een ander toneelstuk
zit de schout met zijn rakkers
achter Zwarte Steven aan. „Ze
krijgen me niet te pakken",
roept de opgejaagde in
denkbeeldige galop. Het oogt
heel huiselijk allemaal.
Directeur Van Kessel laat foto's
zien van een Zeeuws schoolreisje
met de jongste leerlingen. Met
zijn allen in één auto, dat kan.
In onderwijskundige kringen
wordt soms beweerd dat een
school te klein kan zijn. Het
grootste probleem zou zijn dat
de kinderen te weinig
leeftijdsgenoten hebben om
zich uit te leven. Met een deftig
klein een dorpsschool mag zijn
moet ook anders worden
gesteld: wat gebeurt er als een
school wordt opgeheven? De
peuters hebben een heel kleine
belevingswereld. De school is
voor hen een vertrouwde
omgeving. Horen ze thuis
vertellen dat een jongen zijn
been heeft gebroken, dan zien ze
hem de volgende dag niet op het
schoolplein. Dat is voor de
kleintjes logisch. Sluiting van de
school brengt met zich mee dat
ze naar Nisse, 's Gravenpolder of
Goes-Zuid moeten.
Sociaal-emotioneel gesproken is
dat een zware inbreuk op hun
leefwereld."
Welgeteld zit De Poel ruim
ónder het als ideaal
Voor alle onderdelen zijn
gedetailleerd uitgewerkte
lessystemen beschikbaar, waar
de kinderen individueel mee
aan de slag kunnen. In
vaktermen is er sprake van een
geïntegreerd scholenmodel,
waarbij de structuur van de
afzonderlijke klassen wordt
doorbroken. Met drie of vijf
verschillende groepen in één
lokaal is dat de enige werkbare
methode.
„We bieden de leerstof aan, zoals
dat vroeger op de kleuterschool
gebeurde. Prestatiedrang
kennen we niet", vertelt
directeur Van Kessel tijdens zijn
rondleiding. De kinderen van de
onderbouw brengen die
basisfilosofie treffend in beeld.
Adriaan, Maartje en Michiel van
de eerste groep tekenen
in het project wordt
aangeboden, in Abtskerke al
grotendeels bleek ingevoerd te
zijn. Dat scheelde veel werk.
Desondanks vraagt de school in
deze spannende maanden extra
veel tijd. Van Kessel schat dat
hij gemiddeld één avond per
week thuis is. Vooral de
protestactie was
arbeidsintensief. Het resultaat
was er naar: tijdens een druk
bezochte vergadering sprong
het dorp als één man voor de
school in de bres.
En dat was maar goed ook, want
steun van de
dorpsgemeenschap kan een
factor zijn die wordt
meegenomen in de beslissing
over het voortbestaan van de
school. Vooral de rol van de
schooldirecteur is in een
woord: de sociaal-emotionele
ontwikkeling van de leerlingen
zou er door geremd worden.
Arie van Kessel kent die
geluiden. En is het er
hartgrondig mee oneens. Wat is
te klein? Een ondergrens valt
volgens hem moeilijk aan te
geven. Voorzichtig: „Als je in
elke groep drie kinderen hebt,
dan kun je probleemloos
werken. Heb je er minder, ja, dan
moet het onderwijs worden
aangepast." Hij noemt de school
een weerspiegeling van de
dorpsgemeenschap. Weinig
kinderen in de klas, dat betekent
dat er in het dorp weinig jeugd is.
Niets aan de hand dus, want de
omstandigheden thuis
verschillen niet of nauwelijks
van die in de onderwijssituatie.
Van Kessel: „De vraag over hoe
voorgestelde aantal van drie
leerlingen per groep. Dus moet
het onderwijs aan de niet
optimale omstandigheden
aangepast zijn. Dat klopt. Het
lesrooster is uit zogenaamde
dagritmische delen
opgebouwd. De werkwijze op de
vroegere kleuterschool heeft
daarvoor model gestaan. Geen
aparte vakken, maar
groepsactiviteiten bepalen het
schoolritme. Expressie,
projecten voor aardrijkskunde,
geschiedenis en kennis der
natuur, beweging. Elke dag
begint met een kringgesprek.
Na die ontspannen
binnenkomer wordt er tijdens
de ochtenduren vooral aan
rekenen en taal gewerkt. Na de
pauze krijgen expressie en
beweging de meeste nadruk.
golvende lijnen, een
motoriek-oefening die als
voorbereiding op het schrijven
geldt. Aan een ander tafeltje zijn
André en Bas (groep 2) een stap
verder, en tekenen letters na. In
groep 3 - de vroegere eerste klas -
worstelen Katinka en Corine
met heuse schrijfoefeningen. Na
gedane arbeid is er tijd voor
ontspanning in de poppen- of
blokkenhoek.
De school draait sinds vorige
maand mee in een provinciaal
onderwijsproject, dat speciaal
ter ondersteuning van de kleine
basisscholenis opgezet. De
directeur: „Voor ons is dat een
manier om te laten zien dat we
alles willen aanpakken om het
hoofd boven water te houden.
Het gaf veel voldoening dat het
geïntegreerd scholenmodel, dat
kleinschalige samenleving van
doorslaggevende betekenis. Het
zou niet voor het eerst zijn dat
ontactisch optreden van een
schoolleiding ouders doet
besluiten om hun kroost in één
van de omliggende dorpen naar
school te laten gaan. In
Abtskerke blijkt de godsdienst
voor een openbare school nog
altijd een teer punt: zes
kinderen volgen elders
gereformeerd onderwijs. Drie
anderen hebben - aldus de
schooldirectie - uit persoonlijke
overwegingen voor Goes en
Nisse gekozen.
Directeur Van Kessel weet maar
al te goed hoe kwetsbaar hij is.
Voor de leerlingen mag hij dan
Arie zijn, voor een belangrijk
deel van de dorpelingen blijft hij
'de meester'. Dat schept
verplichtingen. Hij zegt:
„Inderdaad, een dom incident
kan je je school kosten. Vandaar
dat jein feite altijd op je tenen
loopt." Het plaatselijk
schoolhoofd wordt een
stimulerende en actieve taak in
het verenigingsleven
toegedacht. In 's Heer
Abtskerke is daar volgens Van
Kessel niet zo'n behoefte aan, er
komt meer dan genoeg van de
grond. „Als ik een voorbeeld zou
moeten noemen", zegt hij, „dan
heb ik wel de aanzet gegeven tot
de oprichting van de toneelclub.
Dat is een succes geworden, nog
altijd zijn daar 25 van de 100
gezinnen bij betrokken."
Bijkomend probleem wat de
deelname aan dorpsactiviteiten
betreft is natuurlijk dat de
school de laatste jaren steeds
meer aandacht is op gaan eisen.
Onderwijsvernieuwing vraagt
nu eenmaal extra inzet van de
betrokken leerkrachten.
Bovendien moet voor de
reguliere schoolfestiviteiten
ruim tijd worden uitgetrokken.
Het ophalen van oud papier
oogt weinig spectaculair, maar
het moet wel gebeuren. De
opbrengst - 4 cent per kilo -
wordt in het schoolfonds
gestort. Met dat geld kan
bijvoorbeeld een bonte avond
worden gefinancierd.
Een half uurtje handvaardigheid
na het opwindende
toneelspelen. „Arie, die lijm
houdt helemaal niet." Het
meisj e uit één van de
eindgroepen kijkt hem vragend
aan. Een lijmklem blijkt het ei
van Columbus. Van Kessel
hecht aan een goede
verstandhouding met zijn
kinderen. Voor de
buitenstaander heeft de school
nog het meest weg van een zich
steeds herhalend familiefeest.
Moet daar een definitieve streep
door worden gezet? Nog een
paar foto's voor het
schoolalbum: Arie met zijn
schoolverlaters, terwijl hij
pannekoeken voor ze bakt. Een
jaarlijks terugkerende traditie,
vlak voor de kinderen de grote
wereld instappen. Wie zou dat
niet in stand willen houden?
JAN VAN DAMME
Op de foto: 'School De Poel'.
foto wim riemens
i