'Mam
Botersmokkelaars schoten vroeger bijna nooit teru
SCHIPPERSJEUGD-1NTERNAAT KONINGIN JULIANA
Douanier
Rinus van Westen
PZC/streek
Petit hotel
Groepsleiders
Contact
AFFINITEIT MET WATER MOET HERSTELD
Pistool
Botersmokkel
Feeling
Dubbele bodems
WOENSDAG 10 FEBRUARI 1988
Wij willen verlengstuk
van de ouders zijn
TERNEUZEN - Internaat. Wie het woord hoort denkt eerder aan de tijd dat de kerk heel wat
van dergelijke instituten bestierde. Of aan nog strengere kostscholen waar orde, tucht en disci
pline belangrijker waren dan ontplooiing en andere verworvenheden van modern onderwijs.
Wie met zo'n vooroordeel het internaat voor schippersjeugd 'Koningin Juliana' aan Rozen
straat in Terneuzen binnengaat komt bedrogen uit. Doet de binnenkomst via de van binnen uit
te openen voordeur nog even het ergste vrezen; eenmaal deze sluis gepasseerd blijkt aan het
woord 'internaat' voortaan een andere inhoud te moeten worden gegeven.
In vroeger dagen was de zorg voor kin
deren van binnenschippers en kermis
exploitanten meestal een zaak van de
kerken. In 1947 pas begon een ontwik
keling die met name voor het inter
naat te Terneuzen, achteraf gezien, de
basis bleek te zijn. In samenwerking
met de Hervormde kerk werd opge
richt de Stichting Hervormde Interna
ten te Amsterdam. Deze stichting telt
nu zeven internaten in Amsterdam,
Groningen, Terneuzen met elk één in
ternaat; Rotterdam en Zwolle, die
twee internaten binnen hun grenzen
hebben.
In Terneuzen begonnen de activitei
ten om schipperskinderen te huisves
ten in een nood-gebouw in 1959, gelijk
tijdig met de opening van de schip-
persschool. Een aantal nieuwe flats
werd hiervoor tijdelijk door medewer
king van gemeentebestuur en woning
bouwvereniging beschikbaar gesteld.
Deze allesbehalve ideale situatie
vroeg om een echt internaat. Hiertoe
werd in 1963 een actiecomité opge
richt. Dit resulteerde uiteindelijk in
het internaat voor Schippersjeugd
'Koningin Juliana' dat nu twintig jaar
geleden, op 15 augustus 1968. door
Prinses Margriet werd geopend.
Nu kampt het tehuis voor schippers
jeugd alweer met ruimtegebruik. Meer
door de veranderde normen die voor
de opvang en verzorging worden aan
gelegd, dan als gevolg van voortgaan
de groei. Want bij schippersgezinnen
gaat het op zeker gebied al net zo als
aan de wal: ze worden kleiner.
Honderdzeventien kinderen herbergt
het internaat op dit moment, in leef
tijd variërend van zes tot achttien
jaar; 51 personeelsleden zorgen dat
het petit-hotel 24 uur per dag draai
end blijft. Ook 's nachts zijn vier
groepsleiders aanwezig in geval er
zich bijzonderheden zouden voor
doen. De kinderen zijn onderverdeeld
in drie categoriën; LO'ers- in de leef
tijd van zes tot vijftien jaar-, VO'ers-
in de leeftijd van vijftien tot achttien
jaar en vijf BKB'ers die rond de acht
tien jaar oud zijn. De afkortingen
staan voor achtereenvolgens lager- en
voortgezet onderwijs en voor Begelei
de Kamer Bewoning.
Bij de jongste groep bevinden zich ook
de dertien-jarige Marina Kleine met
haar drie jaar jongere broertje Xander.
Het schip dat als ouderlijke woning
dient ligt in Sas van Gent. Hun moe
der. Aletta Kleine, is in het internaat
om wat te vertellen over haar taak als
lid van de oudercommissie. In de ou
dercommissie is ze aanwezig bij sollici
tatiegesprekken voor nieuw personeel
en woont tevens de vergaderingen bij
van het Landeüjke Oudercontact voor
Varenden.
Aletta Kleine: „Het beoordelen van
mensen is niet iedereen gegeven. An
derzijds mag je niet vergeten dat wij
onze kinderen voor een aantal dagen
uit handen geven aan met name de
groepsleiders. En het is vaak erg moei
lijk ons te bereiken als onverwachts
iets zou gebeuren. Wanneer je bedenkt
dat de kinderen al op hun zesde de
deur uitgaan, wat toch erg jong is, dan
moet er toch ook van de kant van de
ouders vertrouwen in de leiding zijn".
Zoals velen heeft ook het gezin Kleine
niet gekozen voor een pleeggezin. „Als
daar wat mis gaat is de kring waarop
de kinderen kunnen terugvallen veel
kleiner dan op het internaat. Er is daar
geen alternatief. Daarbij heeft het in
ternaat als voordeel dat de kinderen
rekening leren houden met anderen en
eerder zelfstandig gaan denken, wat
later als ze gaan varen van pas kan ko
men", aldus mevrouw Kleine. In het
geval van haar tweetal zeker nuttig
omdat Marina en Xander beiden terug
aan boord willen.
Volgens de verticale leeftijdsopbouw
worden de kinderen in groepen van
vijftien tot zestien kinderen inge
deeld, jongens en meisjes bijeen. Een
dergelijke groep begint dus bij de
jongsten en loopt tot de vijftien- jari
gen. Een vorm die is ingevoerd door
de huidige directeur A.E.G. Koers, nu
elf jaar in deze functie werkzaam op
het internaat. Hij koos voor het grote
gezinsmodel. Daarvoor bestond per
sexe de horizontale leeftijdsopbouw.
„Maar dit werkt niet, 15 kinderen van
dezelfde leeftijd. Volgens het huidige
systeem kennen wij ook geen 'enige'
kinderen. Iedereen heeft nu een oude
re of jongere broer of zus", licht ad
junct-directeur E. Wijnans het pa
troon toe.
Iedere groep telt drie groepsleiders/
sters. Janny Kampman en Henny van
Dussen zijn als zodanig betrokken bij
respectievelijk de groep Krekels en
Fazanten (iedere groep heeft een die
rennaam). De vijftien kinderen hebben
de beschikking over een leefkamer
waar de maaltijden worden gebruikt,
radio en televisie staan en een klein
keukentje waarin bij toerbeurt de af
was wordt gedaan. Voor de kinderen is
evenwel nog belangrijker de aanwezig
heid van een telefoon in de kamer. Hier
zitten ze vaak in afwachting van het
telefoontje van pa of ma met de laatste
nieuwtjes.
Om zich te kunnen oriënteren op de
positie van hun ouders hangt er ook
een vaarwegenkaart van Europa, waar
vlaggetjes met de naam van het schip
erop aanduiden waar het ouderlijk
schip zich bevindt. De link naar de ou
ders wordt daar waar mogelijk gelegd.
Janny, Henny en hun 27 collega's heb
ben verder de taak te zorgen dat de
aan hun toevertrouwde jongens en
meisjes hun huiswerk verrichten, dat
de kleintjes naar school of vereniging
worden gebracht. Het overnemen van
de taak van de ouders dus? Beide da
mes zijn voorzichtig met dit laatste te
bevestigen. Janny Kampman, 31 jaar
en tien jaar werkzaam op het inter
naat: „De ouders hebben soms moeite
om het vervangende gezinsaspect van
het internaat te aanvaarden. Volgens
de letter werken we ook in de eerste
plaats verzorgend. Maar dat hier auto
matisch ook opvoedkundige taken bij
komen is niet uit te bannen. Na ver
loop van tijd realiseren de ouders zich
dat het stukje opvoeding dat wij hun
kinderen meegeven gebeurt in de
geest van en in samenwerking met de
ouders".
Henny Dusman, twee jaar jonger dan
haar collega en in tegenstelling tot de
ze wel afkomstig uit de binnenvaart,
kent het internaat al vanaf haar tiende
j aar, toen zij er werd toevertrouwd aan
de zorgen van de leiding. Ook haar
twee jongere zussen en haar broertje
hebben hier gebivakkeerd.
Toch is ook zij voorzichtig om te spre
ken over de relatie ouder-leider, hoe
wel ze meent dat er over het algemeen
weinig problemen zijn. „Iedere veer
tien dagen hebben we wel even con
tact wanneer de kinderen worden ge
haald. En dit blijkt in de praktijk
meer dan voldoende. Wij moeten ons
bedenken dat vooral de jonge kinde
ren in het begin ervaring in het leven
aan de wal missen. Ook hebben ze
meestal geen kleuteronderwijs geno
ten. Deze achterstand dient eerst te
worden weggewerkt. Als dat eenmaal
is gebeurd dan merk je dat de schip
persjeugd veel eerder dan walkinde
ren zelfstandiger leren zijn. Dan ook
groeit het vertrouwen tussen hen en
ons en de groep waarin ze leven. En
omdat we de echte perikelen zoals die
bij ieder kind komen, doorgeven aan
de ouders beseffen beide partijen dat
wij in feite een verlengstuk van de ou
ders willen zijn", aldus Henny. Het
verzorgen van de dagelijkse hap ge
beurt onder leiding van Koos de Graaf.
Als hoofd van de keuken, moet hij met
twee koks en twee part-time krachten
zorgen dat 125 personen de inwendige
mens kunnen versterken. Een man
van gewicht, deze voormalige koop
vaardij- en horeca-kok, die zich thuis
voelt binnen dit wereldje. De jaarlijkse
topper voor de Graaf is het koud buffet
dat hij op de ouderdag de ouders voor
zet. Trots laat hij de foto's zien, ge
maakt bij vorige gelegenheden. Dit
jaar wordt de ouderdag vrijdag 12 fe
bruari gehouden. De dag wordt afge
sloten met een feestavond in het Zuid-
landtheater waaraan alle kinderen op
één of andere wijze meewerken.
Een aparte groep zijn de BKB'ers.
Beppie ten Kate, Jelly Klompien, Len
ny Bondewel, Nathalie de Groot en
Jan Suiker wonen binnen de muren
van het internaat op een eigen kamer.
De meesten hebben een lange erva
ring in het huis achter de rug en hoe
wel best tevreden met de gang van za
ken, zijn ze het allemaal een beetje
beu. Dit laatste jaar beschouwen ze
als een goede voorbereiding op volle
dige zelfstandigheid. Ze koken in een
gezamenlijk keukentje, mogen vrien
den ontvangen en doen hun eigen
boodschappen. Toch balen ze een
beetje van het feit dat ze wel erg dicht
'wonen' bij het kantoor van de direc
teur, met andere woorden ze zijn auto
matisch onderhevig aan een sociale
controle. Hun een jaar eerder 'uitge
treden' vriendin Netty Klompien is
toevallig te gast en beaamt dat de zelf
standigheid bevrijdend heeft ge
werkt na dertien jaar internaat. „Dan
ben je dat groepsgedoe goed zat", is
Netty's ontboezeming.
Voor de vijf is er een part-time bege
leidster: Henny Klein Hesselink. Sinds
het invoeren van de BKB, nu vier jaar
geleden, is zij de BKB-toeverlaat. Ze
wordt gewaardeerd om haar inzet en
het is opmerkelijk hoe positief de vijf
over haar denken. Ongebruikelijk mis
schien, maar niet verwonderlijk om
dat zij bijvoorbeeld beaamt dat deze
groep van achttien-jarigen inderdaad
teveel sociale controle ervaart. Derge
lijk medeleven ligt natuurlijk best in
de groep.
Het schippersinternaat. Waar de vrije
tijd gevuld kan worden met biljarten,
tafeltennis, spelletjes doen en orgel
spelen. „Voor andere ontspanning pre
fereren wij het toetreden tot verenigin
gen in de leefgemeenschap buiten het
internaat", zegt adjunct Wijnans.
Waar duizendpoot-onderhoudsman
Teus de Groot iedere dag 'spreekuur'
houdt om kleine mankementen aan
fietsen en dergelijke samen met de be
woners te verhelpen. Waar een keer
per jaar de dertien tot vijftien-jarigen
vier dagen gaan wildwatervaren. Een
besloten gemeenschap, dat wel, maar
met een sfeer die beslist niet doet den
ken aan het internaat-oude stijl.
PIERRE EIJSACKERS
Kijkje in de keuken van de 'ouderen': Nathalie de Groot, Jan Suiker en Beppie
*fps
Boulevard met op de voorgrond het zwembad.
TERNEUZEN De plannen voor de Scheldeboulevard komen deze week
definitief uit de ijskast. Terneuzen wordt een stad met allure als de dro
men werkelijkheid worden. Driehonderd exclusieve appartementen aan
een nieuw te creëren boulevard, een golfslagbad, een paviljoen en een
wegrestaurant moeten Zeeuws-Vlamingen, toeristen en (Belgische) re
creanten verleiden tot een 'dagje Terneuzen'.
De 'ras-Terneuzenaar' José Doorns getale hierheen komen. En denk
is al twee jaar bezig met plannen
voor de Scheldeboulevard. Het
heeft heel wat lobbyen, tekenen,
schaven en praten gekost, maar nu
ziet het er dan ook naar uit dat het
uitgevoerd wordt. Doorns verwacht
dat de face-lift van Terneuzen hal
verwege de jaren negentig zal zijn
voltooid. „Iedereen is enthousiast.
Negatieve reacties heb ik niet ge
hoord op de laatste plannen. Als de
politiek nu ja zegt, kunnen we aan
de gang."
Het aanzicht van de Scheldeboule
vard is Doorns al lange tijd een
doorn in het oog. „Tot in de jaren
zestig voeren de schepen bij wijze
van spreken midden door de stad.
Na het aanleggen van die hoge dij
ken en de nieuwe sluizen kun je al
leen van een afstand het scheep
vaartverkeer nog waarnemen. En
dan moetje ook eerst nog op een ho
ge dijk klauteren. Ik zal de laatste
zijn om te bestrijden dat die dijken
niet nodig waren na de watersnood
ramp. Maar Terneuzen raakte na
tuurlijk wel zijn grootste charme
kwijt, de binding met de Wester-
schelde." Ter illustratie haalt
Doorns een fotoboek te voorschijn.
Foto's van de kop van Terneuzen
van nu naast nostalgische plaatjes
van 'toen'. „Zeg nou zelf, die oude si
tuatie had toch veel meer stijl."
De Scheldeboulevard moet volgens
Doorns zo worden aangekleed dat
de „affiniteit met het water opnieuw
zichtbaar wordt". Wandelaars moe
ten van oost naar west (of andersom)
kunnen lopen en dienen de moge
lijkheid te hebben onderweg ver
schillende activiteiten te ontplooi
en. „Het plan is zo opgezet dat er om
de 500 meter een gelegenheid is
waar iets gedaan kan worden. Aan
de westkant komt het paviljoen,
dan ter hoogte van het stadhuis het
wegrestaurant, dan voorbij de wa
tertoren het golfslagbad en tenslot
te het Churchillhotel. Tussen deze
vier punten moeten dan nog wat leu
ke plekjes aan de dijk worden aan
gelegd. Een zitje, een bloembakje en
een lantaarntje. Dan hebben we
toch een prachtige promenade
langs de dijk."
De aantrekkingskracht van Terneu
zen zal door uitvoering van de ver
schillende projecten aan de Schel
deboulevard enorm toenemen,
meent Doorns. „Terneuzen zal nog
meer een centrumfunctie voor
Zeeuwsch-Vlaanderen krijgen. Dag
jesmensen uit België zullen in grote
eens aan het golfslagbad als slecht-
weervoorziening voor toeristen in de
zomer. De ABC-vestiging zal Ter
neuzen ook extra aantrekkelijk ma
ken als winkelstad. Alles bijelkaar
enorme mogelijkheden op promo
tioneel gebied."
De namen van het appartementen
complex Stuvesande en het wegres
taurant de Steenen Beer zijn beide
ontleend aan de geschiedenis van
de Westerschelde. Stuvesande was
de naam van de uiterste punt van
Zuid-Beveland een paar eeuwen te
rug. „Dat gebied is al lang wegge
spoeld. Maar vroeger was de Wes
terschelde veel smaller. Er zat mis
schien een paar honderd meter
tussen Terneuzen en Stuvesande.
Ellewoutsdijk ligt een stuk verder
weg", doceert Doorns. De Steenen
Beer was een uitwatering die vroe
ger ter hoogte van het huidige stad
huis lag. „Een sociaal ontmoetings
punt waar je vroeger als Terneuze-
naren bijelkaar kwam. Dat is ook
net de bedoeling van het wegres
taurant."
De verwezenlijking van het totale
project vergt zo'n zestig miljoen gul
den. „De financiering is geen enkel
probleem", stelt Dooms. Hij wil ech
ter geen namen noemen, want „er
zijn meer kandidaten. En we moeten
nog eens op een rijtje zetten met wie
we uiteindelijk in zee gaan." De de
boulevard moet het bestemmings
plan worden gewijzigd."
Omdat er veel aan de dijken ge
werkt moet worden en er zelfs een
stuk boulevard bijkomt bij het golf
slagbad en het appartementencom
plex heeft Rijkswaterstaat geëist
dat de gemeente als vergunning
houder optreedt. „Als gemeentebe
stuur willen wij de kar trekken en
een voorwaarden scheppend beleid
voeren. Daarom hebben wij ook niet
teveel problemen gemaakt om als
vergunninghouder te fungeren",
vertelt Gosselaar.
De ambtelijke coördinator van de
gemeente, T. J. de Brauwer, zegt dat
de verantwoordelijkheden via de ge
meentelijke ontwikkelingscontrac
ten gewoon doorgesluisd worden.
„Voor Rijkswaterstaat is het na
tuurlijk een stuk makkelijker om
één verantwoordelijke instantie te
kunnen aanspreken. Voor hen was
ook belangrijk om met een over
heidslichaam samen te kunnen
werken."
De gemeente Terneuzen is niet van
plan deel te nemen in één van de
projecten. „Risico's willen we al
gemeente niet nemen. Dat is des otj
dernemers. Dat wil niet zeggen da
we geen vertrouwen in de projecte
hebben, maar wij willen niet op d
ondernemersstoel gaan zitten. ffl
gemeentebestuur is wel bereid on
wat geld te investeren in het ven
raaien van de nieuwe wandelroutJ
en het verbeteren van de infrJ
structuur", aldus Gosselaar. B enJ
denken daarbij ook aan het vei
plaatsen van de bushaltes aan ht
Oostelijk Bolwerk. De haltes voo
het stadhuis zorgen nu voor nog si
wat problemen. In de plannen voo
de Steenen Beer is een nieuw bus
station ingetekend naast het stal
huis. Het overleg met de ZWN ove
de definitieve plaats is nog niet a
gerond.
Zo zijn er nog wat details die de ga
meente nog wil bestuderen. Het co
lege wil bijvoorbeeld een 'totale vj
sie' voor de Steenen Beer ontwikk
len. Zo moet nog worden bekeken
er tussen het wegrestaurant en Ir;
stadhuis ruimte voor woningbou
of voor kantoorruimte komt. He
bouwen van de woningen op Stuv
sande zal afhankelijk van de behoe
te moeten plaatsvinden. - Oo
Dooms betoogt dat de markt nie
mag worden overvoerd. „Aan lee
stand heeft niemand iets. Er worde
vijf verschillende soorten schift'
rende woningen gebouwd. Het ui
zicht is uniek, op Stuvesande word
de enige echte boulevard aangeleg
die Terneuzen ooit rijk zal zijn. 1
ben dus zeer optimistisch over
verkoop. Maar we kunnen per ja
bekijken of we er bijvoorbeeld vee
tig of 75 bouwen."
De raadsleden van Terneuzen ku
nen volgende week vrijdag in he
WV-gebouw aan de Burgemeeste
Geillstraat een expositie bekijke
over 'Wonen in Terneuzen'. Da"
zullen ook alle plantekeningen e
schetsen voor de Scheldeboulevar
te zien zijn. Andere belangsteller,
den kunnen vanaf zaterdag 20 f
bruari de tentoonstelling ook bekij
ken. Vanaf vanavond komen
plannen al aan de orde in divers
commissievergaderingen.
Wethouder Gosselaar heeft er all
vertrouwen in dat de gemeenteraa
binnenkort positief zal beslisse
over het voorbereidingsbesluit o
het bestemmingsplan te verande
ren. Hij hoopt ook dat de uitwerkin
van de ideeën niet al te lang op zie
laat wachten. „Politiek gezien lig
gen de plannen honderd procen
goed. Het is niet de bedoeling datd
plannen voor de Scheldeboulevar
zes jaar lang in de krant verschijne
zonder dat er iets van de gron
komt."
René Hoonhon
Rinus van Westen met een van zijn eer
ste capes.
AXEL- 'Botersmokkelaars op de
vlucht voor Rinus van Westen' zou de
titel van een onvervalste thriller kun
nen zijn. De 60-jarige douanier uit
Axel maakte onlangs gebruik van de
VUT. De ervaringen over de roem
ruchte smokkelperiode komen vlot
uit de mond van Van Westen. Het wa
ren de vijftiger en zestiger jaren die
grotendeels in het teken van de boter
smokkel stonden. De tijd van de kilo's
boter die de grens overgingen. Van de
pantserwagens, spectaculaire achter
volgingen, kraaiepoten en versper
ringen. Het grensgebied Zeeuwsch-
Vlaanderen was 34 jaar het domein
voor de Axelaar. Elk paadje, elk
boompje kende hij in het Zeeuws-
Vlaamse land en zijn fanatisme dreef
hem soms wel erg ver.
Van Westen heeft de 'groten' van wel
eer allemaal gekend en veel smokke
laars 'gepakt'. Namen noemt hij in eer
ste instantie liever niet, maar later val
len toch even de namen van dé
'smokkelprins' Roman Hemelsoet en
de gebroeders Frans en Jo Verbiest.
Van Westen: „Hemelsoet mocht ik niet
zo graag, omdat hij altijd overdreven
sterke verhalen had. Met de 'Verbiest-
jes' had ik weinig problemen, hoewel
ze moeilijker te vatten waren. Ze
woonden op vijftig meter van de grens
in Sas van Gent. Hun vader had een
slagerij. Och ja, botersmokkelaars
hadden toen nog respect voor ambte
naren, dat wel. Ze schoten bijna nooit
terug en werkten samen volgens een
bepaalde code. Eén keer heb ik het
meegemaakt, dat ik met een collega
op het punt stond in de buurt van Clin-
ge twee mannen te pakken. Ze sloegen
echter nog net op de vlucht en begon
nen - in paniek geraakt - terug te schie
ten. Ik vertrouwde dat niet. Later ble
ken het stropers te zijn."
Rinus van Westen rolde, wat in die tijd
vaker gebeurde, onverwachts in het
vak. In zijn geboorteplaats Borssele
werkte hij eerst in het boerenbedrijf en
op zijn twintigste jaar werd hij bu
schauffeur. „Het was hard werken en
weinig verdienen. Een maagoperatie
hielp me in die periode er net over
heen."
Een kommies uit Borssele adviseerde
Van Westen om te solliciteren bij de
douane. Zonder enige vooropleiding
kreeg hij op 1 september 1954 zijn aan
stelling op proef in Retranchement.
„Ik herinner me nog goed, dat ik eerst
op de kaart moest kijken waar Re
tranchement lag. Mijn dienstgeleide
heette Hakkert. Hij trok een la open
en haalde er een pistool uit. Kijk, zei
hij, ik laat je even zien hoe dat werkt
en dan ga je vanmiddag op dienst."
Van Westen volgde daarna nog wel een
cursus voor grenskommies, die een
jaar duurde. Omdat de cijfers op de
tentamens boven de zeven waren,
kreeg hij het andere jaar per 1 juli een
vaste aanstelling.
„In die jaren werd aan de grens alles
afgepakt. Ook was er een scherpe pas
poortencontrole. De Belgische douane
zat ook bij ons. Zij waren gek op drank.
Veel Belgen probeerden in die tijd fles
sen jenever of andere alcoholische
dranken vanuit Nederland de grens
over te smokkelen. De controle was ex
tra scherp. Bij aanhouding trokken de
Belgische automobilisten gauw de fles
open, namen een slok en gooiden de
fles in de berm onder het motto 'wij
niks, jullie ook niks'. Toen de auto's uit
het zicht waren, spoedden de Belgi
sche douaniers zich naar de plaats om
de flessen op te halen. Het gevolg was,
dat ze vaak dronken waren."
De botersmokkel raakte in opkomst
en een eerste kennismaking met de
smokkelaars liep bijna verkeerd af.
Op klaarlichte dag keek Van Westen
vanuit het café 'De Witte Koksmuts'
langs het kanaal bij Retranchement
naar buiten. „Ik zag mensen op de uit
kijk staan. Op de dijk kwam een auto
aangereden; Ik naar buiten want ik
rook onraad. Hoewel ik geen dienst
had, probeerde ik de auto met de volle
lading boter te stoppen. De uitkijk
posten waren inmiddels op de vlucht
gegaan. De eerste beste steen gooide
ik door de ruit, maar ondanks de ka
potte voorruit reed men door. Mijn
vrouw zag dat de bijrijder bloedde.
Achteraf had ik dit anders moeten
doen, maar het ontbrak aan enige er
varing."
In 1956 volgde de overplaatsing naar
de centrale velddienstpost in Axel.
Aan het kantoor in de Prins Hendrik
straat waren vijf man in dienst. Twee
auto's en twee motoren stonden ter be
schikking. In die tijd was er sprake van
een 'concurrentieslag' met de grens
posten. Veel plaatsen in Zeeuwsch-
Vlaanderen hadden toen een douane
post. De dienst gebeurde op de fiets,
maar men was wel voorzien van ver
sperringen (stangen met driehoeken).
Het was altijd prijs, het regende lekke
banden. De botersmokkel nam onge
kende vormen aan. Per auto gingen
500 tot 1000 kg boter regelmatig de
grens over.
Van Westen: „Op landwegen deden we
spoordiensten. Zoeken naar speciale
banden. We konden dit zien aan het
profiel. Ook beschikte de douane over
goede informatiebronnen. Door die
vorm van samenwerking zijn er veel
smokkelaars gepakt. Soms gebeurde
er veertien dagen niks, maar dan kreeg
je er lucht van."
Via Perkpolder brachten vrachtwa
gens tonnen boter naar de zogeheten
boterboeren in Zeeuwsch-Vlaanderen.
Het was vaak een indicatie voor de
douane, dat er smokkel op komst was.
„We gingen de boeren controleren. De
ze moesten aantonen dat ze de boter
doorverkocht hadden. Wanneer een
boer zei, dat hij 500 kg boter contant
had verkocht, dan kon je op je vingers
natellen dat dit smokkelwaar was."
Door zijn 'feeling' voor het vak kwam
de ervaren douanier in de 'vrije
dienst' terecht. Hij kon zelf bepalen
wanneer hij op dienst ging. Geassis
teerd door jonge ambtenaren, die het
echte vak nog moesten leren, gebeur
de het vaak dat hij geen nacht thuis
kwam. „De meeste smokkel gebeurde
overdag, omdat dat het minste opviel.
Veel auto's reden er toen nog niet, dus
daarom gaf ik mijn ogen altijd goed de
kost. Zo weet ik nog goed, dat ik met
mijn dienstmaat in Sas van Gent een
bestelwagen tegenkwam. We moesten
een collega oppikken, maar ik ver
trouwde het niet. Plotseling zag ik de
wagen vol met boter via grensover
gang 'Staakje' richting het Belgische
Assenede rijden. We gingen direct in
de achtervolging. We schoten op de
achterkant van de wagen. De kogels
doorzeefden de boter. De bestuurder
gooide met kraaiepoten, maar dat
hielp niets. We hadden speciale ban
den die vol met kleine celletjes zaten.
Je moest steeds tegenzetten zien te
vinden. Het werd een echte wild-west
achtervolging. We probeerden op een
dijk naast de bestelwagen te komen,
maar onze auto werd de dijk afge
drukt."
Van Westen was het type, dat nooit op
gaf. Kan je de dijk af, dan kom je er ook
weer terug op, was zijn devies. De auto
werd terug gestuurd en de helse rit
ging door totdat ze plotseling weer op
Nederlands gebied waren, om precies
te zijn bij De Valcke, waar nu het sport
complex is gelegen. „Op de dijk naar
Sas van Gent reed de bestelwagen
plotseling naar beneden en kwam tot
stilstand in de polder. De bestuurder
wilde ontsnappen, maar ik sprong er
bovenop. Ik pakte zijn stropdas en
trok eraan. Mijn collega moest me er
vanaf halen. Ik was in alle staten. De
vangst was 900 kg boter."
Omstreeks 1965 was het ineens erg stil
rond de botersmokkel. De 'vangsten'
stonden stil en met name de douane
begreep er niets van. De informan
wisten meer: de boter werd weg
stopt in dubbele bodems of verse'
lende lagen van de auto's. Een ge
me bergplaats, die dure gevolgen
hebben voor de bezitters van de
to's. Wettelijk mochten de auto's
beslag worden genomen als de bo
op die plaatsen werd gevonden,
auto's vervielen dus aan de staat,,
waren prachtige auto's bij. De ch
feurs waren meestal zeldzame fi
ren. Dan wist je al, dat het niet bo
de."
Vaak gebeurde het dat smokkela
probeerden de douaniers om te kop
Veel geld werd geboden. Rinus
Westen heeft er nooit aan meegeda
„Ik weet, dat er toen twee ambten
zijn ontslagen, omdat ze meewerk
met de smokkelaars."
In 1968 deed de Axelaar zijn laa
vangst bij Terhole. In 1970 werd M
Vlissingen gedetacheerd bij de ree'
che. In die tijd was een omvangrijk
garettensmokkel in opspraak in
faartsdijk. In 1972 werd Van Weste
een reorganisatie overgeplaatst n
Terneuzen. „Het is min of meer pap
molenv/erk geworden. Opsporing
fiscaal gebied, accijnsontdui
btw-fraudes zijn nu aan de
Drugs- en wapensmokkel ko
steeds vaker voor. Vaste afspra
zijn daarover met de politie. De do
ne heeft daarbij een ondergesclu
rol. Als j e nu mensen van hun bed b
moet je oppassen dat ze geen f
klacht tegen je indienen. Vroeger*
daar niet over gedacht. Toen wa;
wederzijds respect tussen doua»
en smokkelaars. Een tijd om nooi
vergeten", vindt Rinus van Weste"
AectorDoa