Jupiter staat tussen ram en vissen en Mars zit in de weeg schaal. Het Zeeuws planetarium is weer bij de tijd. Na een grondi ge restauratie kan het tot huiskamerformaat terugge brachte zonnestelsel van de Middelburgse aristocraat Van de Perre opnieuw met goed fatsoen aan den volke worden getoond. Twee eeuwen geleden spraken bewonde raars over een Walchers wereldwonder. Dat was overdre ven. Toch blijft het planetarium ook nu nog tot de verbeel ding spreken. euforie PZC caxMl DONDERDAG 31 DECEMBER 1987 de aarde tussen tweeling en stier Eén van de houten jongetjes van de beeldengroep, bo venop de kast, is kaal. Jaren lang hebben geleerden naar een verklaring gezocht. Van hout worm hadden alle drie de cheru bijntjes te lijden, dus dat kon het niet zijn. Restaurateur Riaan Rijken in Middelburg brengt na jarenlange knagende onwetendheid licht in de zaak. De drie dikkerdjes stellen vol gens hem de ontwikkeling van de wetenschap voor. Het eerste nog kale kind is jong, en lijkt een simpel kompas als een dis cus te hanteren. Zijn oudere broer - voorzien van een weel derige haardos - speurt de he mel met een sterrekijker af. De oudste en langst behaarde jon geling heeft zich de benodigde theoretische kennis eigen ge maakt, hij zet graden af op een wereldbol. Sinds kort zijn de drie studiebol- len weer de smaakvolle bekro ning van het Zeeuws planeta rium. Rijken heeft ze grondig on derhanden genomen. De hout worm is uitgeroeid, hun gangen zijn gedicht en de originele mar- merkleur is hersteld. Ook de mo numentale kast, waarin het me chanisch aangedreven model van het heelal is ondergebracht, oogt als nieuw. Meer dan zestien honderd uur heeft de restaura teur er aan gewerkt. De Middel burgse uurwerkmaker H. Hoits- ma zette de planeten en de aarde in de juiste stand ten opzichte van de zon. Johan Adriaen van de Perre - tweehonderd jaar ge leden een rijk en vooraanstaand Middelburger die het initiatief nam voor de bouw van het tot nu toe enige echte Zeeuwse plane tarium - zou tevreden geweest zijn. Eerder deze maand werd het pla netarium in volle glorie in het Zeeuws Museum opgezet. De aarde zweeft tussen tweeling en stier, Mercurius zit bij de schut ter, Venus verwijlt tussen water man en vissen, Mars zit in de weegschaal, Jupiter staat tussen ram en vissen en Saturnus houdt het bij de schorpioen. „Zo is dat", zegt Hoitsma (78). De tijd, in de breedste zin van het woord, houdt hem al langer bezig. Op zijn dertiende jaar slaagde hij er in een horloge uit elkaar te halen en zonder radertjes over te hou den in oorspronkelijke staat te herstellen. Dat is hem met het Zeeuws planetarium ook gelukt. Nu moet het uurwerk, dat de pla neten in beweging houdt, alleen nog tijdig worden opgewonden. Eén keer in de veertien dagen zou voldoende moeten zijn. Dat is overigens gemakkelijker gezegd dan gedaan. Rond 1900, ruim een eeuw nadat het plane tarium bij de ingebruikname als Walchers wereldwonder werd bejubeld, viel de klok stil. Pas aan het begin van de jaren ze ventig kon Hoitsma de raderen na een grondige restauratie op nieuw aan het draaien krijgen. Toen bleek dat het niet alleen vergeetachtigheid van de be heerders was geweest. Onderin de kast vond de uurwerkmaker een flesje raapolie. „Ja", vertelt hij, „daar hadden ze het mecha nisme mee gesmeerd. Maar raapolie stolt in de winter. En er zit een zuur in dat het koper aan tast. Het ding zag groen van el lende". Hoitsma beschikt over kwalitatief betere smeermidde len, dus daar zal het niet meer aan liggen. Na die opknapbeurt, vijftien jaar geleden, moest het uurwerk dit jaar niet opnieuw onderhanden worden genomen. Een kwestie van bijstellen, meer niet. De kast van het planetarium was er ech ter bekaaid vanaf gekomen. Een vluchtige lik eikehout-imitatie- verf, meer kon er in 1972 niet af. Riaan Rijken (35) heeft afgelo pen maanden de schade gerepa reerd. Zoals het hoort heeft hij het houten meubel schoon ge maakt en met een olijfhout-imi tatie bedekt. Een trotse Van de Perre. Zijn planetarium heeft, zij het met moeite, de tand des tijds weer staan. De Middelburgse aristo craat maakte mooie sier met zijn mechanisch model van het heel al. Astronomie of sterrenkunde stond aan het eind van de ver lichte achttiende eeuw zeer in de belangstelling. Copernicus en Galilei hadden in de zestiende eeuw een nieuw wereldstelsel ontworpen, waarin de aarde niet langer het centrum van het heel al was. Alle planeten, inclusief de aarde, zouden om de zon draaien. De katholieke kerk ver zette zich aanvankelijk heftig te gen die voorstelling van zaken, Galilei werd zelfs gedwongen openlijk zijn 'dwaling' af te zwe ren. In de tijd van Van de Perre was de kerk tot bezinning gekomen. Alhoewel, geestelijken bleven soms een wat merkwaardige vi sie op de natuurwetenschap houden. Zoals de Friese domi nee Eelco Altes in Bozum bij Franeker. Het bericht dat in 1774 de maan en de vier planeten Mercurius, Venus, Mars en Jupi ter vanuit de aarde gezien op één lijn zouden staan, was voor de geestelijke aanleiding om hel en verdoemenis en - meer speciaal - de vernieling van het zonne stelsel te prediken. De Friese plattelanders reageerden zo pa niekerig, dat het provinciebe stuur zich genoodzaakt zag de in H. Hoitsma (zittend) enA. Rijken. fotografie wim riemens Gemarmerde cherubijntjes druk verschenen onheilsprofetie in beslag te nemen. Eise Eisinga in Franeker, die al jaren in de sterrenkunde liefhebberde, ver baasde zich over de waanideeën van zijn landgenoten. Om te la ten zien dat de merkwaardige stand van de planeten logisch kon worden verklaard bouwde hij in zijn huiskamer zijn be roemd geworden en nog altijd te bezichtigen planetarium. Of Eisinga ook de interesse van Van de Perre heeft aangewak- De monumentale kast van het planetarium kerd, valt niet met zekerheid te zeggen. Los daarvan bestond er in gestudeerde kringen op Wal cheren toch al belangstelling voor sterrenkunde. De bouw van een planetarium lijkt daar van een logisch uitvloeisel. Wel staat vast dat de Zeeuwen van uit een andere optiek werkten dan de Friezen. Eisinga wilde waanideeën ontmaskeren. De Zeeuwse eilandbewoners daar entegen koppelden de weten schap van de natuur en de ster ren wonderwel aan religie. Do minee Krom nam als motto in een beschrijving van het plane tarium op: „De Hemelen vertel len Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk". Een eerbetoon aan God dus. Dat de weergave van het planetenstelsel ook bijdroeg aan de faam van de initiatiefne mer spreekt voor zich. In zijn in 1982 verschenen artikel over het Zeeuws planetarium nam de Middelburgse natuurkunde- leraar H.J. Zuidervaart een ge legenheidsgedicht op, dat bijna tweehonderd jaar geleden werd geschreven bij de vijftigste ver jaardag van Van de Perre. De hoog edelgeboren heer werd let terlijk de hemel ingeprezen: „Hij klimt hoog op in Luchtver- heevelingen Om 't spoor des donders en het Weerlicht na te gaan Om de aart en werking, de orde en het bestaan der dingen, In wolken, Reegen, Wind en Hae- gel gae te slaan. Hij zweefd verrukt door 't ruim kus Kakelaar. Timmerman M. Vincke maakte de monumenta le kast 'naar den besten antic- quen smaak', beeldhouwer P. Roms sneed de guirlandes en vlechtbanden. De beschildering - 'glad olijfhout gelijk' - werd uitgevoerd door Johannes Pie pers, een schilder die volgens Zuidervaart in 1785 zeer ver dienstelijk werk aan de tapijten in de Statenzaal had verricht. Geboren uit zoveel vakman schap was het planetarium al leen aan de buitenkant al een lust voor het oog. Hoewel de kwaliteit van het uurwerk mis schien minder hoog moest wor den aangeslagen is zeker dat Van de Perre een bezienswaar digheid van de eerste orde in zijn huis aan het Hofplein - de huidi ge rechtbank - had staan. Res taurateur Rijken kan zich de eu forie van de achttiende-eeuwers voorstellen. Bij toeval ontdekte hij dat de plattegrond van de bi bliotheek in het Van de Perre- huis overeenkomt met die van het planetarium. De vier gaten in de kompashouder bovenin de kast moeten voor kaarsarmatu ren bestemd geweest zijn. „Stel je voor", droomt Rijken, „wat een schouwspel dat geweest moet zijn. Het planetarium in een donkere bibliotheek, met al leen de beeldengroep verlicht. Fantastisch". Zijn ontdekking met betrekking tot de platte gronden haalt meteen een streep door een rapport van de Rijksge bouwendienst, waarin de Van de Perre-bibliotheek als een negen- tiende-eeuws produkt wordt be stempeld. van de Zon, Maan en Planeeten, Wijst Vaste Starren aan in een Saffieren Kas, Spreekt van de onzigtb're baan der loopende Comeeten, Toond hoe de Waereldkloot steeds wenteld om zijn As. De bouw van het planetarium vergde vijf jaar, van 1782 tot 1787. Middelburgse ambachts lieden voerden het karwei uit. Horlogemaker Joseph van den Eeckhout vervaardigde het uur werk. Hij had assistentie van Jona Francis Robert en Henri- Meubelmaker Rijken heeft zich kunnen uitleven. De kast werd met loodwit gegrond, daarover heen een zelfgemaakte olijf- hout-imitatieverf, en aangewre ven met lijnolie... „Een restau rateur moet naamloos zijn, ei genlijk mag niemand zien dat je er geweest bent. Je moet je vol ledig in de geestesgesteldheid van toen verplaatsen". Het pla netarium is uitgevoerd in een mix van Lodewijk XIV en Lode- wijk XVI-stijlen. Op de deurtjes is een halve diagonaal geschil derd, die eruit ziet als een echte fineernaad. Een goed voorbeeld van de Lodewijk XIV-stijl, meent de restaurateur. De S- vormige bekroningsstukken, waarop de verzinnebeelde we tenschap rust, sluiten daarbij aan. De marmergeschilderde beeldengroep zou typerend zijn voor de iets latere naar Lode wijk XVI vernoemde kunstui tingen. Veel wit met goud, en overwegend lichte kleuren zijn de meest in het oog springende kenmerken van die stroming. „Ik hou van de stijlen van toen", legt Rijken uit. „Daar zit iets herkenbaars in, dat ook door de gewone man kan begrepen wor den. Werkelijk, in ai die moderne stromingen zie ik niets. Dat is zo vervreemd... Je snapt niet dat mensen, die dat werk maken, normaal zijn". En dat is het niet alleen. De Walcherse meubelma ker kan zich dagelijks verbazen als het gaat om restauratie en behoud van oude objecten. „Neem de Spanjaardstraat in Middelburg. Mooi gerestau reerd, maar waarom is er zoveel met plavuizen en balken ge werkt? Er zijn talloze voorbeel den van stijlvermenging. Om die reden ben ik ook behoorlijk te gen de Abdij-plannen van Cees Dam. Hoewel ik hem gelijk moet geven dat de na-oorlogse restau ratie op lang niet alle punten ge slaagd is. Maar goed, het blijft zo dat wat Dam wil doen oneindig veel brutaler is". De bestuurders mogen zich wat Rijken betreft die kritiek ook aantrekken. „Want", zegt hij, „er is geen visie. In bestuurlijk opzicht zijn we weer terug in de jaren zestig, de jaren van het nihilisme. Als ik toch denk aan de sloop van het Van Dishoeckhuis in VÏissingen, daar heb ik letterlijk om ge huild". Het behoud van het Zeeuws pla netarium maakt duidelijk dat het door Rijken gesignaleerde nihilisme nog niet overal is door gedrongen. Uurwerkmaker Hoitsma onderschrijft die opvat ting. Wie er oog voor heeft, kan volgens hem nog veel moois ont dekken. Hij zegt: „Kijk maar eens naar de uurwijzer van de klok van het planetarium. Daar wordt de maan in voorgesteld, de kleine wijzer geeft de kringloop van bijna dertig dagen aan. Dat vind ik nou leuk. Er is echt nog veel moois in de we reld" Daar valt voor hem ook het astronomisch uurwerk in de to ren van Arnemuiden onder. Een klok voor de vissers, die de maanstanden aangeeft, en een extra schijf waarop de water stand zichtbaar wordt. Hoitsma restaureerde het uurwerk in 1955, het was zijn eerste grote klus. Het planetarium van Van de Perre heeft daarna zijn hart ge stolen. Momenteel wijdt hij Rij ken in de geheimen van zijn am bacht in. De klok van het plane tarium loopt. En het is de bedoe ling dat het uurwerk nog gene raties lang de juiste stand van de planeten aan zal geven. Het heelal gevangen in een kastje, dat blijft tot de verbeelding spreken. JAN VAN DAMME

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 41