Revalidatie is teamwork PZC/ varïa Artis Jong en giftig Droef bericht natuur geboekt VROOIVIW DREESMANN dierelantijntjes Revalidatiecentrum Behandelplan Chronische ziekten Zeeland is op het gebied van paddestoelen een merkwaardige provincie. Anders gezegd: de mycoflora van onze provincie heeft een afwijkende samenstelling. Een aardige demonstra tie levert een blik in een plaatjesboek over paddestoelen. Daarin staan over het algemeen de gewonere soorten, maar veel ervan komen hier niet of nauwelijks voor. Amanieten, gordijn- zwammen en boleten zijn bijvoorbeeld maar dun gezaaid. Paddestoelen Ski boots DINSDAG 10 NOVEMBER 1987 De oorzaak van deze afwijkende pad destoelenflora is. dat de meeste bossen in ons land op arme zandgrond staan. Kleibossen komen veel minder voor en ook binnenduinrandbossen beslaan minder oppervlakte dan de bossen in het binnenland. Deze bossen hebben een ander karakter niet alleen dooi de grondsoort, maar ook door de ande re boomsoorten. Arme zandgronden herbergen veel berken en beuken, klei bossen meer populieren en iepen. In het algemeen zijn de eerstgenoemde bossen ook veel rijker aan paddestoe len. Ga maar eens een weekendje naar de Veluwe en het verschil in rijkdom en soortensamenstelling valt onmid dellijk in het oog. Toch mogen de Zeeuwse bossen er zijn. Vooral in het landelijk zeldzame type van jong bos op kalkrijke zand- of kleigrond bevat soorten zwammen die elders vrijwel niet aan te treffen zijn. Een goed voorbeeld van zo'n bos is te vinden in het terrein de Piet, op Zuid- Beveland, zo ongeveer ten noorden van Lewedorp. Hier is na de afsluiting van het Veerse Gat in 1961 bos inge plant. dat dus nu zo'n vijftien jaar jong is. Het aardige van dit gebied is, is dat zandige en kleiige stukken elkaar af wisselen en dat er ook vochtige gras landen en droge duintjes in het gebied voorkomen. Wat in de herfstmaanden erg opvalt, is het grote aantal vaalhoe- den in met name het zuidelijke bos. Dit zijn paddestoelen met een bleke en vrij vlakke hoed, lichtbruine plaatjes en een typerende radijsachtige geur. Met een geïllustreerde flora in de hand zou men er een radijsvaalhoed van willen maken, maar dan wat kleiner. Onder de vaalhoeden vallen verschillende soorten die moeilijk uit elkaar te hou den zijn. Zeer waarschijnlijk gaat het hier om de moerasvaalhoed (Hebelo- ma helodes), gezien z'n afmetingen en de vochtige standplaats. Artis bestaat volgend jaar even 150 jaar. Men viert d van de oudste dierentuin vu Europese vasteland op 2 mei Het Zeiss Planetarium word (op eigen bodem) geopend,) door voor de bezoekers wet nieuw opvoedkundig elr wordt toegevoegd aan al hei Artis al heeft te bieden. Verd de officiële verjaardag teva start zijn van een speciale leumtentoonstelling met dei 'Dieren kijken, kijk op dieren Natuurlijk wordt al vöör de vei dag, dus in het voorj aar, een fc al extra aantrekkelijk j door o.a. een pracht van en worden ook speciale Arti mer postzegels uitgegeven waarden van 0,55, 0,65 enj Er is dan ook gelegenheid de te feliciteren en wel door dei ners een kaartje te sturen 1,50 aan Artis zomerpostzegi las al eerder; Artis wordt! liefst 4 ha groter en dan zullen de mensapen en de nijlpaarde: delijk aan een betere behuizin zijn. Hoopt men want hoeiti berehard nodig is, zijn de 1 ook berehoog. Niet minder dï 2 miljoen is er voor nodig ent veel zoals uit de ernstig kijfc gorilla blijkt. Maar u kunt e meehelpen. Bijvoorbeeld dooi dier te adopteren of voor 1 m2 Artis te sponsoren. Dat is een mooie reclame, want er kt zo'n miljoen bezoekers per jas In het Noorder Dierenpark wei een paar weken geleden 15 kei schorpioentjes geboren. Kei schorpioenen zijn echt grote ren in hun soort, die wel 10 cml kunnen worden. Bovendien giftig. Grotere prooidieren ze eerst met hun staart een inje om ze te verdoven. Het venijn dus letterlijk in de staart. Toch zijn die vrouwtjes-schoif nen een voorbeeld van moede: de. Keizerschorpioenen zijn lei barend en de vrouwtjes latei witte jongen dan ook direct bi geboorte op hun rug klim Daar blijven de jongen hoog, en vooral veilig tot zij gaan vei len. Ze zijn dan 14 dagen ouden men op eigen pootjes te staan Er zijn daar in het Noorden meer 'enge' beesten geboren, september kropen er 3 pantsei kodilletjes uit het ei. Dat was hele gebeurtenis, want mo« krokodil legt haar eieren in d tuur in het warme zand, waara zon voor het uitbroeden zorgt.Ii diere tuinen in ons land is eend nisch gebrek aan zon. maar krokodil had dat blijkbaar nis de gaten. Ze verdedigde haarlej met hand en tand, waarna zij i ter zwichtte voor een smaks kippetje, dat voor haar neust gehouden. Eenmaal opgegrs bleek het legsel uit 23 eieren te staan, zodat ze daar in Emma nog in spanning zitten. Mede kers van de dierentuin moeten melijk moeder-krokodil ven gen, want die graaft de eieren vlak voor de jongen uitkomen hoort dat aan een keffend dat die jongen in het ei maken, tuurlijk zijn er ook nu weer in dierentuin grapjassen, die buurt van de broedstoof me' krokodille-eieren, zachtjes stas keffen, in de hoop dat de oppa de eieren gaat opgraven. V laat zich niet verleiden. Zelfs: met een kippetje. Draait het dierengebeuren dan leen om dierentuinen, zult u afvragen. Bedenk dan echter dierentuinen heel belangrijk' geworden in het voortbestaan' bijzonderen diersoorten. Dei koe is zo'n bijzonder dier men nog niet zo erg veel weet. In Artis is een vrouwtje en n) netje. De laatste is geen zeest maar gewoon een mannetjes' koe, wat op zich al merkwaardis noemd mag worden. Ik was va zomer in Amsterdam en brach: tuurlijk even een bezoekje aar tis. „Er kan ieder ogenblik een' koetje geboren worden" z® vriendelijke mevrouw, die gew lijk de media op de hoogte kt van alle bijzonderheden, die in tis plaatsvinden. Natuurlijk ba gaan kijken, maar zag niet veel' de zwangere zeekoe in haar trof le, kleine bassin. Ook foto's wa er in die moeilijke omstandig!)6 niet te maken. Achteraf is het» goed, dat ik niet gewacht heb ot blijde gebeurtenis mee te maf want pas dezer dagen kreeg ik bericht, dat het jong ter wereld gekomen, maar helaas al dood) Men was er al bang voor tijdens baring, omdat het jong me' kopje het eerst naar buiten k« en dat is bij zeekoeien goed Gelukkig heeft de gezondheid moeder er niet onder geleden' telde men mij. Het is overigens hartverwan® hoe de medewerkers op zo'n trej geval reageren: alsof het hun® zeekoetje is. En dat doet een® dan toch weer goed, hoe zielig ook is. Iz.M.deB Welzijn van dieren in Neder land" dat in de L.N.O.-reeks (L'andbouw, Natuur en Openluchtre creatie) door de Staatsuitgeverij op de markt werd gebracht. Het boek is geschreven met steun van het Minis terie van Landbouw en Visserij door Daniëlle de Waal. Aha, zult u nu zeggen, uitgegeven door de Staatsdrukkerij en steun van de grote boosdoener van de bio-industrie, dat zal me wat zijn. In het voorwoord stond echter al, dat het de opzet van dit boek was zo objectief mogelijk weer te geven wat er over het welzijn van dieren bekend is en wat de heersende opvattingen hierover zijn. En dat er hier en daar wellicht conclusies wor den getrokken die indruisen tegen de 'gevestigde' standpunten. Het Minis terie van Landbouw en Visserij distan tieert zich bij voorbaat en stelt dat de in het boek gepubliceerde meningen niet noodzakelijkerwijs de opvattin gen van het ministerie weerspiegelen. Naar mijn mening is Daniëlle de Waal uitstekend in haar opzet geslaagd. Zij behandelt begrijpelijk het welzijn van gezelschapsdieren, uitheemse dieren en natuurlijk de landbouwhuisdieren en schroomt niet ons daarbij af en toe een spiegel voor te houden. Bij de gezelschapsdieren wordt veel aandacht besteed aan de praktijk van een dierenarts en bij de landbouwhuis dieren noemt zij duidelijk op welke punten de bio-industrie faalt. Geluk kig heeft zij met deskundigen gespro ken en die geven een bemoedigende kijk op de toekomst, al zal die toe komst naar de mening van velen nog te ver weg liggen. Mocht er enige kritiek op dit boek zijn, dan is dat in het hoofdstuk over de Die- Afwi j kende paddestoelenflora Het is geen zeldzaamheid dat ie mand na een ongeval of als ge volg van ziekte blijft zitten met een handicap. Bijvoorbeeld de glazen wasser die een auto-ongeval krijgt waarbij zijn rechterbeen dusdanig ernstig verwond is, dat de chirurgen geen andere mogelijkheid zien dan dit been af te zetten. De chirurgen verrichten de amputatie met veel zorg en proberen de stomp-uiteinde zo goed mogelijk te hechten. Na twee- of drie weken hebben zij hun werk gedaan. Dat wil zeggen de wond is mooi genezen en de patiënt is lichamelijk hersteld. Echter de patiënt mist wel een deel van zijn been, de chirurgen kunnen hem dat niet tërug geven. In zo'n si tuatie gaat de revalidatie geneeskun de een rol spelen of tegenwoordig ei genlijk al eerder. Op het moment dat de chirurgen besluiten om het been af te gaan zetten, zal in veel gevallen al overlegd worden met de revalidatie arts over het kunstbeen dat de pa tiënt zal krijgen. Want de manier van opereren is hiervan afhankelijk. Na de operatie begint voor de patiënt het grootste deel van het werk pas. Hij moet een prothese krijgen, hij moet leren lopen, hij moet van werk gaan veranderen en zeker niet het ge makkelijkste, hij moet het verlies van zijn been verwerken. De patiënt is dan ook pas uitgerevalideerd als hij zich ontwikkeld heeft tot een vlotte prothese 'loper' met een baan die hem net zoveel bevrediging schenkt als zijn vroegere. Niet altijd zal het even gelukkig ein digen als hierboven beschreven, maar het geeft aan waar het revalida- tie-team voor werkt. Namelijk niet al leen een lichamelijke genezing van de handicap, maar het maximaal maat schappelijk functioneren te bereiken. In het Engels spreekt men over 'reha bilitation', dat wil zeggen aanpassen of eerherstel. Terwijl de Fransen spre ken over 're-adaptation, wat zoiets betekent als 'weer aanpassen' of 'weer voegen naar' of 'herscholen'. Binnen de revalidatie geneeskunde wordt een verschil gemaakt tussen volwassenen- en kinderrevalidatie. Dit is ook voorstelbaar, want de aanpak en de specifieke problema tiek is bij kinderen heel anders dan bij volwassenen. Zeeland beschikt al vele jaren over het bekende en befaamde kinder-re- validatiecentrum Zonneveld. De vol- wassenenrevalidatie was daar nogal bij achtergebleven. In 1983 is daar verandering in gekomen, toen de eer ste volwassenen revalidatie-arts zijn intrede in Zeeland deed en er in de Oosterschelde Ziekenhuizen in Goes een dagrevalidatie-afdeling van de grond kwam. Het is verheugend om te horen dat er nu ook plannen zijn om een afdeling klinische revalidatie, waar mensen kunnen worden opge nomen, te realiseren. Want revalida tie is niet los te zien van de thuis- en werksituatie en een grote afstand is dan een enorme barrière. Niet alleen huisgenoten spelen een belangrijke rol bij het bepalen van de aanpassin gen (aan bijvoorbeeld het huis of de auto) die voor een bepaalde patiënt het beste zijn, maar veel zaken moe ten ook eerst uitgeprobeerd worden in het revalidatiecentrum, om te be kijken of de patiënt er in de praktijk ook mee om kan gaan. Het streven om patiënten die een re validatie moeten ondergaan, niet voor elke behandeling of ieder con tact met het revalidatie-team het hal ve land door moeten reizen, wordt ook bereikt doordat het revalidatie- team spreekuren verzorgt in alle Zeeuwse ziekenhuizen. De contacten met patiënten kunnen dan zo dicht mogelijk bij huis onderhouden wor den. In de revalidatie geneeskunde wordt dan vanuit meerdere disciplines naar de patiënt gekeken. Neem als voorbeeld een huisvrouw, die ver lamt raakt aan beide benen en hier door in een rolstoel het huishouden zal moeten doen. Enerzijds wordt in het revalidatie centrum voor een dergelijke patiënt deze patiënten is het vrijwel noodza kelijk dat zij dicht bij huis behandeld kunnen worden. Ook al omdat bij de behandeling van deze patiënten veel disciplines betrokken zijn. Naast de huisarts is er de internist/reumato loog, de chirurg, de fysiotherapeut en het revalidatie-team. Door een sterke betrokkenheid en een direct contact met het revalidatie-team kan de pa tiënt zo vroeg mogelijk op de hoogte gebracht worden van de mogelijkhe den die de techniek biedt om bepaal de praktische problemen op te los sen. En hoeft een patiënt hier niet tij den mee te tobben. Een voorbeeld hiervan is de knijp- kracht van de handen. Patiënten met reuma kunnen soms als gevolg hier van op een gegeven moment hun mes en vork niet meer vasthouden. De er gotherapeut beschikt in het revalida tiecentrum over allerlei soorten be stek, waarmee patiënten dan kunnen oefenen om een bestek tè vinden, waar zij het best mee kunnen werken. Een ander veel gehoord probleem is het oprapen van kleine dingen van de grond. Hiervoor bestaan allerlei soor ten hulpmiddelen, zodat iemand staand of zittend toch vrij eenvoudig dingen op kan pakken. Meestal be staat zoiets uit een soort wandelstok met een grijparm eraan. Allemaal eenvoudige dingen, maar je moet wel even weten dat het bestaat. R. B. M. R. Bakker, arts DGD-Zeeland in de meeste gevallen verbouwd wor den. Het revalidatiecentrum voert dan het overleg met de instanties die betrokken zijn bij de vergoeding van de kosten hiervan. Dit is in de meeste gevallen de Gemeenschappelijke Me dische Dienst (GMD). Een maat schappelijk werker van het revalida tiecentrum is behulpzaam bij allerlei andere zaken, die thuis geregeld moe ten worden om het gezin draaiende te houden. U kunt zich dan ook voorstellen dat een revalidatiecentrum in de regio niet alleen de patiënt en het toch al ontregelde gezin veel reistijd be spaart, maar ook veel meer mogelijk heden geeft om de patiënt in zijn thuissituatie bij te staan. door de revalidatie-arts en de fysio therapeut gekeken op welke wijze de lichamelijke conditie optimaal ge maakt kan worden. De fysiothera peut zorgt bijvoorbeeld dat de ver lamde ledematen soepel blijven en begeleidt een trainingsschema voor de spieren, die door de handicap in tensiever gebruikt worden. Daar naast beschikt het revalidatiecen trum over onder andere een aange paste keuken, waar de patiënt met de rolstoel kan oefenen en waar boven dien door de ergotherapeut bekeken wordt welke aanpassingen in de thuissituatie het beste zijn voor deze individuele patiënt. Daarvoor moet Hierboven hebben wij gesproken over ongevallen die een gezond per soon in één keer invalide maken. Dit zijn vaak heel dramatische situaties, maar de patiënt kan in de meeste ge vallen wel naar een eindsituatie toe werken. Hij of zij is dan uitgerevali deerd. Dat wil zeggen het revalida tie-team heeft hem of haar in een min of meer stabiele toestand gebracht, waar de rest van het leven op afge stemd kan worden. Voor patiënten met chronische ziek ten, zoals bijvoorbeeld reuma, is dit veel moeilijker. Hoe bij hen het ziek teproces verloopt is van persoon tot persoon zeer verschillend. Juist voor Donzige melkzwam Op de Piet zijn elk jaar bij sommige berken ook boleten te vinden. Het gaat dan om de gewone berkeboleet (Leccinum scabrum). Boleten hebben geen plaatjes maar gaatjes waarin de sporen tot rijping komen. Kenmer kend is de steel, die naar de voet dik ker wordt en bekleed is met donker bruine vlokjes. Evenals melkzwam- men plegen alle boleten een vorm van symbiose met bomen. De mycelium- draden staan hierbij in contact met boomwortels (wat mycorrhiza wordt genoemd), waarvan zowel de boom als de paddestoel profijt heeft. Het schijnt dat de slechte toestand van bomen door de zure regen vooral hiermee te maken heeft. Vaak kan een zwamsoort slechts mycorrhiza vor men met heel bepaalde boomsoorten. Dit komt soms tot uiting in de Neder landse namen. Zo bestaan er naast verschillende soorten berkeboleten ook een populierboleet, een haagbeuk- boleet en een eikebolèet. De bijzonderheden op paddestoelen- gebied van de Zeeuwse bossen zitten echter niet zozeer in de groep mycorr- hizavormers, maar meer in de saprofy- ten -— soorten die leven van rottende bladeren en takjes. Met name aan inktzwammen en franjehoeden is bij ons veel interessants te ontdekken. Zo is de asgrauwe franje hoed (Psathyrel- la tephrophylla) landelijk vrij zeld zaam maar in Zeeland in vrijwel elk bos gevonden. Om te zien is hij weinig spectaculair: een dunne, bruine of vrij licht gekleurde hoed van gemiddeld 5 centimeter breed en een witte steel. De betiteling 'asgrauw' slaat alleen op de plaatjes. Vooral door de vrij grote hoed is deze franjehoed redelijk kenmer kend. Dat is wel eens anders in dit moeilijke geslacht. Niemand kijkt daarom op, als je een franjehoed ziet waarvan de hoedrand inderdaad mooi behangen is met witte sluier- of ve- lumresten. Dat komt meer voor. An ders wordt het wanneer de microscoop er wordt bijgehaald, de determinatie onmiskenbaar de naam Psathyrella casca oplevert en blijkt dat deze nog maar één keer eerder in ons land is ge vonden. De Piet is toch wel een bijzon der bos. Naast wat we traditioneel paddestoe len noemen, biedt de mycoflora van de Piet tenslotte nog enkele soorten die het moeten stellen zonder hoed met plaatjes of gaatjes. Twee weken gele den konden bijvoorbeeld op gras in het duinachtige terrein aldaar veel slijm- zwammetjes gevonden worden, bui tengewoon opvallend en sierlijk van aard. Waarschijnlijk behoorden ze alle tot één soort, al varieerden de kleuren van wit tot blauwgrijs. Tussen het gras van een pad in het noordelijke bos stonden toen ook vrij onopvallende knotszwammetjes. De ze hebben slechs de eenvoudige vorm van een knots of knuppel, vaak ter lengte van enkele centimeters. De kleur van dit groepje was bijna wit en gezien de standplaats in een jong klei- bos moest het wel de beige knots- zwam zijn (Clavaria daulnoyae), een soort die buiten Zeeland en Flevoland vrijwel niet voorkomt. Dat zijn zo van die dingen die je even moet weten. Moeizaam gedoe met een microscoop kan dan gewoon achterwege blijven. 9 J. W. Jongepier renbescherming. Het 6e hoofdstuk is hieraan geheel gewijd onder de titel 'Dieren beschermen, een zaak voor de dierenbescherming' en hoewel hier dierenbescherming met een kleine d wordt geschreven blijkt het geheel over de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren en enkele nauw met deze organisatie samenwer kende groeperingen te gaan. Hoewel de Dierenbescherming veruit de be langrijkste organisatie op dit gebied in ons land is, zijn er daarnaast nog een honderd-tal andere groeperingen, waarvan het ledental waarschijnlijk een veelvoud van dat van de Dierenbe scherming telt. Uit een oogpunt van objectiviteit had de stem van deze zwijgende minderheid minstens ge noemd mogen worden. Verder lijkt het mij, dat secretaris (en niet voorzitter) Mat van Zuuren niet zo blij zal zijn met de vermelding dat de Dierenbescherming een rijke vereni ging is. Immers men komt daar per jaar ongeveer een miljoen tekort en zou, als er geen erfenissen en legaten werden ontvangen, het structurele werk slechts enkele jaren kunnen vol houden. Bovendien zou men kunnen veronderstellen, dat de andere organi saties die in het boek worden genoemd arm zijn en daar zou ik mijn hand niet voor in het vuur durven steken. Tenslotte komt naar mijn mening in het boek niet geheel duidelijk naar vo ren of de Dierenbescherming nu wel echt tegen elke vorm van proefdierge bruik is. Alleen al omdat rechtlijnige leden er recht op hebben dit te weten. Op deze kleine onvolkomenheden na, is het een pracht boek, dat eigenlijk verplicht moest worden gesteld op alle middelbare scholen. Doch zeker in ie der gezin gelezen moet worden, want de prijs 16,90) zal voor niemand echt onoverkomelijk zijn. Iz. M. de Klerk Staatsuitgeverij. In verband met het laatste zijn in het zuidelijke deel veel elzen aangeplant, omdat die vooral op vochtige plaat sen gedijen, Bij elzen kunnen ver schillende gespecialiseerde paddes toelen groeien. Met name Naucoria- soorten zijn uitgesproken elzenbege leiders. Dit zijn vrij kleine paddestoe len met een oranjebruine hoed en dito plaatjes. Vooral de bleke elzenauco- ria (Naucoria escharoides) en de don kere elzenaucoria (Naucoria scoleci- na) groeien hier zeer veel. Een ander liefhebber van elzen die er staat, is een broertje van de gewone krulzoom, de geschubde krulzoom (Paxillus fila- mentosus), die van de eerste vooral verschilt door de duidelijke schubbi ge hoed. Er zijn trouwens veel meer voorbeel den van een innige samenwerking tus sen bepaalde bomen en paddestoelen. Eén daarvan is de donzige melkzwam (Lactarius pubescens), een stevige, bleek gekleurde paddestoel waarvan de hoed in het midden verdiept is. In derdaad is de hoed ook donzig van aard door loslatende vezels. Dat het een melkzwam is, is snel te constate ren door de plaatjes licht te beschadi gen: er verschijnen dan druppeltjes wit sap. Kortom, een goed herkenbare soort. Zonder uitzondering staan don zige melkzwammen bij berken. En om dat te zien, hoeft u niet eens een bos met berken (zoals op de Piet) in te dui ken. Ze staan ook vaak in de tuinen waar berken zijn aangeplant. In mijn woonomgeving heb ik dat al verschei dene malen opgemerkt. Voor andere waarnemingen houd ik me aanbevo len. Hoe het er rond de berk uitziet, maakt overigens niet uit. Tuinplan ten, een gazon, de donzige melkzwam groeit er wel tussendoor. (Advertentie) Slijmzwam ALTIJD IETS NIEUWS ONDER DE ZON Originele ski boots voor lekker warme voeten. Met inge bouwde kuipzool. Maten 35/37 t/m 44/46. In diverse kleuren o.a. aqua, mint, navy en

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 8