PZC/ week-uit
MARCEL
DUCHAMP
TIJDMACHINE
miljoenendans rond
het concertgebouw
.ik speel net zo lief een slecht karakter.
JUBILEA
23
ady-mades
tijd
discussie
hans lutz
namen
Wim Henk Bakker
première-spanning
after shave
suikerziekte
jacques j. d'ancona
fERDAG 31 OKTOBER 1987
het
raadsel
van de
kunst
Marcel Duchamp, Fietswiel 1913
et is zinnig; om alvorens de ten
toonstelling te bekijken de tijd
nemen om de teksten, die mu-
mdirecteur Wouter Kotte over
hamp - die jaar honderd jaar ge
en geboren - heeft geschreven in
catalogus, te bestuderen. Zinnig,
dat wie onvoorbereid de exposi-
bezoekt, de kans loopt het spoor
ter te raken. Want wat moet men
een urinoir, een sneeuwschui-
r, een schrijfmachinehoes, een
n met houder, een kapstok, of een
swiel op een keukenkruk, die de
istenaar door ze te signeren tot
ast verheft? Men kan de betekenis
an als bijdrage aan de ontwikke-
van de beeldende kunst slechts
atsen, wanneer men de histori-
e en spirituele context kent.
vond Duchamps filosofie weerklank -
al was het dan ternauwernood bij ge
neratiegenoten: uiteraard bij de Da-
da-beweging en de surrealisten, die
de ironie, de afwijzing van de vanzelf
sprekende betekenisgeving herken
den; bij voorbeeld ook bij de fotograaf
Man Ray, die hem als Rrose Sélavy
(Duchamp's vrouwelijke alter ego;
sommigen zien er een anagram in:
'Eros, c'est la vie') fotografeerde. La
ter in zijn leven werd zijn invloed op
jongere generaties kunstenaars onte
genzeggelijk groot: de componist
John Cage (al in 1913 componeerde
Duchamp 'toevalsmuziek' door no
ten in een hoge hoed te gooien, ze er
stuk voor stuk uit te halen en ze in die
volgorde te laten spelen), de happe
ning-kunstenaars ('een happening is
In 'Naakt, een trap aflopend' streeft
hij er naar niet alleen de beweging als
natuurfenomeen te visualiseren,
maar ook de tijd (de vierde dimensie)
te duiden: beweging is immers niet al
leen een ruimtelijk, maar ook een
tijds-gegeven. Als hij tot het inzicht
komt, dat de werkelijkheid niet een
gegeven is, dat een objectief meetba
re zin heeft, maar slechts bestaat bij
de gratie van een subjectieve zingé-
ving dan besluit hij de schilderkunst
als verbeelding van de werkelijkheid
op te geven als onvolkomen en te zeer
door esthetische normen bepaald.
Als datgene, wat tot dan toe als kunst
is beschouwd, in zijn visie aan her
waardering toe is, ziet Duchamp zich
voor de cruciale vraag gesteld of men
champ heeft zich in de 81 jaar van
leven slechts een tiental jaren
zig gehouden met de schilder-
nst. Toen hij (in 1912) voor zichzelf
de conclusie was gekomen, dat de
lilderkunst niet meer was dan een
erspiegeling van de werkelijk-
een omslachtige weg van reali-
via verbeelding naar de beperkt-
id van het platte vlak en dat het re-
Itaat daarvan ook nog werd er-
nd als kunst, heeft hij zich van het
rven afgekeerd.
creëerde de 'ready-mades'. In het
de door Duchamp opgerichte tijd-
ïrift 'The Blind Man' wordt het we-
van de ready-made omschreven
een artikel - hoogstwaarschijnlijk
n zijn eigen hand - gewijd aan 'mr.
chard Mutt' (een van de talloze
eudoniemen waarvan Duchamp
h bediende): „Mr. Mutt koos ze uit.
nam een alledaags artikel uit het
en, stelde het zo op, dat een nutti-
betekenis achter de nieuwe titel en
mdpunt verdween ,- schiep een
uwe gedachte voor dit object",
n kan zich voorstellen hoezeer het
maangevend deel van de kunstwe-
d aan het begin van deze eeuw op
ze 'kunstvorm' reageerde: sommi-
n omarmden hem als de vader van
nieuwe kunst, maar de meesten
alden de schouders op en ging ver-
r met de orde van de dag. Toch
'Marcel Duchamp als tijdmachine' is de intrigerende titel van
de tentoonstelling, die momenteel in het museum Heden
daagse Kunst te Utrecht is te zien. Intrigerend, omdat de rela
tie tussen titel en tentoonstelling niet onmiddellijk duidelijk
is. (En voor een aantal bezoekers wellicht in het geheel ook
niet duidelijk wordt).
precies tegenovergesteld aan het
concept van het ezelschilderij'), de
op-art-artisten die de rotoreliefs van
Duchamp als onmiskenbare inspira
tiebron hebben ervaren. Overigens
was Duchamp zelf niet echt gelukkig
met de wijze, waarop met zijn ideeën
werd omgesprongen: „Ik heb ze de
wc-potten voor de voeten geworpen
als verzet tegen de veresthetiseerde
kunst en nu presenteren ze hun rea
dy-mades als voorbeeld van een nieu
we esthetica."
Duchamp heeft een groot deel van
zijn leven besteed aan het onderzoek
van de betekenis van het element
tijd in de kunst. Hij begint daarmee
tegen het einde van zijn schilderpe
riode, 1911-1912.
ook 'niet-kunst' kan maken. Voor Du
champ is het antwoord duidelijk: hij
brengt in zichzelf de verzoening tus
sen kunst en leven tot stand in de
creatie van de ready-mades. 'Niet-
kunst' niet als vernietiging van de
kunst, maar als commentaar er op.
Maar het is hem niet genoeg: hij ver
diept zich in het schaakspel waarin
voor hem de elementen concept, be
weging en tijd samenvallen. Zozeer
speelt het gebruik van tijd, de beste
ding er van een rol in Duchamps be
schouwingen - en als opzettelijk on
derdeel van zijn werken - dat sommi
gen de tijd, die hij daarin investeert,
'zijn grootste kunstwerk' noemen.
Wouter Kotte schrijft in de catalogus:
„Door Duchamp een tijdmachine te
noemen wil ik twee gegevens bena
drukken: zowel zijn preokkupatie
met de tijd in haar modi van toe
komstgerichtheid, voortgang, ver
langzaming, versnelling en vierde di
mensie als Duchamps reaktie-pa-
troon... De kombinatie van dit tem
porele en het psychische mechanis
me gaat bij Duchamps gepaard met
een sterk besef van betekenisveran
dering."
Het is onvermijdelijk, dat een ten
toonstelling die gewijd is aan een
kunstenaar 'die op de bres heeft ge
staan voor een kunst die verder gaan
dan alleen met de ogen waarneem
baar is' fikse eisen stelt aan de be
reidheid van de beschouwer om zich
te verdiepen in theoretische bespie
gelingen. In dit opzicht is de tentoon
stelling in Hedendaagse Kunst niet
'gemakkelijk'* Het wordt de bezoe
ker ook niet gemakkelijk gemaakt:
de teksten in de catalogus hebben de
ontoegankelijkheid van weten
schappelijke referaten. Op zichzelf is
dat geen probleem: Duchamp is nu
eenmaal niet een simpel kunstenaar.
Waar ik wél moeite mee heb is dat de
tentoonstelling geen ruimte voor dis
cussie laat: ze is een onwankelbaar
statement op zichzelf. Kotte neemt
nadrukkelijk stelling. Dat mag na
tuurlijk, maar het doet naar mijn ge
voel onvoldoende recht aan de raad
selachtigheid, die Duchamp zo be
wust rond zichzelf heeft gecreëerd en
waarvoor geen sluitende oplossing is
te formuleren. Door Duchamp als
'tijdmachine' te etaleren voegt Kotte
een waardevol element toe aan de
discussie over deze kunstenaar. Maar
de stelligheid waarmee hij dat doet
suggereert, dat wat hem betreft die
discussie nu wel is beëindigd.
Marcel Duchamp als tijdmachine in Mu
seum Hedendaagse Kunst, Achter de Dom
14, Utrecht; geopend di t/m za 10-17 uur, zo
13-17 uur tot en met 8 november. De uit
voerig geïllustreerde catalogus met arti
kelen van Stelio Maria Martini, Eugenio
Miccini, Alain Arias-Misson, Enrico Baj
Sarenco en Wouter Kotte kost fl. 20,-.
Het Concertgebouw en het
Concertgebouworkest zullen
volgend jaar gezamenlijk feest
vieren. De activiteiten kosten zo'n
zeven a acht miljoen gulden,
waarvan het grootste deel door
sponsors op tafel wordt gelegd.
Het Rijk, de stad Amsterdam en
het publiek brengen tussen de vijf
en tien procent van dat bedrag bij
elkaar.
Er zijn twee redenen voor het feest:
het honderdjarig bestaan van
beide instituten en de voltooiing
van de renovatie van wat insiders
plegen te noemen: Het Gebouw.
Maandag 11 april 1988 geeft het
orkest een galaconcert, waarbij
Bernard Haitink, ondanks het feit
dat hij 'weg' is, het orkest zal leiden
in de Achtste Symfonie van
Mahler. Honderden
medewerkenden zijn daarvoor
nodig; ingehuurd zijn onder meer
het Philharmonia Chorus uit
Londen en de Stadtischer
Musikverein Düsseldorf. Er zijn
acht topvocalisten geëngageerd
onder wie Gundula Janowitz en
Jard van Nes. NOS-radio en
-televisie zorgen voor een integrale
Eurovisie-uitzending. Het concert
zal enige malen worden herhaald.
Ook in april zal een bronzen
jubileumpenning verkrijgbaar zijn,
waarop aan de ene zijde het
Concertgebouw is afgebeeld en aan
de andere kant de lier, die het dak
bekroond. Rondom dit instrument
zijn de namen van vier belangrijke
dirigenten uit de geschiedenis van
het orkest te lezen: Willem Kes,
Willem Mengelberg, Eduard van
Beinum en Bernard Haitink. Van
22 april tot en met 13 mei wordt in
een tent op binnenplaats van het
Amsterdams Historisch Museum
een tentoonstelling gehouden,
waarbij dichters, filmmakers en
affiche-ontwerpers aandacht
schenken aan de jubilerende
instellingen. Wellicht is daar ook de
eerste klassieke videoclip te zien.
Er komt een jubileumboek, dat
bestaat uit twee delen, die elk 65
gulden kosten. Hierin wordt de
geschiedenis van gebouw en orkest
beschreven door negen
specialisten. Er zal ook een
kinderboek verschijnen. Het wordt
geschreven door Miek Dorrestein
en is gericht op tien-jarigen.
Nog en derde uitgave s taat op
stapel: een facsimile-uitgave van
het originele handschrift van de
Zevende Symfonie van Gustav
Mahler. Dit manuscript is in het
bezit van Het Concertgebouw NV.
De weduwe van de componist,
Alma Mahler, heeft het
geschonken. De uitgave, die zal
worden ingeleid door prof dr.
Eduard Reser, is broodnodig,
omdat het handschrift thans niet
toegankelijk is als bron voor
muziekwetenschappelijke studie.
Op 3 november bestaat het
Concertgebouworkest precies een
eeuw. Dat zal op die dag gevierd
worden met een uit voering van
Messa da Requiem van Verdi.
Dirigent is Riccardo Chaily. De
solisten zullen waarschijnlijk
allen Russisch zijn.
Er wordt onderzocht of het
mogelijk is om ook nog een concert
per satelliet te geven. De bedoeling
is dat in drie van de mooiste
concertzalen ter wereld, de
Symphony Hall in Boston, de
Sjostakowitsj-zaal in Leningrad en
het Concertgebouw, tegelijkertijd,
respectievelijk dus 's middags, 's
avonds en 's nachts, concerten
gegeven kunnen worden, waarvan
achter elkaar delen per satelliet
worden overgenomen. Het Boston
Symphony Orchestra heeft reeds
medewerking toegezegd.
In de maanden juni, juli en
augustus zullen elke dag, steeds
om 12.00 uur rondleidingen door
het gebouw worden gegeven. Op
zaterdag 14 mei wordt er een
Speeldag voor
amateur-strijkkwartetten
gehouden. Er wordt medewerking
verleend door het Orlando
Kwartet, de altvioliste Nobuko
Imai en diverse docenten.
In het kader van de Uitmarkt die
van 26 tot en met 28 augustus op
het Musuemplein voor het
Concertgebouw wordt gehouden,
Bernard Haitink
zal het Concertgebouworkest
tweemaal spelen. Als het weer
meezit, zal op 27 augustus een
openluchtconcert gegeven worden
op het Museumplein.
Gevorderde amateurs zullen 10 en
11 september in de gelegenheid
worden gesteld openbare
meestercursussen te volgen, die
worden gegeven door leden van het
Concertgebouworkest.
Eind juli zal Het Concertgebouw
NV een internationaal jazz-festival
organiseren met beroemdheden
die veel succes hebben gehad in het
Concertgebouw. Voor de
programmering zijn Pim Jacobs en
Louis van Dijk gevraagd te
adviseren.
In juli en augustus wordt een
festival van jeugdorkesten
gehouden. Zeven ensembles, onder
meer uit Engeland, Frankrijken
Australië, zijn er ingeschreven.
Er komt een groot aantal solisten
van naam en beroemde orkesten
naar Amsterdam (het
Concertgebouworkest zelf zal een
paar grote tournees maken). Om
enkele namen te noemen: in het
Concertgebouw zullen optreden
de Staatskapelle Dresden onder
leiding van Hans Vonk, Het
Boston Symphony Orchestra
onder leiding van Seiji Ozawa, de
Wiener Philharmoniker onder
leiding van Zubin Mehta, het
Cleveland Symphony Orchestra
(voor het laatst in 1968 in ons land
te beluisteren) onder leiding van
Christoph von Dohnanyi en het
Chicago Symphony Orchestra
onder leiding van Sir Georg Solti.
Er komt verder een serie
operasterren met
Kiri-Te-Kanawa, Agnes Baltsa,
Placido Domingo, Mirella Freni en
Jessye Norman.
Het Alban Berg kwartet zal in zes
concerten alle strijkkwartetten
van Beethoven uitvoeren.
Aan tal van componisten zijn
compositie-opdrachten voor zowel
orkest als in de kamermuzieksfeer
verstrekt. Leonard Bernstein is ook
gevraagd, maar deze heeft nog niet
toegezegd. In ieder geval is muziek
te verwachten van onder anderen
Jan van Vlijmen, Ton de Leeuw,
Alfred Schnittke, Luciano Berio,
Tristan Keuris en Otto Ketting.
Enkele platenmaatschappijen
hebben uitgaven van historische
opnamen in het vooruitzicht
gesteld, onder meer van
Mengelberg en Van Beinum.
Tot slot de randverschijnselen: de
PTT zal een eeuwfeestpostzegel
uitbrengen en de Vereniging
Maatschappij voor Geneeskunde
houdt op 5 en 6 mei een congres
over de medische aspekten van het
spelen in een orkest.
Al acht jaar lang komt hij twintig
keer per jaar de vaderlandse
woon- en slaapkamers binnen. De se
rie wordt er in gebeukt en ook nog
eens herhaald. Reken maar na hoe je
een bekende Nederlander wordt.
„Voor een acteur is dat iets zeld
zaams," zegt Hans Cornelissen uit Zeg
'ns AAA.
Gewichtigdoenerij wijst hij af. Maar
misschien is het niet onverstandig om
te memoreren dat hij een vak bedrijft.
Hans Cornelissen is acteur en doet
meer dan Zeg 'ns AAA. Op de grote po
dia van het land speelt hij een belang
rijke rol in het stuk Helder als Glas.
Mensen zijn geneigd over het acteur
schap een tikje makkelijk te praten.
Dat heeft de ploeg van de televisieserie
Zeg 'ns AAA rond de doktersfamilie
vermoedelijk zélf in de hand gewerkt.
Want ze doen het goed. Ze brallen niet,
vermijden toneeltoontjes en acteren
hun comedy zo naturel dat er mensen
rondlopen die denken dat het 'echt' is.
Nou ja... Hans Cornelissen (31) stelt het
op prijs als Hans te worden aangespro
ken en niet als Gert-Jan van der Ploeg.
Waarvoor dank.
Die Gert-J an is inmiddels 27 in het ver
haal. Op zijn twintigste begon hij als
de eeuwige student medicijnen en per
jaar groeide Hans Cornelissen met
hem mee. Voor wie het niet weet: Gert-
Jan verkeert nu in het afgestudeerde
stadium en praktizeert bij zijn moeder.
Hans Cornelissen is uitermate tevre
den over wat ze dit seizoen op de buis
ondernemen. Het materiaal dat ze in
handen hebben is kwalitatief zelfs
sterker, vindt hij. In Australië kijkt
men er naar en ook Superchannel
heeft de serie aangekocht.
„Het is aardig, verantwoord amuse
ment. Een heel geliefd programma.
Mensen vinden het leuk. 'Eindelijk
kunnen we weer eens lachen,' zeggen
ze vaak. Het blijft ook sprankelend.
Dat is de kracht. Dat komt mede door
dat we de afleveringen grotendeels in
een theater opnemen met publiek. Dat
geeft voor ons de spanning van een
première. De opnamedagen zijn
zwaar. Slopend. Technisch luistert het
ontzettend nauw. Je moet oppassen
dat je niet een decimeter verder naar
links staat en toch ziet het er ontspan
nen uit. We hebben een geolied team.
De toeschouwers lachen niet op com
mando. Zonder publiek zou het mis
schien iets perfecter opgenomen kun
nen worden, maar we zouden het dan
wel missen. Het applaus aan het slot
en de lach zijn echt en niet ingedubt.
We hebben geen lachmachine nodig..."
Hij is er aan gewend dat men hem van
de tv-serie kent. Over het algemeen
reageert men sympathiek, al heeft
Hans niet altijd zin in reacties. Hij pro
beert zorgvuldig om te gaan met het
hanteren van zijn populariteit. Er ko
men veel invitaties binnen voor ope
ningen van winkels en andere puur
commerciële zaken. In overleg met
Harry Klooster zijn persoonlijke ma
ten. We zijn er toch zeven maanden
mee bezig. Vergeet niet dat ik twee ba
nen naast elkaar doe: televisie èn thea
ter. In Amerika zou je rijk zijn als je
meespeelt in zo'n enorm succesvolle
tv-produktie. Dat is hier niet het geval.
Het ligt bij mij anders dan bij Bloemen
die met haar commercials vlot binnen
loopt."
Kun je alsmaar doorgaan met deze
specifieke televisierol?
Cornelissen: „Ik bekijk het per sei
zoen. Ik denk niet dat ik over vijfjaar
nog meedoe, maar er is geen reden er
nu mee op te houden. Het scoort al
acht jaar bij de drie best bekeken pro
gramma's."
Vormt deze bekendheid de bevestiging
van iets datje altijd nastreefde?
Cornelissen: „Het zou hypocriet zijn
om te zeggen dat ik het niet waardeer.
Ja, het is aardig. Wie werkt niet graag
mee aan iets dat succes heeft? Maar ik
nager die met zijn bureau een prima re
putatie geniet als adviseur voor de rol
bezetting van toneelstukken, films en
reclamespots wijst hij vrijwel alles af
dat niets te maken heeft met zijn vak.
In de STER-spotjes kom je hem niet
tegen. Hij maakte een uitzondering
voor een mooi gepresenteerd produkt,
de promotie van een after shave. Maar
dan heb je het wel ongeveer gehad. Hij
heeft geen zin in supermarkten en
meubelzaken. En geen tijd, bovendien.
„Ik heb er niks op tegen een tv-perso-
nality te zijn, maar de oorsprong ligt in
het acteren, het theater." Je hebt een
rijk bestaan...?
Hans Cornelissen: „Ik mag niet kla
gen, maar ik ben niet rijk. Het wordt
goed gehonoreerd, maar dat mag ook
wel, want er gaat heel veel tijd in zit
speel net zo lief een slecht karakter oi
een rol in een serie die niet zo aardig is.
Ik ben er steeds op uit me te ontwikke
len in mijn vak en waardering te krij
gen voor de kwaliteit van mijn werk.
Het gaat me om emotie of een lach, als
er maar iets gebeurt. Als ik gevraagd
word voor een toneelstuk dat ik niet
interessant vind doe ik het niet.
Dat lijkt een luxe probleem. Ik hoef
niet alles aan te nemen om ten minste
werk te hebben. Samen met Harry en
andere producenten zoals Jacques
Senf, Gislebert Thierens en John van
de Rest weeg ik de dingen af. De tijd is
voorbij dat de zogenaamde 'vrije pro-
dukties' tweederangs toneel brengen.
Ik lees stukken, ik ga te weinig in het
buitenland kijken, maar ik zit niet af te
wachten of er iets komt. Ik heb goede
contacten in Engeland. Mensen geven
me tips en je mag best weten dat ik
niet persé een dragende rol wil. Als het
stuk goed is speel ik graag een mooie
tweede plans-rol. Dat is heel leerzaam.
Op die basis zijn we op zoek naar een
stuk voor het volgend jaar. Helder als
Glas wordt in dit tweede seizoen door
gespeeld tot 3 januari. Dat zijn ruim
vijftig voorstellingen."
Hij speelt het samen met Dorijn Cur-
vers en Ellissigne Kraaykamp. Op ver
zoek geeft Hans Cornelissen in het
kort het thema weer.
„Het is een stuk over een liefdesrelatie.
De jongen die ik speel lijdt aan suiker
ziekte. Hij verwaarloost zichzelf en als
gevolg daarvan verliest hij zijn ge
zichtsvermogen. In de loop van het
verhaal groeit er een verbintenis met
een blind meisje. Een stel dat blind is:
best wel een onoverkomelijke situatie.
Het stuk gaat over de angst, de onze
kerheden, de humor en het je niet laten
afschrikken door een handicap. Bo
vendien is er een relatie met een ande
re vriendin. Het is vrij heftig. Er wor
den pittige dingen in gezegd. Blinde
mensen in het publiek zijn daar blij
mee, zienden hebben soms iets van:
kan dit wel? Dit stuk doen we niet om
dat het lekker is nou eens blindeman
netje te spelen. Het gaat niet om de af
wijking, of omdat er al toneelstukken
zijn gespeeld over aids, doofheid en
afasie. Het gaat om het aanstippen
van de problematiek van mensen die
interessant zijn."
Wat waren de bijzondere technische
problemenCornelissen:
„De moeilijkheid was de motoriek van
blinde mensen onder de knie te krij
gen. Bij de diabeet is de lichamelijke
huishouding in de war en het resultaat
is dat het reactiepatroon grilig en on
controleerbaar wordt. We hebben een
aantal dagen doorgebracht in een blin
deninstituut, gesproken met ouders
van blinde kinderen en mobiliteitsthe
rapie gevolgd. Tijdens de repetities
droegen we zwarte contactlenzen
waardoor ons gezichtsvermogen bijna
totaal geblokkeerd was. We moesten
ons daardoor tijdens het spel concen
treren op het gehoor en het gevoel, het
reageren via vingers. Elke rol is altijd
weer een zware klus. Daar kwam dit
nog eens bij..."
Komen de mensen naar de schouw
burgen om jouw naamsbekendheid?
Hans Cornelissen: „Vergeet niet dat
Dorijn bij het Werkteater, in het stuk
Jan Rap en in de film De smaak van
Water belangrijke rollen heeft ge
speeld. Inderdaad komen er mensen
binnen voor mij, die jongen van de te
levisie. Jonge mensen die gewend wa
ren uitsluitend naar de bioscoop te
gaan. Ze merken dat er emoties los ko
men, dat het een boeiend stuk is en zijn
heel geïnteresseerd.
Ze vergeten die Gert-Jan uit Zeg 'ns
AAA binnen vijf minuten!" Hans Cor
nelissen debuteerde in 1974 en be
schouwt deze rol als de mooiste uit zijn
carrière, tot dusver.
„Het is de zwaarste rol, de meest com
plete, waarin ik het meest uit de voe
ten kan. Het klinkt interessant, maar
na afloop ben ik echt leeg. Als we het
stuk zes keer achter elkaar gespeeld
hebben, denk ik: 'nou in godsnaam
even niet.' Ik weet dat ik deze lijn ver
der moet volgen. Een dramatisch stuk
hoeft het niet te zijn. Het mag ook een
tragi-komedie zijn of een satirisch blij
spel, maar ik weet wel dat ik niet zoals
het vorig jaar drie dingen door elkaar
wil doen. Ik hoef ook niet constant in
allerlei panels.
Ik zit bij Martine Bijl in Dinges en dat
is een van de leukste spelletjes die ik
ken op de televisie." Voor een musical
is hij niet in. „Ik heb zangles gehad.
Dat hoeft geen probleem te zijn, maar
ik ben niet zo 'dansant'. Ik kan me niet
vergelijken met Willem Nijholt. Die is
een geweldig acteur en ook een fantas
tisch danser. Een psychologische thril
ler als film of op de tv lijkt me wel iets.
Harry Klooster is druk bezig met het
idee van een reeks detectiveverheden
op de televisie. Daar babbelen we over,
maar ik kan er niets over zeggen. Dat
zit in een pril stadium."
kms Cornelissen