PZC/ week-uit MARCEL DUCHAMP TIJDMACHINE miljoenendans rond het concertgebouw .ik speel net zo lief een slecht karakter. JUBILEA 23 ady-mades tijd discussie hans lutz namen Wim Henk Bakker première-spanning after shave suikerziekte jacques j. d'ancona fERDAG 31 OKTOBER 1987 het raadsel van de kunst Marcel Duchamp, Fietswiel 1913 et is zinnig; om alvorens de ten toonstelling te bekijken de tijd nemen om de teksten, die mu- mdirecteur Wouter Kotte over hamp - die jaar honderd jaar ge en geboren - heeft geschreven in catalogus, te bestuderen. Zinnig, dat wie onvoorbereid de exposi- bezoekt, de kans loopt het spoor ter te raken. Want wat moet men een urinoir, een sneeuwschui- r, een schrijfmachinehoes, een n met houder, een kapstok, of een swiel op een keukenkruk, die de istenaar door ze te signeren tot ast verheft? Men kan de betekenis an als bijdrage aan de ontwikke- van de beeldende kunst slechts atsen, wanneer men de histori- e en spirituele context kent. vond Duchamps filosofie weerklank - al was het dan ternauwernood bij ge neratiegenoten: uiteraard bij de Da- da-beweging en de surrealisten, die de ironie, de afwijzing van de vanzelf sprekende betekenisgeving herken den; bij voorbeeld ook bij de fotograaf Man Ray, die hem als Rrose Sélavy (Duchamp's vrouwelijke alter ego; sommigen zien er een anagram in: 'Eros, c'est la vie') fotografeerde. La ter in zijn leven werd zijn invloed op jongere generaties kunstenaars onte genzeggelijk groot: de componist John Cage (al in 1913 componeerde Duchamp 'toevalsmuziek' door no ten in een hoge hoed te gooien, ze er stuk voor stuk uit te halen en ze in die volgorde te laten spelen), de happe ning-kunstenaars ('een happening is In 'Naakt, een trap aflopend' streeft hij er naar niet alleen de beweging als natuurfenomeen te visualiseren, maar ook de tijd (de vierde dimensie) te duiden: beweging is immers niet al leen een ruimtelijk, maar ook een tijds-gegeven. Als hij tot het inzicht komt, dat de werkelijkheid niet een gegeven is, dat een objectief meetba re zin heeft, maar slechts bestaat bij de gratie van een subjectieve zingé- ving dan besluit hij de schilderkunst als verbeelding van de werkelijkheid op te geven als onvolkomen en te zeer door esthetische normen bepaald. Als datgene, wat tot dan toe als kunst is beschouwd, in zijn visie aan her waardering toe is, ziet Duchamp zich voor de cruciale vraag gesteld of men champ heeft zich in de 81 jaar van leven slechts een tiental jaren zig gehouden met de schilder- nst. Toen hij (in 1912) voor zichzelf de conclusie was gekomen, dat de lilderkunst niet meer was dan een erspiegeling van de werkelijk- een omslachtige weg van reali- via verbeelding naar de beperkt- id van het platte vlak en dat het re- Itaat daarvan ook nog werd er- nd als kunst, heeft hij zich van het rven afgekeerd. creëerde de 'ready-mades'. In het de door Duchamp opgerichte tijd- ïrift 'The Blind Man' wordt het we- van de ready-made omschreven een artikel - hoogstwaarschijnlijk n zijn eigen hand - gewijd aan 'mr. chard Mutt' (een van de talloze eudoniemen waarvan Duchamp h bediende): „Mr. Mutt koos ze uit. nam een alledaags artikel uit het en, stelde het zo op, dat een nutti- betekenis achter de nieuwe titel en mdpunt verdween ,- schiep een uwe gedachte voor dit object", n kan zich voorstellen hoezeer het maangevend deel van de kunstwe- d aan het begin van deze eeuw op ze 'kunstvorm' reageerde: sommi- n omarmden hem als de vader van nieuwe kunst, maar de meesten alden de schouders op en ging ver- r met de orde van de dag. Toch 'Marcel Duchamp als tijdmachine' is de intrigerende titel van de tentoonstelling, die momenteel in het museum Heden daagse Kunst te Utrecht is te zien. Intrigerend, omdat de rela tie tussen titel en tentoonstelling niet onmiddellijk duidelijk is. (En voor een aantal bezoekers wellicht in het geheel ook niet duidelijk wordt). precies tegenovergesteld aan het concept van het ezelschilderij'), de op-art-artisten die de rotoreliefs van Duchamp als onmiskenbare inspira tiebron hebben ervaren. Overigens was Duchamp zelf niet echt gelukkig met de wijze, waarop met zijn ideeën werd omgesprongen: „Ik heb ze de wc-potten voor de voeten geworpen als verzet tegen de veresthetiseerde kunst en nu presenteren ze hun rea dy-mades als voorbeeld van een nieu we esthetica." Duchamp heeft een groot deel van zijn leven besteed aan het onderzoek van de betekenis van het element tijd in de kunst. Hij begint daarmee tegen het einde van zijn schilderpe riode, 1911-1912. ook 'niet-kunst' kan maken. Voor Du champ is het antwoord duidelijk: hij brengt in zichzelf de verzoening tus sen kunst en leven tot stand in de creatie van de ready-mades. 'Niet- kunst' niet als vernietiging van de kunst, maar als commentaar er op. Maar het is hem niet genoeg: hij ver diept zich in het schaakspel waarin voor hem de elementen concept, be weging en tijd samenvallen. Zozeer speelt het gebruik van tijd, de beste ding er van een rol in Duchamps be schouwingen - en als opzettelijk on derdeel van zijn werken - dat sommi gen de tijd, die hij daarin investeert, 'zijn grootste kunstwerk' noemen. Wouter Kotte schrijft in de catalogus: „Door Duchamp een tijdmachine te noemen wil ik twee gegevens bena drukken: zowel zijn preokkupatie met de tijd in haar modi van toe komstgerichtheid, voortgang, ver langzaming, versnelling en vierde di mensie als Duchamps reaktie-pa- troon... De kombinatie van dit tem porele en het psychische mechanis me gaat bij Duchamps gepaard met een sterk besef van betekenisveran dering." Het is onvermijdelijk, dat een ten toonstelling die gewijd is aan een kunstenaar 'die op de bres heeft ge staan voor een kunst die verder gaan dan alleen met de ogen waarneem baar is' fikse eisen stelt aan de be reidheid van de beschouwer om zich te verdiepen in theoretische bespie gelingen. In dit opzicht is de tentoon stelling in Hedendaagse Kunst niet 'gemakkelijk'* Het wordt de bezoe ker ook niet gemakkelijk gemaakt: de teksten in de catalogus hebben de ontoegankelijkheid van weten schappelijke referaten. Op zichzelf is dat geen probleem: Duchamp is nu eenmaal niet een simpel kunstenaar. Waar ik wél moeite mee heb is dat de tentoonstelling geen ruimte voor dis cussie laat: ze is een onwankelbaar statement op zichzelf. Kotte neemt nadrukkelijk stelling. Dat mag na tuurlijk, maar het doet naar mijn ge voel onvoldoende recht aan de raad selachtigheid, die Duchamp zo be wust rond zichzelf heeft gecreëerd en waarvoor geen sluitende oplossing is te formuleren. Door Duchamp als 'tijdmachine' te etaleren voegt Kotte een waardevol element toe aan de discussie over deze kunstenaar. Maar de stelligheid waarmee hij dat doet suggereert, dat wat hem betreft die discussie nu wel is beëindigd. Marcel Duchamp als tijdmachine in Mu seum Hedendaagse Kunst, Achter de Dom 14, Utrecht; geopend di t/m za 10-17 uur, zo 13-17 uur tot en met 8 november. De uit voerig geïllustreerde catalogus met arti kelen van Stelio Maria Martini, Eugenio Miccini, Alain Arias-Misson, Enrico Baj Sarenco en Wouter Kotte kost fl. 20,-. Het Concertgebouw en het Concertgebouworkest zullen volgend jaar gezamenlijk feest vieren. De activiteiten kosten zo'n zeven a acht miljoen gulden, waarvan het grootste deel door sponsors op tafel wordt gelegd. Het Rijk, de stad Amsterdam en het publiek brengen tussen de vijf en tien procent van dat bedrag bij elkaar. Er zijn twee redenen voor het feest: het honderdjarig bestaan van beide instituten en de voltooiing van de renovatie van wat insiders plegen te noemen: Het Gebouw. Maandag 11 april 1988 geeft het orkest een galaconcert, waarbij Bernard Haitink, ondanks het feit dat hij 'weg' is, het orkest zal leiden in de Achtste Symfonie van Mahler. Honderden medewerkenden zijn daarvoor nodig; ingehuurd zijn onder meer het Philharmonia Chorus uit Londen en de Stadtischer Musikverein Düsseldorf. Er zijn acht topvocalisten geëngageerd onder wie Gundula Janowitz en Jard van Nes. NOS-radio en -televisie zorgen voor een integrale Eurovisie-uitzending. Het concert zal enige malen worden herhaald. Ook in april zal een bronzen jubileumpenning verkrijgbaar zijn, waarop aan de ene zijde het Concertgebouw is afgebeeld en aan de andere kant de lier, die het dak bekroond. Rondom dit instrument zijn de namen van vier belangrijke dirigenten uit de geschiedenis van het orkest te lezen: Willem Kes, Willem Mengelberg, Eduard van Beinum en Bernard Haitink. Van 22 april tot en met 13 mei wordt in een tent op binnenplaats van het Amsterdams Historisch Museum een tentoonstelling gehouden, waarbij dichters, filmmakers en affiche-ontwerpers aandacht schenken aan de jubilerende instellingen. Wellicht is daar ook de eerste klassieke videoclip te zien. Er komt een jubileumboek, dat bestaat uit twee delen, die elk 65 gulden kosten. Hierin wordt de geschiedenis van gebouw en orkest beschreven door negen specialisten. Er zal ook een kinderboek verschijnen. Het wordt geschreven door Miek Dorrestein en is gericht op tien-jarigen. Nog en derde uitgave s taat op stapel: een facsimile-uitgave van het originele handschrift van de Zevende Symfonie van Gustav Mahler. Dit manuscript is in het bezit van Het Concertgebouw NV. De weduwe van de componist, Alma Mahler, heeft het geschonken. De uitgave, die zal worden ingeleid door prof dr. Eduard Reser, is broodnodig, omdat het handschrift thans niet toegankelijk is als bron voor muziekwetenschappelijke studie. Op 3 november bestaat het Concertgebouworkest precies een eeuw. Dat zal op die dag gevierd worden met een uit voering van Messa da Requiem van Verdi. Dirigent is Riccardo Chaily. De solisten zullen waarschijnlijk allen Russisch zijn. Er wordt onderzocht of het mogelijk is om ook nog een concert per satelliet te geven. De bedoeling is dat in drie van de mooiste concertzalen ter wereld, de Symphony Hall in Boston, de Sjostakowitsj-zaal in Leningrad en het Concertgebouw, tegelijkertijd, respectievelijk dus 's middags, 's avonds en 's nachts, concerten gegeven kunnen worden, waarvan achter elkaar delen per satelliet worden overgenomen. Het Boston Symphony Orchestra heeft reeds medewerking toegezegd. In de maanden juni, juli en augustus zullen elke dag, steeds om 12.00 uur rondleidingen door het gebouw worden gegeven. Op zaterdag 14 mei wordt er een Speeldag voor amateur-strijkkwartetten gehouden. Er wordt medewerking verleend door het Orlando Kwartet, de altvioliste Nobuko Imai en diverse docenten. In het kader van de Uitmarkt die van 26 tot en met 28 augustus op het Musuemplein voor het Concertgebouw wordt gehouden, Bernard Haitink zal het Concertgebouworkest tweemaal spelen. Als het weer meezit, zal op 27 augustus een openluchtconcert gegeven worden op het Museumplein. Gevorderde amateurs zullen 10 en 11 september in de gelegenheid worden gesteld openbare meestercursussen te volgen, die worden gegeven door leden van het Concertgebouworkest. Eind juli zal Het Concertgebouw NV een internationaal jazz-festival organiseren met beroemdheden die veel succes hebben gehad in het Concertgebouw. Voor de programmering zijn Pim Jacobs en Louis van Dijk gevraagd te adviseren. In juli en augustus wordt een festival van jeugdorkesten gehouden. Zeven ensembles, onder meer uit Engeland, Frankrijken Australië, zijn er ingeschreven. Er komt een groot aantal solisten van naam en beroemde orkesten naar Amsterdam (het Concertgebouworkest zelf zal een paar grote tournees maken). Om enkele namen te noemen: in het Concertgebouw zullen optreden de Staatskapelle Dresden onder leiding van Hans Vonk, Het Boston Symphony Orchestra onder leiding van Seiji Ozawa, de Wiener Philharmoniker onder leiding van Zubin Mehta, het Cleveland Symphony Orchestra (voor het laatst in 1968 in ons land te beluisteren) onder leiding van Christoph von Dohnanyi en het Chicago Symphony Orchestra onder leiding van Sir Georg Solti. Er komt verder een serie operasterren met Kiri-Te-Kanawa, Agnes Baltsa, Placido Domingo, Mirella Freni en Jessye Norman. Het Alban Berg kwartet zal in zes concerten alle strijkkwartetten van Beethoven uitvoeren. Aan tal van componisten zijn compositie-opdrachten voor zowel orkest als in de kamermuzieksfeer verstrekt. Leonard Bernstein is ook gevraagd, maar deze heeft nog niet toegezegd. In ieder geval is muziek te verwachten van onder anderen Jan van Vlijmen, Ton de Leeuw, Alfred Schnittke, Luciano Berio, Tristan Keuris en Otto Ketting. Enkele platenmaatschappijen hebben uitgaven van historische opnamen in het vooruitzicht gesteld, onder meer van Mengelberg en Van Beinum. Tot slot de randverschijnselen: de PTT zal een eeuwfeestpostzegel uitbrengen en de Vereniging Maatschappij voor Geneeskunde houdt op 5 en 6 mei een congres over de medische aspekten van het spelen in een orkest. Al acht jaar lang komt hij twintig keer per jaar de vaderlandse woon- en slaapkamers binnen. De se rie wordt er in gebeukt en ook nog eens herhaald. Reken maar na hoe je een bekende Nederlander wordt. „Voor een acteur is dat iets zeld zaams," zegt Hans Cornelissen uit Zeg 'ns AAA. Gewichtigdoenerij wijst hij af. Maar misschien is het niet onverstandig om te memoreren dat hij een vak bedrijft. Hans Cornelissen is acteur en doet meer dan Zeg 'ns AAA. Op de grote po dia van het land speelt hij een belang rijke rol in het stuk Helder als Glas. Mensen zijn geneigd over het acteur schap een tikje makkelijk te praten. Dat heeft de ploeg van de televisieserie Zeg 'ns AAA rond de doktersfamilie vermoedelijk zélf in de hand gewerkt. Want ze doen het goed. Ze brallen niet, vermijden toneeltoontjes en acteren hun comedy zo naturel dat er mensen rondlopen die denken dat het 'echt' is. Nou ja... Hans Cornelissen (31) stelt het op prijs als Hans te worden aangespro ken en niet als Gert-Jan van der Ploeg. Waarvoor dank. Die Gert-J an is inmiddels 27 in het ver haal. Op zijn twintigste begon hij als de eeuwige student medicijnen en per jaar groeide Hans Cornelissen met hem mee. Voor wie het niet weet: Gert- Jan verkeert nu in het afgestudeerde stadium en praktizeert bij zijn moeder. Hans Cornelissen is uitermate tevre den over wat ze dit seizoen op de buis ondernemen. Het materiaal dat ze in handen hebben is kwalitatief zelfs sterker, vindt hij. In Australië kijkt men er naar en ook Superchannel heeft de serie aangekocht. „Het is aardig, verantwoord amuse ment. Een heel geliefd programma. Mensen vinden het leuk. 'Eindelijk kunnen we weer eens lachen,' zeggen ze vaak. Het blijft ook sprankelend. Dat is de kracht. Dat komt mede door dat we de afleveringen grotendeels in een theater opnemen met publiek. Dat geeft voor ons de spanning van een première. De opnamedagen zijn zwaar. Slopend. Technisch luistert het ontzettend nauw. Je moet oppassen dat je niet een decimeter verder naar links staat en toch ziet het er ontspan nen uit. We hebben een geolied team. De toeschouwers lachen niet op com mando. Zonder publiek zou het mis schien iets perfecter opgenomen kun nen worden, maar we zouden het dan wel missen. Het applaus aan het slot en de lach zijn echt en niet ingedubt. We hebben geen lachmachine nodig..." Hij is er aan gewend dat men hem van de tv-serie kent. Over het algemeen reageert men sympathiek, al heeft Hans niet altijd zin in reacties. Hij pro beert zorgvuldig om te gaan met het hanteren van zijn populariteit. Er ko men veel invitaties binnen voor ope ningen van winkels en andere puur commerciële zaken. In overleg met Harry Klooster zijn persoonlijke ma ten. We zijn er toch zeven maanden mee bezig. Vergeet niet dat ik twee ba nen naast elkaar doe: televisie èn thea ter. In Amerika zou je rijk zijn als je meespeelt in zo'n enorm succesvolle tv-produktie. Dat is hier niet het geval. Het ligt bij mij anders dan bij Bloemen die met haar commercials vlot binnen loopt." Kun je alsmaar doorgaan met deze specifieke televisierol? Cornelissen: „Ik bekijk het per sei zoen. Ik denk niet dat ik over vijfjaar nog meedoe, maar er is geen reden er nu mee op te houden. Het scoort al acht jaar bij de drie best bekeken pro gramma's." Vormt deze bekendheid de bevestiging van iets datje altijd nastreefde? Cornelissen: „Het zou hypocriet zijn om te zeggen dat ik het niet waardeer. Ja, het is aardig. Wie werkt niet graag mee aan iets dat succes heeft? Maar ik nager die met zijn bureau een prima re putatie geniet als adviseur voor de rol bezetting van toneelstukken, films en reclamespots wijst hij vrijwel alles af dat niets te maken heeft met zijn vak. In de STER-spotjes kom je hem niet tegen. Hij maakte een uitzondering voor een mooi gepresenteerd produkt, de promotie van een after shave. Maar dan heb je het wel ongeveer gehad. Hij heeft geen zin in supermarkten en meubelzaken. En geen tijd, bovendien. „Ik heb er niks op tegen een tv-perso- nality te zijn, maar de oorsprong ligt in het acteren, het theater." Je hebt een rijk bestaan...? Hans Cornelissen: „Ik mag niet kla gen, maar ik ben niet rijk. Het wordt goed gehonoreerd, maar dat mag ook wel, want er gaat heel veel tijd in zit speel net zo lief een slecht karakter oi een rol in een serie die niet zo aardig is. Ik ben er steeds op uit me te ontwikke len in mijn vak en waardering te krij gen voor de kwaliteit van mijn werk. Het gaat me om emotie of een lach, als er maar iets gebeurt. Als ik gevraagd word voor een toneelstuk dat ik niet interessant vind doe ik het niet. Dat lijkt een luxe probleem. Ik hoef niet alles aan te nemen om ten minste werk te hebben. Samen met Harry en andere producenten zoals Jacques Senf, Gislebert Thierens en John van de Rest weeg ik de dingen af. De tijd is voorbij dat de zogenaamde 'vrije pro- dukties' tweederangs toneel brengen. Ik lees stukken, ik ga te weinig in het buitenland kijken, maar ik zit niet af te wachten of er iets komt. Ik heb goede contacten in Engeland. Mensen geven me tips en je mag best weten dat ik niet persé een dragende rol wil. Als het stuk goed is speel ik graag een mooie tweede plans-rol. Dat is heel leerzaam. Op die basis zijn we op zoek naar een stuk voor het volgend jaar. Helder als Glas wordt in dit tweede seizoen door gespeeld tot 3 januari. Dat zijn ruim vijftig voorstellingen." Hij speelt het samen met Dorijn Cur- vers en Ellissigne Kraaykamp. Op ver zoek geeft Hans Cornelissen in het kort het thema weer. „Het is een stuk over een liefdesrelatie. De jongen die ik speel lijdt aan suiker ziekte. Hij verwaarloost zichzelf en als gevolg daarvan verliest hij zijn ge zichtsvermogen. In de loop van het verhaal groeit er een verbintenis met een blind meisje. Een stel dat blind is: best wel een onoverkomelijke situatie. Het stuk gaat over de angst, de onze kerheden, de humor en het je niet laten afschrikken door een handicap. Bo vendien is er een relatie met een ande re vriendin. Het is vrij heftig. Er wor den pittige dingen in gezegd. Blinde mensen in het publiek zijn daar blij mee, zienden hebben soms iets van: kan dit wel? Dit stuk doen we niet om dat het lekker is nou eens blindeman netje te spelen. Het gaat niet om de af wijking, of omdat er al toneelstukken zijn gespeeld over aids, doofheid en afasie. Het gaat om het aanstippen van de problematiek van mensen die interessant zijn." Wat waren de bijzondere technische problemenCornelissen: „De moeilijkheid was de motoriek van blinde mensen onder de knie te krij gen. Bij de diabeet is de lichamelijke huishouding in de war en het resultaat is dat het reactiepatroon grilig en on controleerbaar wordt. We hebben een aantal dagen doorgebracht in een blin deninstituut, gesproken met ouders van blinde kinderen en mobiliteitsthe rapie gevolgd. Tijdens de repetities droegen we zwarte contactlenzen waardoor ons gezichtsvermogen bijna totaal geblokkeerd was. We moesten ons daardoor tijdens het spel concen treren op het gehoor en het gevoel, het reageren via vingers. Elke rol is altijd weer een zware klus. Daar kwam dit nog eens bij..." Komen de mensen naar de schouw burgen om jouw naamsbekendheid? Hans Cornelissen: „Vergeet niet dat Dorijn bij het Werkteater, in het stuk Jan Rap en in de film De smaak van Water belangrijke rollen heeft ge speeld. Inderdaad komen er mensen binnen voor mij, die jongen van de te levisie. Jonge mensen die gewend wa ren uitsluitend naar de bioscoop te gaan. Ze merken dat er emoties los ko men, dat het een boeiend stuk is en zijn heel geïnteresseerd. Ze vergeten die Gert-Jan uit Zeg 'ns AAA binnen vijf minuten!" Hans Cor nelissen debuteerde in 1974 en be schouwt deze rol als de mooiste uit zijn carrière, tot dusver. „Het is de zwaarste rol, de meest com plete, waarin ik het meest uit de voe ten kan. Het klinkt interessant, maar na afloop ben ik echt leeg. Als we het stuk zes keer achter elkaar gespeeld hebben, denk ik: 'nou in godsnaam even niet.' Ik weet dat ik deze lijn ver der moet volgen. Een dramatisch stuk hoeft het niet te zijn. Het mag ook een tragi-komedie zijn of een satirisch blij spel, maar ik weet wel dat ik niet zoals het vorig jaar drie dingen door elkaar wil doen. Ik hoef ook niet constant in allerlei panels. Ik zit bij Martine Bijl in Dinges en dat is een van de leukste spelletjes die ik ken op de televisie." Voor een musical is hij niet in. „Ik heb zangles gehad. Dat hoeft geen probleem te zijn, maar ik ben niet zo 'dansant'. Ik kan me niet vergelijken met Willem Nijholt. Die is een geweldig acteur en ook een fantas tisch danser. Een psychologische thril ler als film of op de tv lijkt me wel iets. Harry Klooster is druk bezig met het idee van een reeks detectiveverheden op de televisie. Daar babbelen we over, maar ik kan er niets over zeggen. Dat zit in een pril stadium." kms Cornelissen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1987 | | pagina 23